9
li
II
Wij lazen voor II
Tekort aan arbeidskrachten
maatstaf voor ontbrekenden
/elstand
lin
Oorsetiere
a.G. de Waard
O vertollig haar
Terlep's Drogisterij
UITENLANDSCH.
VERZICHT
\^ot bijvoedering
terdag 15 Juli 1939
Economische beschouwing
ES
a'asiris Maat- en
Maatconfectie
Ingezonden
Alkmaarsche Kaasmarkt
Tweede blad
En
wat
?d huur!
huur
wonen
toch In
il afbetal
ante beti
gebrnt
fP»,
Van het belachelijkste tot het su
blieme is slechts een schrede", zegt
de wereldwijze Franschman.
waarlijk, wanneer men ziet,
stch hier en daar in onze samenx-
levinfr afspeelt, begint men de
juistheid van dit woord te beseffen.
Wij, vastgeroest als we zijn in de
gedachte, dat een der grootste eu
velen onzer maatschappij is gelegen
in de werkloosheid, konden vooral
in de eerste jaren van het tegen
woordige Duitsche bewind onze
„oren nauwelijks gelooven, wanneer
we vernamen hoe daar bij onze bu
ren in een handomdraaien een eind
was gemaakt aan den ondragelijke»
toestand, die hij ons rustig bleef
voortduren. De leiders der regeering
sloegen zich op de borst, ze ver
kondigden overal en aan ieder, die
iet "hooren wilden: „Ziet, wat wij
llcunnen!" En inderdaad is er een
jperiode geweest, waarin menigeen
L )nejgd was toe te geven, dat ze
|de werkloosheid toch maar hadden
r G. NAKopgelost.
plaats van werkloosheid ontstond er
hiitschland een' tekort aan arbeids-
|lcn, waarop aanvankelijk nog met
iwerd gewezen, waarover allengs meer
,ieer pijnlijke stilzwijgendheid werd
^rd, Men schijnt langzamerhand in
en, dat een toestand, die een aantal
geladen stellig als een soort ideaal
njn beschouwd, heel wat minder he
il; is als men had kunnen verwachten
inle werkelijkheid heeft bewezen, dal
uMieme ook hier het belachelijke of
i een ander woord te gebruiken
erwerpelijke nadert.
Ook een groot tekort aan werk-
rachten deugt volstrekt niet. Ja,
pen zou zich de vraag stellen of
j toestand van werkloosheid, ge-
Ik wij die nog steeds kennen, in
I niet de voorkeur verdient.
lts, bij ons gelijk bij onze buren is
iUltaat, dat de burger zich in zijn
j beperkt ziet. Bij ons, omdat ten
der werkloosheid de productie
een zoodanige hoogte is opgevoerd,
jicn het aantal werkkrachten, moge-
|zijn. En, waar de productie in zoo-
i invloed is op den welstand, dat
productie onherroepelijk èen
[ren welstand met zich meebrengt,
K wij dus een grooteren welstand
1 bereiken, dan op het oogenblik het
(nitschland echter is het tekort aan
|rachten gebaseerd op het feit, dat
Syoorhandene krachten niet een
j! welstand kan worden verschaft
lar noodig wordt geoordeeld.
Bben dus althans nog een reserve
peidskrachten, waardoor eventueel
Ictic verder kan worden opge-
]l Duitschland vindt men deze re-
t meer. Alles wat tot werken in
b ingeschakeld en het is een ont-
jedachte, dat zelfs onder die om-
gen niet datgene kan worden ge-
wat noodig wordt geoordeeld
K.®behoorlijke voorziening der be-
Wl
[Houdt men dit, laatste in het oog,
ïdan is het duidelijk, dat het cijfer,
aangevend het tekort aan arbeids
krachten in Duitschland een cij-
[fcr, dat af en toe officieel bekend
piijnt te worden gemaakt in
rezen een graadmeter is voor den
[galenden welstand onzer buren.
|oe pooter het wordt, hoe meer de
wductie in vergelijking met de be-
pften der bevolking blijkbaar is
dnald. Want een tekort aan werk-
fachten van 100.000 of 200.000 wil
wezen niets anders zege-en dan
j 100.000 of 200.000 arbeiders te
jainig' disponibel zijn om den als
idzakelijk geoordeelden welstand
[kunnen bereiken.
j oogenblik is het cijfer gestegen
'2 milliocn en onder deze omstan-
behoeft men niet te twijfelen
Iberichten, die af en toe worden ver-
M die ons, verhalen omtrent een toe
pte schaarschte zij onze buren.
