vreemdelingen
Een wraakneming
Lastige 11
in België
Radiomuziek in de
koestal
ruinhoekfe
Donderdag 25 Mei 1939
Vierde blad
EéN BUITENLANDER OP VIJF
BELGEN IN BRUSSEL.
Maatregelen tegen ongewensch-
te elementen zullen worden ge
nomen.
Nederlanders blijven in ieder ge
val verschoond.
'(Van onzen Brusselschen correspondent)
De politieke bedrijvigheid van buitenlan
ders in België is meestal links georiënteerd
[Het vreemdelingenprobleem wordt hoe lan
ger hoe scherper en acuter. Men heeft in
België evenals in Nederland steeds een
ruim standpunt ingenomen ten opzichte van
Ide buitenlanders. Gastvrijheid en asylrecht
werden steeds ruim en royaal toegepast.
Maar de groote toevloed van vreemdelingen
heeft den laatsten tijd de openbare opinie in
een ietwat veranderde richting geleid. Men
(wenscht scherpere maatregelen, niet zoo
zeer tegen de vreemdelingen, die als het wa
re een integreerend deel der bevolking zijn
gaan uitmaken in den loop der tijden, maar
wel tegen den steeds stijgenden toevloed van
hen, die hier op illegale wijze binnenkomen
en een bedreiging vormen voor de orde en
jde openbare veiligheid.
Ontduiking van de wetten des
lands.
Zij zijn het en het zijn er duizenden en
(duizenden die op onregelmatige, ja zelfs
regelmatige wijze verblijf houden in de
groote steden en die door ontduiking van de
fiscale en sociale wetten des lands een fel-
de concurrentie vormen voor den gevestig-
den handeldrijvenden middenstand. Zij le-
fven openlijk op voet van oorlog met de wet.
Nemen wij b.v. Brussel, dan is de toestand
zoo, dat uit officieele rapporten blijkt, dat
ontelbare inbraken, beroovingen, zakkenrol-
öierij en andere misdaden, niet te vergeten
de vergrijpen tegen de eerbaarheid, ge
pleegd worden door vreemdelingen. Hier-
taan moet. onmiddellijk toegevoegd worden,
(dat het hier niet gaat om de vreemdelingen,
die als slachtoffer van het anti-semietisme
Inaar België gevlucht zijn, maar vooral om
diegenen, dieu it Spanje naar België zijn
gekomen, voor, tijdens of na den burger
oorlog. En zooals het altijd gaat in derge-
Üijke gevallen:, de openbare meening weet
op den duur geen onderscheid meer te ma
ken eu scheert ten slotte alle vreemdelin
gen over één kam.
Aantal vreemdelingen neemt ge
stadig toe.
Hoezeer het vreemde element in de Bel
gische hoofdstad en ook in Antwerpen en
andere groote centra toeneemt, blijkt wel
uit het feit, dat sommige café's letterlijk
door buitenlanders overrompeld zijn. Brus
sel is echter vooral het centrum, waar de
vreemdeling zich gaarne vestigt. Op de vijf
Belgen treft men te Brussel een vreemde
ling aan. In België waren in 1920 slechts 139
duizend buitenlanders; in 193S n dit cijfer
gestegen tot 340.000. Geen wonder dan ook,
dat de gemeenteraad van Brussel onlangs
feen motie heeft aangenomen om de regec-
ring aan te sporen tot het nemen van af
doende maatregelen.
Het is niet in het minst de handeldrijven
de middenstand, die klachten heeft. Vreem
delingen weten zich, met ontduiking van
alle sociale en fiscale wetten, spoedig bezig
te houden met een of ander handwerk en
zij leveren hun waren tegen zeer goedkoo-
pen prijs aan winkels en warenhuizen.
Groote leemten in de wetgeving.
