ft Klinkt als een ostersch sprookje Neem uw kinderen mee naar zee Maart Gebruik uw verstand Maar 't lijkt óp Westersch fascisme CE pHILffP1"0'3 DE DEMOCRATIE OPVATTEN. MANILLA. Javanen Matlocreezen. Sumatranen, die er l' Minffnn van hooger onderwijs bezoeken richtingt kcnnen, want het onderl I dus Engel*" ornrrpvon in het Eneelsch hier gegeven in het Engelsch ^LT sSiaS. Kr Zijn nog andere Ne- Ji,.Indiërs, zoo bij voorbeeld aan Handelsbank, die "n' Vederlandscb-lndische „studenten", die v.r''laadtouw of handelswetenschappen ,n zijn niet hierheen Rekomen, om- £fS onderwijs hier zooveel beter is dan i Vfdirlaodsch-Indië Het tegendeel is het il Be» jongelui zijn of waren min of Er «TOlutionnair, tegen de „vreemde JJorlieerschlng" in hun eigen land. Ze had- Ex-opstandelingen, die staatshoofd worden, hebben steeds, naar de ge schiedenis bewijst, de neiging zich als dictator te ontpoppen. Was het in de zeventiende eeuw anders met den Engelschman Crornwell? En in de achttiende eeuw met Robespier- re? In den aanvang dezer eeuw met Kemal Pasja in Turkije? En thans met Hitier, Mussolini, Stalin en den buidigen sjah van Iran (Per- zië), die zijn loopbaan als kozak be gon? Quecaon populair. President Quezon van de Philippijnen ver genoegt zich niet, als president Lebrun van Frankrijk, met een bescheiden rol. Hij houdt geregeld toespraken, tneedt op in het openbaar en er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat de bladen foto's van hem publiceeren: president Quezon inspec teert troepen, president Quezon op zijn i naar de Philippijnen gekomen, die geestdrift heeft niet lang geduurd. Verontwaardigd luist! deren ïen n dien deze issie 11 ndingen 1.0. in ïgeven omroep i inzake itzendin Vrijwel alle deze jongelui spreken stekend Nederlandsch en zij komen dikwijls bezoeken en nu en dan ga naar hen toe. Allen zijn Mohamedancn en ïun verontwaardiging is groot over de Philippino's, die grootendeels (voor negen- 1 procent) Christenen zijn geworden. Eén hunner spreekt geen Nederlandsch. Bed jong is hij door zijn vader naar Ara- >iè en Egypte gezonden, waar hij uitste kend Engelsch heeft leeren spreken. Op jeugdigen leeftijd is hij reeds een man van beteekenis, want hij is „hadji", bezocht tweemaal de heilige stad der Mohamme danen, Mekka. Ilij studeerde eenigo jaren an de beroemde Mohammcdaansche uni- voc' rersiteit te Cairo en ïs in den Islam een chrifgeleerde. Thans woont hij eenige ja- ren te Manilla. Dezer dagen vroeg hij iuq. :o°ai |oeveel jaren hij noodig zou hebben, om Nederlandsch te spreken. Ik kon hem iet anders antwoorden dan: „Tweemaal oo lang als ge noodig hebt gehad om oed Engelsch te leeren." Om dit antwoord 1 'as hij eenigszins ontmoedigd. Bij ons in Indië— Al deze Nedcrlandsch-Indische jongelui, avanen, Sumatranen, Madoereezen en an- erep, trekken steeds vergelijkingen tus- jhon Nederlandsch-Indie en de Philippij- en de Philippijnen komen daar niet af. Telkens kan ik hooren. bij ons it is in Nederlandsch-Indië) is het leven |*«1 goedkooper, zijn de stralen reiner, is postdienst beter, de ziekenhuizen zinde- ifr. de politie vriendelijker en onom- Whaar, de autobusdiensten geregelder heter georganiseerd. Zelfs voor de Ne- wrlandsch-Indische soldaten hebben ze j wans een vriendelijk oordeel en eens i hoorde ik een dier jongelui bij liet zien Amerikaansclie soldaten zeggen: SS®, dan zijn de Nederlandsche soldaten toch veel „pittiger"! Hun teleursteüng over I Philippijnen maakt hun oordeel soms e?as wat al te onbillijk. En het lieim- naar hun eigen land speelt daarbij een rol. Vooral van de Javanen '5 "d bekend, dat zij niet gemakkelijk nniln in oen ander land, tenzij ze met zoovfilon zijn, dat