J'OBNSDAG 19 JULI, van 10.30 tot
9°ttzaak aanwezig.
voor Uw figunr geschikt komt
Bttondheid ten goede.
w dus vakkundig voorlichten.
'ENVERKOOP
SCHAGEN.
leverantie Ziekenfonds A.A.Z.Ak.
Het spreken van een bepaald tekort
aan werkkrachten is overigens in wezen
zuivere dwaasheid. Ieder volk is gekomen
aan het toppunt van zijn prestaties, zoo
dra het geheel vol is. bezet.
Zijn alle ingezetenen den geheelen dag
aan het werk, dan valt niets meer te ver
wachten en heeft het niet de minste zin om
te zeggen, dat de productie grooter zou
zijn indien er meer tewerkgestelden waren.
Waarbij overigens ook uit het oog wordt
verloren, dat deze menschen hun behoeften
zouden hebben, zoodat hun voortbrenging
stellig niet in haar vollen omvang aan de
anderen ten goede zou komen.
Het merkwaardige feit doet zich echter
voor en dit is waarschijnlijk de reden
van de wonderlijke voorstelling, die aan
de zaken wordt gegeven dat. niettegen
staande de grootere arbeidsprestaties de
welstand in plaats van te stijgen, is. ge
daald.
Niet zelden heeft men in den loop dei-
jaren van bewonderaars van het Duitsche
economische systeem opmerkingen kunnen
hooren als: „Niettegenstaande alle sombere
voorspellingen, blijft de zaak toch maar
gaan!"
Inderdaad hebben degenen, die er
van overtuigd waren, dat de Duit
sche staatshuishouding moest vast-
loopen, vergeten, dat de regeering
meer pijlen op haar boog had dan
alleen het verbruiken, van de be
schikbare reserves'. Daarnaast kon
successievelijk de welstand woeden
gedrukt en wel in dubbelen zin.
Eenerzij ds kon de arbeidsprestatie
worden opgevoerd, anderzijds kon
van den burger zooveel worden af
genomen dat hem,niettegenstaande
zijn grootere productie toch nog
minder voor eigen gebruik over
bleef dan voorheen.
Dit alles is inderdaad geschied. Meer en
meer heeft de regeering den burger van de
opbrengst van zijn arbeid ontlast en zoo
nog steeds het eind van het bewind niet
daar is, komt dit, omdat de welstand nog
altijd verder kan worden gedrukt.
Echter, de zwartkijkers beginnen gelijk
te krijgen. Het resultaat van het stellig ver
keerde systeem is thans voor iedereen waar
neembaar. En omtrent den omvang van
de gedaalde weistónd worden officieel door
het bewind cijfers verstrekt in den vorm
van het aantal arbeidskrachten, dat ont
breekt.
Aan zulke tekortencijfers zijn wij in ons
land gelukkig nog niet toe.
Toch worden ook wij meegenomen door
den internationalen gang van zaken. Zon
der dat hier van stijgende welstand kan
worden gesproken, daalt het werkloosheids
percentage. In de afgeloopen week ver
schenen omtrent dit laatste de meest re
cente gegevens.
Juni 193G 30,6
1937 23,7
1938 23,1
1939 17,8
Omtrent de oorzaak van de laatste da
ling behoeft men nauwelijks in twijfel te
verkeeren: de militaire maatregelen zijn er
ijiet vreemd aan. Voorloopig konden die
hier worden getroffen zonder al te groote
bezwaren. Zoodra echter de overheid beslag
zou hebben gelegd op de nog resteerende
17,8 werkloozen, zouden we in het
Duitsche schuitje geraken. Een verdere te
werkstelling voor overhèidsdbeleinden zou
onherroepelijk moeten gaan ten koste van
de voortbrenging voor productieve doelein
den.
Laten we hopen, dat, alvorens het zoover
zal zijn gekomen, de periode van waanzin
die onze eeuw kenmerkt, haar einde zal
hebben gevonden.
op gezicht, armen en beenen verdwijnt
onmiddellijk door DULMIN ONTHA-
RINGSCRÊME. Volkomen onschadelijk.
