De T our de France EVENWICHT De tragedie nadert weer! De strijd om het gele truitje Tuinhoekje Het verstoorde 9 Ponderdag 8 Juni 1939 Vierde blad 's-Werelds grootste wieler-evenement (van onzen sportmedewerker). Binnenkort zal de „Ronde van Frankrijk", het traditioneele jaar lij ksche wielerfestijn weer verreden worden en zooals bekend, zal dit maal een volledige Nederlandsche ploeg aan deze monsterrit rondom Frankrijk deelnemen. De Tour is zeer zeker interessant genoeg om er nu reeds eenige regelen aan le wijden! Langzamerhand druppelen dd byzonder- medem binnen over de aanstaande Ronde en loo weten we, dat deze ditmaal van 10 tot 29 Juli ven-eden zal worden. Wij weten ver der, dat Italië en Duitschland niet cn dat Nederland wel zal deelnemen en. sedert kort mag als zeker worden aangenomen dat on ze ploeg zal worden vergezeld door een technisch leider, hetgeen voor de Neder- Sandsohe deelneming van niet gering belang is. De Ronde van Frankijk"Op de wieler banen van alle Europeesche steden mogen regelmatig interessante wedstrijden worden gehouden, op den weg moge men de meest internationale en aantrekkelijke kampen organiseeren, er is geen wielerwedstrijd, die zoozeer in het brandpunt der sportieve be langstelling staat als de jaarlijksche Tour ide France. Y Onregelmatig koersverloop in '37. De Ronde van Frankrijk heeft niet immer een even sportief verloop ge had, hetgeen op zichzelf weer niet zoo verwonderlijk is, wanneer men bedenkt, welke invloeden van be- teekenis zijn bij eiken wedstrijd, waarvan de deelnemers beroeps- imenschen zijn. De niet weinig on verkwikkelijke tafereeltjes van 1937 tijdens de 31ste Ronde van Frank rijk, liggen nog verscii in het geheu gen. SILVER MAES. Men zal zich herinneren hoe enkele da gen voor het einddoel in zicht kwam, de complete Belgische ploeg met den leider, Sylvère Maes (die een prachtkans had om als eerste te eindigen!) ertoe overging den strijd te staken, omdat de renners vonden dat het publiek cn de wegcommissarissen de Fransche deelnemers voortrokken boven alle anderen. Het doet er minder toe hoeveel waarheid er in hun beweringen school, maar hun op geven van den strijd kan vanzelfsprekend niet. geheel zonder aanleiding of reden zijn geweest. Men dient daarbij steeds te be denken dat de Tour-de-France-renners in de eerste plaats beroepsrijders zijn, die van de opbrengst van hun sport moeten leven. Eerst in de tweede plaats is het voor hen van belang de eer. van hun land te verde digen. De negen Belgische renners, van wie er zeven'een gezin te onderhouden haddon, gaven dus waarlijk niet alleen een spor tieve taak op, maar zij werkten boven dien een maand lang voor niets en met lee- ge handen kwamen zij na dertig dagen van ingespannen arbeid thuis! Bovendien wier pen zij door hun terugtrekken een smet op de overwinning van den Franschman Lapé- bie, in het algemeen klassement en de over winning van de Fransche frloeg vóór Italië en Duitschland in het landenklassemcnt. Velen immers beschouwden de Fransche ze ge als onverdiend, daar zij er zeker van waren dat de uitslag anders geweest ware indien de Belgen ttt het einde toe hadden doorgestreden. Men ziet hieruit welke con sequenties een dergelijk optreden met zich brengt en hoe dat een groote sport-gebeur- tenis ontsieren kan,,, iVi Henri Desgrange en de Tour zijn één. Wie „Ronde van Frankrijk" zegt, zegt Henri Desgrange, want zijn naam is onverbrekelijk met dezen monsterrit verbonden. En in deze dagen, nu de 33ste Ronde van Frankrijk wordt voorbereid, nu de byzonderheden omtrent de deelne ming en andere details weer dage lijks in de dagbladen vermeld wor den, nu wordt ook Desgrange's naam weer dagelijks genoemd cn dat is geen wonder. Desgrange, de grijze maar immer jeugdi ge en levenslustige directeur van het Pa- rijsche dag- en sportblad „1'Auto", eens amateur-kampioen van Frankrijk op den weg, is de schepper van de Tour de France. Voor de drie en dertigste maal organiseert Desgrange zijn' Ronde van Frankrijk, die nu al sedert zoo tal van jaren wereldver maardheid geniet. Met