f§S§i doet je goed!
Wij lazen voor U*..»
De man op de roode racefiets
OLIFANTS-
Cjehmek SUN LICHT ZEEP
Radioprogramma
DOOR
EDQAR RICE
BURROUGHS
Toen de woedende leeuw op zijn achter
poten stond, bukte de koning van de jungle
zich voor de grote voorpoten, welke zich uit
strekten om hem te verscheuren. Toen draai
de hij zich snel om en sprong op de rug van
het verscheurende dier, terwijl zijn krachtige
arm zich om de keel van den leeuw sloot.
De kreten van den aapman vermengden zich
met het vreselijke gebrul van het dier, terwijl
zijn krachtige arm zich om de keel van den
leeuw sloot. De kreten van den aapman ver
mengden zich met het vreselijke gebrul van
het dier. Alextar werd koud van angst. Hij
wilde wegrennen, maar hij kon niet. Hij kon
alleen maar strak kg ken naar den man, die
nu met den leeuw op de grond rolde. Soms
was de man boven, dan weer de leeuw. Tel
kens probeerde het dier zijn tanden te zetten
in het vlees van zijn aanvaller. En telkens
weer zonk de dolk, die Gennon aan Tarzan
had gegeven, in de zachte zijde van het beest.
Het was slechts de kwestie of de tanden of
de dolk het eerst de dodelijke stoot zouden
toebrengen. Rond de beide vechtenden ver
zamelden zich de mannen met speren, klaar
om de punten er van in het hart van den
leeuw te stoten. Maar zg kregen hiertoe niet
de gelegenheid zonder het leven van den
man in gevaar te brengen.
VIER VRAGEN.
Het Handelsblad (lib.) constateert, dat in
1932 125 millioen kilo van onze melkproduc-
n. Engeland werden geëxport., terwijl in
gevolge de pas aangekondigde drastische be
perkingen van Engelsche zijde, het contin
gent van genoemde producten voor de peri
ode 1 Juli 19391 Juli 1940, slechts 47 mil
lioen kilo zal bedragen.
Het blad schrijft:
Gezien dat steeds verder afglijden naar
het nulpunt (de volle poeder heeft dit reeds
bereikt!) zouden wij vier vragen aan de re
geering willen stellen:
le, Welke voorwaarden heeft Denemarken
Wongen en verkregen?
Welke voorwaarden hebben de Domi
nions bedongen en verkregen?
Is in de overeenkomst in een Engel-
ïche productiebeperking voorzien?
4e. Verdient het geen aanbeveling, dat
minister Steenberghe, zoo niet dr. Colijn,
een reis maakt naar Engeland, teneinde
daar de Engelsche regeering te wijzen op
onze steeds moeilijker wordende positie,
welke ook Engeland niet onverschillig kan
laten?
Wanneer Engeland, na onzen baconexport
naar dat land te hebben gehalveerd en dien
van melkproducten te hebben teruggebracht
tot één derde deel van eenige jaren geleden
nu óók nog den import van boter en eieren
iou gaan beperken, dan kunnen wij weldra
- nog afgezien van groenten en aardappe
ls (Coloradokever) en bloembollen niet
ui ter vóór of achteruit. En reeds zijn de in
leidende stappen gedaan, om den import
uw- boter en eieren, van welke producten
rep. 70% en 60% van onzen export, in to-
üal voor 53 millioen gulden, naar Enge
land gaan te gaan beperken! Wetsont
werpen van die strekking zijn reeds inge
diend.
OSS-ENQUÊTE EEN „MOTIE VAN
WANTROUWIEN"?
Er schijnen geruchten te loopen, dat in de
Tweede Kamer opnieuw een voorstel zal
worden gedaan een enquête te houden over
de affaire van Oss, schrijft het r.k. dagblad
De Maasbode en vervolgt:
Men zal misschien zeggen: de betrokken
ministers (Justitie en Defensie) zullen, als
ze een zuiver geweten hebben, rustig den
uitslag van het te houden onderzoek kunnen
afwachten. Maar wie zoo oordeelt, miskent
Uit de Pers van heden
1 de feitelijke strekking van het thans onder
de bestaande omstandigheden en na de
reeds door de ministers verstrekte inlich
tingen te nemen enquêtebesluit. De kamer,
die het zou nemen, zou zacht uitge
drukt te kennen geven, dat er volgens
haar gerechte twijfel bestaat aan de ge
loofwaardigheid der betrokken ministers.
Welnu, als zulk een besluit niet
gelijk Staat met een motie van
wantrouwen, dan begrijpen wij niet,
wat dan de strekking van zulk een
motie zou moeten zijn.
