Van een timmerman, een metselaar
en een schilder
fonyerM en meilfei.!
Zo, ik zit hier mooi in de warmte te
broeien! M'n vingers zijn nat van het trans
pireren en ik denk dat jullie het van de
week ook niet erg koud gehad hebben. Maar
enfin, jullie hebt één fijn vooruitzicht en
wel de naderende grote vacantie. Die komt
iedere week dichter bij. Net als de vacantie
die jullie van den Kindervriend krijgt. Zoals
bekend, schrijven we elkaar in de maanden
Juli en Augustus niet. Nog een paar maal
dus!
Het boek is van de week gewonnen door:
BEP TIJSEN,
Molenvaart 14V, Anna Paulowna.
En nu de briefjes:
Jack van de Cappelle. Schagen. Nee
maar, Jack wat heb je me van de week
verrast. Want wat krijg ik me daar Woens
dagmorgen op kantoor...? Niet minder dan
twee prachtige, raszuivere Pauwstaart
duiven. In een keurig hokje. Ik ben er dol
blij mee Jack en ik niet alleen. Al m'n ken
nissen wilden ze van me kopen, maar daar
denk ik niet aan. Stel je voor. Ze hebben
niet één vlekje. Ze zijn letterlijk hagelwit.
Nu, het was een echte verrassing en ik
dank je er wel hartelijk voor. Ik schrijf je
nog wel eens hoe ze het maken. Dag Jack!
Jacob de Vries, N. Niedorp. Ja, aan
zo'n eigen tuin is toch maar altijd en altijd
wat te doen. De tijd van tulpen is weer
voorbij, de bollen zullen al wel haast uit de
grond gehaald kunnen worden, om ze te
pellen. Ik vind net een reuze leuk idee van
je, dat je er wat over wilt sturen, maar
dan moet je toch maar wachten tot het na
jaar, dan kunnen ze meteen gepoot worden.
Trien Tijsen, Anna Pad.owna. Je
schrijft dat jullie gauw een schoolfeest heb
ben. Daar moet je me toch eens wat meer
van vertellen, want dat zal wel een groot
feest worden in Anna Paulowna.
Beb Tijsen, Anna Paulowna. En Beb,
komen er al mooie aardbeien aan jullie
planten. Met zoo'n goede verzorging zullen
ze in Juli wel vol zitten. Dan zou ik best
zin hebben om stilletjes eens wat in je
tuintje te komen snoepen.
Berrit Blom. Je vond het zeker wel
zeuze op de markt tussen zoveel mensen en
beesten; 't is er altijd een drukte en een
geschreeuw van belang. En dan moet je nog
oppassen dat je de kopers en verkopers
niet voor de voeten loopt, want ieder heeft
haast, nietwaar. Daar kun je altijd gewel
dig vermaken. Dank je wel voor je tekenin
gen. Kranig!
Wim Boontjes, Stolpen. De naam van
jullie voetbalclub O.K.B. kan ik niet
vinden, hoor. Wat een zeldzame prestatie,
daar in Schagerbrug, zO1. Dat k een ge
weldige overwinning en zeker wel een foto
waard. En jij zult wel een groot aandeel in
die overwinning gehad hebben.
Marie Boontjes, Stolpen. Wat wens jij
ons iets verschrikkelijks :oe met je: „Mis
schien wordt het nog wel eens 80°, dan
hebben we vrij." Voor jullie is dat wel leuk,
maar je moet eens aan de mensen denken,
die hard moeten werken. Die zullen wel wat
anders wensen.
Dirk Keuris, Kolhorn. Dat je nu net
je portemonnaie moest verliezen, toen je
wat voor je vriendje wou gaan kopen, dat
was jammer. Gelukkig, dat je zo'n goeie
moeder had, die er voor zorgde, dat de zaak
toch nog in orde kwam. 't Zal wel een
pracht feest geweest zijn.
Agatha Swager. Ni ik je schrijf, heb
Je het poesje al een week in huis. Wat zal
je daar fijn mee kunnen spelen, 't rent na
tuurlijk achter alles aan, en probeert 't ze
ker overal in te klimmen, zelfs in de gor-
djjnen, is 't niet. Want 't zijn echte ondeug
den, al zijn ze nog zo aardig.
Noord-Scharwoude. Wie
van mijn vriendjes uit N.-Sch. heeft ver
geten zijn naam onder het briefje te zetten.
H}j schrijft een heleboel over zijn tuin,
over dagbloemen en leeuwenbekjes en Indi
sche kers en nog veel meer andere bloemen.
Zeker een geweldige bloemenliefhebber. Ik
ben toch benieuwd wie dat is. Dat hoor ik
volgende keer wel.
Jacob de Goede, Oudesluis. 't Zal wel
een reuze spannende wedstrijd geweest zijn
om het kampioenschap van de N.-H. V. B.
Jij wordt later zeker ook een rasechte voet
baller, dat je zo vaak ernaar gaat kijken.
Wat zal er dan gewonnen worden!
Klaas Borst, Keina. Dat is deze keer
een kort briefje, Klaas. Je hebt 't zeker te
druk met zwemmen, dat is verrukkelijk;
't is nu fijn aan strand, en de golven rollen
over je heen dat het een lust is.
