Een winkel school Tientsin nest van samenzweerders Een zonderling geval Donderdag 29 Juni 1939 Vierde blad op „Moeder geeft Pietje 25 cent. Hij koopt een bal van 19 cent. Hoeveel cent houdt Pietje overDe meeste kinderen weten met die som geen raad. Als ze het geval 29-19 in de gewone som-vorm voor zich had den, zouden ze er geen moeite mee hebben, maar nu de schrijver van het rekenboekje er een probleem van gemaakt heeft, wordt 't zuch ten en zwoegen in de schoolbank.... Een paar meestersen juffrou wen, die hun leerlingetjes wilden helpen, besloten een winkel in de school op te richten en de kinderen zoo met de vele mogelijkheden van dubbeltjes en centen vertrouwd te raken. Het orgaan „Vernieuwing van Opvoeding en Onderwijsver telt van dit interessante experiment de volgende bijzonderheden: Interessant experiment bij het rekenonderwijs Wat konden we doen, om de kinderen in licht te doen krijgen in praktische, in het Hater leven noodige, rekenkennis! In de hoogere klassen 4-, 5, 6 en 7 gingen we er toe over, veel zoogenaamde „levenssommen" op !het bord te schrijven, maar in de lagei-e klassen wilden we de elementaire kennis liefst niet meer in de geijkte vorm zien aan ,te leeren. Daar we op school kartonnen geldstukken hebben, kwamen we op het idee de kinderen met behulp van dit geld te laten rekenen. Daarvoor moesten we dus ieen „winkel" oprichten. Van twee lange banken op schragen werd een toonbank ge maakt. Mooi ruitjespapier er op en het zag jer al echt uit. Toen moesten de te verlcoo- pen voorwerpen komen. Zaagsel in echte [winkolzakken stelde de diverse kruideniers waren voor, suiker, rijst, meel, enz. Op de zakken kwamen de prijzen te staan, al naar gelang de grootte van 2, 4, 5, 6, 7 enz. tot 25 aan toe. Van staven hout werden, met behulp van zilverpapier, repen en nougat- blokken gemaakt. Ook hierop staat de prijs duidelijk veimeld. Ansichten, doosjes, flcsch jes eau de cologne (gevuld met water*, maar toch heei'lijk ruikend!), poppetjes, een ring, balskettingen, clipsen, trommels, reclame- repen, pakjes tabak, alles doet dienst in de winkel. De kindei'en worden van „kooper" i ook producent, want elke dag stroomen er nieuwe aanwinsten binnen. Allerlei ;,x-ommel" wordt met groot en thousiasme begroet en gauw geprijsd en doet dienst als reken-leermiddel. Echt rekenen! Nu kunnen we echt en gezellig rekenen! De kinderen hebben allemaal een doosje (portemonnaie), waarin voor de le klas eerst 10 losse centen, later 1 dubbeltje en 10 cen ten zitten en voor de 2de klas de meest gangbare geldstukken tot een som van pl.m. i 1.75. In het begin is de onderwijzeres zelf winkeljuffrouw, maar al heel gauw laten we dat een kind doen, terwijl we zelf de /taak van „controle" houden. Het „reke nen" gaat nu als volgt. De eerste klas win kelt, dus de tweede klas (we zijn op een 3-mansschool), zit rustig aan ander werk, Waarmee de kinderen voort kunnen:, bij voorbeeld opstel of taal of stillezen. Een dubbeltje is een rijkdom! De kleintjes hebben dus in het begin 10 cent, waar ze wat voor koopen kunnen. Jen- nie bijvoorbeeld koopt een doosje van 2 cent, leen potlood van 5 cent en een nougatblok Kan 2 cent. Ze komt bij de „winkeljuffrouw" en ze vertelt, hoeveel ze betalen moet. Dat kost 5 en dat 2 en dat 2, dat kost samen 0 centen, clan houd ik nog één centje over. Hierbij cleden zich nu leuke voorvalletjes [voor! Een klein jochie „kocht" in het begin (altijd te groote dingen. Als hij zou gaan be talen, bleek, dat hij het niet opbrengen kon. „Dat gaat niet", zei hij en ging weer naai de toonbank, om iets anders uit te zoeken. Zoo leerde hij al heel gauw, wat. voor 10 cent kon en wat niet. Een ander jongetje ihad de gewoonte, om zijn heele portemon naie „uit" te