Geestelijk Leven
uitenlandsch
Overzicht
AKKERTJE
Dr. E. Hoekstra's
TERLEP's DROGISTERIJ
Hoestpillen
GRATIS
CADEAU
BERTELS'
Uit Alkmaar
Alkmaarsche Kaasmarkt
Zaterdag 27 Mei 1939
Tweede blad
door ASTOR
Ik weet niet hoe het weer zal zijn, wan
neer dit artikel verschijnt. De Meimand
heeft ons niet verwend. Integendeel. Het
heeft er allen schijn van of de veel gepre
zen lieve Mei dit jaar de bedoeling heeft
gehad om den ouden dichter P. A. de Géne-
stet gelijk te geven, die immers in zijn be
kende „Het haantje van den toren" zong
„hij kan zoo koud, zoo guur, hij kan No
vember zijn." Maar terwijl ik zit te schrij
ven, schijnt tenminste de zon en ik hoop
van harte dat dit gedurende de Pinkster
dagen ook het geval zal wezen.
Het is, als ik mij niet vergis, de eerste
maal dat ik een artikel ga wijden aan het
Pinksterfeest. Ik sta er dus frisch tegen
over en behoef me niet te kwellen met de
gedachte, dat ik in herhaling zal vallen
van wat ik reeds vroeger schreef.
Pinksterféést!
•Wel mag hier de volle nadruk worden
gelegd op het laatste gedeelte van dit
.woord: féést.
Immers daaraan wordt in de eerste plaats
gedacht. Twee dagen achtereen ligt het
werk stil. En plannen worden gemaakt om
er uit te trekken. Wég uit den arbeid, wég
uit het dagelijksche sleurleven. Naar bui
ten, naar bosch en hei, naar de duinen en
de zee. Zich een paar dagen zalig vrij ge
voelen van zorgen en lasten en zich een
blij juichend, een zingend en jubelend men-
schenkind te weten.
Ik heb er altijd plezier in om de uitgaan
de menschen te zien. Ik heb plezier in de
dartele jeugd, die ongedwongen in fleurige
kleedij in drommen op de fiets langs me
heentrekt met zonnige gezichten, met vroo-
•lijken lach, soms in koor een aardig liedje
zingend. Dan is 't me of ik in hen iets te
rugvind van wat de natuur me te aanschou
wen geeft: die onuitroeibare levensdrang,
die uiting van onverwoestbare energie en
kracht welke niet in te toornen is, maar
zich uiten moét. Maar ik heb óók plezier
in de ouderen, die iets in zich schijnen te
voelen ontwaken van dienzelfden levens
drang en. hun stijve deftigheid vergeten
ien het decorum uit 't oog verliezen om
zich jong te voelen temidden van het jonge
groen, om uit den band te springen, om
desnoods dolle dingen te doen. Ik kan
nooit nalaten om, ter plaatse waar ik woon,
gedurende de Pinksterdagen naar een van
de drukke punten te gaan om getuige te
zijn van het bonte kleuren- en klankenspel,
dat de langs mij heen trekkende menigte
maakt.
Daar is in mij" een ondergrond van pessi
misme. Hoe kan 't anders in dezen benar
den tijd? Maar boven dat pessimisme ben
ik dan uit of ik duw het in ieder geval
weg. Want dan wil ik alléén den blijden
mensch zien, den vrijen mesch, die juicht
met de vogelen in de natuur en dankbaar
is voor het simpele feit: te leven, niet an
ders te doen dan te leven.
Als ik dit neerschrijf, wordt 't mij in
eens zoo volkomen verklaarbaar, dat van
de oertijden af het Pinksterfeest gevierd
moest worden. Hoe kon de primitieve
mensch, die nog zoo dicht bij het hart der
natuur leefde en zoo nauwe zich verbonden
wist aan haar, weerstand bieden aan de
neiging om te midden van naar volle herle
ving, mét haar, uiting te geven aan dien
diepen drang om het uit te zingen, uit te
dans want ook de dans behoorden daarbij en
werd beschouwd als een vertolking van re
ligieuze verbondenheid met de krachten, die
in het heelal werkzaam waren. Dat die
krachten werden 'gepersonifieerd kon niet
anders als gevolg van de gebrekkige wereld
beschouwing onzer oervoorouders. Maar
iedereen zal bij eenig nadenken gevoelen,
dat de ondergrond van de feestviering i-
derdaad die religieuze verbondenheid was.