de vlucht van zijn onder vele moei lijkheden gesticht dagblad hield de belang stelling voor de „Tour" gelijken tred. En On» ka-hl atïhaal: door JOH. W. BROEDELET. Hij gaf een versclirikkelijken gil, sloot de oogen en bleef een verontrustenden poos roerloos liggen. Dan scheen hij heel langzaam weer tot het leven terug te keeren. Hij deed* een wanhopige poging om weer overeind te komen, met slechts dit eene gevolg, dat hij zich des te dieper in de verre dalen van zijn matras drong. Vervolgens begon hij zwembewegingen met armen en beenen te maken, waardoor hij werkelijk na verloop van een acht-urigen werkdag in ©enigszins schuinsche richting kwam te liggen. Nu was het nog zaak. zich geheel om te wer pen, wat in zijn toestand niet minder wilde zeggen dan zich naar het uiterste puntje van de wereld begeven. I-lij spartelde, wrong, duwde en drukte zich, viel her haaldelijk met ijselijke knersing der tan den, Indiancngekrijsch en een soort wilde- katten-geblaas terug, tot hij eindelijk inder daad buiten bed stond en daar verdwaasd rondtuurde, of hij misschien het slachtoffer van een nachtmerrie was. De werkelijkheid klampte zich echter in alle verschrikking aan hem vast. Hij gaf een nies, dat hij de gewaarwording kreeg alsof men hem al zijn ribben brak en straks met zijn kleinere beentjes beginnen zou. Dit herhaalde zich tot drie maal, zoodat hij er juist ernstig over ging denken, wat wel het radicaalste en snelst werkende zelf- meordmiddel was. Toen deed hij een af schuwelijke ontdekking: heelemaal aan zijn voeten, zóó onbereikbaar ver dus, dat hij dat nooit meer zou halen, lag zijn zak doek Hij staarde er naar met een blik, waaruit een wereld van wee sprak en hij nu opnieuw de groote bladen in binnen- en buitenland lange kolommen wijden aan de komende Ronde van Frankrijk, is dat een bewijs te meer dat ook de belangstelling van de wereldpers evenzeer groeit als het en thousiasme van d© millioenen wielervrien den, die drie weken lang de evoluties van de grooten op den weg met onverminderde geestdrift volgen. Het is begrijpelijk dat de sportwereld in vele landen Henri Desgrange een warm hart toedraagt; immers wanneer de groote weg wedstrijden in België, Italië, Duitschland, Zwitserland, Luxemburg 'en ook hier te lande allengs winnen aan populariteit, dan is dat, voor een niet. gering deel te danken aan het scheppende werk op het gebied van de wielersport van dezen even spor tleven als ondeniemenden Franschman. Een zoen voor den leider in geel. De Ronde van Frankrijk wordt ook wel eens den strijd om het „gele truitje" ge noemd. Immers „de man in het geel", de rijder n.1. die de gele trui draagt, is de po pulairste van allen en hij wordt aan het einde van elke étappe het meest gevierd. Geen wonder overigens, hij is de man die de leiding van de Tour heeft, de man die aan den kop van het klassement gaat. Hij heeft dus ook telkens de beste kansen om de overwinning in de wacht te sleepen, tot dat het oogenblik komt, waarop hij de ka nariegele trui moet afstaan aan een ander cn het vereerende kleedingstuk voor zijn eigen truitje verwisselen moet. Guino Bartali, de fameuze Italiaan, droeg menigmaal de gele trui. Het was wederom de heer Desgrange, die de gele trui invoerde en wel na den oorlog. En waarom het. nu juist een gele trui moest zijn als onderscheiding van de an dere? Omdat hij de kleur van zijn dagblad trouw wilde blijven, en lezers van 1'Auto zijn al genoeg aan de gele kleur van hun lijfblad gewend! Niemand in de geheele be zetting, dan alleen de leider van het pele- ton draagt de gele trui en dat deze renner in elk étappe-stadje door iedereen wordt bewonderd cn op de traditioneel-Fransche wijze met een klappende zoen wordt ver welkomd, behoeft dus geen betoog. Het truitje zal stellig ook ditmaal nog heel wat keeren van eigenaar verwisselen en wie hem zal dragen op 29 Juli bij het passeeren van den eindstreep, dat is moei lijk te voorspellen. Het parcours. Onze kaart geeft een duidelijk beeld van bet af te leggen parcours. Zooals men ziet is de Ronde verdeeld in 18 étappen, in