Prijs per tube 75 cent
Hoogzijde Schagen
ENGELSCHE WAARSCHUWINGEN IN
DEN VORM VAN DADEN.
Het is nog pas enkele dagen geleden, dat
we in verschillende berichten uit het bui
tenland konden lezen, dat, ook wanneer
Hitier thans ten aanzien van Dantzig tot
een zekere terugtocht had besloten, om
streeks eind Augustus een nieuwe periode
van spanning te verwachten was. We we
ten, dat de Duitschers de gewoonte heb
ben om, zoolang* hen iets niet is gelukt,
altijd opnieuw op hetzelfde aambeeld te
slaan, totdat ze eindelijk hun zin hebben
gekregen. En zoo bevatten bovenvermelde
mededeelingen eigenlijk weinig verwonder
lijks. De kwestie is slechts, hoe de anderen,
de landen van het vredesblok, daarop zul
len reageeren.
Hoewel nog een viertal weken ons
scheidt van deze tweede helft van Augus
tus, begint het toch reeds duidelijk te war
den, welk antwoord Duitschland en zijn
bondgenoot van de democratieën mag ver
wachten. Aan ernstige waarschuwingen
onbreekt het waarlijk niet!
Toen onlangs werd gevreesd, dat de Duit
schers de vrije stad Dantzig zouden an-
nexeeren, hebben een groot aantal Engel-
sche staatslieden het woord gevoerd, die
aan Hitier bezwoeren toch geen ongeluk te
begaan. I-Iitler heeft daarnaar geluisterd.
Nu echter de eventueele spanning van
Augustus wel nimmer een verrassing zal
kunnen worden genoemd, hebben de demo
cratisch landen rustig gelegenheid daarop
al bij voorbaat een antwoord samen te stel
len. En ieder, die in Duitschland niet zien
de blind of hoorende doof is, heeft er
thans reeds kennis van genomen.
Wij voor ons noteeren voorloopig:
rondvluchten van Engelsche militai
re vliegtuigen boven Frankrijk,
groote Engelsche vlootmanoeuvres
gedurende de maanden Augustus
en September, drie kwart milliard
pond sterling voor de Engelsche
bewapening gedurende 1939/1940.
Met eenig recht mag men zich afvragen
of een antwoord nog duidelijker kan zijn.
dan thans wordt gegeven. Omtrent de vloot
manoeuvres en de bewapeningscredieten
had de Duitsche pers op het oogenblik
waarop we dit schrijven, nog weinig ga.
gelegenheid gehad zich te uiten. Omtrent
de rondvluchten wel.
Inderdaad krijgt men den indruk, dat
de Engelsche geste is verstaan. Zelfs zeer
duidelijk. De kranten gingen geweldig te
keer en, zoo alles niet bedriegt, heeft. En
geland zijn doel bereikt.
Alles hijeen genomen schijnt het
Britsche antwoord krachtig genoeg
om met een zeker optimisme de
Augustusmaand tegemoet te gaan.
De kans dunkt ons groot, dat Hitier
andermaal het waagstuk niet zal
aandurven.
Intusschen heette omstreeks het midden
dezes - week de spanning tussclien Frank
rijk en Italië weer eenigszins te zijn toe
genomen. Het ging daarbij om een soort
represaillemaatregel van Frankrijk, dat
de correspondent van een Italiaansch blad
uitwees, nadat ten aanzien van een Fransch
journalist te Rome dezelfde maatregel was
genomen. Dit alles zou vermoedelijk van
ondergeschikt belang zijn, ware het niet,
dat zou zijn gebleken, dat Italië en Duitsch
land er in Frankrijk een wijdvertakt spi-
onnagenet op na hielden, dat o.a. met suc
ces zou hebben getracht enkele groote Fran-
sche bladen op zijn hand te krijgen. Met
het gevolg, dat af en toe de publieke opinie
kon worden bewerkt op een wijze, die in
strijd was met het nationaal belang.
Aan nijdige uitlatingen in de Italiaan-
sche pers ontbreekt het natuurlijk niet,
doch dat zijn dingen, waaraan we langza
merhand zoo gewend zijn geraakt, dat we
er nog slechts een bescheiden aandacht aan
geven Het is een te veel voorkomend ver
schijnsel geworden, dat de autoritaire lan
den zich binnen hun gebied alle denkbare
vrijheden jegens buitenlanders meenen te
kunnen veroorloven, terwijl ze bijna van
woede schijnen te barsten, wanneer ten
aanzien van hun landslieden met dezelfde
maat wordt gemeten.
