Een reisje in 1754
De laatste reize van
Generaal Snijders
Wij lazen «oor II
MAARTEN SMIT
KOEGRAS
•Abonnementen
De mDord te Bruin
opnieuw berecht
Derde blad
Hulde van de marine
Een groote partij RIJWIELEN,
BANDEN en ONDERDEELEN
n
Fa.NEELS
ADVERTEERT
IN DIT BLAD
Boekhandel Trapman N.V.
Donderdag 1 Juni 1939
DEPUTATIES VAN LEGER EN
VLOOT BIJ DE GROEVE VAN
DEN OUD-OPPERBEVELHEBBER
Dr. Colijn
„Hij heeft zijn vaderland goed gediend"
Generaal Snijders.
ort
Het stoffelijk overschot van ge
neraal C. J. Snijders, oud-opperbe
velhebber van land- en zeemacht,
- gTOotibcschermcr van de Nederland-
sohe luchtvaart, van onze luchtver-
jbinjding met de overzeesche gewes
ten en van talrijke nationale instel
lingen met allerlei doel, is gisteren
ter ruste gelegd o,p de begraafplaats
Oud Eikenduinen, Het was gisteren
op twee maanden na juist 25 jaren
geleden, dat in Nederland de mo
bilisatie werd afgekondigd, tijdens
welke generaal Snijders, die na een
hoogst eervolle loophaan reeds was
gepensionneerd, op verzoek van
Hare Majesteit de Konihgin het op-
peihevel over de gemobiliseerde
troepen van land- en zeemacht op
izich nam, een taak, welke hij tot
het einde toe met. voorbeeldig be
leid heeft vervuld.
Als vertegenwoordiger van H, M. de Ko-
Bingin waren heden aanwezig vice-admi
raal F. Bauduin, adjudant generaal, chef
\an liet militaire huis van Hare Majesteit,
en H. Ms. adjudant majoor H. J. Phaff.
De minister-president, dr. H. Colijn, was
in den rouwstoet medegekomen, om op de
begraafplaats de gevoelens der regeering
te vertolken.
Onder de vele aanwezigen op de begraaf
plaats bevonden zich o.a. de ministers J.
A. N. Patijn, minister van buitenlandsche
zaken, dr. J. J. C. van Dijk, minister van
defensie, mr. C. M. J. F. Goseling, minister
van justitie, Ch. J. I. M. Weiter, minister
Van koloniën, mr. dr. ir. J. A. M. van Buu-
Ten, minister van waterstaat, prof. dr. J. R.
Slotenmaker de Bruine, minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen.
Voorts de voorzitters van de Eerste en
Tweede Kamer der Staten-Generaal, mr. W.
X. tjaron de Vos van Steeniwijik en mr. J.
TRih. van Schaik, de voorzitter van de alge
meene rekenkamer, de heer R. Zuyder-
hoff, staatsraad vice-admiraal J. J. Ram-
bonnet, vice-admiraal A. Vos, oudste actief
vlagofficier, vice-admiraal J. T. Furstner,
chef van den marinestaf, luitenant-generaal
J, J. G. baron van Voorst tot Voorst, com
mandant van hqt, veldleger, gouverneur
"van de residentie, vertegenwoordigers van
<le -generale staf, een
deputatie van de Zeemacht,
bestaande uit1 de commandant der marine
Bchout-bij-nacht H. Jolles, chef van den staf
zeemacht, kapitein ter zee J. G. van den
Berg en luitenant-ter-zee le klasse B. J.
Velderman, adjudant van den Commandant
der Marine, lcapitein-ter-zee H. J. Van der
Stad, commandant van de maritieme mid
delen te Vlissinigen, en tal van andere au
toriteiten.
Door de- familie uitgenoodigd, sprak de
ïninistcr van Staat, Dr. H. Colijn, aan de
groeve. Uitvoerig schetste spr. de groote
Verdiensten van den overledene voor land
en volk gedurende de moeilijke jaren van
<1914 tot 1918, na eerst te hebben uitgewijid
Over zijn reeds zoo eervolle loopbaan welke
'daaraan voorafging.
Het waren de schokkende gebeurtenis
sen, aldus dr. Colijn, van de Augustus
maand 1914 die generaal Snijders uit, de af
geslotenheid van de bureau'x van den gene-
ralen staf ineens in het volle licht van de
algemeene volksaandacht plaatsten. Het is
hier niet de plaats een breede schets te
geven van de werkzaamheden en van de
■verantwoordelijkheid van den opperbevel
hebber van land- en zeemacht gedurende
de jaren 191-4 t.m. 1918.
