Voor den Zaterdagavond OUDERS To& nooit! 't HOEKJE Hoe de menschheid zich door de eeuwen verdedigd heeft Van aarden wal lot betonmuur De volkeren hebben elkaar nooit erg vertrouwd, al hun goede en idealisti- sche bedoelingen ten spijt. Het „hebt Uw naaste lief gelijk U zelve" blijft helaas al te veel theorie. Het eene volk staat in den grond van de zaak wan trouwend tegenover het andere. Men kan nooit weten wat de een of andere nabuurstaat in zijn schild voert. Daar om hebben in den loop der eeuwen al le volkeren van het oude werelddeel Europa hun grenzen versterkt, omdat zij zich dan alleen veilig wisten. Slechts door de versterkingen over en weer, werd tusschen de staten eeni- ge zekerheid geschapen, omdat de een zeer wel begreep dat een inval onmid dellijk beantwoord zou worden. In den loop der eeuwen zijn deze versterkingen uitgebreid en geperfec- tionneerd en er ligt een heele afstand tusschen de aarden wallen der middel eeuwen en de moderne betonnen mu ren als Siegfried- en Maginotlinie uit onze dagen. In ons artikel werpen wij eenig licht op de geweldige ontwikke ling, die daar tusschen ligt. ZOOLANG de menschen gedwongen waren hun vaderland te beschermen tegen de invallen van vijandelijke stammen, zoolang hebben zij er ook naar gestreefd hun grensprovincies danig te ver sterken en hun woning half en half te ver anderen in vestingen. Maar evenals de wa pens in den loop der eeuwen een evolutie ondergingen, zoo was ook de vestingbouw in den vorm van de palissadeering en van de schanswallen onzer verre voorvaderen, via de indrukwekkende Middeleeuwschc burch ten op hooge rotsen onderhevig aan veran dering en verbetering. REEDS zeer vroeg heeft men ingezien dat met de beperkte verdedigingsmid delen, waarover men toen dus in de éerste eeuwen van onze jaartelling de beschikking had, zooveel mogelijk profijt getrokken moest worden van de gunstige terreinsomstandigheden. Burchten en kas- teelen werden derhalve nooit gebouwd midden in laagvlakten, maar op zooveel mogelijk hooge ontoegankelijke rotsen. Wanneer dit niet mogelijk was en men toch een burcht in een vlakte moest bou wen, dan werd deze kunstmatig ontoegan kelijk gemaakt door het graven van breede grachten. Deze grachten dienden als na tuurlijke bescherming van de zware muren en poorten. Het water was vroeger voor een oorlogvoerende stam reeds een vrij wel onoverkomelijke hinderpaal en dat is in onzen tijd eigenlijk nog precies zoo. Deze Middeleeuwsche vestingen bleven stand houden, zoolang de vuurwapens nog niet waren uitgevonden, en tot dat gewichtige oogenblik in de krijgsgeschiedenis waren dergelijke burchten practisch onneembaar. Er was werkelijk een overweldigende meer derheid van de aanvallers voor noodig om met stormrammen en ladders over de dicht gegooide grachten te komen en zoo een versterkte stad in te nemen. Het meeste lezen wij dan ook in de oude kronieken van steden, die zich moesten overgeven, daartoe genoopt door honger en uitputting, of er was verraad in het spel. Maar de burchten zelf waren nauwelijks te nemen. Vuurwapens brengen revolutie teweeg. TOEN het vuurwapen uitgevonden werd, beteekende dat een revolutie in de krijgskunde. Daartegen waren de dikke muren niet bestand en versterkte steden waren van strategisch standpunt be keken practisch waardeloos. De latere vestingbouwers zagen af van hooge muurtorens en tinnen, zij versterk ten de wallen en legden het accent meer op de artillerie, die gemakkelijk een overzich telijk voorland kon beheerschen. Ook van den ringmuur zag men al spoe dig af en zorgde er door een ingenieuze op stelling van de versterkingswerken voor dat de afzonderlijke bastions elkaar flan keerden en elkaar wederzijds konden steu nen. Toen men eenmaal zoover gekomen was, behoefde nog slechts een schrede gedaan te worden om te komen tot