verkoopen. Het geld, moest op. Hij zocht net zoolang, tci hij aan de somma 10 kwam, bijvoorbeeld een potlood van 5 cent en een busje van 5 cent, of een gum van 3 cent en een reep van 6 cent en nog een ansicht van 1 cent. Die leerde zich zelf ■dus de vele mogelijkheden van 10. Maar voor ons bestond het mooie van dit „koopen" in het feit, dat die kinderen nu echt „beleefden" wat ze ï-ekenclen. Al heel gauw konden we er toe over gaan ze bij do 10 centen een dubbeltje te geven, waardoor de mogelijkheden van de „portc- monnaie" zich voor hun kinderoogen tot in het reusachtige uitbreidden. En nu kwamen we tot een plezierige ontdekking. Deze kin deren hebben het „geval" 9 plus 5 of 8 plus 7 nog nooit gehad of uitgelegd gekregen. En daar komt het „uitverkoop"-jdnget.je me met een glunder gezicht vertellen, dat hij 11 cent moet betalen, omdat hij een brief van 5 cent en een reep van 6 cent koopt. Een ander meisje komt bij me en koopt een fleschje van S en geeft paxmantig het dubbeltje: „2 oent terug" zegt ze. De kinderen rekenen er met plezier mee. Ze vertellen, hoeveel centjes ze overhouden, als ze dit of dat gaan koopen, en als ze het niet weten uit het hoofd, kijken ze even in hun „portemonnaie". De derde keer weten ze het dan meestal zoo te zeggen. Het blijft nieuw voor ze. omdat ze steeds zelf weer neiuwe voorwerpen meebi-engen, die dage lijks dienst gaan doen als reken-object. Voor de tweede klas zitten ex natuurlijk nog veel meer mogelijkheden in. Die krijgen nu pi-actisch wisselen, want „de winkeljuf frouw" kan het vaak genoeg niet „maken". Bij.voorbeeld Jaantje moet 64 cent betalen. Ze heeft allen maar 6 dubbeltjes en 1 stui ver. Wat moet ze nu nog terug hebben? Bij sommige kinderen was dat in het begin nog wel een beetje moeilijk, maar na een week „winkelen" zijn ze allemaal erg vaar dig geworden in het uitrekenen van derge lijke puzzle's. Onder elkaar gaan ze ook „wisselen"; een dubbeltje voor 4 plakken, een kwartje voor 5 stuivei-s enz. Op deze manier komen alle „gevallen" aan de beurt en worden goed uitgerekend, doordat de kindei-en „handelend" rekenen. Zetten we nu een „levende" som op het bord, dan blijkt, dat het- gros ze dadelijk begrijpt. Direct hierop kunnen we nu het wogen kilo's, ponden, ons, enz. laten volgen, door een weegschaal te laten aanrukken en de kinderen hicx-mee laten rekenen. De „manufacturen-winkcl" zorgt voor de ken nis van het metriek stelsel. We geven ze oude lappen, mooi gekleurd papier en daar moeten ze een aantal cm. van koopen. Op deze manier komen de „tafels" er ook van zelf bij te pas. Deze prettige ervaring ment „Onderwies en Vernieuwing" onder de aandacht van „me- de-iiieuw-liehlei-s" te moeten brengen. Ons, koJit u&Juwl: door C. Daramy, Mijn vi-iend Dalton is weer met een zon- dei-ling verhaal bij me gekomen. Daar is hij stei-k in. Hij beleeft de merkwaardigste dingen. Een ander verzint die. Hij loopt ze in wei'kelijkheid tegen het lijf. Hij had ei genlijk schrijver moeten zijn. Dan was hij nooit verlegen om stof. „Heb ik je nooit die geschiedenis verteld van 't houten been? vroeg hij me laatst. „Nee, kon ik eex-lijk ant woorden, en spitste me op een van zijn bes te verhalen. Toen, nadat hij één van zijn goeie sigaren had opgestoken, begon hij: „Je weet, mijn leven is nogal rijk aan merk waardige gebeurtenissen geweest. Ik ont moet de zondex-lingsle monscheix exx dat bréngt me vaak in wonderlijke toestanden. Ditmaal gaat het echter over een z.g. dood voorwerp. Ik zeg zoogenaamd,, omdat in de natuur tenslotte alles lééft. Ik woonde tijdelijk in München. En voorloopig liad ik 't daar goed. In een heel geschikte kamer zat en sliep ik. Verder beschikte is over een soort berghok op 't eind van een donke re gang achter 