Wel was de mobilisatie vlot ver-
loopen, en wel schiep de kort te vo
ren tot stand gekomen nieuwe le-
gerorganisatie de gelegenheid om
dadelijk met de concentratie der op
gekomen troepen een aanvang te
maken, maar aan het apparaat, dat,
izoo noodig, onze neutraliteit met
kracht van wapenen zou moeten
handhaven, ontbrak nog veel. De
materieele uitrusting van liet leger
was nog larig niet op de hoogte
van den tijd en de geoefendheid
van de onder de wapenen geroepen
oudere lichtingen was niet op het
i peil, daf voor den modernen oorlog
werd geëisclit.
aDe vraag komt op, hoe het mogelijk is,
dat. één man gedurende vier lange jaren,
onder zulke verhoudingen, dien last heeft
kunnen torsen.
Slechts onbegrensde toewijding aan Vor
stin en Vaderland vormde de motorische
kracht voor de vervulling van een taak,
"waarvan men de zwaarte slechts benaderen
kan!
De groote schaduw.
En 'dan zegt Dr. Colijn met nadruk:
.Over het einde van deze vierjarige peri
ode valt een schaduw, waaraan we hie*
en va n d a a g niet mgoen voorbijgaan.
4 Buigend voor onredelijke critiek
hebben de toenmalige bewindslieden
den opperbevelhebber tot heengaan
genoopt. En wel werd voor die daad
een jaar later verzoening gedaan
door de verleening van het groot
kruis van den Nederlandschen
Leeuw, maar dat heengaan zelf en
nog meer de wijze waarop dat
heengaan plaatsgreep, doet nu nog
zeer. Het was allerminst in over
eenstemming met de ongemeen
groote verdiensten, die generaal
Snijders aan volk en vaderland be
wezen had.
Doch hier toonde de soldaat zijn groot
heid: geen intriges, geen politiek, doch
waardige berusting, gcloovend, dat de lijd
recht zal doen. En inmiddels zich aangoj>
dend om het leven niet als afgesloten te
beschouwen, doch het ook verder met al
zijn gaven en krachten te stellen in dienst
van het nationaal belang!
Ook het laatste gedeelte van het leven
van generaal Snijders, het zich wijden aan
de aviatiek, besprak de minister uitvoerig.
Zijn krachtig initiatief bij de voorberei
ding van den eersten vliegtutocht van Neder
land naar Indië is de oorsprong geweest
van onze wonderbare luchtverbinding met
Nederland overzee. Ondanks zijn hoogen
leeftijd nog in zijn 76e levensjaar
reisde hij in het belang der luchtvaart naar
Java en nog maar enkele maanden geleden
toen reeds 86 levensjaren volbracht waren,
bood hij zich aan andermaal die reis te on
dernemen!
Zoo is er dan, besloot dr. Colijn, wanneer
men dit leven beziet, alle reden om met
nadruk te getuigen: II a bien mérité de sa
patrie (hij heeft zijn vaderland goed ge
diend).
Waar het gold bevordering van het natio
naal gevoel, waar het betrof verhooging
van 's lands weermacht, waar 't aankwam
op een ruime visie in toekomstmogelijk
heden, daar kon men overal generaal Snij
ders vinden in het voorste gelid van be
langstellenden en meestal onder de duwers
en stuwers!
De marine betuigt haar hulde.
Nadat dr. Colijn was uitgesproken,
legde de oud-minister van Marine,
gep. vice-adiniraal Naudin ten Cate
anet een kort woord van eerbiedige
hulde aan de nagedachtenis van
generaal Snijders een groote krans
met rood-Wit-blauw namens de Ko
ninklijke Nederlandsche Mandie bij
de baar neer. Op het lint van deze
krans stond: van de Koninklijke
Nederlandsche Marine aan generaal
Snijders, die van 19141918 den
lande als opperbevelhebber heeft ge
diend. r"'"
Er waren nog zeer veel andere kransen,
o.a. van de Kon. Ned. Ver. „Onze Vloot",
waarvan wij nog opmerkten den voorzitter,
den heer N. van Zalinge en den secretaris,
jhr. van der Wijok en van „Nationaal Her
stel".
Een laatste groet der oud-makkers.