de geweldige for tificaties, die in den wereldoorlog gebruikt werden. Vele eeuwen achtereen kan men in den vestingbouw alleen maar een evolutie waar nemen; op dezelfde basis werkte men door en perfectionneerde alle onderdeelen, tot zij voor geen vervolmaking meer vatbaar waren. De in den wereldoorlog dienstdoen de fortificaties muntten reeds uit door zeer sterke voorwerken, forten, die een groot gebied, waarin de vijandelijke linies bin nengedrongen werden, geheel beheersch- ten. Maar hoe krachtiger het aanvalswa pen werd, des te dieper werd de partij, die zich verdedigde, gedwongen in de aarde haar heil te zoeken. Menno van Coehoorn, veldheer en vestingbouwer. EEN der roemruchtste figuren uit de krijsgeschiedenis van West Europa .is ongetwijfeld Menno baron van Coehoorn. Hij werd geboren op de Lettiga State bij Leeuwarden uit een Zweedsch ge slacht, dat ten tijde van Koning Christiaan H naar Nederland was gekomen. Afgunst verhinderde, dat hij zich onder zijn tijdge- nooten niet nog meer roem verwierf. Hij was de gunsteling van de Oranjes, achter eenvolgens van Hendrik Casimir en stad houder Willem III. Maar niet alleen binnen de grenzen erkende men zijn grootheid, ook daarbuiten. Zoo is bekend, dat hij, na de uitstekend door hem geleide belegerin gen van Kaiserwerth en Bonn door den Keurvorst van Brandenburg werd aange zocht om in zijn dienst te komen. Maar van Coehoorn weigerde. Kort tevoren had hij zich reeds onderscheiden bij den veldtocht van 1667, bij Maastricht en voorts in de slagen bij Seneffe, Kassei en St. Denis. Bij het beleg van Grave kwam hij met eenige belangrijke uitvindingen voor den dag, n.1. zijn grachtsovergang over rijshout en de draagbare mortieren, naar hem nog be kend staande Coehoorn-mortieren. Dit wa pen is uit brons gegoten, een zoogenaamde gladde voorlaadmotier, die onder een hoek van 45 gr. gemonteerd was op een houten onderstel, dat door vier man gedragen kon worden. De schotsverheid maximaal 200 me ter werd geregeld door de sterkte van de lading. Als merkwaardigheid kan nog vermeld worden, dat deze Coehoornmortier in groot formaat bij het beleg van Antwerpen in 1832 nog gebruikt werd. Het is hier niet de plaats om uitvoerig de wapenfeiten van Van Coehoorn na te gaan, het zijn er te veel en zij doen hier niet ter zake. Wel moeten wij wijzen op de verster kingen, die hij te Namen heeft aangelegd, waar hij 'trouwens ook enkele malen gele genheid kreeg zijn veldheersgaven te too- nen. Willem IH benoemde hem tot ingenieur- generaal der fortificatiën. Hij bevestigde zijn roem nog door het publiceeren van Nieuwe Vestingbouw", dat ook in het Fransch-Duitsch werd vertaald. Veel heeft van Coehoorn gedaan voor het vestingwezen. De nieuwe ideëen, die hij in toepassing bracht, zijn blijven doorwerken tot op dezen tijd. Hij bracht het gebastio- neerde stelsel tot groote volmaaktheid. Zooveel mogelijk vermeed hij kostbaar metselwerk. Natuurlijk is zijn systeem in den loop der tijden verouderd, maar veel in den tegen woord igen fortenbouw herin nert nog aan zijn ideëen. Hij stak zijn tijd genoot Vauban in roem naar de kroon. Te betreuren blijft 't dat v. Coehoorn, toch een man van internationale vermaardheid, in zijn eigen land niet geheel de vrije hand werd gelaten, zoodat hij zijn gaven niet ten volle heeft kunnen ontplooien als de Franschman Vauban. Wat in Van Coehoorn tenslotte zoo ge waardeerd moet worden is den breeden kijk, die hij op alles had. Hij zag het vraag stuk van de landsverdediging gToot en uit het bovenstaande is reeds gebleken dat hij alles behalve een droge kamergeleerde was. Zijn grootheid berustte op het combinee ren van theorie en practijk. Het is in zeke ren zin een hulde, dat zijn beginselen zoo lang toegepast werden. Geweldig voorbeeld van middeleeuwsche versterkingen. De Groote Chineesche