Geestelijk Leven uitenlandsch Overzicht AKKERTJE Dr. E. Hoekstra's TERLEP's DROGISTERIJ Hoestpillen GRATIS CADEAU BERTELS' Uit Alkmaar Alkmaarsche Kaasmarkt Zaterdag 27 Mei 1939 Tweede blad door ASTOR Ik weet niet hoe het weer zal zijn, wan neer dit artikel verschijnt. De Meimand heeft ons niet verwend. Integendeel. Het heeft er allen schijn van of de veel gepre zen lieve Mei dit jaar de bedoeling heeft gehad om den ouden dichter P. A. de Géne- stet gelijk te geven, die immers in zijn be kende „Het haantje van den toren" zong „hij kan zoo koud, zoo guur, hij kan No vember zijn." Maar terwijl ik zit te schrij ven, schijnt tenminste de zon en ik hoop van harte dat dit gedurende de Pinkster dagen ook het geval zal wezen. Het is, als ik mij niet vergis, de eerste maal dat ik een artikel ga wijden aan het Pinksterfeest. Ik sta er dus frisch tegen over en behoef me niet te kwellen met de gedachte, dat ik in herhaling zal vallen van wat ik reeds vroeger schreef. Pinksterféést! •Wel mag hier de volle nadruk worden gelegd op het laatste gedeelte van dit .woord: féést. Immers daaraan wordt in de eerste plaats gedacht. Twee dagen achtereen ligt het werk stil. En plannen worden gemaakt om er uit te trekken. Wég uit den arbeid, wég uit het dagelijksche sleurleven. Naar bui ten, naar bosch en hei, naar de duinen en de zee. Zich een paar dagen zalig vrij ge voelen van zorgen en lasten en zich een blij juichend, een zingend en jubelend men- schenkind te weten. Ik heb er altijd plezier in om de uitgaan de menschen te zien. Ik heb plezier in de dartele jeugd, die ongedwongen in fleurige kleedij in drommen op de fiets langs me heentrekt met zonnige gezichten, met vroo- •lijken lach, soms in koor een aardig liedje zingend. Dan is 't me of ik in hen iets te rugvind van wat de natuur me te aanschou wen geeft: die onuitroeibare levensdrang, die uiting van onverwoestbare energie en kracht welke niet in te toornen is, maar zich uiten moét. Maar ik heb óók plezier in de ouderen, die iets in zich schijnen te voelen ontwaken van dienzelfden levens drang en. hun stijve deftigheid vergeten ien het decorum uit 't oog verliezen om zich jong te voelen temidden van het jonge groen, om uit den band te springen, om desnoods dolle dingen te doen. Ik kan nooit nalaten om, ter plaatse waar ik woon, gedurende de Pinksterdagen naar een van de drukke punten te gaan om getuige te zijn van het bonte kleuren- en klankenspel, dat de langs mij heen trekkende menigte maakt. Daar is in mij" een ondergrond van pessi misme. Hoe kan 't anders in dezen benar den tijd? Maar boven dat pessimisme ben ik dan uit of ik duw het in ieder geval weg. Want dan wil ik alléén den blijden mensch zien, den vrijen mesch, die juicht met de vogelen in de natuur en dankbaar is voor het simpele feit: te leven, niet an ders te doen dan te leven. Als ik dit neerschrijf, wordt 't mij in eens zoo volkomen verklaarbaar, dat van de oertijden af het Pinksterfeest gevierd moest worden. Hoe kon de primitieve mensch, die nog zoo dicht bij het hart der natuur leefde en zoo nauwe zich verbonden wist aan haar, weerstand bieden aan de neiging om te midden van naar volle herle ving, mét haar, uiting te geven aan dien diepen drang om het uit te zingen, uit te dans want ook de dans behoorden daarbij en werd beschouwd als een vertolking van re ligieuze verbondenheid met de krachten, die in het heelal werkzaam waren. Dat die krachten werden 'gepersonifieerd kon niet anders als gevolg van de gebrekkige wereld beschouwing onzer oervoorouders. Maar iedereen zal bij eenig nadenken gevoelen, dat de ondergrond van de feestviering i- derdaad die religieuze verbondenheid was. Interessant is liet op