Voor den Zaterdagavond
OUDERS
To& nooit!
't HOEKJE
Hoe de menschheid zich door de
eeuwen verdedigd heeft
Van aarden wal lot betonmuur
De volkeren hebben elkaar nooit erg
vertrouwd, al hun goede en idealisti-
sche bedoelingen ten spijt. Het „hebt
Uw naaste lief gelijk U zelve" blijft
helaas al te veel theorie. Het eene volk
staat in den grond van de zaak wan
trouwend tegenover het andere. Men
kan nooit weten wat de een of andere
nabuurstaat in zijn schild voert. Daar
om hebben in den loop der eeuwen al
le volkeren van het oude werelddeel
Europa hun grenzen versterkt, omdat
zij zich dan alleen veilig wisten.
Slechts door de versterkingen over
en weer, werd tusschen de staten eeni-
ge zekerheid geschapen, omdat de een
zeer wel begreep dat een inval onmid
dellijk beantwoord zou worden.
In den loop der eeuwen zijn deze
versterkingen uitgebreid en geperfec-
tionneerd en er ligt een heele afstand
tusschen de aarden wallen der middel
eeuwen en de moderne betonnen mu
ren als Siegfried- en Maginotlinie uit
onze dagen. In ons artikel werpen wij
eenig licht op de geweldige ontwikke
ling, die daar tusschen ligt.
ZOOLANG de menschen gedwongen
waren hun vaderland te beschermen
tegen de invallen van vijandelijke
stammen, zoolang hebben zij er ook naar
gestreefd hun grensprovincies danig te ver
sterken en hun woning half en half te ver
anderen in vestingen. Maar evenals de wa
pens in den loop der eeuwen een evolutie
ondergingen, zoo was ook de vestingbouw in
den vorm van de palissadeering en van de
schanswallen onzer verre voorvaderen, via
de indrukwekkende Middeleeuwschc burch
ten op hooge rotsen onderhevig aan veran
dering en verbetering.
REEDS zeer vroeg heeft men ingezien
dat met de beperkte verdedigingsmid
delen, waarover men toen dus in
de éerste eeuwen van onze jaartelling de
beschikking had, zooveel mogelijk profijt
getrokken moest worden van de gunstige
terreinsomstandigheden. Burchten en kas-
teelen werden derhalve nooit gebouwd
midden in laagvlakten, maar op zooveel
mogelijk hooge ontoegankelijke rotsen.
Wanneer dit niet mogelijk was en men
toch een burcht in een vlakte moest bou
wen, dan werd deze kunstmatig ontoegan
kelijk gemaakt door het graven van breede
grachten. Deze grachten dienden als na
tuurlijke bescherming van de zware muren
en poorten. Het water was vroeger voor
een oorlogvoerende stam reeds een vrij
wel onoverkomelijke hinderpaal en dat is
in onzen tijd eigenlijk nog precies zoo. Deze
Middeleeuwsche vestingen bleven stand
houden, zoolang de vuurwapens nog niet
waren uitgevonden, en tot dat gewichtige
oogenblik in de krijgsgeschiedenis waren
dergelijke burchten practisch onneembaar.
Er was werkelijk een overweldigende meer
derheid van de aanvallers voor noodig om
met stormrammen en ladders over de dicht
gegooide grachten te komen en zoo een
versterkte stad in te nemen.
Het meeste lezen wij dan ook in de oude
kronieken van steden, die zich moesten
overgeven, daartoe genoopt door honger en
uitputting, of er was verraad in het spel.
Maar de burchten zelf waren nauwelijks te
nemen.
Vuurwapens brengen revolutie teweeg.
TOEN het vuurwapen uitgevonden
werd, beteekende dat een revolutie
in de krijgskunde. Daartegen waren
de dikke muren niet bestand en versterkte
steden waren van strategisch standpunt be
keken practisch waardeloos.
