Madrid ontwaakt tot I nieuw leven Hoe staat liet met de - „MAISON MODERN". - WINKEL. TEL. 36. FOTO'S ontwikkelen, afdrukken en vergrootingen Binnen 2 dagen thuis bezorgd. OOK VOOR UW K L E E DIN G UW ADRES LENGHAUS EN CO. - WINKEL. - Weinig belangstelling ondanks sterke athleten yC- ■kP *1 Kent U het onprettige gevoel, een costuum aan te hebben, dat U hindert bij de minste beweging, dat U overal voelt? Dat is een costuum zonder pasvorm, en dat is zeker geen Modern Maatwerk-costuum. Met M.M. worden Uw maten genomen, om op vakkundige wijze zóó te worden verwerkt, dat U een goed en chique cos* tuum krijgt. Een costuum, dat U gemakke lijk zit en waarin U zich vrij kunt bewegen. De prijs van Modern Maatwerk is laag; de waarde, die het vertegenwoordigt is hoog. fa. L. de Pee - Tel. 191 St. Pancras IS UW ADRES VOOR Voor prima afwerking wordt ingestaan. LENGHAUS en Co.. Goed passende coupe, prima afwerking, concurreerende prijzen in DAMES, en MANTELSTOFFEN. Steeds iets apart. Worden op verzoek eenmaal verkocht. Aanbevelend, BURGEROORLOG OFFICIEEL GEËINDIGD MAAR GEENSZINS GELIQUIDEERD. VOLLEDIG HERSTEL ZAL NOG JAREN OP ZICH LATEN WACHTEN. MAAR HET LEVEN GAAT WEER ZIJN GEWONEN GANG. (Van onzen correspondent.)' MADRID. Na de grootc overwinningsparades wordt de burgeroorlog officieel als ge ëindigd beschouwd en het is derhalve wellicht interessbit den lezer thans weer eens een kijkje te laten nemen in Madrid, de tijdens den oorlog zoo zwaar geteisterde Spaansch# hoofd stad. In de goede hotels van Madrid, waar men in de eetzalen- nog slechts weinige weken ge leden zijn eigen conserven at en niets, maar dan ook niets anders kreeg dan misschien een glas water, dat men wegens het bestaan de besmettingsgevaar met tegenzin cn slechts uit dorst leegdronk, worden thans 's middags en 'savonds weer uit vijf gangen bestaan de maaltijden opgediend. De oude Spaansche gastronomische cultuur is weer opgeleefd.. En de Madrileen, die langen tijd tevreden moest zijn, wanneer hij zijn dagelijkscli por tie brood van 100 gram en af cn toe wat erw ten kreeg, geeft zich met bijzondere vreugde aan het genot van liet smullen over. Ecnige dagen geleden ontmoette ik tijdens mijn middageten in het hotel een advocaat, die mij bij de overgave van de stad om een stuk brood gevraagd had. Wij spraken over deze verschrikkelijke dagen, die nog zoo kort achter ons liggen. Het is voor de Madrilecn- sche bevolking als een wonder, dat die ver schrikkelijke tijd van den honger cn den strijd thans voorbij is. Het openbare leven neemt van dag lot dag normaler vormen aan. Welhaast alle winkels zijn weer ge opend. De levensmiddelenvoorziening biedt geen bijzondere moeilijkheden meer. En waai de nood nog niet geheel is overwonnen, wer ken de gaarkeukens van de „Auxilio Social" onder hoogen druk. In Madrid behoeft nie mand meer te hongeren. In de levensmiddelen- cn delicatessenzaken hangen weer, zooals in iedere groote Euro- peesche stad de worsten en hammen, lig gen kaviaar en kreeft, verschc asperges en artisjokken. Het is kenmerkend voor de stemming der Madrileensche bevolking, die ondanks de geleden ellende, haar gevoel voor humor niet verloren heeft, dat de hammen, die' overal uitgestald liggen, een bijnaam gekregen hebben. Dat zijn „Franco-erwten", zegt men. Standbeelden worden bevrijd. Men geniet weer met volle teugen van al les, wat zoo lang verboden of niet aan wezig was. Langzamerhand duiken de verschillende monumenten van Madrid weer op uit de bergen narde, die ze tijdens don oorlog tegen vernieling beschermden. Op de groote pleinen deden zij aan grafheuvels denken. De Madrilenen staan bij deze werk zaamheden te kijken en ontdekken do schoonheden van hun stad in zekeren zin opnieuw, Ook het standbeeld van Don Quichote staat, weer vrij, van den laatsten hidalgo, een zinnebeeld van Spaansche rid derlijkheid. Overal wordt gebouwd en gewerkt, hoe wel men er zich voorloopig toe beperken moet, de ergste vernielingen te herstellen. De