Van de zijde van de'Kon. Vereeniging van
officieren, Ridders der Militaire Willemsor
de, had een eenvoudig ceremonieel plaats.
In dit verband verdient vermelding, dat
generaal Snijders het onderscheidingstee-
ken van ridder 4e klasse der Militaire
Willemsorde verkregen heeft, omdat hij zich
als tweede- luitenant der Genie, gedeta
cheerd bij het Kon. Ned.-Indische leger bij
twee gelegenheden op Atjeh zeer bijzonder
onderscheiden heeft bij de oprichting van
versterkingen, welke hij met moed en be
leid heeft volbracht, niettegenstaande ver
scheidene zijner makkers sneuvelden of
gewond werden.
De genoemde vereeniging was overeen
komstig haar wet vertegenwoordigd door
twee harer leden.
In de aula plaatsten de beide leden der
vereeniging zich aan weerszijden van de
kist, die gedekt was door de nationale vlag
met de onderscheidingsteekenen op fluwee-
len kussens, met het front naar de naast-
bestaanden. Bij het uitdragen van de baar,
waarbij de militaire kapel treurmuziek
deed weerklinken, stelden zij zich op voor
de kist, de onderscheidingen op de kussens
dragende, en begaven zich op deze wijze
naar het graf, Daar stelden zij zich aan 't
hoof deinde op en legden de onderschei
dingsteekenen naast, de kist.
Alvorens de kist daalde, legden zij een
orchidee op de kist onder liet uitspreken
der woorden: ,.Eon laatste groet der oude
makkers", terwijl zij hun standplaats aan
het hoofdeinde bleven innemen tot de plech
tigheid beëindigd was.
Daarna werd de kist in de met. sparren
groen bekleede groeve plechtig neergelaten,
terwijl stemmig het Wilhelmus weerklonk.
STUDIECOMMISSIE PLATTELAND.
In verband met de instelling van een stu
diecommissie voor het platteland door het
bestuur der R.K. Staatspartij schrijft de
„Gelderlander":
De economische crisis heeft toestanden
doen ontstaan, died ringend om verbetering
roepen. En dat niet enikel op stoffelijk ge
bied, maar ook in godsdienstig en moreel
en in algemeen cultureel opzicht. Oude,
kerngezonde tradities ten plattelande drei
gen teloor te gaan en daarmee opbouwende
krach tien, die voor onze volksgemeenschap
van zeer groote beteekenis, ja onmisbaar
zijn.
De wederopbouw van het platteland is
dan ook een probleem van do eerste orde...
Dat met nadruk in de algemeene richt
lijnen voor die commissie ook wordt ge
vraagd naar eischen, die op grond van de
algemeene inzichten over de economische
bestaanbaarheid van de landbouwbedrijven
in den ruimstcn zin aan de z.g. crisis-maat
regelen der Overheid worden gesteld, stemt
tot voldoening en wel heel in het bijzonder
dat de' vraag onder oogen zal worden ge
zien, wleke veranderingen deze maatregelen
op korten termijn hebben te ondergaan.
We hopen intusschen, dat de opdracht
ook aanleiding geeft tot een grondig na
gaan van de nadeelige invloeden, die de
wijze van werkverschaffing en de toestan
den daarbij in meer dan één opzicht heeft
veroorzaakt.
Hier ligt een veld van onderzoek, dat in
bijzondere mate de aandacht verdient. We
hopen op een en ander binnenkort nog na
der terug te komen.
GEEN STAATSGODSDIENST IN NEDER
LAND.
De Limburger Koerier bevat een beschrij
ving van het leven bij de grenstroepen. In
het vervolg in het nummer van 26 Mei tref
fen wij de volgende zinsnede aan:
„In deze praoht-cantine is intusschen, be
halve aan het plezier, ook weer aan iets
anders gedacht. Dat hoort erbij, vinden de
soldaten. Tegen den achterwand, in een
kleurigen stralenkrans, staat het Maria
beeld, vanwege de Meimaand met bloemen
versierd.
„H. Maria, moeder der soldaten, bid voor
ons", staat er in keurige letters rondom
geschilderd..."
Het lijkt ons niet juist, zegt het Nat. Dag
blad, dat op deze wijze een militair lokaal
een bepaald godsdienstig stempel krijgt. Er
zijn in de weermacht ook niet-katholieken,
voor wie zulk een ontspanningslokaal even
zeer bestemd is. Wij kennen in Nederland
geen staatsgodsdienst en niemand begeert
invoering van een staatsgodsdienst; laat
men dan ook van zekere zijde niet trachten
openbare militaire lokaliteiten' een karak
ter te geven, alsof er in Nederland een
staatsgodsdienst bestond. Het hier opge
merkte geldt ook voor het plaatsen van
kruisbeelden in openbare gebouwen als
raadhuizen e.d.