ze gezamenlijk in een ®!'nt dorp kunnen wonen. Rjj de kolonisa- ,Jan Tavancn °P Sumatra en elders widt de Nederlandsche regeering daarme- '«1 degelijk rekening. De democratie der philippino's. Echter, veel in de critiek dier Neder- '™wh-Indische jongelui is gegrond. Dat «'ibealuur der Philippijnen, waarmede de ht van ve> f*meri«nen zich zoo goed als niet meer ji.J_ boeien, laat in vele opzichten nogal iets Renschen over. Het is, naar Europeesche Bo n' vaa^ zonderling en vreemd en... m i s^ersch. al beweren de Philippino's een bod volle overtuiging, dat ze een „demo- atiseh" regeeringsstelsel hebben. Hel ijn sigaretj"aaKt op mij soms veel meer den indruk an oen „fascistisch" regeeringsstelsel. L!re?i?e»t van hel Philippijnsrhe gemeo- e° „n 'oommonwealthl is Quezon, een oud- pstandolinjr tegen de Spanjaarden en tegen L.rTrika^P- Onder Amerikaansch be- a"F "ccft hij zelfs nog in de gevangenis en toen] je reei'j ing i li-deft momefl ch heen^ ch tah plaats 1 huimenf teel en 1 brief i rolde hij in den: leelen ijp weer monte eens J volgde. I n, om loc ongemefl hen dicü- echts op strtf reden nat Het gebouw der Volksvertegenwoordiging te Manilla. jacht (hij heeft een prachtig zeewaardig jacht), president Quezon spreekt studenten of arbeiders of bankiers toe, president Que zon begroet den Amerikaanschen hoogon commissaris, zit bij een plechtig diner aan, onderteekent een wet,; woont .een voor naam bal bij. Bij de eene gelegenheid is hij statig in rok of smoking, bij een andere draagt hij de mouscline blouse der Philip- pijnsche arbeiders. Met Hitier behoort hij tot de meest gefotografeerde staatshoofden. Quezon benoemt zich zelfl Deze dagen heeft hij zichzelf tevens be noemd tot secretaris (zooiets- als minister) van het departement van landsverdediging, dus tot minister van oorlog, want de Phi lippijnen hebben, in afwachting van de volkomen onafhankelijkheid thans een eigen leger gevormd. Die zelfbenoeming tot mi nister van oorlog heeft niemand vreemd gevonden en er is geen woord van protest tegen op gegaan. Men stelle zich zooicts voor in Europa, bij voorbeeld de president der Fransche republiek, die zich tot minis ter van oorlog zou benoemen... Den volgen den dag zou geheel Frankrijk in opstand zijn. President QueZon benoemt ook, zonder dat dc Amerikanenn er zich in het minst mede bemoeien, de rechters, maar zeer gelukkig schijnt hij in zijn benoemingen niet te zijn, want in de enkele maanden, dat ik hier vertoef, werden eenige rechters van hun functies ontheven, daar ze zich hadden laten omkoopen. Men fluistert algemeen, dat hiermede nog geen einde is gemaakt aan de omkooping van rechters, die trouwens in Oostcrsche landen met zelfregeering geen uilzondering is. Integendeel, naar ik weet, door mijn ervaringen in Turkije, Iran (Perzië), Irak en het oude Abcssinië. Een van de dingen, waarover de hier vertoevende Nederlandsch Indiërs zich het meest verbazen, is die omkoopbaarheid van rechters (en vaak van politiemannen). In Nederlandsch-Indiö bestaat deze omkoopbaarheid niet. Een der voor naamste weldaden, die kolonisce- rende mogendheden als Frankrijk, Engeland en Nederland aan de Indi sche bevolking gebracht hebben, is een naar mcnschenmogelijkheid on partijdige rechtspraak. Doch niet alleen rechters zijn hier om koopbaar. Naïeve arbeiders. Er bestaat (of bestond) hier een arbeiders beweging, die als overal zeer verdeeld was. Politieke overtuigingen en ijdelheid en eerzucht van leiders speelden bij die on derlinge verdeeldheid een rol. Enkele dagen geleden, 5 Juni, hebben de arbeidersleiders de éénheid der arbeidersbeweging geprocla meerd. Hoe men eensklaps tot die eenheid gekomen is? Dat is