'n trap, waar je geen licht kon maken. Daar had ik mijn koffers staan en wat rommel. Ik kwam er nooit. Maar op een dag, waarop ik me vex*veelde, ging ik er, zonder dat ik er eigenlijk bij dacht, eens neuzen. In het hok heerschte een flauwe scherming, die kwam door een raampje, xiit ziend op de binnenplaats. Om den hoek van de deur stootte ik tegen iets aan. Het vooi-- werp, dat hierdoor wankelde, pakte ik beet en ik zag... een houten been! Ik stond 'n beetje verbaasd. Hoe kwam het ding hier? Wie laat zooiets nu staan, alsof het een parapluie was. Ik begon te peinzen. Dat doe ik altijd bij voorwerpen, die andere lui achterlaten. Uit kleinighe den hun je soms heele geschiedenissen af leiden. Ik had eigenlijk detective moeten worden. Ik informeerde bij de menschen, wie de eigenaar was van het houten been. Men kon mij niet eens inlichten. Zelf had den ze 't huis pas gehuurd en het hok niet eens zoo goed nagezien. Dat bracht me nog meer aan het denken. Ik vroeg bij de buren. Ook daar wisten ze niets; Ik wou en zou dat geheim oplossen! Ik zocht uit, wie het huis vx-oeger in huur had gehad. Het bleek een Juffrouw Blum- mer te zijn, die leefde van commensalen. Ze woonde nu aan het andex-e eind van de stad. Ik tramde er heen. Den vorigen nacht echter was ze overleden! Dus was ik nog evexi ver. Het achtergelaten voorwerp werd 'n soort obsessie voor me. Wicn had 't toe behoord? Op een ochtend ging ik we'er aan 't rommelen in het hok omdat ik iets uit mijn koffers moest halen. Omdat 't zoo donker was wou ik 'n kaars opsteken. Daar zag ik 't lancaster aan 't raampje. Juist was ik daarmee bezig, toen ik achter me een ge stommel hoorde en van schrik viel 't gor dijn neer! Ik durfde te zwex'en, dat het geluid kwam uit den hoe, waar 't houten been stond!" MSjn vx-iend wachtte even, om 't effect te verhoogen van hetgeen thans komen ging Ik luisterde ademloos. „O ja, ik vergat je nog te zeggen, dat dat been niet veel meer was dan 'n stomp voor onder de knie, uit loopend in soox-t kruk. Enfin, ik liep weer naar 't lancaster en keek meteen naar 't been terwijl ik 't gordijn optrok. Weer hoorde ik en thans zag ik ook het gestommel van 't been! Het had bewogen; Nee, dat was geen hallucina tie. Dat was heusch! Waarom had 't ge stommeld? Wilde dat been iets zeggen. I-Iad 't been zijn meester willen helpen? Al die vx-agen bestormden me, zonder dat ik ex- antwoord op kon geveix. Ik vluchtte uit het hok en ik wist niet hoe gauw op straat te komen. Stel je vooi-, dat 't houten been me xxaholde! Dien avond, om wat afleiding te hebben, ging ik naar den schouwburg. Ik was laat; het eerste bedrijf was al aan de gang. Het stuk interesseerde me niet. Pauze. Het tweede bedrijf... Ineens, gestommel achter 't tooneel! Datzelfde nare gestommel als in 't berghok! Ik kx-eeg een gevoel alsof mijn hersens uit mijn kop zouden sprin gen. Was ik misschien dicht bij het zondex-- linge geheim, waax-voor ik de oplossing moest vinden? Ik weet niet hoe ik 't in die tweede acte uithield, dat gestommel van daareven! Ik moést te weten komen, waar het vandaan kwam. Met 'n brutale fQoi aan den tooneelknecht zou ik wel achter het tooneel kunnen komen. Het was nu de gx-oo te pauze. Ik ging naar den foyer om ,me wat moed in te dx-inken. Toen ging ik naai de ijzeren deuren, die het tooneel van de zaal scheidden en ik stond op de planken Ze hadden 't er druk met chargeeren en niemand lette op me. Ik keek goed uit naai den man, die het scheim moest ophalen. Ik zou hem niet uit het oog vex-liezen... De groote pauze was vooi*bij. Degenen, die op het tooneel niets te maken hadden, gin gen er af; „Halen!" riep de x-egisseux*. Daar stond .de man, die „lxalen" moest. Hij stompte drie maal met een been, een hou ten