VAN FRIESLAND BEGINT DE VOETBAL
VICTORIE.
De Oproerige Krabbelaar van Het Volk
gééft de Friezen een pluim op hun hoed,
en schrijft dan:
Vanwaar deze ontboezeming? Vleierij?
Met welk oogmerk? En welk middel ware
ondoelmatiger in dit geval?
Neen, dat ik zoo goed te spreken ben over
deze bakermat der vrijheid, zit hem in den
kantonrechter te Leeuwarden (zijn naam
eindigt op „stra"), die de oi'ganisators van
den voetbalwedstrijd te Zwaagwesteinde van
rechtsvervolging heeft ontslagen, al werd
die dan op Zondag gehouden.
Zeker, zegt de magistraat in zijn beslis
sing, het was op Zondag, maar niet in de
uren, bestemd voor openbare godsdienst
oefening, en een voetbalmatch is geen ver
makelijkheid.
Men komt daar uit belangstelling voor
de zuivere sportieve prestaties der spe
lenden. Het maken van reclame en het hef
fen van een toegangsgeld om an zijn on
kosten te komen, verandert daaraan niets.
Het element van het vermaak blijft volko
men op den achtergrond. De belangstelling
in de sport staat bij spelers en toeschouwers
voorop.
Wij verheugen ons van harte over deze
houding, niet uit persoonlijke voorkeur
voor dit of ecnig spel, maar uit innige af
keer van het weinig sportieve spel, dat men
ineens met die oude Zondagswet is gaan be
drijven. Een spel vol doorzichtige onzui
verheden, dat nergens méér is misplaatst
dan in de zaal, waar de beoefening der ge
rechtigheid voorop staat.
En het zou nog zonde zijn, als de Frie
zen geen vrijheidslied hadden om het bij
deze gepaste gelegenheid aan te heffen.
De stalhouder wilde meneer wel
„met de koets dienen".
Wanneer burgei's en boeren in het mid
den der achttiende eeuw op reis gingen,
hadden zij de keus tusschen de schuit en
den postwagen. Maar voor de „groote lui'
ging de schuit wat langzaam en zal de post
wagen wel wat veel geschommeld of gestoo-
ten hebben. Wie nu geen eigen reisrijtuig,
of althans een rijtuig dat daartoe gebruikt
kon worden, in zijn stad had, vervoegde zich
bij een stalhouder, die Mijnheer dan wel
tegen een billijke vergoeding „met de koets
wilde dienen".
Nu gebeurde het, dat de Heeren Lups en
Hoovy, voorname Oostzeehandelaren in Am
sterdam. de laatste met zijn vrouw, in het
jaar 1754 een reis naar Den Haag moesten
ondernemen. Den 27sten Februari liéten zij
de koets van den stalhouder Jan Schijff
voorkomen, die ze voor vijf dagen voor de
som van f 43huurden. Of die koets reeds
vroeg voorkwam, is niet békend. Maar zoo
niet. dan heeft de knecht van den stalhouder
die meeging, ongetwijfeld goed doorgereden
en de f2 fooi, welke bij bij thuiskomst ont
ving, wel verdiend! Want denzelfden dag
nog hielden zij voor de Oude Doelen, of voor
een ander logement in de Hofstad, waar ze
kere Benoist kastelein was, stil. Benoist
begon met te vertellen, dat hij den koffer
reeds ontvangen bad van het veer, en dat
hij voor vracht 14 stuivers had betaald
Lups en Hoovy hadden nl. voor alle zeker
heid met de schuit ieder hun knecht voor
uitgezonden. Deze heeren hadden hun tijd
gekort o.m. met het nuttigen van een „twee
de'ontbijt". dat per hoofd op 5 stuivers
berekend werd.
Een wijntje hoort er bij.