De latere vestingbouwers zagen af van
hooge muurtorens en tinnen, zij versterk
ten de wallen en legden het accent meer op
de artillerie, die gemakkelijk een overzich
telijk voorland kon beheerschen.
Ook van den ringmuur zag men al spoe
dig af en zorgde er door een ingenieuze op
stelling van de versterkingswerken voor
dat de afzonderlijke bastions elkaar flan
keerden en elkaar wederzijds konden steu
nen.
Toen men eenmaal zoover gekomen was,
behoefde nog slechts een schrede gedaan te
worden om te komen tot de geweldige for
tificaties, die in den wereldoorlog gebruikt
werden.
Vele eeuwen achtereen kan men in den
vestingbouw alleen maar een evolutie waar
nemen; op dezelfde basis werkte men door
en perfectionneerde alle onderdeelen, tot
zij voor geen vervolmaking meer vatbaar
waren. De in den wereldoorlog dienstdoen
de fortificaties muntten reeds uit door zeer
sterke voorwerken, forten, die een groot
gebied, waarin de vijandelijke linies bin
nengedrongen werden, geheel beheersch-
ten. Maar hoe krachtiger het aanvalswa
pen werd, des te dieper werd de partij, die
zich verdedigde, gedwongen in de aarde
haar heil te zoeken.
Menno van Coehoorn, veldheer
en vestingbouwer.
EEN der roemruchtste figuren uit de
krijsgeschiedenis van West Europa
.is ongetwijfeld Menno baron van
Coehoorn. Hij werd geboren op de Lettiga
State bij Leeuwarden uit een Zweedsch ge
slacht, dat ten tijde van Koning Christiaan
H naar Nederland was gekomen. Afgunst
verhinderde, dat hij zich onder zijn tijdge-
nooten niet nog meer roem verwierf. Hij
was de gunsteling van de Oranjes, achter
eenvolgens van Hendrik Casimir en stad
houder Willem III. Maar niet alleen binnen
de grenzen erkende men zijn grootheid,
ook daarbuiten. Zoo is bekend, dat hij, na
de uitstekend door hem geleide belegerin
gen van Kaiserwerth en Bonn door den
Keurvorst van Brandenburg werd aange
zocht om in zijn dienst te komen. Maar van
Coehoorn weigerde. Kort tevoren had hij
zich reeds onderscheiden bij den veldtocht
van 1667, bij Maastricht en voorts in de
slagen bij Seneffe, Kassei en St. Denis. Bij
het beleg van Grave kwam hij met eenige
belangrijke uitvindingen voor den dag, n.1.
zijn grachtsovergang over rijshout en de
draagbare mortieren, naar hem nog be
kend staande Coehoorn-mortieren. Dit wa
pen is uit brons gegoten, een zoogenaamde
gladde voorlaadmotier, die onder een hoek
van 45 gr. gemonteerd was op een houten
onderstel, dat door vier man gedragen kon
worden.
De schotsverheid maximaal 200 me
ter werd geregeld door de sterkte van
de lading.
Als merkwaardigheid kan nog vermeld
worden, dat deze Coehoornmortier in groot
formaat bij het beleg van Antwerpen in
1832 nog gebruikt werd.
Het is hier niet de plaats om uitvoerig de
wapenfeiten van Van Coehoorn na te gaan,
het zijn er te veel en zij doen hier niet ter
zake. Wel moeten wij wijzen op de verster
kingen, die hij te Namen heeft aangelegd,
waar hij 'trouwens ook enkele malen gele
genheid kreeg zijn veldheersgaven te too-
nen.
Willem IH benoemde hem tot ingenieur-
generaal der fortificatiën. Hij bevestigde
zijn roem nog door het publiceeren van
Nieuwe Vestingbouw", dat ook in het
Fransch-Duitsch werd vertaald.