Het zal evenwel niet gemakkelijk' zijn,
paal en perk te stollen aan deze onregel
matigheden. De wetgeving, regelende het
verblijf van vreemdelingen in het land, is
"veertig jaar oud en bet is dan ook geen
wonder dat bedrevonon op het gebied van
wetsontduiking en die zijn er bij het
gauw genoeg klaar spelen om door de ma
zen van de wet te kruipen. Daarom is het,
dat velen die uit Frankrijk worden gezet, het
[verlangen te kennen geven, naar België te
worden overgebracht. En eenmaal hier aan
gekomen, is een handige vreemdeling er
spoedig genoeg achter, hoe hij handelen
moet om door steeds maar verstoppertje te
spelen, do leemten in de wetgeving tegen
eigen bate aan te wenden. Ook de procedu-
2-e inzake uitwijzing is niet meer van dezen
tijd en veel te omslachtig. Zij geeft aanlei
ding tot tal van misbruiken en ontduikin
gen.
Velen zijn de voorstellen, die worden ge
daan om het vreemdelingenstatuut te wij
zigen. Er zijn er, die toegang tot het laqd
zouden willen beletten aan eiken vreemde
ling die een bedrijf uitoefent, waarin in
België zelf vijf procent werkloozen zijn. An
deren willen, dat vergunning wordt gewei
gerd aan vreemdelingen, die hier een han
del wcnschen te drijven, zoolang de malaise
duurt. Sinds eenigen tijd zijn dergelijke be
palingen overigens reeds van kracht, maar
ze worden door de overheid niet altijd even
streng toegepast en dit vooral, omdat in
vele gevallen politieke invloeden zich doen
gelden en hierdoor pressie wordt uitgeoefend
zoodat do maatregelen op den duur ver
slappen.
Ook zou men de verblijfsvergunning willen
ontnemen aan hen, die een bedrijf uitoefe
hen, dat niet strookt met hun oorspronke
lijke opgaven.
Onmeedoogend zou men willen zijn tegen
hen, die de fiscale en sociale wetten over
treden. Het zou slechts toegestaan zijn, han
del te drijven onder persoonlijken naam en
dus niet onder een of anderen firmanaam.
Onmeedoogend zou men ook zijn tegen al
len, die eenmaal over de grens gezet weer
in het land terug zijn gekomen; zij zouden
onherroepelijk van hun vrijheid worden bc
roofd en als gevangenen behandeld.
Geen maatregelen tegen de Ne
derlanders.
Hoe het ook zij: maatregelen zullen die
nen te worden genomen. De openbare mee
ning komt m verzet en het is niet uitgeslo
ten, dat eenige ongclukkigen, die liet slacht
offer zijn van godsdienstige of politieke
vervolging in hun vaderland, met de kwa
den zullen worden getroffen. Maar vooral
wil men zich keeren tegen hen, die leven
aan den zelfkant der gemeenschap. Men
beeft deze elementen reeds eerder aange
pakt, maar politieke invloeden, die op be
scherming van zekere lieden aandringen,
hebben ten slotte alle maatregelen verlamd.
Maar de openbare opinie eischt nu toch
klaarblijkelijk strengere maatregelen.
Dit. alles geldt, natuurlijk niet voor de vele
Nederlanders, die hier gevestigd zijn en bc-
hooren tot de geëerbiedigde en rustige gas
ten des lands. Zelfs wanneer de overheid
maatregelen neemt om den middenstand te
beschermen, dan nog zullen de Nederlan
den hier er hoegenaamd1 geen schade van
ondervinden. Dat staat als een paal hoven
water.
Een Oostzaansch snufje
KLAARTJE LUISTERDE NAAR MINISTER
STEENBERGHE...
Geeft het vee meer melk als de
muziek aanhoudend speelt
Onze radio-omroepvereenigingen
weten het bij deze: tot de meest
aandachtige luisteraars naar haar
uitzendingen behooren... vijftien
Oostzaansche koeien!
Veehouder G. Kuijper, die zijn bedrijf heeft
in het Zuideinde te Oostzaan, dicht bij de
Kolksloot, is, aldus de Prov. N.H.Crt., de
eigenaar van de beesten, die in een z.g.