Interessant is liet op te merken, dat wan
neer het Christendom de wereld gaat ver
overen en aan het Pinksterfeest een andere
beteekenis (waarover straks nader) geeft,
de oude gebruiken en tradities blijven door
werken. Een enkel voorbeeld, dat heel ka
rakteristiek is, wil ik daarvan geven.
Natuurlijk kan ik er niet aan denken stil
te staan bij de verschillende manieren,
waarop in den loop der tijden in aller-
Neem dadelijk n
en die migraine trekt weg!
Binnen 'n kwartier voelt ge U als her
boren. Ge hebt Uw dag gered! Wer
ken verrassend snel. Onschadelijk!
Per koker van 13 stuks -12 stuivers.
Per doos van 2 stuks - 2 stuivers.
lei streken de Pinksterfeestviering haar ty
pisch plaatselijk karakter verkreeg. Ik wil
slechts op één typisch voorbeeld wijzen, op
de springprocessie in het stadje Echternach
in Luxemburg. Meer dan tienduizend men
schen doen daaraan gewoonlijk mede. Het
begin is een preek op de brug over de ri
vier, de Sauer. Daara gaat het in optocht
de stad in. Voorop de Roomsche geestelijk
heid, gevolgd door monniken en nonnen.
Achter hen volgen de zoogenaamde sprin
gers in groepen; elke groep voorafgegaan
door een muzieikcorps. Er wordt gespeeld
op de wijze „Adam, die had zeven zonen".
Daarbij voeren de springers een dans uit,
die hierin bestaat, dat ieder eerst vijf schre
den voorwaarts gaat en dan drie schreden
terug springt. Zij doen dit terwijl zij in
dwarsrijen elkaar de hand vasthouden. Om
verwarring te voorkomen en gedrang wor
den de schreden zooveel mogelijk op be
perkte plaats gedaan. Ongeveer om de tien
minuten is een pauze, waarin óf gebeden
worden gemurmeld óf vcrverschingen wor
den gebruikt. Begrijpelijkerwijze gaat de
stoet slechts zeer langzaam vooruit; na on
geveer anderhalf uur zijn de eersten bij de
negen en zestig treden hooge trap, die op
voert naar het standbeeld van Sint Willi-
brod. Dan begint echter pas de groote ver-
tponing voor de toeschouwers. De trap moet
opgedansd worden. Iedere deelnemer moet
eerst vijf treden naar boven springen en
dan weer drie naar beneden. Intusschen is
het in de bij het standbeeld van den hei
lige geplaatste kerkgebouw heelemaal stil.
De geloovigen richten zich naar het altaar
van Sint Willibrod, brengen hun gaven, die
meestal uit geld bestaan, wijden bepaalde
voorwerpen, die zij bij zich hebben (meestal
rozenkranzen) en verlaten dan de kei'k aan
de andere zijde. Daarmede is het plechtige
gedeelte afgeloopen. De menigte gaat uiteen
springers leggen zich neer om uit te
rusten van de vermoeienis. Daarna gaan
zij naar de herbergen om zich op hun ma
nier te amuseeren, want aan de processie
is tevens een soort van Kermis verbonden.
Is dit niet een treffend voorbeeld van
verbinding van oeroude gewoonten, ontleend
aan den natuurdienst, met het christendom,
dat in zijn kerkelijken vorm er altijd naar
gestreefd heeft aan Heidensche gebruiken
een christelijken vorm te geven?
Ook de Joden vierden van oudsher hun
Pinksterfeest en het is alleszins verklaar
baar dat de eerste Christenen gebruik
maalden van de gelegenheid om op dit
feest, waar talloos velen aan deel namen,
te getuigen van wat er in hen omging.
Wanneer wij het Nieuwe Testament
openslaan, kunnen wij in Handelingen II
daarover lezen. Daarin slaat o.a. van de
apostelen, dat zij vervuld waren met den
Heiligen Geest en begonnen te spreken
met andere talen zooals de Geest hun gaf
uit te spreken. De saam/gestroomde me
nigte begrijpt dat niet en er waren onder
de aanwezigen die spottend uitriepen: zij
zijn vol zoeten wijns.
Dan echter neemt Petrus het woord en
zegt dat deze getuigen geenszins dronken
zijn, maar dat vervuld wordt de profetie j
van Joël „En het zal zijn in de laatste
dagen (zegt God), Ik zal uitstorten van
Mijnen Geest op alle vleesch; en uwe zo-1
nen en uwe dochters zullen profeteeren
en uwe jongelingen zullen gezichten zien
en uwe ouden zullen droomen droomen.