Veel heeft van Coehoorn gedaan voor het
vestingwezen. De nieuwe ideëen, die hij in
toepassing bracht, zijn blijven doorwerken
tot op dezen tijd. Hij bracht het gebastio-
neerde stelsel tot groote volmaaktheid.
Zooveel mogelijk vermeed hij kostbaar
metselwerk. Natuurlijk is zijn systeem in
den loop der tijden verouderd, maar veel
in den tegen woord igen fortenbouw herin
nert nog aan zijn ideëen. Hij stak zijn tijd
genoot Vauban in roem naar de kroon. Te
betreuren blijft 't dat v. Coehoorn, toch een
man van internationale vermaardheid, in
zijn eigen land niet geheel de vrije hand
werd gelaten, zoodat hij zijn gaven niet ten
volle heeft kunnen ontplooien als de
Franschman Vauban.
Wat in Van Coehoorn tenslotte zoo ge
waardeerd moet worden is den breeden
kijk, die hij op alles had. Hij zag het vraag
stuk van de landsverdediging gToot en uit
het bovenstaande is reeds gebleken dat hij
alles behalve een droge kamergeleerde was.
Zijn grootheid berustte op het combinee
ren van theorie en practijk. Het is in zeke
ren zin een hulde, dat zijn beginselen zoo
lang toegepast werden.
Geweldig voorbeeld van middeleeuwsche versterkingen. De Groote Chineesche Muur,
welke gebouwd werd, eeuwen voor onze tijdrekening, toen men in Europa een der
gelijke vorm van verdediging nog niet kende. De Chineesche Muur was vooral be.
stemd om invallen van zwervende Nomadenstammen af te slaan.
Het oude vestingssysteem
ondeugdelijk gebleken.
DE wereldoorlog heeft iri zooverre een
verrassing gebracht, dat bleek hoe
sterke vestingen naar verhouding
spoedig bezweken voor een aanval. Hoewel
Verdun nooit geheel in handen van den
vijand is gevallen, is toch gebleken dat de
methode van afzonderlijke forten niet meer
paste in het schema van de moderne strate
gie. Onmiddellijk na den wereldoorlog is
men dan ook begonnen met het maken van
gesloten linies langs zwakke grensgebie
den. Zoo ontstonden meer in dan boven
den grond de Maginot- en Siegfriedlinie.
Deze linies liggen ter weerszijden van de
grens tegenover elkaar en het is welhaast
ondenkbaar dat een troepenmacht, hoe
groot ook, het zij van de eene. hetzij van
de andere zijde, kans zal zien ooit over de
ze barrière heen te komen.
Deze ingenieuze, grootendeels gecamou
fleerde vestingwallen doen denken aan den
reusachtigen Chineeschen Muur, die in
vroeger eeuwen de Chineezen over een af
stand van 2450 km. langs de grens van hun
rijk hebben opgetrokken. Zij werd opge
richt om invallen van Nomaden af te slaan.
Niet zoo geweldig, maar in principe daar
mede toch veel overeenkomst vertoonend
was de Romeinsche „Limes", die zich eens
uitstrekte over een afstand van 250 km, te
weten van het Taunusgebergte tot den Do-
nau.
Als moderne pendanten van den ouden
Chineeschen Muur kan men beschouwen de
Maginot- en Siegfriedlinie, en tenslotte den
Duitschen „Oostwal". Daar over de beide
eerstgenoemde linies nogal het een en an
der geschreven is, bepalen wij ons tot het
geven van enkele bijzonderheden van de-
betonnen muur in het Oosten.
DE leiding van deze vestingwerken,
die in koortsachtig tempo uit den
grond gestampt worden, berust bij dr.