Daarom wij spraken het reeds
voor enkele dagen uit is onze
meening, dat volgens goede Staats
rechtelijke opvattingen ministers te
gen wie een dergelijk besluit geno
men wordt, hun ambt behooren
neer te leggen.
Tenzij onomstootelijk zou vaststaan, dat
bij de kamermeerderheid, die zich voor een
enquête zou verklaren, niet de bedoeling
voorzit, wantrouwen uit te spreken in het
beleid der ministers, in dit geval met na
me in hun waarheidsliefde. Maar het lijkt
ons haast ondoenlijk, zoo besluit de Msb.,
in dit geval, onder deze omstandigheden,
een dergelijke bedoeling afdoende uit te
sluiten.
EERBIED VOOR HET MENSCHELIJK
LEVEN.
Het Vólk (s.d.a.p.) over het vliegongeluk
te Schiphol, waarbij de „Nachtegaai" een
wachthuisje met militairen verpletterde,
tengevolge waarvan één doode 'en vier ge
wonden vielen:
„Wat op Schiphol gebeurde, kenmerkte
zich hierdoor, dat het niet voortvloeide uit
een rechtstreeksche militaire dienstverrich
ting, doch, om zoo te zeggen, door de bur-
gexmaatschappij aan de militairen werd
aangedaan.
Hier dringt zich echter een nijpende
vraag op. I-iet ongeval is gebeurd tijdens
een lesoefening in het vliegen met één mo
tor. De leerling-vlieger maakte een fout.,
waardoor de landing niet op de voorgeno
men wijze de landing niet op de vooi'geno-
droeg de instructeur hem op door te vlie
gen, waartoe de tweede motor, die men af
gezet had, opnieuw in werking moest
worden gesteld. Deze manoeuvre faalde,
de instructeur zag, dat het nu mis moest
de eaA^e zft.
I
EN NOOIT ZEEP VAN ONBEKENDE HERKOMST
gaan en trachtte er het beste van te ma
ken.
Wanneer wij deze feiten zoo overzien,
dan kunnen wij ons niet aan den indruk
onttrekken, dat. hier niet de vereischte
zorgvuldigheid is betracht. De bijzondere
tijdsomstandigheden brengen met zich me
de, dat over Schiphol niet met dezelfde
vrijheid kan worden beschikt als anders 't
geval pleegt te zijn. Met klem mag de
eisch worden gesteld, dat de manschappen,
die op en om het vliegveld hun plicht doen,
niet aan onnoodige risico's worden bloot
gesteld. Daartoe rekenen wij zeer zeker het
les vliegen, dat zoojuist tot zulke heillooze
gevolgen heeft geleid.
In een tijd als deze kan het besef wat de
eerbied voor het menschel ijk leven eischt
licht verslappen. De Amerikaansche en de
Britsche duikboot ramp, beide bij een proef
vaart, hebben in dit opzicht reeds vragen
doen rijzen, aldus het Volk, dat besluit:
Laten wij in elk geval zorgdragen, dat op
ons Nederlandsche erf dit hooge goed on
gerept bewaard blijft
Ondanks de ruwïxeid der tijden!
Koningin gedenkt vacantiegangers
Het bestuur van de Vereeniging voor Chris
telijke Vacantiegangers te Amsterdam, heeft
van H.M. de Koningin een gift ontvangen.
Was een inbreker... en een
bekende!
Tijdens afwezigheid van de bewoners is
op 25 Mei ingebroken in een woning aan
den Schoutenstraat te Den Haag. De dienst
bode verraste den inbreker bij zijn werk,
doch slaagde er niet in den man te doen
aanhouden. Op een roode race-fiets wist hij
te ontkomen.
Bij het, onderzoek van de politie ontdekte
men in de [ceuken van de woning een papie
ren zak met 10 kilo aardappelen. De re-
cherche speurde verder bij den leverancier
van de aardappelen in de van IToytema-
straat.
Diens loopjongen herinnerde zich, dat hij
op 25 Mei inderdaad een bestelling van 10
kilo had weggebracht, welke eigenlijk be
stemd was voor een adres in de Sondei*-
danckstraat. De jongen kon evenwel deze
straat niet vinden en daarom belde hij
maar in de Schoutenstraat aan, hij wilde
zijn vrachtje toch kwijt raken. Een jonge
man deed hem daar open en zeide, dat de
familie niet thuis was. Op verzoek van den
loopjongen nam hij de bestelling evenwel
toch aan.
Vanzelfsprekend kon de loopjongen, die
eveneeiïs de roode racefiets had gezien, een
goed signalement opgeven.