een publiek geheim.. Men heeft die eenheid gevierd door de planting van een „eenheidsboom" in een park te Manilla en er werd ook een optocht gehouden, waaraan volgens de bladen meer dan honderdduizend arbeiders deelnamen, volgens mijn schatting echter hqogstens vijf-cn-twintig-duizend. Die optocht zou een oude „vakverbonder" tot blinde woede hebben kunnen brengen. Voorop in den stoet marcheerde een militair muziekkorps en als eerste daarachter kwam de.,, secre taris (minister) van arbeid. De vrouw van den president van het „gemeenebest" ont hulde dien dag met een toespraak een „eenheidsvaandel" en de president .zelf sprak ook- de menigte toe. En de menigte juichte, niet beseffend, dat dc arbeidcrsfiëwëgliig thans onder- leiding der rcgcering.-staat.. klinkt als een Oostersch sprookje, maar gelijkt tevens beangstigend op Wes tersch fascisme. J. K. BREDERODE. Dr. van Hilten, kinderarts, zegt: Wat men moet doen en nalaten •v o\gi) In het bekende opvoedkundige perio diek „Het Kind" vinden wjj een bijdrage van dr. Th. C. van Hilten, waarin deze een beschouwing wijdt aan 't probleem: 3Iag men z'n jeugdige kinderen mee naar 't strand nemen? Gaarne verlee- nen wij 't artikel van den in den Noord- kop van onze provincie zoo bekenden kinderarts plaats, er van overtuigd zijnde, dat vele anderen er hun voordeel uit trekken kunnen. Na den langen, langen wintertijd, tijd van spanning en hard werkeh, tijd, waarin van bijna iedereen het uiterste van zijn werkkracht wordt gevergd, doemt dan eindelijk in het verre verschiet, als een oase in de woestijn de vacantietijd op. Vacantie tooverwoord voor een ieder, die een jaar lang in den tredmolen van het leven de volle 100 percent van zijn werk kracht heeft gegeven. Vacantie, nu eens een dag of veertien juist niet dat doen, wat we vijftig weken achtereen hebben moeten doen. Twee volle rustweken, die ieder op zijn manier ge niet, de één door zijn geest te verfrisschen met het bezoeken van musea en andere cultuurmonumenten, anderen met te zwer ven door vreemde landen, en weer ande ren door een rustig plekje uit te zoeken en zich aan een dolce far niënte over te geven. Maar voor we zoover zijn komt eerst het groote vraagstuk: waar zullen we dit jaar heengaan. Waarheen met de kinderen? we ze laten plassen en stoeien aan Europa's prachtigste stranden, die van Hollands West kust Is er iets heerlijker dan rond te dwalen óver de oneindige wijdte van de Veluwe of zich in slaap te laten wiegen door 't eeuwigdurend geklots der golven aan Hollands blonde strand! Naar zee? Moge de keuze voor ons zelf dan al gemak kelijk vallen, voor de kinderen wordt het soms moeilijker. Het eene kind kan tegen de zee, het andere niet. Het laatste wordt nerveus, gaat slecht eten en slaapt onrustig, terwijl het eerste daarentegen gaat eten als een wolf en slapen als een marmot. Het nerveuse kind is prikkelbaar, lastig, krijgt standjes en als het wat grooter is wordt het zelfs nog ondankbaar genoemd. Dat bij zulke kinderen een vacantie aan zee gunstige resultaten zal afwerpen lijkt uitermate twijfelachtig. Maar gelukkig, voor verreweg het grootste gedeelte der gezonde jeugd is een verblijf aan zee niet alleen een tijd van heerlijk genieten, maar ook een bron van gezondheid. Ik durf te verklaren, dat dit niet alleen geldt voor het meerendeel der gezonde kinderen, maar zelfs, dat er slechts een zeer klein percentage is voor wie de zeelucht minder gewenscht is. Geldt deze uitspraak ook voor de allerjong ste editie der spes patriae, de zuigelingen? Mogen die zelf wel naar zee? Er bestaat bij de meest menschen een heimelijke angst om zuigelingen mee te nemen daarheen, zoodat daarop vaak het vacantieplan