Muur, welke gebouwd werd, eeuwen voor onze tijdrekening, toen men in Europa een der gelijke vorm van verdediging nog niet kende. De Chineesche Muur was vooral be. stemd om invallen van zwervende Nomadenstammen af te slaan. Het oude vestingssysteem ondeugdelijk gebleken. DE wereldoorlog heeft iri zooverre een verrassing gebracht, dat bleek hoe sterke vestingen naar verhouding spoedig bezweken voor een aanval. Hoewel Verdun nooit geheel in handen van den vijand is gevallen, is toch gebleken dat de methode van afzonderlijke forten niet meer paste in het schema van de moderne strate gie. Onmiddellijk na den wereldoorlog is men dan ook begonnen met het maken van gesloten linies langs zwakke grensgebie den. Zoo ontstonden meer in dan boven den grond de Maginot- en Siegfriedlinie. Deze linies liggen ter weerszijden van de grens tegenover elkaar en het is welhaast ondenkbaar dat een troepenmacht, hoe groot ook, het zij van de eene. hetzij van de andere zijde, kans zal zien ooit over de ze barrière heen te komen. Deze ingenieuze, grootendeels gecamou fleerde vestingwallen doen denken aan den reusachtigen Chineeschen Muur, die in vroeger eeuwen de Chineezen over een af stand van 2450 km. langs de grens van hun rijk hebben opgetrokken. Zij werd opge richt om invallen van Nomaden af te slaan. Niet zoo geweldig, maar in principe daar mede toch veel overeenkomst vertoonend was de Romeinsche „Limes", die zich eens uitstrekte over een afstand van 250 km, te weten van het Taunusgebergte tot den Do- nau. Als moderne pendanten van den ouden Chineeschen Muur kan men beschouwen de Maginot- en Siegfriedlinie, en tenslotte den Duitschen „Oostwal". Daar over de beide eerstgenoemde linies nogal het een en an der geschreven is, bepalen wij ons tot het geven van enkele bijzonderheden van de- betonnen muur in het Oosten. DE leiding van deze vestingwerken, die in koortsachtig tempo uit den grond gestampt worden, berust bij dr. Todt, zooals men weet de bouwer van de Siegfriedlinie. Het is begrijpelijk dat de Duitsche regeering in een gespannen tijd als den onzen in allerijl deze fortificaties in het leven heeft geroepen. Want hier lag en ligt ten deele nog de zwakke zijde van het groot Duitsche Rijk. Over een afstand van 1000 km., van nature onbeschermd, lag het land open. Deze stand van zaken vormde uit den aard der zaak een onmiddellijke be dreiging voor het slechts op 150 k.m. van deze grens gelegen Berlijn. Een dergelijke afstand beteekent in een modernen oorlog veel minder dan enkele tientallen jaren ge leden. De eerste versterkingen in dit gebied da teeren uit 1925 en 1926. Een en ander was echter in strijd met de regelen van het vre desverdrag van Versailles, met het gevolg dat de fortificaties weer moesten verdwij nen! Thans is daarvan geen sprake meer en wordt met man en macht aan de ver sterkingen gewerkt. De linie ligt op onge veer 30 km. achter de grens. In Silezië en in Pommeren zyn reeds ge weldige forten gereed gekomen, terwijl de Oder een natuurlijk onderdeel vormt van deze Oostelijke linie, die wanneer zij geheel gereed zal zijn, een der sterkste van Euro pa belooft te worden. Uit het feit, dat duizenden en nog eens duizenden mannen uit hun dagelijkschen arbeid zijn weggeroepen, blijkt wel reeds hoe ernstig in Duitschland de versterking van de Oostelijke grenzen opgevat wordt. Met een drie-ploegen stelsel hoopt men een gedeelte van de verloren jaren terug te winnen. Het is een strijd tegen het. uur werk, een afmattende strijd, die ongetwij feld veel van de krachten van het Duitsche volk zal vergen. Men behoeft slechts te bedenken hoeveel jaren noodig zijn ge weest om de geperfectionneerde Maginotli nie in het leven te roepen, de Duitsche „Oostwal" is nog veel gigantischer van op zet. Eenig idee van de sterkte dezer uitge strekte fortificaties