been, en het doek ging opIk holde naar hem toe en vx-oeg op den man af: „Hebt U gewoond in de Seilex-straat nr. 14?" De man keek me aan, alsof ik gek geworden was; dan zei hij: „Waax-achtig ja! Maar niet lang, want het beviel me daar niet." „Dan heeft daar een houten been ach- tex-gelatcn!" zei ik. „Dat klopt. Ik stamp hier altijd mee op den grond. Daar was 't ding van afgesleten en toen ging ik 'n nieuwe koopen!" „Maar laat u 't in hemelsnaam weg halen!" riep ik. „U moet het doen! Het ding roept om u. Heusch waar". En toen begx-eep ik ineens, wat er in het berghok gebeurd was. Toen het houten been zag, dat ik 't gordijn optx-ok, had het uit gewoonte, gestampt. Hierdoor had het mij tevens mogelijk gemaakt zijn eigenaar op te spoi-en. Ja, alles hangt op deze we reld eigenlijk zondex-ling aan elkaar. De man van het schex-m heeft op m'n dringend verzoek het houten been laten weghalen. Sinsdien kon ik weer rustig in 't rom melhok scharrelen!. Dit is het verhaal van de zonderlinge ondervinding van mijn vx-iend Dalton. Of zon hij misschien een pietsie gefantaseex-d hebben? EEN VERTROUWD ADRES VOOR EEN GOED WERKENDE CENTRALE VERWARMING FA. J. MODDER EN ZN. SINT PANCRAS. TEL. 193. Talrijke referenties. ÏVERTEIIT: Baby doet een uitvinding Hoofdkwartier van China's idiëelen tegenstand Ook bier zijn wijlen Doihara's spionnen bef machtigst MAAR HIER OOK ZIJN WIJLEN DOIHA RA'S SPIONNEN HET MACHTIGST. Tientsin, dat op het oogeniblik op aller lippen is, is de stad der in- trigues en complotten. Een bekend Fransch diplomaat vergeleek deze haven in Oost-Azië nog onlangs met de stad Graz in het vroegere Oostenrijk. Evenals deze plaats dient Tientsin als verblijfplaats voor oude, gopensionneerde gene raals met veel eerzucht. Derhalve is het natuurlijik, dat de meeste sa- menizweringen, welke het Hemel- sche rijk in vlamimcn zetten, van Tientsin uitgingen. Sinds meer dan tachtig jaren is Tient sin steeds weer in het middelpunt der be langstelling komen staan. In 1853 werd het door de Teiping-rebellcn omsingeld. In 1860 bezetten Brilsche en Fransche ti-oepen de stad. Tien jaren later brak er een ge vaarlijke revolutie uit. In 1900 werd de stad door de Boxei-s ingenomen. In 1901 werden op bevel van den Duitsolxen gene raal YVaklersee de muren der stad ge slecht, In 1931 brak in Tientsin opnieuw een opstand uit. In 1937 ten slotte werd het door de Japanners bezet. En op het oogen- blik prijkt zijn naam opnieuw op de. voor pagina's van alle bladen Waarom hebben zich alle verovcraax-s, ge" neraals, avonturiex-s, opstandelingen en provisorische regoex-ingen steeds weer zoo intens voor deze stad geïnteresseerd? Dat heeft in de eerste plaats strategische oor zaken. Tientsin ligt aan de samenvloeiing van de rivieren Pailio en Hoeniho en be- heex-scht daarmede het geheel I-Ionan-ge- bied. Het ligt slechts zeventig kilometer verwijderd van de Golf van Petsjili en' wie het bezit, controleert daarmede de verbin dingen tusschen deze golf en het Chinee- scihe achterland, dank zij het kanaal, dat de Paiho en Hoeniho met de rivier de Jang- tse vex-eenigt. In het bijzonder in tijden van oorlog is dit feit van de grootste, beteoke- nis, want men kan met hulp van lichte kanonneerbooten, die op. do Jangtse en 't kanaal opereeren, de ïiviervexbindingen veel gemakkelijker controleeren dan de landverbindingen. Op het land immens eijn reeds een paar vastbesloten mannen voldoende om over een bepaalden afstand de spoorrails te vex-nielen en daax-mede het Honan-gebied van de x-est van do wereld te isoleex-en! Een gevaarlijk spoorwegtraject Sinds jaren vergaat er geen weck, zonder dat Chineesche vrijscharen den treixx tus schen Tientsin en de Golf van Sjanghai aanhouden, aanvallen en plunderen. De