te merken, dat wan neer het Christendom de wereld gaat ver overen en aan het Pinksterfeest een andere beteekenis (waarover straks nader) geeft, de oude gebruiken en tradities blijven door werken. Een enkel voorbeeld, dat heel ka rakteristiek is, wil ik daarvan geven. Natuurlijk kan ik er niet aan denken stil te staan bij de verschillende manieren, waarop in den loop der tijden in aller- Neem dadelijk n en die migraine trekt weg! Binnen 'n kwartier voelt ge U als her boren. Ge hebt Uw dag gered! Wer ken verrassend snel. Onschadelijk! Per koker van 13 stuks -12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. lei streken de Pinksterfeestviering haar ty pisch plaatselijk karakter verkreeg. Ik wil slechts op één typisch voorbeeld wijzen, op de springprocessie in het stadje Echternach in Luxemburg. Meer dan tienduizend men schen doen daaraan gewoonlijk mede. Het begin is een preek op de brug over de ri vier, de Sauer. Daara gaat het in optocht de stad in. Voorop de Roomsche geestelijk heid, gevolgd door monniken en nonnen. Achter hen volgen de zoogenaamde sprin gers in groepen; elke groep voorafgegaan door een muzieikcorps. Er wordt gespeeld op de wijze „Adam, die had zeven zonen". Daarbij voeren de springers een dans uit, die hierin bestaat, dat ieder eerst vijf schre den voorwaarts gaat en dan drie schreden terug springt. Zij doen dit terwijl zij in dwarsrijen elkaar de hand vasthouden. Om verwarring te voorkomen en gedrang wor den de schreden zooveel mogelijk op be perkte plaats gedaan. Ongeveer om de tien minuten is een pauze, waarin óf gebeden worden gemurmeld óf vcrverschingen wor den gebruikt. Begrijpelijkerwijze gaat de stoet slechts zeer langzaam vooruit; na on geveer anderhalf uur zijn de eersten bij de negen en zestig treden hooge trap, die op voert naar het standbeeld van Sint Willi- brod. Dan begint echter pas de groote ver- tponing voor de toeschouwers. De trap moet opgedansd worden. Iedere deelnemer moet eerst vijf treden naar boven springen en dan weer drie naar beneden. Intusschen is het in de bij het standbeeld van den hei lige geplaatste kerkgebouw heelemaal stil. De geloovigen richten zich naar het altaar van Sint Willibrod, brengen hun gaven, die meestal uit geld bestaan, wijden bepaalde voorwerpen, die zij bij zich hebben (meestal rozenkranzen) en verlaten dan de kei'k aan de andere zijde. Daarmede is het plechtige gedeelte afgeloopen. De menigte gaat uiteen springers leggen zich neer om uit te rusten van de vermoeienis. Daarna gaan zij naar de herbergen om zich op hun ma nier te amuseeren, want aan de processie is tevens een soort van Kermis verbonden. Is dit niet een treffend voorbeeld van verbinding van oeroude gewoonten, ontleend aan den natuurdienst, met het christendom, dat in zijn kerkelijken vorm er altijd naar gestreefd heeft aan Heidensche gebruiken een christelijken vorm te geven? Ook de Joden vierden van oudsher hun Pinksterfeest en het is alleszins verklaar baar dat de eerste Christenen gebruik maalden van de gelegenheid om op dit feest, waar talloos velen aan deel namen, te getuigen van wat er in hen omging. Wanneer wij het Nieuwe Testament openslaan, kunnen wij in Handelingen II daarover lezen. Daarin slaat o.a. van de apostelen, dat zij vervuld waren met den Heiligen Geest en begonnen te spreken met andere talen zooals de Geest hun gaf uit te spreken. De saam/gestroomde me nigte begrijpt dat niet en er waren onder de aanwezigen die spottend uitriepen: zij zijn vol zoeten wijns. Dan echter neemt Petrus het woord en zegt dat deze getuigen geenszins dronken zijn, maar dat vervuld wordt de profetie j van Joël „En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God), Ik