Aan deze boosheid' wordt intusschen meer
en meer de juiste waarde gehecht, d.w.z.
men trekt er zich in het buitenland hoe
langer hoe minder van aan. En het merk
waardig verschijnsel doet zich voor, dat de
dictatoren vrij wat handelbaarder blij
ken, wanneer men eenvoudig antwoordt
door middel van represailles. Dit mag op
zichzelf een verre van ideaal systeem wor
den genoemd, een beter is, zoolang de au-
toritairen geen andere wegen gaan bewan
delen, moeilijk denkbaar. Dat op deze wijze
echter nog wel iets is te bereiken, bleek
de afgeloopen dagen ten aanzien van de
door Italië in de provincie Bolzano jegens
de daar wonende vreemdelingen getroffen
maatregelen.
Nu in Engeland represailles worden over
wogen tegen de daar levende Italianen,
blijkt Rome heel wat inschikkelijker te wor
den en althans bereid er voor te zorgen,
dat de vreemdelingen in Bolzano geen fi-
nancieele nadeelen ondervinden van den
maatregel, die naar de opvattingen van on
partijdige beoordeelaars slechts dwaas mag
worden genoemd.
Helaas echter kunnen slechts de machti
gen overgaan tot represailles. Een zeer
groot gedeelte der vreemdelingen in Bolza
no wordt gevormd door Zwitsers en het
ziet er niet naar uit, dat hetkleine Zwit
serland iets dergelijks zal aandurven. Wil
lekeur is nu eenmaal het devies der auto-
ritairen.
Wie zwakker is wordt zonder meer ver
treden, alleen aan de sterkeren wordt vol-
•gens de meermalen door den Duce verkon
digde stelling, het noodige respect be
toond.
Daarom is het gelukkig, dat die sterkeren
er zijn en dat ze meer en meer zijn ge
worden tot een hindernis, waartegen de
dictatoren te vergeefs optomen.
Aan een uitbarsting kan men hoe lan
ger hoe moeilijker gelooven. En de wonder
lijke. bewegingen der centralen zouden daar
bij misschien kunnen worden vergeleken
met het gekronkel van een paling... die ge
vangen is.
NOGMAALS DE POLDERSLOOTEN EN
HET VERNIELEN VAN DE VISCHSTAND.
Mijnheer de Redacteur,
Gaarne verzoek ik U plaatsruimte voor
onderstaand stukje in Uw veelgelezen
blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank.
Voordat men begon met het droogmalen
der sloot loopende langs de Lange Snevert
had het Bestuur der H.S.V. De Baars een
vei'zoekschrift gericht tot het Polderbestuur
der Banne en Polder Schagen om te willen
toezien dat de visch welke bij het droogma
len zou droog komen te liggen werd over
geplant. Dit om het vermoorden van de
vischstand te voorkomen. Hierop werd dooi
de H.S.V. geen enkel antwoord ontvangen
en ook hebben we kunnen constateeren dat
er van de visch niets en dan ook niets
werd aangetrokken, niettegenstaande de
Banne en Polder Schagen telken jaren ette
lijke halve guldens incasseert, om te mogen
visschen in het bij de polder behoorende
water. Nu is men bezig het gedeelte bij de
Schager Houthandel uit te diepen en juist
daar trof het mij opnieuw dat zoo heel
weinig van de visch wordt aangetrokken.
Honderden karpers op maat en eronder en
ander soorten visch liggen daar te rotten
en te verdrogen. Het is schande dat men
dit toe kan laten. De Nederlandsche Heide
maatschappij laat vischvereenigingen en
anderen honderden guldens betalen voor
pootgoed en zij zelf zet voor duizenden
aan visch uit om de vischstand te verhoo-
gen en hier in de Polder Schagen wordt
er in enkele dagen voor honderden guldens
aan visch gedood. Waarom plant men cleze
visch niet over. Het water wat nu nog in
dergelijke slootenstaat is geheel verpest.
Straks als het water weer in de uitgediepte
slooten wordt toegelaten liggen de nog rot
tende resten visch half tegen den kant en
zullen niet nalaten het vischwater verder
te verontreinigen.