meeste lieden hebben dei-halve van een treinreis afgezien en maken liever een veertig kilometer langeren tocht over hen waterweg. Desondanks bleef natuurlijk de onzeker heid der landverbindingen een zware han dicap voor de Japannex-s. Zij trachtten aan deze onveiligheid eerst een einde te ma ken, door iederen nachtl angs don geiheelen spoorweg tot aan de tanden bewapende wachtposten op afstanden van vijftig meter van elkaar te plaatsen. Deze maatregel le verde echter weinig succes op, want het kwam iederen nacht opnieuw tot overval len en gevechten. Dit schijnt mede een van de redenen geweest te zijn, waarom de Ja- pa nsche gcnei'aals in Noord-Ghina thans definitief de hand op Tientsin willen leg gen. Blanken en Chineezen. De betrekkingen tusschen de Japansohe indringei-s en de bewonci-s van de Eui'opee- sche on Amei-ikaansche concessies zijn nooit vriendschappelijk geweest. Men moet daarbij zeggen, dat de Japanners ook nini mer pogingen hebbenondernamen om met de blanken op beteren voet te komen. Ixi- tegendeel, in vele gevallen gedroegen zij zich zoo incorrect en bx-utaal mogelijk. Anderzijds zijn de Chineezen van de sUiJ door duizend geestelijke, economische en ook wel religieuse banden met de blanke inwoners der concessies verbonden. Men vindt hier zeer veel Christelijke Chinee zen, die, wanneer zij zich in moeilijkhé; den bevinden, natuurlijk hulp bij de blanke missionarissen zoeken. Er zijn ook ontelr bare Chineesche studenten op het Sino- Britseh College, die zich aclitcr hun En- gelsche professoren vei-scholen, wanneer zij met de Japannex-s in conflict geraakten. En ten slotte zijn er talrijke Chineesche kbopr lieden, die door het nieuwe bestuur geru moerd werd en slechts bij hun vrieinden in de concessies beschex-ming en steun zochten. Zoo is het geen wonder, dat de Japannex-s de Franschen en ovox-al de Brit ten als de handlangers van hun vijanden beschouwen, terwijl de blanken op hun beurt voortdurend de methodes van den veroveraar cx-itiseeden. Hier groeit China's jeugd op. Andere omstandiigheden komen daar nog bij. Tientsin is niet slechts een strategisch punt van heteekenis, maar gelijktijdig een van de hoofdkwartieren van den ideëelen Chineeschcn tegenstand. In de stad en haar omgcviixg vindt men niet minder dan 2206 middelbare en lagere scholen alsmede de universiteit Nankai, die sinds - twintig ja ren de meest op den voorgrond tredend» léidei-s yan bet Chineesche nationalisme levert. Deze scholieren van den bei'oemdeii Ghineesehen paedagoog Tsjang Po-ling heilt ben zich als een man aclxter maarschalk Tsjang Kai-sjek gesteld en bieden een passieven tegenstand aan de Japanschë bezetting.. Het gaat om het prestige. Met dit alles voor oogen kan men be- grijpon, waarom genei-aal Kenji Doihara, de leider van den ajpanschen spiqnnagediens^ hier onmiddellijk na het begin van den oor log zijn hoofdkwartier opgeslagen heeft. Doihara is op het oogenblik dood, maar de machtige propagandamachine, die hij in Tientsin opgebouwd heeft, functionnecrt ver der. Zij wil thans aan de Wcstersche mo gendheden wellicht nog niet zoozeer materi- eele schade toevoegen als wel een vcx-lies aan prestige, waarvan de Japanschë mili tairen gelooven, dat Engeland en Frankrijk zich nimmer zullen hei-stellen. Gaaxbe zouden de Japanners aan de Chi neezen willen zeggen: „Ziet slechts, wat gij voor vrienden hebt! Zij laten zich door ons broek en hemd uittrekken!" En de mogelijk heid bestaat, dat wanneer Engeland niet krachtig reageei't, deze deemoediging van Bi'itsche staatsburgers in het Verre Oosten even noodlottig kan wox-den als vele verlo- ren veldslagen ALSOF DE STERREN DES HEMELS NAAR BENEDEN ZIJN GEVALLEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 11