kan men krijgen, wan neer men in de gelegenheid is eens een kijkje te nemen in de omstreken van het Oost Pruisische Koningsbergen. Met kwis tige hand liggen de verdedigingswerken tusschen de meren gestrooidmaar on zichtbaar en verbonden door onderaardsche gangen en telefooninstallaties. Waar gaat het naar toe? Wanneer men hoort van dergelijke dui zelingwekkende cijfers, wanneer men een indruk krijgt uit de feiten hoe tot de tan den elke staat bezig is zich te bewapenen, dan vraagt men zich af: „waar gaat het naar toe?" Als geharnaste ridders kunnen de landen door een kleine ontsporing van het militair-diplomatieke apparaat tegen over elkaar" komen te staan om het vreese- lijkste tournooi uit te strijden, dat ooit op deze aarde is gehouden. Zelfs de verschrik kingen van den wereldoorlog zullen nog slechts gering zijn, vergeleken bij hetgeen ons wellicht in de naaste toekomst staat te wachten. Geharnaste ridders, die tegen el kaar ten strijde trekken. Maar hoe mee- doogenloos zal dit massale gevecht worden. Van een strijd man-tegen-man kan geen sprake meer zijn. De machine zal het hoog ste woord spreken. Hopen wij dat deze stem nog geruimen tijd zal zwijgen. Wat is nervositeit? Definitie van een bekend Weensch psycholoog. In een tijd, waarin zoovelen te kampen hebben met een of anderen vorm van ner vositeit, mogen wij wel eens nagaan, wat nervositeit eigenlijk is. „Kort gezegd," luidde de uitspraak van een vooraanstanad Weensch psycholoog:- „h t kenmerkende symptoom van nervosi teit is gelegen in deze abnormale reacties." Iemand, die thans nerveuzer is dam vroe ger, zal sneller en intenser reageeren op bepaalde prikkels, naarmate hy of zij ner- VOOR DE HOE DEED U HET? No. 3. Een ervaring, zij het m.i. een droevige, uit de praktijk van het schoolgaan. Zie hfer: Liesje was voorwaardelijk over gezet. Na twee maanden van wanhopig ge tob, besloot het Hoofd der school het kind terug te zetten naar het vorige leerjaar. Gevolg: ontstemming der ouders, die het kind van school namen en het op een andere school deden. In de nieuwe school werd het kind opgenomen in het hoogere leerjaar. Vast staat, dat het kind het onderwijst van dit leerjaar niet kan volgen, doch het vol gende jaar zal blijven zitten. De vraag is nu: Is het verstandig van de ouders hun kind op deze wijze te laten voelen, dat de school ongelijk had? Is het verstandig van de „nieuwe" school het kind mee te sleepen? Zal het kind, volwassen geworden, de ouders hun handelwijze van nü, verwijten? En wat zou U in zoo'n geval doen of ge daan hebben? Antwoorden aan Oveeka, p/a Red. van dit Blad. Geachte Heer Oveeka. Met aandacht volg ik elke week Uw ar tikeltjes. Als mijn kinderen geen eetlust hebben, dan haast ik mij altijd te zeggen: Niet eten, als je geen honger hebt! Dan slaan ze eenvoudig een maaltijd over. Geef ze fruit, als ze het believen, en laat het inwendig lichaam ook eens tot rust komen, als het daar behoefte aan heeft. Het ver wondert mij altijd hoe weinig menschen zich interesseeren voor de wetten der na tuur. Het is toch van zoo hooge waarde, daarmee op de hoogte te zijn. Eten opdrin gen is in strijd met de natuur, dien tenge volge nadeelig. Alles wat leeft is daaraan gebonden. Met vriendelijke groeten. Een abonnee. Opmerkingen: Het kan niet ontkend wor den, dat deze moeder in velerlei opzichten de gevoelens vertolkt van vele moeders, doch of haar middel wel altijd helpt? Oveeka. HOE DEED U HET? No. 2. Het lijkt mij het beste om een kind, dat 's morgens af en toe weigert om te eten den geheelen dag niets te laten gebruiken dan wat water tegen de dorst; het ontbijt behoeft het kind niet op te eten, maar de andere maaltijden mèg het dan niet ge bruiken. Deze behandeling is voor een ge zond kind nóch schadelijk, nóch wreed. Mocht de toepassing na éénmaal geen resul