Goede oplossingen ontvangen vant
Jack v. d. C., Schagen; Klaas B., Keins;
Dick K., Kolhorn; Agatha S., N.-Schar-
woude; Jacob de G., Oudesluis; Nellie P.
Kolhorn; Trijnie v. L., N.-Scharwoude; Nel
lie de V., Oudkarspel; Trijnie W., Oudkar
spel; Jan D., Anna Paulowna; Marie B.,
Stolpen; Wim B., Stolpen; Aafje, Johan,
Cor en Annie W., N. Niedorp; Gerrit en'
Coba B.; Trien en Bep T., Anna Paulowna.
Oplossing raadsel vorige week
Esp, raap, lat, net, dar, Laren, pen, sap.
Geheel: Paardenstal.
'Nieuw Raadsel
LETTERRAADSEL.
4 X A en 3 X B.
1 X L en O en T.
1 X R en 6 X E.
1 X H en 2 X 1.
1 X M en 5 X D.
En tot slot nog 5 X N
Zeg mij nu wat of ik ben.
Wie het vlugste klaar is
In alle landen van de wereld worden de
meest verschillende soorten van wedstrij
den gehouden. Groot en klein hebben wed
strijden en laten vol trots zien hoeveel
prijzen ze al gewonnen hebben.
Op dit plaatje zie je een wedstrijd in een
kleuterschool. Het is een heel moderne
school en er zijn grote ruime lokalen en
waskamers. Om de kinderen vroeg te leren
zich goed te wassen werd er een wedstrijd
gehouden wie van de kinderen het eerste
klaar was met heel goed de handen te was
sen. Kijk maar eens hoe ijverig ze bezig
zy'n!
Drie handwerkslieden ontmoetten elkaar
ergens buiten op een landweg. Omdat ze
dezelfde richting opliepen besloten ze zo
ver samen te gaan. „Waarom zouden we
niet samen gaan, als we toch die kant op
lopen", zeiden ze. „Of heeft een van jullie
een vast doel?"
Nee, ze hadden geen van allen een vast
doel, want ze hadden ook geen van allen
werk. „Het is tegenwoordig niet zo ge
makkelijk om werk te krijgen", zei de een.
„Er zijn mensen genoeg, die willen werken.
Ik ben metselaar. Dat is wel een heel een
voudig beroep, zal je zeggen, maar ik hou
van mijn vak. Ik vind het altijd even pret
tig als ik die stenen zo langzaamaan tegen
elkaar aan metsel en als ik dan na een
paar weken zie, dat het werkelijk al aardig
op een huis begint te lijken. Maar ja,
er zijn genoeg goede metselaars op de we
reld en ik doe mijn werk wel met plezier,
maar opvallen doe ik nu eenmaal niet!"
„Ik begrijp wel wat je bedoelt", zei de
tweede. „Ik ben timmerman en ik heb dus
ook al veel met huizen de doen gehad. Ik
vind het prettig om zo Hobg boven de aarde
en dicht bij de hemel op een paar planken
te staan en de balken in elkaar te zetten.
Als dan later de dakpannen op het dak lig
gen, denk ik altijd: Die hadden daar nu
niet kunnen liggen, als ik het dak niet eerst
getimmerd had. Dat is misschien wel ver
waand van me, want als ik er niet was ge
weest, had een andere timmerman het wel
gedaan. Er zijn timmerlui genoeg'op de
wereld. Maar ik hoop maar, dat ik weer
gauw werk krijg, want dat niets doen is
toch ook niets gedaan. Ik hou van mijn
werk."
„Ja", zei toen de derde, die er nogal op
vallend uitzag. Hij had een groote zwarte
hoed op en droeg een fluweelen vest, waar
hij een paar blinkende munten of iets der
gelijks op had vastgemaakt. Ook had hij
een heel lange, donkere broek aan. „Ja, dat
is met jullie natuurlijk iets anders dan met
mij!" Zijn stem klonk een beetje verwaand
en uit de hoogte. „Ik ben namelijk schilder.
Maar je moet vooral niet denken, dat ik
zo'n gewoon schildertje ben, ik ben een
echte kunstschilder. Ik heb al verschillen
de schilderijen gemaakt. Alleen jammer,
dat de mensen me niet begrijpen., ze zien
de schoonheid en de kunstwaarde van'mijn
schilderijen niet in en willen er nooit een
kopen. Enfin, aan hen zou mijn kunst toch
niet besteed zijn!" Hier kuchte hij eens en
keek wat voor uitwerking zijn woorden op
de anderen hadden.
„Maar wat doe je dan om je brood te
verdienen, als niemand je schilderijen
koopt?" vroeg de timmerman toen.
„Wat ik doe? Ja., eh.. als het niet an
ders kan verf ik ook wel eens huizen. Ja,
eigenlijk is dat natuurlijk geen werk voor
me, maar ik draai er mijn hand niet voor
om. Ik kan een muur zo vlug verven, dat
het bijna klaar is, als je erop staat te wach
ten."