En ook op Mijne dienstknechten en op
Mijne dienstmaagden, zal Ik in die dagen
van Mijnen Geest uitstorten en zij zul
len profeteeren".
Ik zal niet verder uit de Handelingen aan
halen. Voor wat ik verder wil zeggen, heb
ik genoeg aan wat ik uit het N.T. over
nam.
Want nu wil ik wij-zen op de andere
zijde, welke het Pinksterfeest voor ons
heeft of tenminste voor ons hebben moet.
Uit volle overtuiging en, naar ik meen,
met goed begrip, heb ik eerst gewezen op
een bepaalde manier van Pinkstervieren.
Ik heb daarin gezien een uiting van le
vensdrang en verbondenheid met de na
tuur. Dat is mooi en goed en mensohelijk.
Maar dé mensch is en mag niet zijn al
leen een „natuurlijk" wezen. Hij is méér.
Hij is ook een „geestelijk" wezen.
Wat dit wil zeggen?
Ontzaglijk veel. Het beteekent, dat hij
uitrijst boven het dier, dat hij wordt tot
een zelfbewust, redelijk wezen, dat zich
laat leiden door zedelijke wetten, dat zich
verantwoordelijk weet tegenover zijn me-
demenschcn.
Hierin ligt juist de adel van den
mensch, maar hierin ligt tegelijkertijd de
geweldige tragiek van zijn leven, immers
hieruit wordt die innerlijke strijd geboren
tusschen de natuurlijke driften en den
drang naar hoogcr. Van dezen strijd wist
Goethe, de schejjper van het prachtige
drama Faust te spreken. Was hij 't niet die
deze woorden uitte „Twee zielen, ach, wo
nen in mijn borst"?
En nu is dit voor die andere zijde van
het Pinksterfeest, dat 't ons Spreekt van
levensdwang in hoogeren zin en wij vinden
dit vertolkt in dat oude Nieuw-Testamenti-
sche verhaal. Het is onbelangrijk of wij
hierin een gerzhiedkundig gebeuren zien
of dat. het voor ons niet. andei's is dan een
legende. Als het een legende is, wordt
daarin toch in ieder geval een waarheid
tot ons gebracht. En daarop komt het
slechts aan.
ORANJE DROOGVOEDERBAK
BIJ BESTELLING VAN 5 x 50 K.G.
BERTELS' KUNSTKORREL
HET VOORDEELIGSTE, VOLLEDIGE
PLUIMVEEVOEDER, NEVENSTAANDE
VOEDERBAK GRATIS
BESTELT BIJ UW VOEDERLEVERANCIER
EN WAAR NIET VERKRIJGBAAR DIRECT AAN
OLIEFABRIEKEN N.V. AMSTERDAM O.
Wees er zuinig opl
Wanneer reeds na korten tijd lezen
of handwerken Uw oogen vermoeid
worden en gaan tranen, dan is dat
een teelten, dat U een bril noodig
heeft of dat Uw glazen vernieuwd
moeten worden.
Ga hiervoor naar 't vertrouwde adres.
Een TERLEP's BRIL is een weldaad
voor Uw oogen!
Moderne brillen met holle glazen In
klap-étui, reeds vanaf f 3.50.
OPTIEK. EN FOTOHANDEL,
Gediplomeerd Opticien.
HOOGZIJDE 103 SCHAGEN.
Ziekenfondsleverancier.
Zooals in het Pinksterfeest als natuur-
feest de levensdrang zich uit, zoo uit zich
in die eerste Pinkstervreugde der oudste
christenen eveneens de drang om te leven,
te leven groot en sterk, te leven naar hei
lige, innerlijke wetten.
Daaraan ontleent het Pinksterfeest zijn
waarde. Ook voor dezen tijd!
Ik ben bijna bang om hierop verder in
te gaan. Moet ik uw Pinksterstemming be
derven door te wijizen op al dat ellendige,
wat deze tijd ons te aanschouwen geeft?
Moet ik de aandacht vestigen op het feit
dat brute macht, leugen, geweld allen
drang naar hooger schijnen te verstikken?
Neen, neen. Nu niet.
Gaat uit! Maakt u een poos los van uw
beslommeringen, van uw zorgen. Vermeit
u in de natuur en weest een blij, gelukkig
mcnschenkinid. Geniet van de ongerepte
schoonheid van liet aan alle zijden uitbar
stende, onvernietigbare leven.
Maar
Vergeet uw roeping als Mensch niet!