zal uitstorten van Mijnen Geest op alle vleesch; en uwe zo-1 nen en uwe dochters zullen profeteeren en uwe jongelingen zullen gezichten zien en uwe ouden zullen droomen droomen. En ook op Mijne dienstknechten en op Mijne dienstmaagden, zal Ik in die dagen van Mijnen Geest uitstorten en zij zul len profeteeren". Ik zal niet verder uit de Handelingen aan halen. Voor wat ik verder wil zeggen, heb ik genoeg aan wat ik uit het N.T. over nam. Want nu wil ik wij-zen op de andere zijde, welke het Pinksterfeest voor ons heeft of tenminste voor ons hebben moet. Uit volle overtuiging en, naar ik meen, met goed begrip, heb ik eerst gewezen op een bepaalde manier van Pinkstervieren. Ik heb daarin gezien een uiting van le vensdrang en verbondenheid met de na tuur. Dat is mooi en goed en mensohelijk. Maar dé mensch is en mag niet zijn al leen een „natuurlijk" wezen. Hij is méér. Hij is ook een „geestelijk" wezen. Wat dit wil zeggen? Ontzaglijk veel. Het beteekent, dat hij uitrijst boven het dier, dat hij wordt tot een zelfbewust, redelijk wezen, dat zich laat leiden door zedelijke wetten, dat zich verantwoordelijk weet tegenover zijn me- demenschcn. Hierin ligt juist de adel van den mensch, maar hierin ligt tegelijkertijd de geweldige tragiek van zijn leven, immers hieruit wordt die innerlijke strijd geboren tusschen de natuurlijke driften en den drang naar hoogcr. Van dezen strijd wist Goethe, de schejjper van het prachtige drama Faust te spreken. Was hij 't niet die deze woorden uitte „Twee zielen, ach, wo nen in mijn borst"? En nu is dit voor die andere zijde van het Pinksterfeest, dat 't ons Spreekt van levensdwang in hoogeren zin en wij vinden dit vertolkt in dat oude Nieuw-Testamenti- sche verhaal. Het is onbelangrijk of wij hierin een gerzhiedkundig gebeuren zien of dat. het voor ons niet. andei's is dan een legende. Als het een legende is, wordt daarin toch in ieder geval een waarheid tot ons gebracht. En daarop komt het slechts aan. ORANJE DROOGVOEDERBAK BIJ BESTELLING VAN 5 x 50 K.G. BERTELS' KUNSTKORREL HET VOORDEELIGSTE, VOLLEDIGE PLUIMVEEVOEDER, NEVENSTAANDE VOEDERBAK GRATIS BESTELT BIJ UW VOEDERLEVERANCIER EN WAAR NIET VERKRIJGBAAR DIRECT AAN OLIEFABRIEKEN N.V. AMSTERDAM O. Wees er zuinig opl Wanneer reeds na korten tijd lezen of handwerken Uw oogen vermoeid worden en gaan tranen, dan is dat een teelten, dat U een bril noodig heeft of dat Uw glazen vernieuwd moeten worden. Ga hiervoor naar 't vertrouwde adres. Een TERLEP's BRIL is een weldaad voor Uw oogen! Moderne brillen met holle glazen In klap-étui, reeds vanaf f 3.50. OPTIEK. EN FOTOHANDEL, Gediplomeerd Opticien. HOOGZIJDE 103 SCHAGEN. Ziekenfondsleverancier. Zooals in het Pinksterfeest als natuur- feest de levensdrang zich uit, zoo uit zich in die eerste Pinkstervreugde der oudste christenen eveneens de drang om te leven, te leven groot en sterk, te leven naar hei lige, innerlijke wetten. Daaraan ontleent het Pinksterfeest zijn waarde. Ook voor dezen tijd! Ik ben bijna bang om hierop verder in te gaan. Moet ik uw Pinksterstemming be derven door te wijizen op al dat ellendige, wat deze tijd ons te aanschouwen geeft? Moet ik de aandacht vestigen op het feit dat brute macht, leugen, geweld allen drang naar hooger schijnen te verstikken? Neen, neen. Nu niet. Gaat uit! Maakt u een poos los van uw beslommeringen, van uw zorgen. Vermeit u in de natuur en weest een blij, gelukkig mcnschenkinid. Geniet van de ongerepte schoonheid van liet aan alle zijden uitbar stende, onvernietigbare leven. Maar Vergeet uw roeping als Mensch niet! „Noblesse oblige" (adel legt ven)lichting op) plachten zij, die zich in onderscheiding van het. plebs en de burgerij de edelen