Toledopoort, waarvan de republikeinen 'n verdedigingswerk hadden gemaakt heeft zijn oude gestalte weer teruggekregen. En daar, waar nog kort geleden loopgraven en zandzakibarricades lagen, strekken zich weer groene grasperken uit. Herstel zal nog jaren duren. Desondanks is Madiid nog steeds een stad der ruines en het herstel zal nog jaren op- eischen. Op de puinhoopen van de Madri leensche cathedraal is een noodaltaar opge richt. Duizenden stonden tusschen het puin, toen hier de bisschop van Madrid de mis opdroeg. De kerken van Madrid zijn over vol. Wat bepaalde republikeinsche leiders, als „opium voor het volk" verboden, is een diepe behoefte van het religieuse Spaansche volk. In alle kerken van de stad vinden thans ontelbare huwelijksinzegeningen plaats van paren, die tijdens den burgeroor log slechts het burgerlijke huwelijk sloten en eerst thans de kerkelijke zegen daarop kunnen verkrijgen. In de straten van Madrid vallen de talrij ke ezelkarren op. Deze waren uit de wereld stad zoo goed als geheel verdwenen, ver drongen door de automobiel. Op hun mas savlucht hebben de republikeinen echter vele automobielen met zich mede genomen en onder deze omstandigheden hebben ve len zich hun oude karretje herinnerd, dat misschien reeds tientallen jaren ongebruikt in een hoek stond. Een langoor is gemakke lijker aan te schaffen dan een auto en al dus wemelen de asfaltstraten van Madrid van deze ouderwetsche voertuigen. De ezels zijn overigens als geschapen voor het Ma drileensche verkeer, wijl zij zich door niets in hun rust laten storen. En dat wil hier heel wat zeggen. Want het verkeer in Ma drid voltrekt zich volgens zeer eigenaardi ge gebruiken. Er zijn wel is waar vele ver keersagenten en verkeersborden. Maar men behoeft hun aanwijzingen niet bepaald op te volgen. Men kan ook, wanneer men haast heeft, de straat bij rood licht krui sen, men kan verder, wanneer het niet an ders gaat, de in het midden van de straat rijdende tram links passeeren, men kan aan de linkerzijde van do straat parkeeren en 's avonds zonder licht rijden, wordt niet be straft. De voetgangers eischen voor zich het recht op, zich als een koppel opgejaag de kippen in het dichtste autoverkeer te storten. En de chauffeur gebruikt a's tegen maatregel de claxon en wel zonder onder breking. De Nederlander, die aan een ge regeld verkeer gewend is. voelt zich hier hulpeloos als een regenworm in een mieren hoop. Meubels zonder eigenaar. De meeste auto's zijn natuurlijk militaire voertuigen maar men ziet opvallend veel meubeltransporten. In groote pakhuizen wor den van 's morgens vroeg tot 's avonds laat meubelstukken opgeborgen. Het zijn meu bels, die in den republikeinschen tijd uit leegstaande woringen werden gehaald en thans weer aan hun rechtmatige eigenaars zullen worden teruggegeven. Gelijktijdig heeft er een ware volksverhuizing plaats. Vluchtelingen, gevangenen, ontvoerden kee- ren terug. Anderen weer moeten de stad ver laten. Want Madrid, dat voor den burger oorlog 900.000 inwoners telde, zwol in de laatste jaren als een luchtballon tot 2 milli- oen inwoners op. Geheelc dorpen vluchtten naar het door de republikeinen versterkte Madrid en maakten zoo de chaotische toe standen in de Spaansche hoofdstad nog inge wikkelder. De huidige volksverhuizing geeft een goed begrip van de moeilijkheden, die de liquidatie van den oorlogstoestand met zich mede brengt. Maar het leven gaat zijn gewonen gang. Het leven van de Madrilenen gaat echter reeds zijn gewonen gang. Men doet zijn za ken, bevolkt de café's en bodega's, zit op de groote promenades der stad en verzuimt in geen geval de avondwandeling door de hoofd straten van de stad, de Calle de Alcala en het Prado. De schoonheid der Madrileensche vrouwen komt weer geheel tot haar recht Men ziet merkwaardig veel blondines in Madrid. Maar men moet daarbij een onder scheid maken tusschen de zeer blonde en de minder blonde dames. De laatsten zijn sterk in de minderheid, hebben daarvoor ech