De reisgenooten liepen dien dag hun mid
dagmaal onderweg mis. Dus bestelden zij
een behoorlijk souper. De waard dischte dit
zoo keurig op. dat het ieder der aanzitten-
ücn op een rijksdaalder kwam te staan. Bij
een goed souper hoort echter een goed
wijntje. Het drietal gebruikte een flesch
Pontac voor fl.30 en een flesch Bourgogne
voor f2.Ook de bedienden vergaten zij
niet. De knechts, bij wie de koetsier zich had
aangesloten, verteerden met hun drieën aan
eetwaren een daalder en de heeren tracteer-
den hen bovendien op een fleschje pontac.
De overige dagen was dit dienstpersoneel
te samen voor f 4.20 in den kost. Hun nacht
verblijf schijnt onder den prijs, dien de Hee
ren betaalden, begrepen te zijn geweest, of
wellicht kropen zij met den koetsier in het
hooi, want op de rekening trok Sinjeur Be
noist geen post uit.
Zooveel te duurder echter berekende hij
de „voorname reizigers". Alleen aan logies
betaalden zij f 15.—, waarvoor zij slechts
twee kamers gehad hadden, waarvan het
verwarmen nog f 5 extra kostte.
Mevrouw mocht een groot.cn koffer hebben
meegenomen om de toiletten in te bergen,
waarin ze visites ging rijden, of waarin zij
des avonds op bezoek ging bij den heer
Galofkie het halen en brengen bereken
de de Haagsche stalhouder Arie Rongee
baar voor f 1.10. Zij scheen geen plaats te
hebben durven inruimen aan het toiletwa
ter, want zij was genoodzaakt de twee
flesschen Eau-de-BristoI, elk van 8 stuivers,
welke zij in de vier dagen van het verblijf
in Den Haag noodig bad, bij den waard te
betalen.
ruilden wij in bij den verkoop van nieuwe Ford automobielen
en noteeren hiervoor de volgende ENORME LAGE PRIJZEN
Nieuwe eerste klas rywielen
van
40.voor
27.50
45—
32.50
50—
37.50
Nieuwe race rijwielen
60—
37.50
Kinderrijwielen
n
25—
17
Rijwielbuitenbanden
n
2.25
1.50
1-50
0.85
- n
1.25
0.60
Binnenbanden
0.55
0.35
Rubberpedalen
n
1—
0.55
Kettingen
0.90
0.45
0.65
0.35
Spiegelbellen
1.25
0.55
Gewone bellen
0.30
0.11
Electrische rijwiellampen
6.50
3.75
5.50
2.90
Zadels
ff 3.50
1.30
Zware voetpompen
n
2—
0.65
Zware voetpompslangen
0.25
0.11
Complete wielen
3.50
1.15
En nog veel meer artikelen bij:
-
TEL. 2
WAARIN
1/ ook adverteert, wélk
ander reclame-middel U
ook gebruikt, U kunt er
slechts menschen mee
bereiken, die vandaag de
courant hebben geleien
en ie morgen eveoaecr
zullen leien. Vandaar,
dat couranten reclame on-
weewprekekjk de beate is
van iedere goede
redame-eempngne
„BEVA"
WITGOEDEREN
de BESTE met bovendien
gratis verzekeringspolis.
Zijn verkrijgbaar bij den
Hoofdvertegenwoordiger
Den Helder
Wij maken U attent dat de
„Beva"-Werkmansgoederen
bg NEELS ook nog 20
goedkooper zijn dan bij
ieder ander.
op alle mogelijke binnen- en
buitenlandsche Tijdschriften
en Kranten worden gaarne
t door ons aangenomen
Overigens leefden de reizigers niet over«
dadig. Dat zij ieder voor 8 stuivers ont
beten tegenwoordig doet men 't er niet
voor!
Doch met dit al beliep de rekening, die
de kastelein bun aanbood, toen zij den 3en
Maart wegreden f78.80. Of het mee
viel of niet, is een onbekende zaak: er werd
f 1.45 fooi gegeven.
En dat zij behouden weer thuis kwamen,
bewijst de kwitantie, die de stalhouder bij
de betaling gaf.
WEER TWINTIG JAAR GEVAN
GENISSTRAF GEEISCHT. GRU
WELIJKE BIJZONDERHEDEN.
Lugubere proeven met een lijk
Opnieuw werd, thans door het Ge
rechtshof te 's Hertogenbosch, een
eisch van twintig jaar gevangenis
straf gehoord tegen den schilder W.
van E. te Brunsum, verdacht teza
men met de vrouw van den W., Ma
ria Johanna Schuurmans, echtge-
noote van Henrich Maassen, door
bijlslagen te hebben verwond en la
ter gewurgd.