schipbreuk lijdt. Door die angst krijgen we vaak de vraag te hooren: „dokter mag een zuigeling eigenlijk wel naar zee?", of we krijgen de klacht: „ik zou wel graag eens naar het strand gaan, maar ja, ik heb nog een zuigeling en die mag na tuurlijk niet mee en trouwens, ik mag toch niet baden of zwemmen zoolang ik die kleine zelf voed". Het antwoord zoowel op de vraag als op de klacht kan kort zijn. Er bestaat geen enkel bezwaar tegen een zuigeling eventueel mee te nemen, nöch voor ae moeder om te baden of te laten zwemmen. Brengt dit in het algemeen voor volwasse nen niet zoo heel veel moeilijkheden mee, an ders wordt dit voor huisgezinnen met kinderen, vooral kleine kinderen (tenzij de ouders uit gaan en de kinderen mee mogen zeulen), maar eerst dient toch altijd het cardinale punt be handeld: bosch en heide of duin en zee. Waar zuil enwe met de kinderen heengaan: naar Gelderland, Overijsel of naar Katwijk, Bergen zullen we met de kinderen heengaan: naar i een moeder haar lichaam niet „fit' hei in Drenthe, in de uitgestrekte bosschen door een gezonde sport? van loof- en denneboomen bij Ommen óf zullen 1 Zijn de kinderen van onze kust-bewoners Waarom toch zou er een contra-indicatie bestaan tegen het opsnuiven van de zuivere lucht aan zee voor een zuigeling, waarom zou houden ZONDAG 16 JULI 1939. Hilversum I. 1875 en 414,4 m. 8.55 VARA. 10.00 VPRO. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 8.00—12.00 AVRO. 8.55 Gramofoonmuziek. 9.00 Berichten. 9.05 Tuinbouwhalfuur. 9.30 Gramofoonmuziek. ,40 Causerie. „Van Siaat en Maatschappij". 9.59 Berichten. 10.00 „In de vreugde dezer dagen", toespraak. 10,30 Nederlandsch Hervormde Kerkdienst. 12.00 AVRO-Amusementsorkest (Om 12.15 Berichten). 12.45 Schilderij bespreking. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.30 Causerie: „Het openleggen van Nieuw- Guinea". I.50 Gramofoonmuziek. 2.00 Boekenhalfuur. 2.30 Koninklijk Mannenkoor „Kunst na Ar beid met orgelbegeleiding. 2.50 Gramofoonmuziek. 3.00 Residentie-orkest en solist. In de pauze: Gramofoonmuzie 4.30 Reportage. 5.00 Jack de Vries' Internationals en solist. ^5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 Esmeralda. 6.30 Sportnieuws ANP, gramofoonmuziek. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Schuldig of onschuldig? 7.30 Bravour en Charme. 8.00 Berichten ANP, radiojournaal, mede- deelingen. 8.20 Gevarieerd concert. 9.05 Radiotooneel met muziek. 9.40 Residentieorkest en soilst. 10.30 Het Renova-septet. II.4512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. 301.5 m. 8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5.00 NCRV. 7.45—11.30 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Orgelconcert. 9.50 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna: Evangeliesatiekoor „Maranatha" en gra mofoonmuziek. 12.15 Causerie: „Blijft het kampwerk nood zakelijk?" 12.35 Gramofoonmuziek. 1.00 Boekbespreking. I.20 Koninklijk erkende harmonie „Concor- dia". 2.00 Goc1 dienst onderricht. 2.20 Verzoekconcert (gr.pl.). 4.30 Ziekenhalfuur. 4.555.00 Gramofoonmuziek. 5.05 Gewijde muziek (gr.pl.). 5.50 Nederlandsch Hervormde Kerkdienst. Hierna: Gewijde muziek (gr.pl.). 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 KRO-Melodisten en solist. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.00 KR.-orkest en -koor en solisten. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Epiloog. II.0011.30 Esperantolezing. MAANDAG 17 JULI 1989. Hilversum I. 1875 en 414.4 m. Algemeen programma, verzorgd door de VARA. 10.00—10.20 v.m. VPRO. 8.00 Gramofoonmuzitk (ca. 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10 40 Zar.g, piano en gramofoonmuziek. 