ter de voorkeur der echte blondheid, terwijl de anderen op den duur niet kunnen ontken nen, eigenlijk brunettes tc zijn. Misschien is deze blonde mode een tijds verschijnsel. Met alles wat Duitsch is, wordt hier op 't oogemblik sterk gedweept. En de Duitsche soldaten, die aan de groote over winningsparade hebben deelgenomen, wor den door de bladen de „blonde mannen van Germanië" genoemd. I Amerika buiten beschouwing gelaten, vormen wij het beste sprintersland ter wereld. (Van onzen sport-medewerker). Wanneer wij onze klokken verzet en de zomer officieel binnengehaald hebben, tre den de Nederlandsche athleten op de sin- leibancn en grasvelden aan en wordt het athletiekseizoen met tal van wedstrijden en tournooien ingezet. Dat beteekent niet dat de athletiek-beoefenaars een langdurige periode van rust en zalig nietsdoen achter den rug hebben, want het is nu eenmaal zoo dat de athletiek als allround lichaams- sport een voortdurende training behoeft, vooral voor hen die in wedstrijden plegen uit te komen. Ook in den winter dus. Dat is de tijd van de zgn. „indoor-training", die voor de soepelheid der spieren, de training van het uithoudingsvermogen en in het al gemeen voor het noodzakelijke lichaams- onderhoud noodig is. Natuurlijk heeft het athletiekseizoen van dit jaar nog een bij zonder tintje, omdat het voorafgaat aan het jaar van de Olympische Spelen in Hel- sinski. Dat wil dus zeggen, dat iedere wed strijd in dit seizoen min of meer een voor bereiding. een repetitie is voor het Olympi sche Tournooi, al is het per slot maar een klein contingent uitblinkers dat uitverkoren IN DE JUNIZON. zal worden straks in Finland de kleuren van ons land te verdedigen. Een handjevol toeschouwers bij de wedstrijden. Ofschoon de athletiek tot de oud ste en tot de eerste en belangrijk ste sporten van het Olympisch pro gramma behoort, komt dat, voor zoo ver het Nederland betreft, helaas allerminst tot uitdrukking in de belangstelling die er zoowel van overheidszijde als van den kant van het publiek voor deze tak van sport bestaat. Een eenvoudige vergelijking met het buitenland maakt dat heel duidelijk. Toen er bijvoorbeled onlangs in Zweden een athletiek-tournooi tegen Duitschland werd gehouden verdeeld over twee dagen Zaterdag en Zondag werden die wedstrijden in totaal door 180.000 menschen bijgewoond, dat is dus een aantal henoodigd om het Olympisch stadion in de hoofdstad drie maal geheel te vullen! Bij de bekende A.A.A-kampioenschappen in Engeland vul len per dag 60.000 toeschouwers de tribune. Wanneer men die cijfers vergelijkt met die van het bezoek ten onzent, dan is het ge brek aan belangstelling voor de athletiek in Nederland op zijn minst* genomen be schamend. Belangrijke wedstrijden, waarbij niet zelden Nederlandsche en soms buiten- Iandsche records verbeterd worden, zien wij doorgaans bijgewoond door een handjevol menschen, meest jongelui die zelf aan athle tiek of aan een andere sport doen en van belangstelling van de zijde der overheid is heelemaal geen sprake. Toen het Olym pisch stadion in Stockholm 25 jaar bestond in 1937 zocht men naar een passend jubileum-sportprogramma. De keuze viel op een athletiekwedstrijd, een sport die daarvoor ten onzent zeker niet zou zijn uit gekozen! En tenslotte, om dichter bij huis te blijven: aan een cross-country in BrusseJ nemen gemiddeld 1500 athleten deel. Dat is juist zooveel als er in gansch Nederland aau athleten te vinden is Geen sensatie en dus Wanneer wij ons bij dit alles afvragen, wat toch wel de oorzaak van dit schrijnend gebrek aan be langstelling in ons land mag zijn, dan dient in de eerste plaats erkend, dat aan de athletiek elke vorm van sensatie ten eenenmale vreemd is. Helaas mag de dikwijls verbluffende be langstelling voor sommige sporten geenszins als wezenlijke sportbelangstclling worden aangemerkt, maar veeleer als sensatiezucht. Een goed bewijs daarvan levert de jonge ijs- hocky-sport die enorm „trekt", voornamelijk omdat het bij