Woensdagmiddag ontdekte een rechercheur
in de Wagenstraat de verraderlijke fiets.
Tenslotte kon hij overgaan tot arrestatie
van den IS-jarigen markiezenmaker P. F.
Na aanvankelijke ontkenning bekende deze
de inbraak te hebben gepleegd.
F. is een bekende van de politie en zit
thans achter slot en grendel.
Hoogere steun aan
zoetwatervisschers
Ook de uitkeeringen voor de
drijfwantvisschers verhoogd.
Naar van bevoegde zijde wordt medege
deeld, zal in 1939 wedei'om steun aan zoet
watervisschers en drijfwantvisschers wor
den verleend.
De steunbedragen, welke in het
algemeen eenigszins hooger zijn dan
in vorige jaren, zullen aan de vis-
schers halfjaarlijks in geld worden
uitgekeerd.
Zoetwatervisschers, die de visscherij als
uitsluitend bedrijf uitoefenen, zullen al
naar gelang de grootte van het bedrijf in
aanmerking kunnen komen voor een steun
bedrag van f 120, onderscheidenlijk f, 85 per
jaar, terwijl zoetwatervisschers, die deze
visscherij' als hun hoofdbedrijf uitoefenen,
in aanmerking komen voor f 50.steun per
jaar.
Aan drijfwantvisschers zal ten hoogste
f 120 per jaar steun worden verleend, indien
ten minste IS weken per halfjaar is ge-
vischt. Indien korter is gevischt, wordt het
steunbedrag vexminderd. Wanneer minder
dan 8 weken per halfjaar is gevischt, zal
geen steun worden uitgekeerd.
De aanvragen om steun voor het eerste
halfjaar moeten vóór 15 Juli a.s. bij de Ne
derlandsche Visschei'ijcentrale worden inge
diend.
Mr. Goseling krijgt 't met
de vrouwen te kwaad
Zijn echtscheidings-ontwerp in
discrediet.
De Ned. Vereen, voor Vrouwenbelangen
en Gelijk Staatsburgerschap heeft een mo
tie aangenomen tegen het echtscheidings-
ontwerp van minister Goseling. Dit wets
ontwerp zal, aldus de motie, zijn doel voor
bijstreven, daar het instede van verdere
ontwrichting der christelijke grondslagen
van ons volksleven te voorkomen, verdere
aantasting der moraliteit zal stimuleex*en.
De vereen, zal de Tweede Kamer verzoeken
aan bedoeld wetsontwerp haar goedkeuring
te onthouden.
ZATERDAG 10 JUNI 1939.
Hilversum I. 1875 en 415.5 m.
KRO-uitzending.
8.00—9.15 Gramofoonmuzlek (Om 8.15 Ber.)
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 De Continental Six. (1.001.20 Gramo-
f oonmuziek)
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek-
2.45 Kinderuur.
4.00 KRO-orkest.
4.45 De KRO-Melodisten en solist.
5.15 Filmpraatje.
5.30 Vervolg KRO-Melodisten.
5.45 De KRO-Nachtgaaltjes.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Berichten, gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie: „Het abnormale schuldgevoel",
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP, mededeelingen.
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.45 Gevarieerd concert. (Om ca. 9.30 Uit
zending namens de Nationale R.K. Com
missie voor Jeugdwerkloozenzorg).
10.30 Berichten ANP.
10.40 Causerie „Het onvergankelijke Rijk"
(Met gramofoonmuziek).
11.1012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H. 301.5 m.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek (ca. 8.16 Berichten).
10.00' Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de continubedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek (Ca. 12.15 Berichten)
2.00 Causerie „Door China langs onbekende
wegen"
2.20 Orgelspel.
3.00 Reportage.
3.30 VAR A-orkest.
4.30 Esperanto-uitzending.
4.50 VARA-orkest.
5.30 Filmland.
6,00 Reportage. (Opn.)
6.28 Berichten.
6.30 Zeeuwsche uitzending.
7.00 VARA-Kalender.
7.02 Felicitaties.
7.10 Politiek radiojournaal.
7-308.00 Een half uur met ouders.
8.05 Herhaling SOS-Berichten.
8.07 Berichten ANP, VARA-Varla.
8.20 VARA-orkest.
9.00 Puzzel-uitzending.
9.15 „En nu... Oké".
10.30 Berichten ANP.
10,40 Gramofoonmuziek.
10.45 Radiotooneel.
11.00 VARA-orkest en solist.
FEUILLETON.
EtHel M Dell
N
^,e'* vaart uit
35.