Zuidhollandschen stal staan, welke op kor
ten afstand achter het woonhuis is gelegen.
Uit deze woning loopen draden naar clen
stal, waar verder langs de .zoldering een
loodkabeltje loopt eii ongeveer in het mid
den de luidspreker is opgesteld. Deze luid
spreker bevindt zich een meter boven den
halsboom en schettert er lustig op los, van
's morgens vroeg tot 's avonds laat.
We hebben, aldus het blad, veehouder
Kuijper gevraagd wat hij met deze muzikale
opluistering van der koeien stalleven vóór
heeft.
- Wèl, zei Kuijper, we wilden voor ons
zelf, als we in de stal moesten werken,
graag een stukje muziek hebben. En we ver
onderstelden, dat de koeien onder het mel
ken, als ze muziek hoorden, ook rustiger
zouden staan. Dat nu is uitgekomen.
Onze gastheer, die de stekker even uitge
trokken had, sloot den luidspreker weer
£an. Een dansplaatje werd uit gezonden,
hot-jazz... een sax kreunde en gilde en
er tusschendoor zong de crooner zalvend
zijn liedje.
Kijk nu eens naar die ooren, zei Kuij
per.
Inderdaad do ooren gingen anders
staan, de koppen kwamen tusschen de ijze
ren stangen door en gingen in de richting
van den luidspreker, kortom... de koeien
luisterden en \>levcn dat doen.
Ergens in een hoek klonk, tusschen de
muziek door en naar wij meenden cenigs-
Om kx>M. vehfiaal:
zins op de maat ervan(!), een plassend ge
luid. De vastgebonden staarten bewogen
overal heen en weer, met meer gratie, toen
na het dansplaatje in de studio een me-
nuetje werd opgezet.
Meer melk?
Kuijper vertelt ons dat veearts Kruiswijk
uit Zaandam en de stalcontroleurs met be
langstelling dit novum in de veehouderij
hebben aanschouwd. De veearts meende dat
een Amerikaansche krant geschreven heeft
dat koeien bij aanhoudende muziek meer
rnelk geven de meerdere productie zou
5 zijn. Dit is volgens Kuijper echter heel
moeilijk na te gaan.
De heer Andrea, die de aansluiting tot
stand heeft gebracht* stond aanvankelijk
sceptisch tegenover het experiment. Hij
vreesde dat het geluid op den duur in sterk
te zou afnemen door vochtwerking etc. Tot
nog toe is dit niet het geval. Gezegd dient
echter te worden dat de heer Kuijper be
schikt over een idealen'stal: droog en hoog.
Hoe bent U eigenlijk op het idee geko
men?, vroegen we nog.
M'n jongens kwamen er mee, was
Kuijpcr's antwoord. „Vader, laten we es
radio in den stal nemen", zeiden ze. Ik
vond liet goed en het resultaat ziet U: ik
heb het aan laten leggen.
Een f/csprek met Klaartfe.
Staande op den voorgang hebben wij met
een der zwartbonte koeien van veehouder
Kuijper een gesprek geboerd. Klaartje, die
met haar kop boven de goot het vragen
uurtje van Oom Henk voigde, begon met
wijsgeerig op te merken: „De tijden veran
deren en wij, koeien, intusschen."
We moesten Klaar gelijk geven.
Hebben onze melkgevende voorouders
ook maar kunnen dróómen dat wij, koeien
van '39, aan luchtbescherming zouden
doen? Neen, niet waar? Er is hier in Oost
zaan een veterinaire dienst gesticht, opdat
ons koeienhachje geen gevaar zal loopen
en jullie in tijd van nood toch nog melk
kunnen drinken. Binnenkort worden ons
gasmaskers aangemeten, is het waar of
niet?
We knikten.
En nu heeft de baas voor radio ge
zorgd en wij allen, zooals we hier staan,
zijn hem daarvoor erg dankbaar. We staan
met muziek op en gaan met muziek naar
onze koffer.