„Noblesse oblige" (adel legt ven)lichting
op) plachten zij, die zich in onderscheiding
van het. plebs en de burgerij de edelen
noem/den, te zeggen.
Dit woord geldt echter voor iederen
mensch, voor u en voor mij.
Voelen wij de verplichting, die op ons
rust?
Maken wij ons leven tot een harmo
nisch geheel? Wat zijn wij voor onze me-
demensohen? Hoe staan wij tegenover dat
groote, diep in onszelf als onaantastbaar
erkende, gebod der naastenliefde, der
rechtvaardigheid?
In Handelingen II wordt gesproken van
vervuld zijn met „den Heiligen Geest".
En ik zie een demonischen geest heer-
schcn op aarde, een geest, die de wereld
naar een zwarten afgrond dreigt te voe
ren.
Maar is het dan niet noodig dat wij ons
openstellen voor dien Heiligen Geest? Het
is de geest van broederschap en liefde en
vrede.
Daar is geen mensch ter wereld, waar
in niet iets van dien geest aanwezig is.
Echter ook die geest wil groeien. Geeft
hem de gelegenheid. Weest ook in dat. op
zicht een dapper en blij menschenkind.
Durft te getuigen zooals de apostelen het
déden.
De wereld wacht op de sterken, op de
durvers, die den moed bezitten op te ko
men voor den adeldom van den mensch,
Het is tegenwoordig bijna een dagelijk
sche gewoonte geworden om te klagen, al
tijd maar te klagen over de minderwaar
digheid der menschen, over al het getmee-
ne, dat zich voor onze oogen afspeelt. De
noodlottige omstandigheden. waaronder
BELGISCH—NEDERLANDSCHE VRIEND
SCHAP ALS LICHTEND VOORBEELD
VOOR DE EUROPEESCHE SAMEN
LEVING. HITLER ZAL VAN
TACTIEK MOETEN VER
ANDEREN.
Over het algemeen mag een volk zich ge
lukkig prijzen, wanneer zijn naam in de
internationale politiek weinig wordt ge
noemd. Want het zijn dooreen genomen de
lagere hartstochten in den mensch, die in
de politiek tot ontplooiing komen, er wordt
gespeeld met oorlog, met dood en ellende
van millioenen alleen omdat enkelingen,
bekleed met een waanzinnigen macht, zich
laten leiden door dwaze wellusten, omdat
het chauvinisme hoogtij viert en alles af
keurt en voor mindenvaardig verklaart, wat
niet behoort tot of afkomstig is van het
eigen volk.
Een factor van gewicht zijn in deze sa-
mcpleving, daar geregeld geneomd worden,
beteekent een voortdurend zweven aan den
rand van den afgrond des doods. Slechts
die landen, die het wagen te spelen met het
geluk hunner volkeren, hebben het voor
recht zich er op te kunnen beroemen op het
eerste plan te staan.
Wij, Nederlanders, behoeven er dus niet
rouwig over te zijn, dat onze rol een onder
geschikte is, dat we nauwelijks worden ge
noemd.
Toch kan het gebeuren, dat ook een klein
land als het onze een oogenblik genoemd
wordt. En ziet, zulk een tijdstip beleven wc
thans.
Nu zou het dwaasheid zijn, te verwach
ten, dat een klein land als het onze zich
ging gedragen als een groote oorlogsmani
ak. De anderen zouden de schouders opha
len, wat troepen sturen en de kleine heet
hoofd tot de orde roepen.
Toch zijn er dingen, waarin een klein
land groot kan zijn en het is merkwaardig,
dat deze dingen juist die zijn, welke door
alle volkeren ook die der onruststokende
bewindhebbers het meest worden begeerd.
Want hoe hard heeren als Hitier en Musso-
lini van de toren mogen blazen, buiten een
betrekkelijk kleine kring van heethoofden,
verlangen de Duitscliers en Italianen den
vrede, zooals dat het geval is met de Engel-
schen, de Franschen, de Russen en wie ook.
Om te kunnen komen tot een duurzame
vrede is het echter noodig, dat de verschil
lende volkeren zich opwerken tot wederzijd-
sche waardeering en achting, dat ze vrien
den worden, die elkaar niet bij iedere gele
genheid op de vingers tikken, die wat voor
elkander over hebben en niet bij alles uit
sluitend en alleen aan zichzelf denken.