to taal zullen er pl.m. 3900 K.M. verreden worden. Dit is ongeveer 780 KM. minder dan ver leden jaar. Volgens L'Auto worden er 4 etappen verreden tegen liet horloge, waar van er twee verdeeld zijn iiï 2 en drie in 3 sectoren. Er zijn 3 rustdagen. Het Noorden en Noord-Oosten van Frank- zou gesnikt hebben, had hij geweten waar hij nu met zijn tranen heen moest. Daar op, in liet voile besef van wat hij ging be ginnen nam hij zijn sokken ter hand, zette zich met de grootste omzichtigheid op de rand van een stoel enstrekte de handen uit met de vage hoop, dat zijn ergens in het heelal rondzwervende teenen eens tot hem zouden komen. Ze kwamen iet.*Dus moest hij ze halen. Welke merkwaardige lichaamszwenkingen, rompverdraaiingen, halsverrekkingen, wel ke door merg en been dringende kreten daarbij te pas kwamen, wil hij zich liever niet herinneren. Het eind-resultaat was eclrtcr, dat na een uur van intensieven ar beid zijn sokken op tea-cosy-achtige wijze de neuzen zijner voeten bedekten, wat hem voorloopig al meer dan welletjes leek. Hoe hij vervolgens zijn hoofd in de wasclikom en een aaiinkje van zeep aan zijn hals- streek kreeg, is hem tot heden een onoplos baar raadsel gebleven. En toen hij daarop zijn handdoek op den grond liet vallen, heeft hij hem nóóit meer opgeraapt. Onafgedroogd, zonder boord om hij kon zichzelf nog gemakkelijker in een dwangbuis krijgen dan zijn hoofd in zijn overhemd met juist genoeg kleeren aan om de welvoeglijkheid niet in het gelaat te slaan, aanvaardde hij de heroische reis naai de heneden etage. Elke traptree was een met vóór-histori- schen moed te veroveren station. Telkens dacht hij er maar bij neer te gaan zitten, wachtend tot het lot hem voorgoed uit zijn lijden verlossen zou. Doch met een onuit puttelijke energie wist hij zich naar bene den te werken. Eindelijk beneden, ontsnapte hem haast een zucht van verlichting. Daar trad iemand op hem toe Zoo ouwe jongen, ben je er? sprak die joviaal en gaf hem een slag op... den rug! Toen zakte hij met een schreeuw, welke zes straten ver hoorbaar was, ineen en vier personen waren noodig, om hem op de sofa te helpen. Eerst tegen het donker kwam hij weer eenigszins bij. Dit afschuwelijke drama noemt dc weten schap heel laconiekjes„spit!" rijk wordt gemeden, hetgeen zijn oorzaak vindt in de grensversterkingen aldaar. Ook hij de Spaansche grens buigt men sterk af. Globaal geschat zijn de zwaarste en langste ritten van Briangon naar Annec.v (16de etappe) pl.m. 343 K.M., waarin de col dus Galihier en col de L'Iseran gelegen zijn. Dan volgt de lSde étappe van Dïjon naar Parijs pl.m. 337 K.M. (laatste rit). Wij raden onze lezers aan de kaart uit te knippen, daar zij straks van gx-oot nut zal blijken te zijn. Overigens zullen we met een beschouwing over de kansen der deelnemende landen nog nader op de Tour terugkomen. Asparagus We hebben dit jaar reeds enkele min of meer bekende kamerplanten behandeld. In aansluiting hiermede willen wij nu de Aspa ragus bespreken. Dat is nu wel een heel be kende plant en u vraagt zich misschien af, of er werkelijk nog wel iets is, dat u eigen lijk niet van haar'weet. Toch zal uit het vol gende wel blijken, dat er nog veel wetens waardigs van de Asparagus te vertellen is. Vele lezers zullen deze plant waarschijnlijk nog nooit hebben zien bloeien en toch kan ze getooid zijn met een overvloed van kleine rose bloempjes. Later prijkt ze dan met vele vuuroode bessen. Dit is dus al vast iets eigenaardigs, maar er is nog meer. Ongetwijfeld behoort de Asparagus tot een van de meest bekende planten. In de eerste plaats heeft ze dit te danken aan haar goede eigenschappen als kamerplant, maar daar naast aan haar groote geschiktheid als ver sieringsmateriaal. Een tafelversiering is toch haast niet denkbaar zonder het groen van deze plant. Bij een bouquet anjers, anthu- riums of orchideeën behoort dit groen. Zon der er over te spreken doet de bloemist en- Dierenplagen als Engelsche musscheninvasie in de V.S. De mungo erger dan de rat. Overal in de wereld hoort men de klacht, dat door