Todt, zooals men weet de bouwer van de
Siegfriedlinie. Het is begrijpelijk dat de
Duitsche regeering in een gespannen tijd
als den onzen in allerijl deze fortificaties in
het leven heeft geroepen. Want hier lag en
ligt ten deele nog de zwakke zijde van het
groot Duitsche Rijk. Over een afstand van
1000 km., van nature onbeschermd, lag het
land open. Deze stand van zaken vormde
uit den aard der zaak een onmiddellijke be
dreiging voor het slechts op 150 k.m. van
deze grens gelegen Berlijn. Een dergelijke
afstand beteekent in een modernen oorlog
veel minder dan enkele tientallen jaren ge
leden.
De eerste versterkingen in dit gebied da
teeren uit 1925 en 1926. Een en ander was
echter in strijd met de regelen van het vre
desverdrag van Versailles, met het gevolg
dat de fortificaties weer moesten verdwij
nen! Thans is daarvan geen sprake meer
en wordt met man en macht aan de ver
sterkingen gewerkt. De linie ligt op onge
veer 30 km. achter de grens.
In Silezië en in Pommeren zyn reeds ge
weldige forten gereed gekomen, terwijl de
Oder een natuurlijk onderdeel vormt van
deze Oostelijke linie, die wanneer zij geheel
gereed zal zijn, een der sterkste van Euro
pa belooft te worden.
Uit het feit, dat duizenden en nog eens
duizenden mannen uit hun dagelijkschen
arbeid zijn weggeroepen, blijkt wel reeds
hoe ernstig in Duitschland de versterking
van de Oostelijke grenzen opgevat wordt.
Met een drie-ploegen stelsel hoopt men een
gedeelte van de verloren jaren terug te
winnen. Het is een strijd tegen het. uur
werk, een afmattende strijd, die ongetwij
feld veel van de krachten van het Duitsche
volk zal vergen. Men behoeft slechts te
bedenken hoeveel jaren noodig zijn ge
weest om de geperfectionneerde Maginotli
nie in het leven te roepen, de Duitsche
„Oostwal" is nog veel gigantischer van op
zet. Eenig idee van de sterkte dezer uitge
strekte fortificaties kan men krijgen, wan
neer men in de gelegenheid is eens een
kijkje te nemen in de omstreken van het
Oost Pruisische Koningsbergen. Met kwis
tige hand liggen de verdedigingswerken
tusschen de meren gestrooidmaar on
zichtbaar en verbonden door onderaardsche
gangen en telefooninstallaties.
Waar gaat het naar toe?
Wanneer men hoort van dergelijke dui
zelingwekkende cijfers, wanneer men een
indruk krijgt uit de feiten hoe tot de tan
den elke staat bezig is zich te bewapenen,
dan vraagt men zich af: „waar gaat het
naar toe?" Als geharnaste ridders kunnen
de landen door een kleine ontsporing van
het militair-diplomatieke apparaat tegen
over elkaar" komen te staan om het vreese-
lijkste tournooi uit te strijden, dat ooit op
deze aarde is gehouden. Zelfs de verschrik
kingen van den wereldoorlog zullen nog
slechts gering zijn, vergeleken bij hetgeen
ons wellicht in de naaste toekomst staat te
wachten. Geharnaste ridders, die tegen el
kaar ten strijde trekken. Maar hoe mee-
doogenloos zal dit massale gevecht worden.
Van een strijd man-tegen-man kan geen
sprake meer zijn. De machine zal het hoog
ste woord spreken. Hopen wij dat deze
stem nog geruimen tijd zal zwijgen.
Wat is nervositeit?
Definitie van een bekend Weensch
psycholoog.
In een tijd, waarin zoovelen te kampen
hebben met een of anderen vorm van ner
vositeit, mogen wij wel eens nagaan, wat
nervositeit eigenlijk is.
„Kort gezegd," luidde de uitspraak van
een vooraanstanad Weensch psycholoog:-
„h t kenmerkende symptoom van nervosi
teit is gelegen in deze abnormale reacties."
Iemand, die thans nerveuzer is dam vroe
ger, zal sneller en intenser reageeren op
bepaalde prikkels, naarmate hy of zij ner-
VOOR DE
HOE DEED U HET?