Bij de behandeling voor de recht
bank vermeldden wij reeds uitvoerig
dat een liefdesdrama aan deze gru
welijke daad ten grondslag heeft
gelegen, terwijl ook roofzucht er
niet vreemd aan was.
Voorts hadden beiden zich te verantwoor
den als verdacht van het feit, dat zij na den
moord het lijk van de vrouw in een zak
hebben gestopt, het daarna hebben gesleept
naar den tuin van verdachte M. I-I. Dr.,
waar het, nadat een kuil gegraven was, is
opgeborgen. De kuil werd met appel en
aardappelschillen dichtgegooid en vervol
gens met rijshout afgedekt. Een en ander
hebben zij gedaan teneinde den dood der
vrouw verborgen te houden.
Een bekentenis.
Verd. gaf toe, dat hij de vrouw met bijl
slagen van het leven had beroofd. „Ik heb
echter in drift gehandeld en heb nooit de
bedoeling gehad de vrouw met voorbedach
ten rade te vermoorden. Zij bad mij dien
dag beleedigd en in het gezicht gespuwd.
Ik heb mij toen kwaad gemaakt, een bijl
genomen en er maar op los geslagen."
Aan de vrouwelijke verdachte M. H. D.,
vroeg de president of zij het lijk van de
vermoorde vrouw in een zak heeft vervoerd
en in een kuil heeft gelegd. Hierop ant
woordde de vrouw dat zij wel een zak .ver
borgen heeft gehouden, zij heeft echter niet
geweten, dat er in dien zak een vrouwen-
lijk zat. Zij heeft, altijd gedacht dat liet
smokkelwaar was.
Gruwelijke bijzonderheden
Hierna werd een begin gemaakt met het
hooren der diverse get.uigen. Als eerste ge
tuige werd gehoord de hoofdagent van po
litie, H. Konnis te Brunssum. Deze ver
klaarde dat hij in den kuil, gelegen in den
tuin van de vrouwelijke verdachte M. H. D.
een zak had gevonden. In den zak lag een
vrouwenlijk met het hoofd naar beneden,
de voeten staken er buiten uit. Het lijk was
met bloed bevlekt en om den hals zat een
touw met een schuifstrik. Vrij spoedig is
getuige overgegaan tot de arrestatie van een
schilder W, van E., die bij zijn verhoor be
kende de vrouw opzettelijk en met voorbe
dachten rade met-bijlslagen te hebben ver
moord.
De hoofdagent gaf als zijn meening
te kennen dat de zak, waarin het lijk
van de vrouw gezeten heeft, niet
dichtgebonden kan zijn geweest. Het
lijk was daarvoor te groot en de zak
te klein. Hieruit volgt z.i. dat de
vrouwelijke verdachte geweten moet
hebben wat zij in den zak heeft ver
voerd.
Levend in den zak gestopt.
Als get. deskundige werd hierna gehoord,
Dr. den Hertog, wonende te Heerlen, die
sectie op het lijk heeft verricht. Getuige ver
klaarde dat het slachtoffer twee hoofdwon
den had en een wonde op den rug. Deze
wonden waren echter niet doodelijk. De
dood moet zijn ingetreden nadat dé vrouw
in den zak was gestopt. Getuige is dan ook
van meening dat de dood door verstikking
is ingetreden.
EEN LUGUBERE PROEF.
Na de zitting van de rechtbank te
Maastricht heeft de dokter met een
lijk, dat hem ter beschikking was
gesteld, geprobeerd of men, wanneer
het lijk in een zak werd gestopt, de
zak al of niet kon vastbinden. Met
een beetje moeite is het hem gelukt
den zak vast te binden.
De vrouwelijke verdachte bleef ontkennen
de mannelijke betuigde eveneens haar on
schuld en nam alle verantwoordelijkheid op
zich. Na een kort requisitoir eischte de pro
cureur-generaal
twintig jaar gevangenisstraf.
Wegens gebrek aan bewijs is vrouw D.,
van niedeplicbtigheid aan moord vrijgespro
ken. Ook de advocaat-generaal moet zich bij
dit vonnis neerleggen. Echter is de vrouw
wegens het verbergen van een lijk veroor
deeld tot zes maanden gevangenisstraf. De
ze straf komt haar ten volle toe en de ad
vocaat-generaal eischte tegen haar opnieuw
zes maanden gevangenisstraf.
De verdedigers pleitten clement)'-
Uitspraak over 14 dagen.