Er was geen ander geluid dan het klotsen
van het water tegen de boot. Het klonk een
wonder mooi die vloeiende tonen van een oude
walsmelodie, die als de zang van een lijster
Waren, trillend in de schemering.
Ze had den toestand willen bespreken, maar
deze muziek, die haar als eer betoovering bond,
belette het haar. Ze kon er niet doorheen bre
ken, Het was te mooi, om te verstoren. Ze
kon enkel maar stil liggen te luisteren in een
wonderlijke vervoering. Ze viel in slaap, ter
wijl de laatste meeslepende tonen nog na
klonken in haar hoofd, zoodat haar lippen
vanzelf de woorden vormden: And love will
flnd a way.
Later... veel later... in haar droom boog zich
iemand over haar heen... streelde haar ver
warde haren en kuste haar. Maar ze was te
loom, om heelemaal wakker te worden. Ze
glimlachte en zoxxk achterover in zalige rust.
Ze werd wakker voor de wintermorgen was
aangebroken. De Kajuit was flauw verlicht
door een lamp, waarover een groene zakdoek
als scherm was gehangen. Ze wist niet hoe laat
het was, maar ze had een idee, dat het gauw
morgen moest ze zijn en, zooals Rolfe had
voorspeld, ze was erg hongerig.
Ze merkte aat de zwakte van den vorigen
dag geheel verdwenen was en steunde op haar
elleboog, om over de rand van de kooi te kij
ken.
En daar, op de bank aan de overzij, lag in
achtelooze houding Rolfe, vast in slaap. Hij
was geheel gekleed, en had een stuk zeildoek
gedeeltelijk over zich heen getrokken. Zijn
blond hoofd rustte op het roode kussen en zijn
gezicht gaf ljaar een eigenaardig gevoel van
ontzag. Het had in deze, als onbeweeglijkheid
een harde uitdrukking, die het in wakenden
toestand niet eigen was... het Viking-gezicht,
dat alle overtreders op een afstand hield.
Ze voelde zich niet als een overtreder, maar
een zonderlinge onrust kwam over haar. Het
was, alsof hij haar gegrepen en tot zijn ge
vangene gemaakt had, terwijl ze sliep. En nu,
nu hii zelf sliep, was er evenmin mogelijkheid
om te ontsnappen. Want ze lagen niet aan een
kade gemeerd. Ze dreven voor anker. Ze merk
te dat aan de beweging van de boot. Voor hg'
zich overgaf aan de ontspanning* van die slui-
mering, had hij er zich van verzekex-d, dat ze
niet vluchten kon.
Geruimen tijd bleef ze op haar elleboog ge
leund, naar hem kijken en terwijl ze dit deed,
kwam ze geleidelijk tot een besluit. Ze moest
haar onafhankelijkheid herwinnen. Ze moest
erop staan, om aan land gezet te worden.
Ze wist niet, waar ze zich bevonden, maar
dat ze twee nachten aan boord van „De Circe"
had doorgebracht, gaf haar een gevoel van
vertwijfeling. Ze had gedaan, wat ze had ver
klaard nooit te zullen doen. Het was onmogelijk
dat ze te ver gegaan was, om terug te kun
nen keeren. Iedereen zou moeten inzien, dat
ze hiertoe gedreven was. Maar verder? Zou
ze stranden op den rots van Rolfe Britton's
vastberadenheid
Hij begeexrde haar. Daaraan twijfelde ze niet
En nu hij haar in haar macht had, kon hg...
zou hij... haar houden tegen haar wil De
moed begaf haar, toen hg zich weer herin
nerde, dat ze vrijwillig naar hem toe was ge
gaan.
Terwijl een warboel van gissingen haar ge
dachten bezighield, ontwaakte hij. Hij opende
oogen en mond tegelijk en geeuwde geweldig
Het volgend moment stond hij op.
Hallo! Ben je wakker? zei hg.
Weer heelemaal in orde?
Hij stapte naar haar toe en voor ze besefte
wat hij van plan was, had hg •een arm om
haar heengeslagen en kuste haar.
In de beperkte ruimte van de kooi was het
onmogelijk te ontsnappen en ze kreeg zelfa
nauwelijks de kans zich te verweren. Hij hield
haar vast tegen zich aan en glimlachte. Hg
keek haar strak in de oogen met een soort
stralende inbezitname.
Zoo, dat is beter, hé zei hij.
Ik heb van je gedroomd moet je weten. En
toen ik wakker werd en je zag, leek het bijna
te mooi om waar te zijn.
Mag ik alsjeblieft opstaan vroeg
Jullie zwakjes. En ik wil graag mgn kiee-
ren hebben.