„Dat zal nog lang niet meevallen", zei
den de anderen. „We hebben dat al zo dik
wijls gezien, als het linker deel van de
muur klaar was en de schilder aan het
rechter deel begon, droogde het linker deel
op en dan werden het allemaal lelijke ve
gen en klodders". Ze keken den schilder
een beetje honend aan, want ze vonden het
nogal verdacht, zoals hij zijn eigen werk
roemde.
„O, maar dat gebeurt bij mij nooit!" zei
de schilder toen. „Ik heb nog nooit een
muur bedorven. Nu ja, wat verwacht je
anders van een kunstschilder. Ik ga een
heel groot schilderij maken en zal daarmee
wel beroemd worden!"
„Wat voor schilderij dan?" vroegen de
anderen.
„O, dat weet ik nog niet, maar ik zal het
in ieder geval goed maken."
„Hm", zei de metselaar en lachte tegen
den timmerman.
Ze liepen de hele dag door. Ze konden
goed met elkaar opschieten, al deed de
schilder steeds een beetje of hij eigenlijk
te goed was voor den timmerman en den
metselaar.
De volgende dag kwamen ze in een dorp,
waar juist een nieuw huis voor den burge
meester werd gemaakt en daarvoor waren
veel goede werklui noodig. Onze drie
vrienden gingen naar den aannemer en hij
besloot om de mannen in dienst te nemen.
Maar hij lette goed op de drie vrienden.
Na een week had hij genoeg gemerkt. Hij
ging naar den metselaar en zei: „Je werkt
goed en je hebt er plezier in, je kunt in
mijn dienst blijven!"
Hetzelfde zei hij tegen den timmerman,
maar daarna ging hij naar den schilder, die
zijn mooie pakje voor een schildersschort
had moeten inruilen en zei: „Het spijt me
voor je man, maar ik kan je niet in dienst
houden. Je kladdert er maar wat op los en
je kent je vak niet. Ga jij maar weg. Man
nen zoals jij kunnen we hier niet gebrui
ken!"
De schilder trok een lelijk gezicht, maar
dat hielp hem niets. Er was niets aan te
veranderen, hij moest gaan. Hij keek naar
den timmerman en den metselaar en dacht:
„Ze schijnen het hier prettig te vinden,
want ze fluiten zelfs, terwijl ze werken! Ik
ben blij, dat ik weg ga, want dit is geen
goede baan voor mij. Daar ben ik veel te
knap voor."
Maar toen hij een week later nog bijna
niets gegeten had dan alleen wat een paar
vriendelijke boeren hem gaven, moest hij
wel een toontje lager zingen en weer schil-
derswerk aannemen. Hij moest de voorge
vel van een huis overschilderen en alle ko
zijnen en deuren netjes maken. Toen hij
daarmee bezig was probeerde hij ook een
liedje te fluiten en hij merkte al gauw, dat
op die manier het werk veel prettiger ging.
Zo leerde de verwaande schilder, die
dacht dat niets goed genoeg voor hem was,
dat zijn eenvoudige vrienden toch gelijk
hadden gehad.
JAN ONDEUGD
Om de mensen eens te foppen
Gooide Jan, die onverlaat
'n Beursje aan een touw gebonden
Zomaar midden op de straat.
Iemand, die de beurs zag liggen,
Bukte zich, maar toen meteen
Schoot het touwtje weer naar binnen
En de ander paktesteen.
Maar een man, -die het gezien had,
Was den ondeugd te snel af,
Trapte stevig op het touw en
Nam de beurs., dat was Jan's straf!
Voor het eerst uit
Een zwarte zwanenmoeder neemt haar
vier jongen voor het eerst mee uit wande
len. Ze zien er nu nog uit als knotten witte
wol, maar over een tijd zijn ze net zo
zwart als hun moeder.
DOOR
EDGAR RIOE
BURROUQHS
Eindelek kwam Tarzan's dolk ln het hart
van den leeuw terecht. Het beest zwaaide
'even, doch viel daarna neer. De aapman
sprong overeind. Even keek hij de kring van
krijgers rond met de woeste ogen van een
dier, dat zijn prooi pas gedood heeft en deze
wil vasthouden. Daarna zette hij een voet
op het dode lichaam van den leeuw en hief
zijn hoofd op. Uit de borst welde de kreet
van de mensapen op. De krijgslieden deden
een paar stappen achteruit toen deze onheil
spellende kreet de stilte verscheurde. Alextar
beefde. Hij was bang voor den leeuw, maar
nu had hij nog meer angst voor den man. Dit
schepsel was zelf een beest. Zijn gebrul
tijdens het gevecht en deze vreselijke kreet,
hadden dit bewezen. Welke dank kon hij,
Alextar verwachten Want deze man zou
hem doden, zoals hij den leeuw gedood had.
De koning was dan ook buiten zichzelf van
angst. „Voer hem weg! Weg met hem!" com
mandeerde .4j met zwakke, bevende stem.
„Wat m-v^ten we met hom doen?" vroeg een
van de edellieden. „Alles! Alles!" Alextar
gilde, „voer hem aleen weg! Dood hem!
Dood hem!"