No. 3.
Een ervaring, zij het m.i. een droevige,
uit de praktijk van het schoolgaan.
Zie hfer: Liesje was voorwaardelijk over
gezet. Na twee maanden van wanhopig ge
tob, besloot het Hoofd der school het kind
terug te zetten naar het vorige leerjaar.
Gevolg: ontstemming der ouders, die het
kind van school namen en het op een andere
school deden. In de nieuwe school werd het
kind opgenomen in het hoogere leerjaar.
Vast staat, dat het kind het onderwijst van
dit leerjaar niet kan volgen, doch het vol
gende jaar zal blijven zitten. De vraag is
nu: Is het verstandig van de ouders hun
kind op deze wijze te laten voelen, dat de
school ongelijk had?
Is het verstandig van de „nieuwe" school
het kind mee te sleepen?
Zal het kind, volwassen geworden, de
ouders hun handelwijze van nü, verwijten?
En wat zou U in zoo'n geval doen of ge
daan hebben?
Antwoorden aan Oveeka, p/a Red. van
dit Blad.
Geachte Heer Oveeka.
Met aandacht volg ik elke week Uw ar
tikeltjes. Als mijn kinderen geen eetlust
hebben, dan haast ik mij altijd te zeggen:
Niet eten, als je geen honger hebt! Dan
slaan ze eenvoudig een maaltijd over. Geef
ze fruit, als ze het believen, en laat het
inwendig lichaam ook eens tot rust komen,
als het daar behoefte aan heeft. Het ver
wondert mij altijd hoe weinig menschen
zich interesseeren voor de wetten der na
tuur. Het is toch van zoo hooge waarde,
daarmee op de hoogte te zijn. Eten opdrin
gen is in strijd met de natuur, dien tenge
volge nadeelig. Alles wat leeft is daaraan
gebonden.
Met vriendelijke groeten.
Een abonnee.
Opmerkingen: Het kan niet ontkend wor
den, dat deze moeder in velerlei opzichten
de gevoelens vertolkt van vele moeders,
doch of haar middel wel altijd helpt?
Oveeka.
HOE DEED U HET? No. 2.
Het lijkt mij het beste om een kind, dat
's morgens af en toe weigert om te eten
den geheelen dag niets te laten gebruiken
dan wat water tegen de dorst; het ontbijt
behoeft het kind niet op te eten, maar de
andere maaltijden mèg het dan niet ge
bruiken. Deze behandeling is voor een ge
zond kind nóch schadelijk, nóch wreed.
Mocht de toepassing na éénmaal geen resul
taten opleveren, en twijfelt men als zelf
standige moeder of men al of niet door
moet gaan en zoo ja, hoe lang? dan raad
plege men den dokter of een opvoedkundige.
Indien wij zelf niet uit kunnen maken, of
onze handelwijze in dit bepaalde geval, ten
opzichte van dit bepaalde kind, dat wij toch
het beste kennen, goed, d.w.z. vruchtdra
gend is, weten kennissen dat, zeker niet!
Het kan onder bepaalde omstandigheden
wreed, maar veel vaker nog verkeerd zijn
het kind te dwingen, zooals in opgave no. 2
is aangegeven. Een koppig kind toch vol
hardt dikwijls in zijn verzet, in het genoemd
geval bijv. indien het weigeren van voedsel
zijn grond heeft niet in een gebrek aan eet
lust, maar in een behoefte zich te verzetten.
Laat het kind zich wèl dwingen, en be
haalt de moeder dus schijnbaar de
overwinning, dan zal het ongetwijfeld zijn
verzet bij de eerstvolgende gelegenheid tot
uiting brengen, 't Is dus zaak ons alvorens
een bepaalde houding aan te nemen ze
ker te zijn van de drijfveer bij het gedrag
van het kind, en dus zeker van de reactie
op de behandeling. Maar eenmaal begonnen,
moet men consequent volhouden.