Hoe de volkeren van Europa met elkan
der behooren te leven, daarvan hebben de
afgeloopen week twee kleine naties, België
en Nederland, het voorbeeld gegeven en wc
zouden den wcnsch willen uitspreken, dat
dit waarlijk lichtend voorbeeld door de an
deren moge worden nageleefd.
H.M. de Koningin is in België een ont
vangst ten deel gevallen, waaraan alle ge
maaktheid vreemd was. Het onbesch rij fel ij-
lijk enthousiasme der bevolking kwam on
miskenbaar uit het hart en waar in de de
mocratische landen de gekroonde hoofden
hun volk zoo volkomen vertegenwoordigen,
dat ze er terecht dikwijls het symbool van
worden genoemd, gold de hartelijkheid der
Belgische bevolking het Nederlandsche volk
in zijn geheel. En het merkwaardige daar
bij is, dat wel nauwelijks iemand uit de
juichende massa daarbij aan eigen voordeel
zal hebben gedacht.
Toen Ghamberlain destijds in Duitschland
was, begroette het Duitsche volk hem warm.
Het zag in den Engelschen minister-presi
dent een vredesapostel en het vreesde een
oorlog.
H.M. de Koningin kwam niet om mogelijk
dreigende gevaren af te wenden, evenmin
bracht ze voor België voordcelige handels
verdragen of wat dan ook
Neen, het geheel vond uitsluitend en al
leen zijn grondslag in waardeering, achting,
vriendschap. Van het eene volk tot het
andere.
Zoo we dit meer vonden in ons wereld
deel, de moeilijkheden zouden voor Europa
spoedig overwonnen zijn. Zoo de volkeren
aan den arbeid gingen en zich wat minder
bekommerden om rijkdommen, die door
roof schijnbaar zoo gemakkelijk kunnen
worden verkregen, die in werkelijkheid ech
ter zoo ontzettend veel duurder zijn; zoo ze
elkaar de hand reikten in plaats van de
vuist tegen elkaar te schudden en als vrien
den wenschten te leven en hun producten en
voortbrengselen ruilden als weleer dan
zou alle leed spoedig geleden zijn.
Daarom hebben België en Neder
land overig Europa een voorbeeld
gegeven, dat diende te worden nage
volgd. Ze hebben getoond groot te
zijn in datgene, waarin kleine lan
den groot kunnen zijn en ze hebben
een waardevol hoofdstuk geschreven
in de geschiedenis van Europa.
Waardevol, omdat het den waren
vrede ademt, omdat het den weg
wijst, die voert naar voorspoed en
geluk.
Intusschen wordt elders de politiek, die
is gericht op het vormen van twee fel tegen
over elkaar staande kampen, voortgezet.
Na langdurige onderhandelingen is de
wat vreemd aandoende combinatie tusschen
de deftige Engelschen en de ruige Russen
tot stand gekomen, en, natuurlijk, is de spit
daarover gebelgd. Daarbij zal het echter
wel blijven, want juist door de uitbreiding,
die het anti-Duitsche front als gevolg van
een en ander heeft gekregen, is het voor de
dictatuurstaten al weer moeilijker geworden
daden van agressie te plegen. Het had er
alle schijn van, dat de moed daartoe den
laatsten tijd reeds ontbrak. De gebeurtenis
sen in Dantzig vooral zouden, zoo Duitsch
land in had willen grijpen, daartoe aanlei
ding genoeg hebben gegeven.
We weten Hitier heeft dit herhaalde
malen betoogd, dat voor hem de brute
kracht de eenige factor is, die telt. Deze
opvatting was zonder twijfel gebaseerd op
de overtuiging, dat zijn bewapening de
sterkste en de machtigste was. Staatslieden,
die zich laten leiden door een ver doorge
voerd chauvinisme, plegen zich uitsluitend
te beroepen op datgene, waarin ze zich het
stei'kst achten.
Zoo het front, dat tegen Duitschland ïs
opgericht, inderdaad zoo machtig is gewor
den, dat het derde Rijk daartegen niet meer
op kan, zal Hitier van tactiek moeten ver
anderen. En, al ligt hem dat voorloopig
misschien ook slecht, zoo zal hij zich dan
moeten gaan baseeren op recht en billijk
heid. Wat zeker een betere grondslag is.
Het is natuurlijk jammer, dat het de nood
zaak zou zijn, die hem daartoe dwingt. Het
zou echter kunnen zijn, dat de waardeering
voor den tegenstander op den duur volgt.
De Fuehrer zal echter moeten beseffen,
dat recht en billijkheid iets anders is dan
Duitsch recht en Duitsche billijkheid. Van
deze kan slechts sprake zijn, zoolang we te
doen hadden met Duitsche militaire opper
macht.