de schuld der menschen het evenwicht in de na tuur is verstoord. Vooral de ontwikkeling der mo derne vex-keersmiddelen heeft er veel toe bijgedragen, het beeld van de natuur te verschuiven. Met de komst van de stoomschepen wer den vele planten en dieren uit ovei-zeesche landen in Europa ingevoerd, die zich daar geweldig hebben verspreid en in vele ge vallen tot een ware plaag zijn gewox-den. Allerlei klein gediei-te heeft zich tot onze groote schade en last hij ons ingeburgerd. De muis, de vlieg, dc want- de kakkerlak zij zijn alle door de cultuur in het land gekomen. De volksverhuizingen droegen er voorts toe bij, de huisrat over een ge weldige oppervlakte van Eui-oua te doen verspx-eiden, waar zij thans in de meeste landen tot een liax-dnekkig bestreden plaag is geworden. Bisamrat en bloedluis. Hetzelfde dreigt in den laatsten tijd in Europa het, geval te worden met de bisam rat. Terwijl die dier in zijn geboorteland slechts een planteneter was, heeft het zich het eerst in Bohemen, waar het om zijn kostbaar bont werd ingevoei-d, van een zeer onaangenamen kant, doen kennen, door groote schade toe te brengen aan de visch- netten cn door liet. gi-aven van gangen, ten gevolge waarvan het water uit vischvijvcrs liep. Daarbij plant de bisamrant zich bui tengewoon snel voort, hetgeen niet te ver wonderen is, daar de vijanden van deze rat niet meegekomen zijn naar Eux-opa, zoodat zij zich hier onbedreigd kan voorttelen. Waar de bloedluis zich eenmaal heeft ge nesteld, is zij haast niet meer te verdrijven. Waarschijnlijk is zij eveneens uit Amerika tot ons gekomen. Zij komt, zooals bekeud, vrijwel uitsluitend op appelboomen voor, waar zij zich in koloniën aan stammen en takken vastzuigt en de boom zoozeer ver zwakt. dat de geheele oogst vernietigd kan worden. Nog erger is het met de druiven- luis, dié, eveneens uit Amerika afkomstig, voor het eei-st in Zuid-Frankrijk werd waar genomen. In het jaar 1888 waren van de 2.500.000 hectare, die in Frankrijk met wijn zijn beplant, ongeveer 1.400.000 hectare dooi de druivenluis aangetast. Dc druivenluis verbi-cidde zich over geheel Eui-opa. en werd overal, waar zij zich wist te nestelen, tot een gehate en fel besti-eden vijand. De intocht der termieten. Toen in het jaar 1840 een Braziliaansch slavenschip de bijzonder kwaadaardige Bra- ziliaansche termieten in de stad Jamestown op het eiland St. Helena had binnengebracht vermoedde men niet, dat reeds enkele maan den later de huizen in vex-schillende sti-aten zouden instorten, omdat de grond door de termieten was ondermijnd. Tegenwoordig heeft de termietenplaag zich over heel Nrd.- Amcrika verspreid en daar deze insecten hun vernielend werk onzichtbaar doen, ont dekt men de schade eerst, wanneer de hui zen beginnen te wankelen Eenige jaren gele den werd de schade door de termieten in de Vereenigde Staten veroorzaakt, op 45 milli oen dollar in het jaar geschat. Daax-van kwam alleen 37 millioen ten laste van de boerenbedrijven. De tei-mieten ondermijnen zoowel hutten als paleizen, zelfs de hechte safes der moderne banken zijn voor hen niet veilig. kele takjes Asparagus bij dit bouquet. Mas sa's siergroen zijn er dan ook noodig en het behoeft geen verwondering te wekken, dat er in ons land zelfs enkele kweekerijen zijn, die niets anders verkoopen dan snijgroen. Het geslacht Asparagus behoort tot de familie der Liliacae en omvat een groot aan tal soorten, waarvan slechts enkele in cul tuur zijn. De meest bekende zijn wel Aspa ragus sprengeri en Asparagus plumosum. De eerste werd in 1792 van uit Zuid-Afrika naar Europa overgebracht, waar ze sinds dien tijd haar groote bruikbaarheid voldoende ge toond heeft. De Asparagus plumosus is 100 jaar later ingevoerd. Deze heeft zich door haar groote geschiktheid als kamerplantje een blijvende plaats veroverd. Vele schaaltjes en mandjes zjjn met deze aardige fijn geveer de plantjes gevuld. Gaat er eens een dood, dan is dat nog niet zoo erg, omdat men voor een paar dubbeltjes weer een nieuw plantje heeft. De Asparagus sprengeri gebruiken wij door haar