Klaar, naar welke stations en program
ma's luisteren jullie het meest?
We hebben geen voorkeur, als we tegen
etenstijd maar een behoorlijk moppie diner-
muziek hebben en bij het opstaan ochtend
gymnastiek krijgen. En op den versterkten
zender hooren we graag de Lambeth-walk,
die dansen we hier nu allemaal.
En om dit to bewijzen gaf Klaar even
een kleine demonstratie. „Als je 't éénmaal
hebt gedaan, kan je niet stil meer blijven
staandeed ze al dansend.
Bravo!, Klaar, riepen we geestdriftig
uit.
Het buitenland hebben we ook vaak
aanstaan.
Laatst hebben we nog een Spaansche uit
zending beluisterd, eem ooggetuigeverslag
van een stierengevecht was het. Een heer
onzer koeienschepping nam er een toreadoor
of hoe noemen jullie..zoo iemand, op z'n
horens, geweldig... Het publick gilde vol af
grijzen, maar wij vrouwtjeskoeien waren
een en al bewondering. Die stier was met
een onze held. Eerlijk gezegd, bracht hij
ons allen danig het hoofd op hol... bekende
Klaar, terwijl zo kleurde.
Een ander praatje Klaar, zijn er nog
wel eens programma's 'waaraan jullie koeien
je stooten?
Neen..., dat wil zeggen, het een hoor
je natuurlijk liever dan het andere. De kor
te gesprekken van vrouw tot vrouw heb
ben uiteraard meer onze belangstelling dan
de Engelsche lessen voor beginnelingen.
Van een uitstapje naar het buitenland kon
tóch niets komen. Zeg nu zelf, jullie met
jullie gemelk laten ons geen tijd voor va-
cantie.
Die Klaar
Maar nu je dat daar zoo vroeg, ging
de koe verder, ja, laatst was er iemand die
sprak voor de radio over de landbouwcrisis
politiek. Wie was dat, als ik vragen mag?
Dat was onze minister...
In den stal klonk afkeurend geloei en
Klaar maakte zich tot tolk van haar zusters
zeggend:
Zet u dan eens in de krant meneer, dat
die minister met zijn kalverteeltbepcrking
onze meest vrouwelijke gevoelens in hooge
De vischnetten. worden binnengehaald! 't Kost moeite, dus de vangst is goed!
mate heeft gekwetst. Van die Nieuw-Mal-
thusiaansche denkbeelden moeten wij in de
koeienwereld niets, maar dan ook niets
hebben. Is het niet treurig, diep treurig, dat
onze bloedjes van kinderen, moeten worden
afgeslacht? Is dat niet koe-onteerend? Laat
het dien minister gezegd zijn, dat onze or
ganisatie ernstig overweegt sancties te gaan
nemen.
We scheiden er eenvoudig mee uit
melk te geven, verklaarde Klaar zich nader
Maar Klaartje....... moest ons van het
hart, dan zullen jullie ie baas in hooge ma
te in verlegenheid brengen. En heejt-ie dat,
nu hij jullie met de radio zoo verwent, ei
genlijk wel verdiend? Wees-es eerlijk
Even was er stilte.
Neen, dat is waar ook, daar hadden we
zoo gauw niet aan. gedacht. Nou, ajuussies
hoor
En Klaar trok zich terug in haar strooien
boudoir en ging zich onder het herkauwen
bezig houden met de laatste Tong-Toer-Trai-
ning.
Balkon- en Bakbeplanting.
Het is volop lente geworden. De vroegere
doodsche tuinen zijn weer vol prachtige bloe
men. Ofschoon niet alle in den zomer bloeien
de planten bevroren zijn, zai de vraag toch
wel groot zijn. Iedereen wil den tuin weer op
het voordeeligst doen uitkomen.