We zullen afwachten of het langzamer
hand den goeden kant begint op te gaan. 1
wij leven, hrengen er ons dikwijls toe.
Maar met klaagtonen wordt geen wereld
van den ondergang gered. Daarvoor is noo
dig een nieuwe geest, die levend wordt,
die de motor wordt van een beweging
tot herschepping.
„Uwe zonen en uwe dochters zullen pro
feteeren en uwe jongelingen zullen ge
zichten zien en uwe ouden zullen droomen
droomen".
Als dat eens werkelijkheid werd. Dan
zouden wij kunnen spreken van heilige
Pinkstervreugde. Neen, meer nog: van den
dageraad eener schoone toekomst.
ASTOR.
KENT GE
Te gebruiken bij hoest, kinkhoest, pijnlijke
keel en bronchitis.
F 1.56 per flacon met gebruiksaanwijzing.
Verkrijgbaar in Apothoken en Drogisterijen
UITSTEKEND PINKSTERPROGRAMMA
OP DE WIELERBAAN.
De complete N.W.U.ploeg aan
den start.
Maandag, Tweeden Pinkstrdag, zullen op
de Alkmaarsche Wielerbaan zeer interes
sante wedstrijden gehouden worden waaraan
o.m, de volledige N.W.U.-ploeg zal deel
nemen.
De N.W.U.-ploeg, waarvan behalve de ex-
Alcmariaan Jan Derkscn ook de twee Alc-
marianen Jan Pronk en Piet Evers deel
uitmaken, heeft nu al wekenlang getraind
onder leiding van Guus Schilling en de
renners zijn in uitstekenden vorm.
Jan Derksen bijvoorbeeld is op 't oogen
blik ongenaakbaar en nóch in binnen- nóch
in buitenland tot nu toe geklopt. Jan
Pronk, ook een uitgesproken sprinter, heeft
hoofdzakelijk moeten oefenen in de ploeg
achtervolging, doch juist de vorige week
werd het hem toegestaan, ook te sprinten.
Natuurlijk is hij in dit nummer nog niet
op zijn scherpst, maar waarschijnlijk is hij
na Derksen wel de sterkste sprinter in ons
land. Tenslotte Piet Evers: een uitstekende
achtervolger, die in dit soort wedstrijden
volkomen op zijn plaats is.
We zullen Jan Pronk op de Alkmaar
sche baan niet als sprinter zien, omdat het
sprintnummer verwerkt zal worden door
Derksen, Ooms, Smits en van Gelder. Dat
we een zege van an Derksen voorspellen,
is natuurlijk heel begrijpelijk.
Dan is er de Olympische achtervolging.
De N.W.U.-ploeg, bestaande- uit Moeke,
Mensen, Pronk en Evers, zal moeten strij
den tegen een gelegenheids-team, bestaan
de uit Bakker, Groot, Eenhoorn en Lode-'
wijks.
Een klassement-wedstrijd over 10 K.M.,
brengt dezelfde N.W.U.-ploeg aan den
start met daarnaast Ottenhros, Kusch, Lol*
beregt, Kuilhoer, de Vries, Scheffcr, Drost
en Peters.
Er est dan og een klassementwedstrijd
voor de vier sprinters en een tijdrace voor
hetzelfde viertal, waarna het programma
besloten wordt met een 10 K.M. koppel wed
strijd tusschen de koppels Groot—Bakker,
Lodewijks—Lobbercgt, Scheffer—Drost,
Eenhoorn—Kusch, Kuil boe r—Ottcnhros en
Petersde Vries.
Men ziet, het is een goed, zeer varieerond
programma, dat Pinkstermaandag op onze
wielerbaan wordt afgedraaid. Ren pro
gramma, dat grooten strijd doet verwachten
strijd ook van uitstekende kwaliteit.
De verwachting, dat, indien niet
werd overgegaan tot productiebeper
king, de prijzen dezen zomer zou
den dalen, begint zich te verwerkelij
ken. De markt was gisteren traag
bij een hoogste prijs van f 17.50.
De gang voor prima exportgoed
was ongeveer f 16.50 a f 17.—
Consumptiekaas van goede kwali
teit kon niet meer opbrengen dan
i 15.50 a f 16.Het verloop van
de markt was iets dalend. De aan
voer was weer grooter en bedroeg
circa 120.000 K.G.
DEN HELDER
Juni - Juli -Aug. Zondags gesloten