meer forschen groei als hangplant. Geven we haar krachtige aarde een derde klei, een derde bladaarde en een derde koe mest vermengd met wat scherp zand, dan kunnen we daar zeer gi*oote exemplaren van kweeken. De takken kunnen in een kas wel drie meter lang woren. Planten, die men in een kamer kweekt, hebben natuurlijk kortere takken. Voor een toediening van koemest om de veertien dagen zijn ze zeer dankbaar. Tijdens den zomer gieten wij veel. In den winter minder. Goed groeiende planten ver pot men ieder jaar. Dit gebeurt dan weer in het reeds genoemde grondmengsel. Aspara gus plumosum verlangt echter geen klei in den grond, maar turfmolm. A. v. d. Lqn. gevolg van de beschaving Geilen en musschen worden tot ■plaag. In 1513 voerden de Portugeezen de geit op het eiland St. Helena in. Daar, waar zich vi-oeger dichte bosschen uitstrekten, zijn thans slechts kale ï-otsen, want de gei ten vermenigvuldigden zich zoo snel en: werden zoo talrijk, dat geen boom op het eiland meer kans kreeg op te groeien. Mét het verdwijnen van het bosch vonden vele insecten cn vogels geen woongelegenheid meer en stierven uit. Ook hier had de komst van de mensc'hen het evcniwicht in de na tuur verstoord. In Amerika waren musschen vroeger on bekend. In het jaar 1850 kwam men op het deniklbeeld, de musschen in te voeren. Acht musschenpaartjes werden uit Engeland ge haald; plechtig werden zij in Brooklyn losgelaten en verder hoorde of zag men niets meer van hen. Vier jaar later liet men een grootere zending musschen komen, die in Canada werden losgelaten. Sedert dien tijd hebben de musschen in Amerika zich zoo ontzaglijk meermeerderd, dat men den hemel te rijk zou zijn, als men ze weer kon kwijtraken. In Australië en Nieuw- Zeeland, waar de huismusch eveneens is ingeburgerd, is het nog erger. Daar heeft deze vogel zich, begunstigd door. de vele schuilhoeken die de holle rub'beihoomen hem bieden, zoo kolossaal vermeerderd, dat men in Melbourne de rijpende wijn- drijven en kersen met tullen zakken tegen de musschenplaag moet beschei-men. Meni ge regeeringscommissie heeft zich reeds 't hoofd gebroken om middelen te vinden ter bestrijding van deze schadelijk geworden vogels. De konijnen in Australië. Even ernstig heeft zich het onbedacht zaam binnenlaten van de wilde konijnen in Australië gewroken. In 178S kwamen de eei-ste vijf konijnen aan boord van een fre gat Australië binnen. Drie jaar later volg de een tweede transport. Beide zendingen wax-en bestemd voor den toenmaligen goii- verneur van Australië en zij hadden ten doel, wat afwisseling te brengen ip de een tonige vleeschvoeding van den hoogen arnb tenaar. Doch t,wee konijnen waren er in geslaagd tc ontsnappen uit het afgesloten terrein, waar men hen had uitgezet. Een maal in vrijheid, konden zij zich onge hinderd voortplanten en de nakomeling schap van dit ontsnapte tweetal brengt thans nog de Australische autoriteiten tot wanhoop. Reeds 40 jaar, nadat de eerste konijnen waren ingevoerd, begon men in te zien, dat de konijnen voor Australië wel eens een gevaar konden worden en sedert 1862 is dc konijneniplaag een ware ramp geworden. Reeds 70 jaar lang voert Aus- stralië nu een strijd op leven en dood met de konijnen- Hef middel erger dan de kwaal. Toen de suikeroogst op Jamaica ten ge volge van dc raltcnplaag, die steeds drei gender vonnen aannam, meer en meer terugliep, voerde men uit Oost-Indië den mungo in. een marterachtig roofdier, dat als een hardnekkige rattenverdelger be kend staat. Doch ook hier had men huiten den waard gerekend, want dc ratten ver minderden wel is waar, maar de mungo ontaardde en maakte niet alleen jacht op ratten, maar ook op vogels, wild en jonge huisdieren, terwijl hij zich bovendien nog te goed deed aan mais, bananen en ana nas. Twintig jaar na zijn aankomst was hij op Jamaica tot een niet minder gevreesde plaag geworden dan vroeger de ratten en zelfs is de schade, door den mungo aan gericht, thans reeds grooter, dan ooit door de ratten het geval is geweest.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 11