deze wedstrijden meestal hard en dikwijls sensationeel toegaat. Wanneer de Nederlandsche Athletiek-Unie het eens zou ondernemen een onzer beste sprinters tegen een paard te laten loopen (zooals men het in Amerika Jesse Owens liet doen), dan zou er geen plaats op de tribunes onbezet blijven. Maar voor de ware, zuivere sport- zelve is de'belangstelling uitermate gering. Wij missen een sport-cultuur. Nog dezer dagen wees de voorzitter van de Koninklijke Nederlandsche Athletiek Unie, de heer A. J. G. Strengholt er in een interview met een redacteur van het I-Iolland- sche Weekblad op: „Wij zijn in wezen een a-sportief volk. wat iets anders is dan een onsportief volk. Wat wij in Nederland mis sen is een sport-cultuur. Zoo moeten wij het publiek tijdens 'n athletiekwedstrijd nog bij voortduring door del uidsprekers waarschu wen dat absolute stilte bij de start noodza kelijk is voor de concentratie van de toopers. Zoo iets bestaat in het buitenland eenvoudig niet. Zijn, daar de voorbereidingen tot de start gemaakt, dan valt er vanzelf een dood- sche stilte over het veld en van eenig ver zoek is geen sprake. Men is in de sport op- gevoed, men houdt van do sport om de sport zelve". Toch zeer sterke athleten, Intusschen wettigt de gang van za ken nochtans tevredenheid omtrent de toeneming van de atliletiek-be- oefening in ons land, waarbij niet mag worden vergeten dat wij met een handjevol athleten voor de moei lijke taak staan te moeten concur- reeren tegen landen die er duizenden tellen. Ook in dit opzicht is Zweden een merk waardig voorbeeld: een land met 5 millioen inwoners, dus minder dan Nederland, maar met meer athletiek-verecnigingen dan er athleten in ons land zijn! Tegenover deze voor ons land min of meer teleurstellende feiten staat de niet te loochenen waarheid, dat Nederland met zijn kleine contingent wedstrijdathleten, zeer sterk mag worden genoemd, ook van internationaal standpunt bezien. Laten wij Amerika, waar de athle tiek, vooral als universiteUssport zulk een aparte en bevoorrechte plaats inneemt, hui ten beschouwing, dan vormen wij het sterk ste sprintersland ter wereld. Bovendien neemt ons land ook op de andere nummers een begeerciiswaardige plaats in. Wij bezitten niét alleen een kogel- stooter hoven de 15 en een speerwer per hoven de 60 meter, maar hoven- dien een internationale 400-meter- man, een uitstekende vertegenwoor diger op de 800 meter cn een horden- looper van klasse, alsmede, bij de dames, 2 hordenloopsters, een hoog springsier die Europeesch kampi oene is en een sprintster met een we reldrecord op haar naam. Dit alles terwijl wij den financieelen rug gesteun van groote recettcn geheel missen, (er worden nu eenmaal in Nederland geen groote recettes bij atletiekwedstrijden ge boekt), terwijl wij niet, als andere landen, dcbeschiklting hebben over goede en be taalde coaches. Ten slofte komt daar nog bij dat er ten onzent van medewerking van de overheid, noch van de rijks- noch van de provinciale- of de gemeentelijke overheid, sprake is en dat wij dikwijls met de primi tiefste middelen werken moeten. Ieder dorp zijn sintelfaaan. Zoo bestaat er in Nederland eert beslist verbluffend cn schrijnend tekort aan sintel- banen. Steden als Haarlem en Dordrecht be zitten er geen. En dan te bedenken dat het minste dorp in Zweden de beschikking over een sintelbaan heeft! Dit alles vloeit natuur lijk voort uit het feit dat de lichamelijke op voeding nog immer het kind van de rekening is en dat er vooralsnog geen kijk op is dat de bevordering van die lichamelijke opvoeding door de regecring krachtig ter hand wordt genomen. Alles bijeen genomen heeft do athletieik- sport (vooral wat do beoefening betreft), wel iswaar geen reden tot klagen, maar evenmin tot juichen. En wat de prestaties betreft, be staat. er zeker reden tot tevredenheid en zijn goede verwachtingen, ook voor de aanstaan de Olympische Spelen, ten volle gewettigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 14