11.10 Declamatie. 11.30 Gramofoonmuziek. 12,15 Berichten. 12.17 VARA-orkest. I.001.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Pianovoordracht. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Declamatie. 3.30 Orgelspel en gramofoonmuziek. 4.30 Voor de kinderen. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.30 Esmeralda en soliste. 6.28 Berichten. 6.30 Muzikale causerie (met gramofoonmuz.) 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.10 „De eerste reis naar de maan", lezing. 7.30—8.00 VARA-orkest. 8.05 Herhaling SOS-berichten. 8.07 Berichten ANP. 8.17 Derde acte van de opera „Die verkaufte Fraut" (opn.). 9.10 Declamatie 9.30 Jack de Vries' Internationals en solist. 10.00 Berichten ANP. 10.10 Orgelspel. 10.45 Esmeralda en soliste. II.1512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. 301.5 m. NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing en medicatie, 8.15 Berichten, w 'amofoonmuziek. (9.309.45 Gelukwenschen.) 10.30 Morgendienst. 11.00 Christ. lectuur. 11.30 Gramofoonmuziek. (12.0012.15 Ber.). 12.45 „Marcando-Ensemble" en gramofoon muziek. 2.00 Orgelspel. 3.00 Voor tuinliefhebbers. 3.40 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. <1.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Voor de kinderen. 6 15 Gramofoonmuziek. 6 30 Berichten, vragenuurtje. (7.007.15 Berichten). 7.35 Gramofoonmuziek. 7.407.55 Toespraak over de plannen voor het Generaal Appèl op 3 Augustus 1939. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-ber, 8.15 Dr. Hoedemaker-avond. 10.15 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. soms zwakker en ziekelijker dan die van de stedelingen Zou zwemmen en baden ongezonder wezen dan roeien, tennissen, schaatsenrijden, enz.? Immers neen, eerder het tegendeel. Ik weet wel, er bestaat nog steeds een cate gorie van menschen en helaas niet alleen onder de minder ontwikkelden, (ze bestaan zelfs on der wie deskundig moesten zijn!), die buiten lucht voor een zuigeling uit den booze acht en die op iedere bladzijde van haar vocabularium het woord tocht heeft staan, ja het zelfs in Gods vrije natuur wil laten tochten, maar, ge lukkig, dat ras is aan het uitsterven. Is het dus toegestaan een zuigeling mee te nemen naar liet strand, aan den anderen kant dienen dan toch ook de meest moge lijke voorzorgen in acht genomen te wor den om de peuters te beschermen tegen de felle zonnestralen en over-verhitting. Nog altijd zien we volwassene de grenzen van het toelaatbare overschrijden door b.v. veel te lang achtereen zonnebaden te ge bruiken, enz., enz. Heeft niet onlangs een dame in Zandvoort het bewijs geleverd hoe verregaand onverstandig het is „mis bruik te maken van de zon" met als resul taat: het ziekenhuis. Te lang het naakte lichaam aan de zonnestralen bloot stellen, vooral als men begint met „zonnen", kan de meest funeste gevolgen hebben. En wat voor volwassenen geldt, geldt a priori in nog sterker mate voor zuigelingen. Deze worden aan het strand, als regel, nooit geheel naakt aan de zonnestralen blootgesteld, tenzij 's morgens vroeg en zelfs dan. nog niet te lang. We laten ze dan eerst een poosje, pl.m. 10 minuten, op hun buik spartelen en geven daarna de voorkant een beurtje, waarbij we er steeds voor zorgen het hoofdje in de schaduw te houden. Is het heel warm dan doen we verstandig de kinderwagen thuis op een koel plekje te zetten, waarbij we er dan tevens* voor zorgen, dat de kleine zoo luchtigjes mogelijk gekleed is. Zijn we dus uiterst voorzichtig aan zee met zuigelingen, bij de kleuters kunnen we dè teugels wel een beetje laten vieren en ze dan ook naar hartelust laten grasduinen in het water. Ook bij hen echter