noem/den, te zeggen. Dit woord geldt echter voor iederen mensch, voor u en voor mij. Voelen wij de verplichting, die op ons rust? Maken wij ons leven tot een harmo nisch geheel? Wat zijn wij voor onze me- demensohen? Hoe staan wij tegenover dat groote, diep in onszelf als onaantastbaar erkende, gebod der naastenliefde, der rechtvaardigheid? In Handelingen II wordt gesproken van vervuld zijn met „den Heiligen Geest". En ik zie een demonischen geest heer- schcn op aarde, een geest, die de wereld naar een zwarten afgrond dreigt te voe ren. Maar is het dan niet noodig dat wij ons openstellen voor dien Heiligen Geest? Het is de geest van broederschap en liefde en vrede. Daar is geen mensch ter wereld, waar in niet iets van dien geest aanwezig is. Echter ook die geest wil groeien. Geeft hem de gelegenheid. Weest ook in dat. op zicht een dapper en blij menschenkind. Durft te getuigen zooals de apostelen het déden. De wereld wacht op de sterken, op de durvers, die den moed bezitten op te ko men voor den adeldom van den mensch, Het is tegenwoordig bijna een dagelijk sche gewoonte geworden om te klagen, al tijd maar te klagen over de minderwaar digheid der menschen, over al het getmee- ne, dat zich voor onze oogen afspeelt. De noodlottige omstandigheden. waaronder BELGISCH—NEDERLANDSCHE VRIEND SCHAP ALS LICHTEND VOORBEELD VOOR DE EUROPEESCHE SAMEN LEVING. HITLER ZAL VAN TACTIEK MOETEN VER ANDEREN. Over het algemeen mag een volk zich ge lukkig prijzen, wanneer zijn naam in de internationale politiek weinig wordt ge noemd. Want het zijn dooreen genomen de lagere hartstochten in den mensch, die in de politiek tot ontplooiing komen, er wordt gespeeld met oorlog, met dood en ellende van millioenen alleen omdat enkelingen, bekleed met een waanzinnigen macht, zich laten leiden door dwaze wellusten, omdat het chauvinisme hoogtij viert en alles af keurt en voor mindenvaardig verklaart, wat niet behoort tot of afkomstig is van het eigen volk. Een factor van gewicht zijn in deze sa- mcpleving, daar geregeld geneomd worden, beteekent een voortdurend zweven aan den rand van den afgrond des doods. Slechts die landen, die het wagen te spelen met het geluk hunner volkeren, hebben het voor recht zich er op te kunnen beroemen op het eerste plan te staan. Wij, Nederlanders, behoeven er dus niet rouwig over te zijn, dat onze rol een onder geschikte is, dat we nauwelijks worden ge noemd. Toch kan het gebeuren, dat ook een klein land als het onze een oogenblik genoemd wordt. En ziet, zulk een tijdstip beleven wc thans. Nu zou het dwaasheid zijn, te verwach ten, dat een klein land als het onze zich ging gedragen als een groote oorlogsmani ak. De anderen zouden de schouders opha len, wat troepen sturen en de kleine heet hoofd tot de orde roepen. Toch zijn er dingen, waarin een klein land groot kan zijn en het is merkwaardig, dat deze dingen juist die zijn, welke door alle volkeren ook die der onruststokende bewindhebbers het meest worden begeerd. Want hoe hard heeren als Hitier en Musso- lini van de toren mogen blazen, buiten een betrekkelijk kleine kring van heethoofden, verlangen de Duitscliers en Italianen den vrede, zooals dat het geval is met de Engel- schen, de Franschen, de Russen en wie ook. Om te kunnen komen tot een duurzame vrede is het echter noodig, dat de verschil lende volkeren zich opwerken tot wederzijd- sche waardeering en achting, dat ze vrien den worden, die elkaar niet bij iedere gele genheid op de vingers tikken, die wat voor elkander over hebben en niet bij alles uit sluitend en alleen aan zichzelf denken. Hoe de volkeren van Europa met elkan der behooren te leven, daarvan hebben de afgeloopen week twee kleine