Opmerkingen.
Ook dit schrijven getuigt van paedago-
gisch inzicht. Ik verwonder me trouwens
zeer, dat èlle briefschrijfsters in dit opzicht
zoo raak de problemen beschrijven. Een
pluimpje voor de lezeressen van dit blad. De
hier geplaatste problemen wekten in een
ander gedeelte van ons land ook wel belang
stelling, doch ik moet eerlyk bekennen, dat
de stemmen uit de kop van Noord-Holland
mij en ik zeg dit in alle oprechtheid
verbaasd hebben doen staan van de gemak
kelijkheid, waarmede de mede te deelen ge
dachten mij gewerden.
Dat is in „die andere streek" van ons
land helaas belangrijk- minder. Daarom
hulde!
Oveeka.
Geachte mijnheer Oveeka.
Met belangstelling heb ik het stukje no. 1
gelezen onder motto: „Hoe deed U het?".
Ook het antwoord, dat daarop volgde. Het
antwoord is dunkt ~ne wel goed voor alge-
meene gevallen; ik denk niet, dat het dat
is wat die moeder in haar van no. 1 be
doelde. Als ik het goed begreep, vroeg zij
hoe een ander het er in den zomer mee had
daar zij haar kinderen dan niet zoo vroeg
te bed krijgen kon. Ik voor mij ga ook van
dat standpunt uit. Op tijd opstaan en op
tijd naar bed, hoewel ik wel vind, dat het
in den zomer gerust wel een half uurtje
later kan. Immers, wij hebben in den zomer
ook niet die behoefte aan slaap als in den
winter. En zou dat met een kind nu anders
wezen? En voornamelijk als het warm
weer is. Ons eten is toch ook anders dan
in den winter en alzoo niet zoo zwaar.
Hoewel de moeder in haar antwoord een
tikje verontwaardigd schrijft, dat ze niet
begrijpt, hoe of er nog één moeder aan twij
felen kan of de kinderen op tijd te bed moe
ten, lijkt het toch wel in haar verder schrij
ven, dat ze ook wel eens zondigt met het
naar bed gaan. Doch genoeg hier over. Ilc
wil ook nog wat over no. 2 schrijven.
2.
Wanneer het kind 's morgens niet wil
eten, dan kan ze mijns inzienst gerust wel
eens flink aangepakt worden. Nu bedoel ik
niet met slaan of iets dergelijks, maar iets
waar ze mee gedwongen kunnen worden,
bijvoorbeeld (tenminste als ze niet school
gaan), stuur ze weer naar bed en zorg
vooral dat ze buiten het bereik van snoe-
pery zyn. Mijn opinie is tenminste, aan niet-
eten-willen, niet toe te geven. Te meer,
daar het ook erg aanwent. En ook omdat
die moeder schrijft, dat het kind volkomen
gezond is. Ik vind dat het dan niets hindert,
al worden die persoontjes eens goed aange
pakt. Het kan ook een begin van z.g.m
„ochtendziekte" wezen. En allicht wordt
dat er dan mee in den kiem gesmoord. Ik
had er zelf tenminste ook een, toen ze klein
was, ze is nu een volwassen vrouw, maar
het hoofd staat 's morgens van bed af altijd
goed. Je kunt wel veel van je kinderen
houden, maar ze moeten het zélf niet
zien.
Met vriendelyke groeten.
Een abonnee-lezeres.
Bedoeld wordt hier zeer waarschynlijk,
dat de kinderen de „zwakke" liefde niet"
moeten zien.
Opmerkingen b\j no. 1.
Het blijkt, dat deze briefschrijfster in
groote trekken overeenstemt met de schrijf
ster van het eerst geplaatste antwoord.
Haar opmerkingen, dat in den zomer de
kinderen wat later naar bed mogen dan in
den winter, zullen niet de onverdeelde in
stemming van allen hebben, al is de ge
dachte, welke aan haar opmerking ten
grondslag ligt, in zekeren zin wel begrij
pelijk.