Ik herinner mij nog een ministerieel
rondschrijven, waarin aan hoofden der po
litie werd verzocht er hun manschappen op
attent te maken, dat eventueel in beslag
genomen doode visch in geen geval weer
in het water mag worden geworpen ter
voorkoming van verontreiniging van het
vischwater. Ik en vele andere al dan niet
hengelaars vinden het thans schande dat er
zoo raar wordt gehandeld. Dit kan en moet
anders. Het lijkt mij wenschelijk dat het
Polder-Bestuur in deze ingrijpt. De Polder
heeft hier het meeste profijt van want zij
toch is dei nstantie die de hengelkaarten
verkrijgbaar gesteld tegen betaling van
f 0.50 per persoon per jaar verstrekt. Afge
zien van het geldelijk voordeel van de
Polder is het niettemin wenschelijk dat
in deze toestand verandering komt. Men
moet nog meer gedeelten uitbaggeren.
Laat men thans dan nog ingrijpen voordat
het geheele polderwater vischvrij zal zijn
gemaakt.. Laat men danook even toezien dat
de enkele daar tewerkgestelde ipenschen
de ondermaatsché visch niet meenemen.
Poot over deze visch en alles wat men over
kan planten tot behoudt van den visch
stand.
Hopende dat dit stuk er kan toe bijdra
gen dat in deze minder gewenschte situatie
verandering wordt gebracht.
U mijnheer de Redacteur uit naam van
honderden hengelaars voor de verleende
plaatsruimte dankzeggend.
Hoogachtend,
B. YISSER,
Voorzitter H.S.V. DE BAARS
Schagen, 15 Juli 1939.
HET LEVEN OP DEN ZONDAG.
De Maasbode (r.-k.) schrijft:
Van katholieke zijde wordt evenzeer de
behoefte aan een nieuwe Zondagswet ge
voeld, als zulks van protestantsche zijde het
geval is. Alleen verschilt men over de vraag,
hoe die nieuwe wet dan op bepaalde punten
zou behooren te luiden.
Maar zou dit verschil nu werkelijk zoo
diep-ingrijpend zijn, dat aan geen overeen
stemming valt te denken?
Wij weigeren zulks voorshands te geloo
ven en zijn verder van meening, dat bij een
wederzijdsch geven en nemen stellig over
eenstemming mogelijk moet zijn. Wij zijn
zelfs van oordeel, dat de huidige (wan) toe
stand in het leven op Zondag dringend om
overbrugging van het bestaand verschil van
opvatting vraagt.
De ontheiliging van den dag des Heeren
neemt een steeds grooteren omvang aan, zoo
dat bepaalde verschillen niet langer als hin
derpalen voor een afdoende regeling dienen
in den weg te Staan.
Wij zijn natuurlijk niet van meening, dat
van wetten die niet wortelen in de zeden
des volks een grooten invloed ten goede zal
uitgaan, maar wij zijn nog steeds van oordeel
dat de groote meerderheid van ons volk wel
terdege een passende heiliging van den Zon
dag verlangt en zich ergert aan den toestand,
zooals deze thans is.
WAT HEEFT HET BEDRIJFSLEVEN
AAN GRONDWERKERS?
De Nieuwe Rottei-damsche Crt. (lib.)
betoogt, dat de werkloosheidspolitiek
der regeering in mindere of meerdere
mate remmend werkt op de opne
ming der werkloozen in het bedrijfs
leven.
Ten eerste omdat er niet voldoende gedaan
wordt om het schreeuwend tekort aan ge
schoolde arbeiders aan te vullen. Weliswaar
wordt er in de werkverschaffing geschoold,
maar in dit verband wijst het blad op het
merkwaardige geval, dat de arbeiders in
werkverschaffing in het Zuiden des lands ra
men en deuren met de hand leeren maken,
doch het Nederlandsche bedrijfsleven aan dit
soort vakkennis juist geen behoefte heeft,
omdat men ramen en deuren zóó bij de fa
brieken bestellen kan.
Verder leidt de werkverschaffing wel oen
groot aantal grondwerkers op
Het bedrijfsleven heeft echter, aldus het
iri de weide
blad, behoefte aan vakarbeiders en wat zou
dan natuurlijker zijn, dan dat men poogde
dezen, desnoods met hulp van de overheid,
op te "leiden en dan niet in
ceiitrale werkplaatsen of dergelijke,maar on
der toezicht, controle en verantwoordelijk
heid van het vrije bedrijf?