naties, België en Nederland, het voorbeeld gegeven en wc zouden den wcnsch willen uitspreken, dat dit waarlijk lichtend voorbeeld door de an deren moge worden nageleefd. H.M. de Koningin is in België een ont vangst ten deel gevallen, waaraan alle ge maaktheid vreemd was. Het onbesch rij fel ij- lijk enthousiasme der bevolking kwam on miskenbaar uit het hart en waar in de de mocratische landen de gekroonde hoofden hun volk zoo volkomen vertegenwoordigen, dat ze er terecht dikwijls het symbool van worden genoemd, gold de hartelijkheid der Belgische bevolking het Nederlandsche volk in zijn geheel. En het merkwaardige daar bij is, dat wel nauwelijks iemand uit de juichende massa daarbij aan eigen voordeel zal hebben gedacht. Toen Ghamberlain destijds in Duitschland was, begroette het Duitsche volk hem warm. Het zag in den Engelschen minister-presi dent een vredesapostel en het vreesde een oorlog. H.M. de Koningin kwam niet om mogelijk dreigende gevaren af te wenden, evenmin bracht ze voor België voordcelige handels verdragen of wat dan ook Neen, het geheel vond uitsluitend en al leen zijn grondslag in waardeering, achting, vriendschap. Van het eene volk tot het andere. Zoo we dit meer vonden in ons wereld deel, de moeilijkheden zouden voor Europa spoedig overwonnen zijn. Zoo de volkeren aan den arbeid gingen en zich wat minder bekommerden om rijkdommen, die door roof schijnbaar zoo gemakkelijk kunnen worden verkregen, die in werkelijkheid ech ter zoo ontzettend veel duurder zijn; zoo ze elkaar de hand reikten in plaats van de vuist tegen elkaar te schudden en als vrien den wenschten te leven en hun producten en voortbrengselen ruilden als weleer dan zou alle leed spoedig geleden zijn. Daarom hebben België en Neder land overig Europa een voorbeeld gegeven, dat diende te worden nage volgd. Ze hebben getoond groot te zijn in datgene, waarin kleine lan den groot kunnen zijn en ze hebben een waardevol hoofdstuk geschreven in de geschiedenis van Europa. Waardevol, omdat het den waren vrede ademt, omdat het den weg wijst, die voert naar voorspoed en geluk. Intusschen wordt elders de politiek, die is gericht op het vormen van twee fel tegen over elkaar staande kampen, voortgezet. Na langdurige onderhandelingen is de wat vreemd aandoende combinatie tusschen de deftige Engelschen en de ruige Russen tot stand gekomen, en, natuurlijk, is de spit daarover gebelgd. Daarbij zal het echter wel blijven, want juist door de uitbreiding, die het anti-Duitsche front als gevolg van een en ander heeft gekregen, is het voor de dictatuurstaten al weer moeilijker geworden daden van agressie te plegen. Het had er alle schijn van, dat de moed daartoe den laatsten tijd reeds ontbrak. De gebeurtenis sen in Dantzig vooral zouden, zoo Duitsch land in had willen grijpen, daartoe aanlei ding genoeg hebben gegeven. We weten Hitier heeft dit herhaalde malen betoogd, dat voor hem de brute kracht de eenige factor is, die telt. Deze opvatting was zonder twijfel gebaseerd op de overtuiging, dat zijn bewapening de sterkste en de machtigste was. Staatslieden, die zich laten leiden door een ver doorge voerd chauvinisme, plegen zich uitsluitend te beroepen op datgene, waarin ze zich het stei'kst achten. Zoo het front, dat tegen Duitschland ïs opgericht, inderdaad zoo machtig is gewor den, dat het derde Rijk daartegen niet meer op kan, zal Hitier van tactiek moeten ver anderen. En, al ligt hem dat voorloopig misschien ook slecht, zoo zal hij zich dan moeten gaan baseeren op recht en billijk heid. Wat zeker een betere grondslag is. Het is natuurlijk jammer, dat het de nood zaak zou zijn, die hem daartoe dwingt. Het zou echter kunnen zijn, dat de waardeering