Idem bij no. 2. De waarschuwing tegen
het z.g. verschynsel der ochtendziekte is
van belang. Inderdaad went het niet eten
zeer sterk aan. Of het aangeprezen middel
in alle gevallen helpen zal, blijft een open
vraag, welke naar mijn meening by ver
schillende lezeressen reactie zal wekken.
Overigens neem ik met voldoening dit
schryven van een moeder en een volwassen
dochter over. Hier spreekt jarenlange erva
ring! Oveeka.
veuzer wordt. Wetenschapelijke waarheden
hebben dikwijls een kort leven, en het is Dr.
Stekel's overtuiging, dat heden ten dage
zeer veel op nervositeit geschoven wordt,
wat in werkelijkheid een geheel andere
oorzaak heeft.
Wat wordt er al niet ten onrechte be
titeld als nervositeit? Onwetendheid, on-
beheerschtheid, gebrek aan moraal enz.
In het algemeen deelt men de menschen
in in het erotisch licht te prikkelen type of
het flegmatisch of bedaarde type.
Theorie is echter altijd gemakkelijker dan
praktijk en talrijk zijn de typen, die tusschen
deze beide uitersten in liggen.
Er zijn erotische typen, die in het dage-
lijksch leven licht geprikkeld zyn, maar
zich onder waarlijk kritieke omstandighe
den onverwachts zeer flink en beheerscht
gedragen; daartegenover staat, dat veel
flegmatische typen wel degelijk snel en
intens reageeren, zoodra hun zwakke punt
in het geding komt.
Onze reacties hangen nauw samen met
onze bewuste of onbewuste complexen. Elke
moeilijkheid, die wy niet onder de oogen
willen of durven zien, en die wy onopgelost
uit onze gedachten trachten te verdringen,
wordt een complex.
Wij zullen dit aan de hand van een voor
beeld nader uitleggen. Nemen wij aan, dat
een bepaalde jongeman voortdurend onaan
genaamheden met zijn chef heeft, dan is hy
op den duur in meer dan normale mate van
dit feit vervuld.
Gesprekken over politiek, kunst of lite
ratuur zuilen hem onverschillig liten, maar
zoodra hy een tooneelstuk ziet of een boek
leest, waarin iemand met soortgelijke moei
lijkheden als hijzelf ondervindt, te kampen
heeft, dan zal dat boek zijn volle aandacht
hebben, en de persoon die in zijn eigen
geval verkeert wordt voor hem de hoofd
persoon al is hy slechts by-figuur.
Nerveuze menschen schenken zooveel
aandacht aan bepaalde moeilijkheden, dat
deze in hun oog abnormale proporties aan
nemen. De eerste stappen om hen van hun
nervositeit af te helpen zij: hen te leeren,
de dingen in hun ware verhoudingen te zien
en hen zich ervan bewust te doen worden,
dat zy overdryven.
Elk mensch heeft zyn eigenaardigheden,
maar zoolang ons zenuwgestel in evenwicht-
is, zijn wy ons deze bewust.
Een postzegel-enthousiast weet, dat post
zegels een voorname plaats in zijn gedach
ten innemen, de nerveuze mensch leeft in
een waan, dat het even erg met hem gesteld
is als hij het ziet.
En het vereischt veel tact en geduld, om
zoo iemand tot inzicht van zyn onjuiste ge
dachten te brengen, temeer omdat ner
veuze menschen steeds geneigd zyn om
anderen, althans in gedachten, te beschul
digen van gebrek aan sympathie en belang
stelling.
Gewoonlyk kunnen nerveueze menschen
tot een zuiverder kijk op het eigen leven
komen, wanneer zij zich eerst bewust wor
den van de waarheid, dat zij niet de spil
van het heelal zyn.
Nadruk verboden.
Dr. Jos. de Cock.