zijn er grenzen, welke we niet mogen overschrijden. Te vaak zien we nog, dat kinderen uit de stad, dadelijk, reeds den eersten dag, in badpak gestoken worden en uren achtereen mogen ploeteren in het water. De gevolgen merken de ouders helaas pas des avonds, als de kinderen niet kunnen slapen van pijn en branden op hun rug, maar dan is het te laat en den volgenden morgen is de huid van den rug dik, rood en soms vol blaren. Dit is dan ook een cardinale fout, die eigen lijk geen enkel verstandig mensch bij eenig nadenken zou mogen maken, ook niet als de huid zoogenaamd behandeld is met olie, vet en dergelijken. Welke roeier, die in het voor jaar voor het eerst weer de riemen in zijn handen neemt, gaat dadelijk uren lang roeien, welke wintersport beoefenaar begint den eer sten dag in Zwitserland met een grooten berg tocht? Immers niemand. Daarom beginnen we de kinderen geleidelijk aan zee en zon te laten wennen, iederen dag een beetje langer, totdat ze eindelijk getraind zijn. Ook aan de zee ge wend zijn, want het is niet alleen de zon, waar ze aan wennen moeten, maar ook het water; want het is ook onjuist ze dadeljjk den ge- heelen dag in het water te laten. Manen dus zoowel zon als water de ouders tot voorzichtigheid, deze zijn toch niet de eenige factoren. Ook de gesteldheid van het weer eischt hun aandacht. Vooral kinderen, die zoo af en toe van het strand' mogen genie ten, hebben bij betrokken en eenigszins win derig weer gauw last van de koude. Wat overi gens heel licht te begrijpen is. Schijnt het zon netje lekker warm, dan zal het badpakje vlug droog zijn en hebben ze geen last van de koude, maar gaat het telkens achter de wolken schuil, dan zal bij eenigen wind de afkoeling te sterk zijn, wat vooral bij niet al te robuste kinderen onaangename gevolgen zal meebrengen. Daar om is het beter op zulke dagen het badpak maar thuis te laten en ze te laten „pootje baden" in de plassen door den vloed op het strand achtergelaten. Dit zijn de meest uit gezochte plekjes, waar ook het kleinste grut hg mooi weer naar hartelust mag ploeteren. Zooals vanzelf spreekt zjjn er nog meer ge varen aan het verblijf aan zee verbonden; om maar enkele te noemen: draaikolken, het trek ken van de zee bij Oostenwind, vooral bij het ebben. Maar deze gevaren raken meer de vol wassenen. Wel bestaat er nog een vermeend gevaar bg de ouders, ze zijn n.1. vaak bang kinderen, die pas gegeten hebben, in het water te laten spelen, gedachtig aan den goeden raad niet met een volle maag te gaan zwemmen. Met een gerust geweten echter kunnen ze hun kroost ook na den maaltgd in de zee laten dartelen zonder eenig gevaar voor hun ge zondheid. Tot slot nog een raadgeving. We zien aan het strand zeer vaak de ouders hun spruiten telkens van badpak verwisselen. Als ze uit zee komen gaat het natte hit een droog aan en omgekeerd. Dit is bij mooi zonnig weer totaal overbodig, wanneer de kinderen maar een dun en geen dik wollen badpakje aan hebben. Hierbij zou ik het kunnen laten, maar wil toch nog even op een onverstandigheid 'wijzen bij vele vaders en moeders. Ik hoor nog al eens, dat een kind niet tegen zee kan en bij nader inzien blijkt dan, dat de ouders, vooral de dagjes-menschen, de fout maken hun kroost zoo'n dag vol te stoppen met fruit, chocolade, „ijsjes", enz., enz. Bij het naar huis gaan, ach ter op de fiets, in een bus enz. deponeeren dan de stakkers, doodvermoeid en warm hun maag inhoud op een verkeerde plaats. Maar is het strand hieraan nu schuld Zeer zeker niet, het is de onjuiste mentaliteit van de ouders, die trouwens bij ieder „dagje uit" een afgod van hun maag maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 15