Ben je verlegen fluisterde Rolfe, ter
wijl hg haar nog aldoor vast tegen zich aan
hield. Dat behoef je toch niet te zijn...
met mij Ik zal nu verder voor je zorgen.
Je bent naar mg toegekomen, is het niet, en
nu ben je heelemaal van mij.
Geef me alsjeblieft mijn kleeren,
bleef Julie aandringen. Ik wil me graag
aankleeden.
Haar stem was onvast. Er was iets in hem...
ten anzelfsprekend meesterschap... dat haar
verschrikte. Openlijk verzet leek heelemaal on
mogelijk. Ze was aan zijn genade overgele
verd.
Hij boog zijn hoofd over haar nek en ze
voelde weer de aanraking van zijn lippen.
Waarom ben je bang voor me. Juli9 9
zei hij.
Ze huiverde even. Ik weet het niet. Ik
wil gx-aag opstaan. Laat me alsjeblieft.
Je bent veel mooier zooals je nu bent,
hield hij vol. En er is immers niets om
bang voor te zijn. Je bent mijn meisje en
zoo gauw het maar even kan, gaan we trou
wen.
Dat schrikte haar op tot een ontsteld pro-
test. O nee Nee Je begrijpt het hesle-
maal niet. Laat me alsjeblieft gaan. Je moet
me aan land zetten. Ik kan hier niet langer
bij je blijven.
Ze probeerde los te komen en haar hoofd
te verbergen, angstig dat ze opnieuw zgn lip
pen in haar nek zou voelen. Maar hij kuste
haar niet weer, hoewel hij haar nog altijd
vasthield. Toen hij opnieuw sprak, was zijn
stem laag en heel rustig. Ik geloof, dat jij
de zaak niet begrijpt. Je kwam niet voor niets
naar me toe in dien £.torm.
Ze kon niet naar hem opkijken. Ik kwam
alleen maar... omdat er niemand anders was.
waar ik naar toe kon gaan, vertelde ze on
samenhangend. Ik was vastgebonden in de
kamer van den kapitein. En ik klom door
het raam. En toen zag ik je licht... en rende
langs de pier.
Maar je wou toch bij me komen, zei
hg. Je vertx-ouwde je aan me toe.
Ze slikte. Het was moeilijk woorden te vin
den. Ik kwam niet... om te big ven,
zei ze.
Rolfe was stil. Hij hield haar nog vast,
maar minder dwingend. Ze wachtte trillend
tot hij spreken zou. Was hij boos Zou hij
haar laten gaan Diep in zich wist ze weer
dat ze hem niet zou kunnen weerstaan, als
hg haar wilde houden. En toch had ze een
hevig verlangen om vrij te komen.
Tenslotte ademde hij diep en liet haar zoo
plotseling los, dat ze er bgna van schrok.
Wel, zei hij, We doen misschien
wijzer ons aan te kleeden en te gaan ontbijten.
Zijn toon was even zakelijk als zgn woor
den. Hij draaide zich onmiddellijk om en ver
dween.
Julie zonk achterover met een gevoel van
zwakte en verwarring. Ze begreep niets meer
van het geval. Een zoo plotseling en volko
men toegeven had ze niet van hem verwacht.
In deze oogenblikken was het niet zoo zeer
Rolfe, dien ze vreesde, als zichzelf. Ze voelde
een beangstigend wantrouwen in de kracht van
haar eigen besluiten.
Maar na korten tijd herstelde ze zich. Rolfe
was een verstandig mensch en er was geen
reden om bevreesd te zijn. Als ze nu enkel
maar haar kleeren kon vinden
Ze richtte zicx. weer op en begon de kajuit
te inspecteeren. En opeens zag ze een bun
deltje van blauwe stof onder het kussen waar
op Rolfe's hoofd had gerust. In een oogwenk
was ze het bed uit. Ja, het was haar mantel
en haar andere kleeren waren erin gevouwen.
Ze trok ze eruit en begon haastig toilet te
maken. Nog nooit had ze zich in zoo korten
tijd aangekleed.
Het was een koude morgen en ze trok den
mantel otk aan. De kleeren waren droog,
maar ze droegen de sporen van haar klim
partij langs den, met klimop begroeiden muur.
Toen ze heelemaal gekleed was, bekeek ze ze
wat nauwkeuriger en ze bemerkte, dat er
geprobeerd was ze schoon te maken. Ze ont
dekte ook, dat een groote scheur in haar rok
was hersteld, wel is waar een beetje ruw,
maar volkomen doelmatig.
Wordt vervolgd.)