Bij het beplanten van bloembakken neemt
men natuurlijk steeds de sterkste en best ont
wikkelde planten. Ze behoeven niet alle tege
lijk te bloeien. Het is zelfs beter, dat enkele
nog niet bloeien. Dan is de bloei in den bak
over het geheel regelmatiger en bijna onaf
gebroken. Koopt men goedkoope planten, die
vaak in slechte aarde gekweekt zijn, om daar
door spoediger te bloeien, dan heeft men wel
direct bloemen; die bloei is echter maar kort
en komt misschien het gehele jaar niet weer
terug. Dan kan men met recht zeggen, dat
goedkoop duurkoop is. Bij het beplanten van
bakken is goede vruchtbare, waterhoudende
aarde een eerste vereischte. Een echte lief
hebber neemt hiervoor wel een speciale grond
door bijvoeging van z.g. Legmeersche grpnd.'
Deze grond maakt alles korrelig. De tuin
wordt daardoor wel iets duurder, maar de
buitengewone rijke bloei, die men dan bij
goede planten gedurende het geheele jaar kan
verwachten, zal die meerdere onkosten ruim
schoots vergoeden.
In te kleine bakken zet men nooit bloemen.
Die kunnen daar toch niet bloeien. Soms ziet
men bakjes van 10 bij 10 cm voor een open
staand raam. Bij het op en neer schuiven van
het raam strijkt men telkens over het bakje
heen, of men moet het telkens verplaatsen,
wat voor de plantjes in den bak niet best is.
Dit bakje is te klein en de plaats is niet goed.
Een goede bak moet minstens 30 tot 35 cm
diep en 20 tot 25 cm lang en breed zijn. Dan
is er ruimte voor een dubbele rij planten; de-
wortelkluiten kunnen zich goed ontwikkelen
en voedsel opnemen. De zuidoostkant van het
huis is de beste plaats voor een bloemenbak.
De zuidwest- en zuidkant zijn ook wel goed,
maar de noordkant is natuurlijk minder goed.
Welke planten kiest men voor de bloem
bakken aan huis? De kleur van het kuis en
de kleur van de omgeving bepalen méde de
kleur van de bloemen, welke we aan den gevel
en in de bakken willen zien. Aan een huis met
gele steenen zetten we bijv. geen gele bloe
men, maar liefst blauwe. Blauwe Petunia's,
blauwe Ageratums, blauwe Lobelia's of blauwe
Verbena's. Ook rood en wit doen het goed;
roode Geraniums en witte Margrieten al of
niet met blauw gemengd. Aan een crème
muur staat ook goed een beplanting met rose
Petunia's en voor langs de lagere blauwe
Ageratums. Heeft men een roode gevel, dan
kunnen roode Geraniums met blauwe Lobelia'8
geplaatst worden. Ook roode en blauwe Ver
bena's voldoen dan uitstekend. Het rood kan
men vermengen met het geel van Calceo-
laria's of Pantoffeltjes. Bij een bonte beplan
ting neemt men alles door elkaar, maar zorg
er voor, dat Margrieten de overhand hebben.
Hoe hooger de gevel is, des te hooger moeten
ook de planten groeien.
A. v. d. LIJN.
Door PAUL EWOUDS.
,Dus je gaat toch weer?" Mevrouw Levers*
stem klonk heesch van bedwongen tra
nen.
„Mijn lieve kind", zei haar man op zijn
onuitstaanbaarsten toon een bescher
mend, quasi vriendelijk toontje, dat haar
woest kon maken „ik ga alleen en uit
sluitend om mijn zelfrespect niet te verlie
zen."
Madeline staarde hem aan. Dat ging haar
eenvoudig vrouwen vers tand te boven.
„Je hebt me om zoo te zeggen verbóden
naar het balmasqué te gaan", ging hij zoet
sappig door, uit volkomen ongemotiveerde
jaloezi, ja, ja, geheel en al redeloos
dus ben ik het aan mijn zelfrespect ver
plicht, er heen te gaan."