taten opleveren, en twijfelt men als zelf standige moeder of men al of niet door moet gaan en zoo ja, hoe lang? dan raad plege men den dokter of een opvoedkundige. Indien wij zelf niet uit kunnen maken, of onze handelwijze in dit bepaalde geval, ten opzichte van dit bepaalde kind, dat wij toch het beste kennen, goed, d.w.z. vruchtdra gend is, weten kennissen dat, zeker niet! Het kan onder bepaalde omstandigheden wreed, maar veel vaker nog verkeerd zijn het kind te dwingen, zooals in opgave no. 2 is aangegeven. Een koppig kind toch vol hardt dikwijls in zijn verzet, in het genoemd geval bijv. indien het weigeren van voedsel zijn grond heeft niet in een gebrek aan eet lust, maar in een behoefte zich te verzetten. Laat het kind zich wèl dwingen, en be haalt de moeder dus schijnbaar de overwinning, dan zal het ongetwijfeld zijn verzet bij de eerstvolgende gelegenheid tot uiting brengen, 't Is dus zaak ons alvorens een bepaalde houding aan te nemen ze ker te zijn van de drijfveer bij het gedrag van het kind, en dus zeker van de reactie op de behandeling. Maar eenmaal begonnen, moet men consequent volhouden. Opmerkingen. Ook dit schrijven getuigt van paedago- gisch inzicht. Ik verwonder me trouwens zeer, dat èlle briefschrijfsters in dit opzicht zoo raak de problemen beschrijven. Een pluimpje voor de lezeressen van dit blad. De hier geplaatste problemen wekten in een ander gedeelte van ons land ook wel belang stelling, doch ik moet eerlyk bekennen, dat de stemmen uit de kop van Noord-Holland mij en ik zeg dit in alle oprechtheid verbaasd hebben doen staan van de gemak kelijkheid, waarmede de mede te deelen ge dachten mij gewerden. Dat is in „die andere streek" van ons land helaas belangrijk- minder. Daarom hulde! Oveeka. Geachte mijnheer Oveeka. Met belangstelling heb ik het stukje no. 1 gelezen onder motto: „Hoe deed U het?". Ook het antwoord, dat daarop volgde. Het antwoord is dunkt ~ne wel goed voor alge- meene gevallen; ik denk niet, dat het dat is wat die moeder in haar van no. 1 be doelde. Als ik het goed begreep, vroeg zij hoe een ander het er in den zomer mee had daar zij haar kinderen dan niet zoo vroeg te bed krijgen kon. Ik voor mij ga ook van dat standpunt uit. Op tijd opstaan en op tijd naar bed, hoewel ik wel vind, dat het in den zomer gerust wel een half uurtje later kan. Immers, wij hebben in den zomer ook niet die behoefte aan slaap als in den winter. En zou dat met een kind nu anders wezen? En voornamelijk als het warm weer is. Ons eten is toch ook anders dan in den winter en alzoo niet zoo zwaar. Hoewel de moeder in haar antwoord een tikje verontwaardigd schrijft, dat ze niet begrijpt, hoe of er nog één moeder aan twij felen kan of de kinderen op tijd te bed moe ten, lijkt het toch wel in haar verder schrij ven, dat ze ook wel eens zondigt met het naar bed gaan. Doch genoeg hier over. Ilc wil ook nog wat over no. 2 schrijven. 2. Wanneer het kind 's morgens niet wil eten, dan kan ze mijns inzienst gerust wel eens flink aangepakt worden. Nu bedoel ik niet met slaan of iets dergelijks, maar iets waar ze mee gedwongen kunnen worden, bijvoorbeeld (tenminste als ze niet school gaan), stuur ze weer naar bed en zorg vooral dat ze buiten het bereik van snoe- pery zyn. Mijn opinie is tenminste, aan niet- eten-willen, niet toe te geven. Te meer, daar het ook erg aanwent. En ook omdat die moeder schrijft, dat het kind volkomen gezond is. Ik vind dat het dan niets hindert, al worden die persoontjes eens goed aange pakt. Het kan ook een begin van z.g.m „ochtendziekte" wezen. En allicht wordt dat er dan mee in den kiem gesmoord. Ik had er zelf tenminste ook een, toen ze klein was, ze is nu een volwassen vrouw, maar het hoofd staat 's morgens van bed af altijd goed. Je kunt wel veel van je kinderen houden, maar ze moeten het zélf niet