Indien de thans voorgenomen maatregelen
in vollen omvang zouden zijn uitgevoerd,
zouden de fabrieken nog steeds over te wei
nig vakarbeiders beschikken, terwijl het le
ger grondwerkers in een steunbehoevend be
drijf tot een fantastische hoogte zou zijn ge
stegen. Noch de overheidskas, noch de in
dustrie en onze economische volkshuisves
ting in het algemeen zouden dadrbij gebaat
zijn.
„OPENBAARHEID, WELKE NIETS
OPENBAARDE".
Onder dit hoofd schrijft de Telegraaf:
In hooge mate teleurstellend: ziedaar oil-
zen indruk van het openbaar onderzoek, in
gesteld door den Raad voor de Luchtvaart,
naar het ongeval van de „Ijsvogel''. Het is
een openbaar onderzoek geworden, waarin
niets geopenbaard werd en alle vragen, die
als vanzelf opkwamen, niet gesteld en dus
onbeantwoord zijn gebleven.
De Raad heeft zich bepaald tot het hooren
van eenige deskundigen, die alleen tot het
geven van technische inlichtingen in staat
waren. Hun verklaringen hadden daarom
slechts secundaire waarde.
Het eenige overlevende lid der bemanning,
die in staat, zou zijn meer tastbare gegevens
te verstrekken, de steward B. Eijs, bleek ver
hinderd wat van wéinig respect getuigt
jegens het college, dat. met het onderzoek
werd belast. De passagiers, die het ongeval
hadden overleefd, waren niet opgeroepen. En
al evenzeer ontbraken de ambtenaren, die op
dien noodlottigen avond dienst deden in den
toren van Schiphol en bij den Rijksradio
dienst.
Wij misten bij de getuigen de leden
van den Technischen Dienst der
K.L.M., die ongetwijfeld belangrijke
inlichtingen hadden kunnen verstrek
ken over de uitrusting van de „Ijs
vogel", de motoren en de prestaties
van het toestel, dat ten onder ging.
Waar waren de piloten, die te voren
met de „Ijsvogel" hadden gevlogen
en de gedragingen van het vliegtuig
aan den lijve hadden ondervonden?
Hoe luidden de laatste berichten, die ge
wisseld werden tusschen den Radiodienst en
den marconist van de „Ijsvogel"! Is het
vliegtuig afgegleden, omdat het geen vol
doende snelheid meer bezat om in de lucht
te blijven? Vertoonde de hoogtemeter afwij
kingen?
Het zijn alle vragen, waarover de hierbo
ven genoemde en niet verschenen getuigen
wellicht meer licht hadden kunnen versprei
den. Doch wij misten bij dit onderzoek zelfs
een poging om in die richting in het open
baar klaarheid te brengen.
Welk een schrille tegenstelling, zoo ver
volgt het blad, vormde deze zitting met de
openbare verhooren in Engeland gehouden
bij het onderzoek van de „Thetis"-ramp..
Daar werd geen enkel detail verwaarloosd
om het publiek een zoo zuiver mogelijk in
zicht te geven in de oorzaak. Hier viel het
gordijn nog vóór ook maar een tipje van den
sluier was opgelicht.
Een openbaar onderzoek, waarbij niets ge
openbaard wordt, werkt op het publieke ver
trouwen nog fnuikender dan de lot dusver
gevolgde zwijg-methode.
DEN HELDER
Jnli - Aug. Zondags gesloten
De handel had gister hetzelfde trage
verloop, waardoor hij zich ook de vo
rige week kenmerkte. Er was nauwe
lijks verandering, alleen scheen ons de
kop nog iets lager. Waren er de vorige
week nog enkele stapels, die de hoogste
prijs noteerden, dit keer hoorden we
slechts omtrent één stapel, die f 17.50
kon opbrengen. Daarop volgde een
prijs van f 17.25 en zulke kwartjes-
noteeringen wijzen meestal reeds op
flauwe handel. De gang voor exportkaas
was circa f 17.of iets daaronder, con
sumptiekaas van goede kwaliteit be-
somde f 16.— h f 16.50.