Ze zweeg, verbluft. Tot zijn verlichting
kwam ze ook niet meer op het onderwerp
terug, ja, ze toonde zelfs zekere belangstel
ling voor het costuum, dat hij besteld had
en voor de pruik, die hij zou dragqn. Het
was een woeste, roode haardos, want Levers,
de „mooie" man, die zoo trotsch was op zijn
uiterlijk, altijd even keurig in de puntjes
verscheen en met welgevallen bewonderende
en vleiende vrouwenblikken over zijn onbe
rispelijk uiterlijk en knap gelaat voelde glij
den, had, om eens origineel te zijn, de figuur
van Piet de Smeerpoets gekozen, om uit te
beelden.
Meneer Levers was een uithuizig man en
zijn ijdelheid, meer dan zijn hart, neigde er
naar, om niet altijd een even getrouw echt
genoot te zijn. Madeline, zijn geduldige,
zachte vrouw, wist dat. Zelfs een worm kan
vroeg of laat in opstand komen, zegt het
1 Engelsche spreekwoord. Madeline, alhoewel
verre van te gelijken op een worm ze
was een knappe, wat mollige doch heel aan
trekkelijke blondine kwam in opstand en
verbood haar man om naar het bal masqué
te gaan, nu de dokter haar verboden had
voorloopig uit te gaan en ze wist, dat do
mooie juffrouw Deland er óók zou zijn. Die
kat van een Puck Dcland, met haar modern-
vrije manieren, haar eeuwige flirten, haar
pretenties
Op den bewusten avond kwam de kappar,
dien Levers altijd had om de pruik op te
zetten. Madeline, mokkend, maar schijnbaar
gelaten, vertoonde zich niet. Haar echtgenoot
kwam haar een kus brengen en zich laten
bewonderen, voor liij vertrok. Ze moest
lachen, toen ze die woeste, roode haarbos
boven op zijn hoofd zag staan. Ja, ze scha
terde zelfs, zoodat hij haar zijn verstandig
vrouwtje noemde en tevreden wegging.
I-Iet was werkelijk grappig eens een avond
Piet de Smeerpoets te zijn en alle bekenden
vonden het geweldig origineel. Juist hij
de keurige, de correcte en knappe, de lady
killer! Puck wierp hem lokkende blikken
toe en hij sprak met het knappe, blonde me
vrouwtje Jarvins af, bij haar te komen tea-cn,
morgen
Laat, héél laat kwam hij naar huis en
sloop naar zijn eigen kamer. Madeline sliep
gelukkig door.
Meneer was in een opgewekt humeur en
ontkleedde zich niet zonder moeite. Met de
pruik wilde het heelemaal niet, zoodat hij
tenslotte het ding maar ophield, in bed
kroop en insliep.
Het dienstmeisje, dat naar gewoonte een
blad met thee kwam neerzetten om acht
uur, gilde van schrik, toen ze een „vreem
de" zag liggen in bed, met woeste, roode
haren.
Het duurde even voor meneer wakker ge
noeg was om haar schrik te begrijpen. Toen
trok hij een scheef gezicht, want zijn hoofd
deed aardig pijn. Een kater en bovendien
knelde die ellendige pruik.
Macleleine werd tegen half negen opge
schrikt door geluiden, uit zijn kamer ko
mend, die haar verschrikt deden toesnellen.
Ze vond haar echtgenoot bezig als een gek
aan zijn haren trekken, dat wil zeggen aan
de woeste, roode haren van zijn pruik. Toen
hij haar zag, steunde hij: „Wil niet af
word gek drukt en knelt
barstvan koppijn moet naar kan
toor dringende zaak au Hier
na volgde series woorden, die men niet her
halen kan. Mevrouw begon méé te trekken.
Vervlogens kwam het kamermeisje en trok.
En daarna riep men de keukenmeid, die
nogal pootig was. Alles vergeefs, de pruik
zat als vastgegroied op meneers hoofd.