zien. Met vriendelyke groeten. Een abonnee-lezeres. Bedoeld wordt hier zeer waarschynlijk, dat de kinderen de „zwakke" liefde niet" moeten zien. Opmerkingen b\j no. 1. Het blijkt, dat deze briefschrijfster in groote trekken overeenstemt met de schrijf ster van het eerst geplaatste antwoord. Haar opmerkingen, dat in den zomer de kinderen wat later naar bed mogen dan in den winter, zullen niet de onverdeelde in stemming van allen hebben, al is de ge dachte, welke aan haar opmerking ten grondslag ligt, in zekeren zin wel begrij pelijk. Idem bij no. 2. De waarschuwing tegen het z.g. verschynsel der ochtendziekte is van belang. Inderdaad went het niet eten zeer sterk aan. Of het aangeprezen middel in alle gevallen helpen zal, blijft een open vraag, welke naar mijn meening by ver schillende lezeressen reactie zal wekken. Overigens neem ik met voldoening dit schryven van een moeder en een volwassen dochter over. Hier spreekt jarenlange erva ring! Oveeka. veuzer wordt. Wetenschapelijke waarheden hebben dikwijls een kort leven, en het is Dr. Stekel's overtuiging, dat heden ten dage zeer veel op nervositeit geschoven wordt, wat in werkelijkheid een geheel andere oorzaak heeft. Wat wordt er al niet ten onrechte be titeld als nervositeit? Onwetendheid, on- beheerschtheid, gebrek aan moraal enz. In het algemeen deelt men de menschen in in het erotisch licht te prikkelen type of het flegmatisch of bedaarde type. Theorie is echter altijd gemakkelijker dan praktijk en talrijk zijn de typen, die tusschen deze beide uitersten in liggen. Er zijn erotische typen, die in het dage- lijksch leven licht geprikkeld zyn, maar zich onder waarlijk kritieke omstandighe den onverwachts zeer flink en beheerscht gedragen; daartegenover staat, dat veel flegmatische typen wel degelijk snel en intens reageeren, zoodra hun zwakke punt in het geding komt. Onze reacties hangen nauw samen met onze bewuste of onbewuste complexen. Elke moeilijkheid, die wy niet onder de oogen willen of durven zien, en die wy onopgelost uit onze gedachten trachten te verdringen, wordt een complex. Wij zullen dit aan de hand van een voor beeld nader uitleggen. Nemen wij aan, dat een bepaalde jongeman voortdurend onaan genaamheden met zijn chef heeft, dan is hy op den duur in meer dan normale mate van dit feit vervuld. Gesprekken over politiek, kunst of lite ratuur zuilen hem onverschillig liten, maar zoodra hy een tooneelstuk ziet of een boek leest, waarin iemand met soortgelijke moei lijkheden als hijzelf ondervindt, te kampen heeft, dan zal dat boek zijn volle aandacht hebben, en de persoon die in zijn eigen geval verkeert wordt voor hem de hoofd persoon al is hy slechts by-figuur. Nerveuze menschen schenken zooveel aandacht aan bepaalde moeilijkheden, dat deze in hun oog abnormale proporties aan nemen. De eerste stappen om hen van hun nervositeit af te helpen zij: hen te leeren, de dingen in hun ware verhoudingen te zien en hen zich ervan bewust te doen worden, dat zy overdryven. Elk mensch heeft zyn eigenaardigheden, maar zoolang ons zenuwgestel in evenwicht- is, zijn wy ons deze bewust. Een postzegel-enthousiast weet, dat post zegels een voorname plaats in zijn gedach ten innemen, de nerveuze mensch leeft in een waan, dat het even erg met hem gesteld is als hij het ziet. En het vereischt veel tact en geduld, om zoo iemand tot inzicht van zyn onjuiste ge dachten te brengen, temeer omdat ner veuze menschen steeds geneigd zyn om anderen, althans in gedachten, te beschul digen van gebrek aan sympathie en belang stelling. Gewoonlyk kunnen nerveueze menschen tot een zuiverder kijk op het eigen leven komen, wanneer zij zich eerst bewust wor den van de waarheid, dat zij niet de spil van het heelal zyn. Nadruk verboden. Dr. Jos. de Cock.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 16