voor den tegenstander op den duur volgt. De Fuehrer zal echter moeten beseffen, dat recht en billijkheid iets anders is dan Duitsch recht en Duitsche billijkheid. Van deze kan slechts sprake zijn, zoolang we te doen hadden met Duitsche militaire opper macht. We zullen afwachten of het langzamer hand den goeden kant begint op te gaan. 1 wij leven, hrengen er ons dikwijls toe. Maar met klaagtonen wordt geen wereld van den ondergang gered. Daarvoor is noo dig een nieuwe geest, die levend wordt, die de motor wordt van een beweging tot herschepping. „Uwe zonen en uwe dochters zullen pro feteeren en uwe jongelingen zullen ge zichten zien en uwe ouden zullen droomen droomen". Als dat eens werkelijkheid werd. Dan zouden wij kunnen spreken van heilige Pinkstervreugde. Neen, meer nog: van den dageraad eener schoone toekomst. ASTOR. KENT GE Te gebruiken bij hoest, kinkhoest, pijnlijke keel en bronchitis. F 1.56 per flacon met gebruiksaanwijzing. Verkrijgbaar in Apothoken en Drogisterijen UITSTEKEND PINKSTERPROGRAMMA OP DE WIELERBAAN. De complete N.W.U.ploeg aan den start. Maandag, Tweeden Pinkstrdag, zullen op de Alkmaarsche Wielerbaan zeer interes sante wedstrijden gehouden worden waaraan o.m, de volledige N.W.U.-ploeg zal deel nemen. De N.W.U.-ploeg, waarvan behalve de ex- Alcmariaan Jan Derkscn ook de twee Alc- marianen Jan Pronk en Piet Evers deel uitmaken, heeft nu al wekenlang getraind onder leiding van Guus Schilling en de renners zijn in uitstekenden vorm. Jan Derksen bijvoorbeeld is op 't oogen blik ongenaakbaar en nóch in binnen- nóch in buitenland tot nu toe geklopt. Jan Pronk, ook een uitgesproken sprinter, heeft hoofdzakelijk moeten oefenen in de ploeg achtervolging, doch juist de vorige week werd het hem toegestaan, ook te sprinten. Natuurlijk is hij in dit nummer nog niet op zijn scherpst, maar waarschijnlijk is hij na Derksen wel de sterkste sprinter in ons land. Tenslotte Piet Evers: een uitstekende achtervolger, die in dit soort wedstrijden volkomen op zijn plaats is. We zullen Jan Pronk op de Alkmaar sche baan niet als sprinter zien, omdat het sprintnummer verwerkt zal worden door Derksen, Ooms, Smits en van Gelder. Dat we een zege van an Derksen voorspellen, is natuurlijk heel begrijpelijk. Dan is er de Olympische achtervolging. De N.W.U.-ploeg, bestaande- uit Moeke, Mensen, Pronk en Evers, zal moeten strij den tegen een gelegenheids-team, bestaan de uit Bakker, Groot, Eenhoorn en Lode-' wijks. Een klassement-wedstrijd over 10 K.M., brengt dezelfde N.W.U.-ploeg aan den start met daarnaast Ottenhros, Kusch, Lol* beregt, Kuilhoer, de Vries, Scheffcr, Drost en Peters. Er est dan og een klassementwedstrijd voor de vier sprinters en een tijdrace voor hetzelfde viertal, waarna het programma besloten wordt met een 10 K.M. koppel wed strijd tusschen de koppels Groot—Bakker, Lodewijks—Lobbercgt, Scheffer—Drost, Eenhoorn—Kusch, Kuil boe r—Ottcnhros en Petersde Vries. Men ziet, het is een goed, zeer varieerond programma, dat Pinkstermaandag op onze wielerbaan wordt afgedraaid. Ren pro gramma, dat grooten strijd doet verwachten strijd ook van uitstekende kwaliteit. De verwachting, dat, indien niet werd overgegaan tot productiebeper king, de prijzen dezen zomer zou den dalen, begint zich te verwerkelij ken. De markt was gisteren traag bij een hoogste prijs van f 17.50. De gang voor prima exportgoed was ongeveer f 16.50 a f 17.— Consumptiekaas van goede kwali teit kon niet meer opbrengen dan i 15.50 a f 16.Het verloop van de markt was iets dalend. De aan voer was weer grooter en bedroeg circa 120.000 K.G. DEN HELDER Juni - Juli -Aug. Zondags gesloten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 5