En het effect was onbeschrijfelijk. Die wil
de haarbos boven een lachend gezicht, bo
ven een bal-masqué costuum,, in een vroolij-
ke omgeving met louter gecostumeerden.
was heel aardig geweest, maar 's morgens,
boven een bleek en katterig gezicht en een
pyarna was het heel iets anders. Meneer
raasde naarmate de minuten verstreken,
want hij móést naar kantoor, had een heel
belangrijke conferentie.
„Doe een verband om en zeg. dat je met
den auto bent verongelukt", stelde zijn
vrouw voor.
Er bleef hem niets anders over. Madeline
„verbond" hem, of beter gezegd: de pruik,
en hij vertrok in onbeschrijfelijk stemming.
Men toonde veel deelneming voor zijn on
geluk. maar hij was niet in de vereischte
stemming voor zakendoen, zoodat hij heel on
voldaan van de conferentie naar dpn kap
per reed en daar razend en tierend eischte,
dat men hem zou bevrijden van de pruik.
De bediende wist er geen raad op en me
neer zelf was gaan lunchen. Of meneer dat
niet beter óók eerst kon gaan doen? Meneer
ging naar huis voor het eerst sinds lang
lunchte hij met zijn vrouw, want hij kon
zich toch zóó niet verioonen in een restau
rant en klaagde haar zijn nood. Het viel
hem erg mee, dat ze niet zei: „Dat komt er
nou van!" of iets dergelijks. Ze was toch een
lief, zacht vrouwtje. Veel te goed voor hem.
Andere vrouwen zouden zéker leedvermaak
hebben gehad, maar zij was vol teedere zor-
i gen en trachtte hem sieeds af te leiden. Hij
nam zich voor, als de pruik eraf was, niét
met mevrouw Jarvins te gaan tea-en. Was
ook nergens voor noodig. Als je zoon aardig
vrouwtje hebt, behoor je niet te gaan tea-en
met lichtzinnige, opgeverfde schepseltjes als
mevrouw Jarvins. Hij was ervan overtuigd
en vergiste zich niet! dat ze zou scha
teren als ze hem zag met zijn verbanden en
nog méér, als ze wist, hoe de vork in den
steel zat.
Ziedend bereikte hij een uur na de lunch
weer de kapsalon. Het bleek een mvsterie,
hoe de pruik zoo rotsvast kon zijn komen
te zitten op het hoofd van meneer Levers.
De bediende bezwoer zijn volstrekte onschuld
De kapper zelf bezwoer nog harder. En met
vereende krachten en allerlei hulpmiddelen
bevrijdde men eindelijk den armen man van
zijn haardos. Ilij kroop in bed, met asperine,
liefdevol verzorgd door zijn vrouw.
Meneer .Levers is niet meer zonder zijn
vrouw uitgegaan. Hij is haar dankbaar, dat
ze nooit zinspeelt op die ongelukkige ge
schiedenis. In haar oogen was hij niet be
lachelijk geweest en dat was toch de ware
liefde!
Overigens heeft hij nu een anderen kap
per. Doch het verlies van dien klant is zijn
vorigen kapper ruimschoots vergobd
Mevrouw Levers verklaarde tot haar mans
verbazing, van een nieuwen mantel te heb
ben afgezien, waarop hij haar, vol schuld
besef en dankbaarheid den mantel cadeau
gaf, zonder te vragen waardoor haar kleed
geld zoo geleden had, dat ze zuinig wilde
zijn. Anders zou hij misschicp ontdekt heb
ben, dat bet niet goedkoop is, een kapper
zijn klant af te koopen en zich een beetje te
wreken op een echtgenoot met lichtzinnige
neigingen!
Madeline vindt echter, dat die lijm, al
hoewel vrij duur betaald, uitstekend ge
werkt heeft en het geld ruimschoots waard
was, dat zij er den kapper voor betaalde, om
het goed binnen in de pruik aan te brengen,
liet ware zou vastgroeien op het hoofd van
zoodat het ding langzaam maar zeker, als
den drager!