9 li II Wij lazen voor II Tekort aan arbeidskrachten maatstaf voor ontbrekenden /elstand lin Oorsetiere a.G. de Waard O vertollig haar Terlep's Drogisterij UITENLANDSCH. VERZICHT \^ot bijvoedering terdag 15 Juli 1939 Economische beschouwing ES a'asiris Maat- en Maatconfectie Ingezonden Alkmaarsche Kaasmarkt Tweede blad En wat ?d huur! huur wonen toch In il afbetal ante beti gebrnt fP», Van het belachelijkste tot het su blieme is slechts een schrede", zegt de wereldwijze Franschman. waarlijk, wanneer men ziet, stch hier en daar in onze samenx- levinfr afspeelt, begint men de juistheid van dit woord te beseffen. Wij, vastgeroest als we zijn in de gedachte, dat een der grootste eu velen onzer maatschappij is gelegen in de werkloosheid, konden vooral in de eerste jaren van het tegen woordige Duitsche bewind onze „oren nauwelijks gelooven, wanneer we vernamen hoe daar bij onze bu ren in een handomdraaien een eind was gemaakt aan den ondragelijke» toestand, die hij ons rustig bleef voortduren. De leiders der regeering sloegen zich op de borst, ze ver kondigden overal en aan ieder, die iet "hooren wilden: „Ziet, wat wij llcunnen!" En inderdaad is er een jperiode geweest, waarin menigeen L )nejgd was toe te geven, dat ze |de werkloosheid toch maar hadden r G. NAKopgelost. plaats van werkloosheid ontstond er hiitschland een' tekort aan arbeids- |lcn, waarop aanvankelijk nog met iwerd gewezen, waarover allengs meer ,ieer pijnlijke stilzwijgendheid werd ^rd, Men schijnt langzamerhand in en, dat een toestand, die een aantal geladen stellig als een soort ideaal njn beschouwd, heel wat minder he il; is als men had kunnen verwachten inle werkelijkheid heeft bewezen, dal uMieme ook hier het belachelijke of i een ander woord te gebruiken erwerpelijke nadert. Ook een groot tekort aan werk- rachten deugt volstrekt niet. Ja, pen zou zich de vraag stellen of j toestand van werkloosheid, ge- Ik wij die nog steeds kennen, in I niet de voorkeur verdient. lts, bij ons gelijk bij onze buren is iUltaat, dat de burger zich in zijn j beperkt ziet. Bij ons, omdat ten der werkloosheid de productie een zoodanige hoogte is opgevoerd, jicn het aantal werkkrachten, moge- |zijn. En, waar de productie in zoo- i invloed is op den welstand, dat productie onherroepelijk èen [ren welstand met zich meebrengt, K wij dus een grooteren welstand 1 bereiken, dan op het oogenblik het (nitschland echter is het tekort aan |rachten gebaseerd op het feit, dat Syoorhandene krachten niet een j! welstand kan worden verschaft lar noodig wordt geoordeeld. Bben dus althans nog een reserve peidskrachten, waardoor eventueel Ictic verder kan worden opge- ]l Duitschland vindt men deze re- t meer. Alles wat tot werken in b ingeschakeld en het is een ont- jedachte, dat zelfs onder die om- gen niet datgene kan worden ge- wat noodig wordt geoordeeld K.®behoorlijke voorziening der be- Wl [Houdt men dit, laatste in het oog, ïdan is het duidelijk, dat het cijfer, aangevend het tekort aan arbeids krachten in Duitschland een cij- [fcr, dat af en toe officieel bekend piijnt te worden gemaakt in rezen een graadmeter is voor den [galenden welstand onzer buren. |oe pooter het wordt, hoe meer de wductie in vergelijking met de be- pften der bevolking blijkbaar is dnald. Want een tekort aan werk- fachten van 100.000 of 200.000 wil wezen niets anders zege-en dan j 100.000 of 200.000 arbeiders te jainig' disponibel zijn om den als idzakelijk geoordeelden welstand [kunnen bereiken. j oogenblik is het cijfer gestegen '2 milliocn en onder deze omstan- behoeft men niet te twijfelen Iberichten, die af en toe worden ver- M die ons, verhalen omtrent een toe pte schaarschte zij onze buren. J'OBNSDAG 19 JULI, van 10.30 tot 9°ttzaak aanwezig. voor Uw figunr geschikt komt Bttondheid ten goede. w dus vakkundig voorlichten. 'ENVERKOOP SCHAGEN. leverantie Ziekenfonds A.A.Z.Ak. Het spreken van een bepaald tekort aan werkkrachten is overigens in wezen zuivere dwaasheid. Ieder volk is gekomen aan het toppunt van zijn prestaties, zoo dra het geheel vol is. bezet. Zijn alle ingezetenen den geheelen dag aan het werk, dan valt niets meer te ver wachten en heeft het niet de minste zin om te zeggen, dat de productie grooter zou zijn indien er meer tewerkgestelden waren. Waarbij overigens ook uit het oog wordt verloren, dat deze menschen hun behoeften zouden hebben, zoodat hun voortbrenging stellig niet in haar vollen omvang aan de anderen ten goede zou komen. Het merkwaardige feit doet zich echter voor en dit is waarschijnlijk de reden van de wonderlijke voorstelling, die aan de zaken wordt gegeven dat. niettegen staande de grootere arbeidsprestaties de welstand in plaats van te stijgen, is. ge daald. Niet zelden heeft men in den loop dei- jaren van bewonderaars van het Duitsche economische systeem opmerkingen kunnen hooren als: „Niettegenstaande alle sombere voorspellingen, blijft de zaak toch maar gaan!" Inderdaad hebben degenen, die er van overtuigd waren, dat de Duit sche staatshuishouding moest vast- loopen, vergeten, dat de regeering meer pijlen op haar boog had dan alleen het verbruiken, van de be schikbare reserves'. Daarnaast kon successievelijk de welstand woeden gedrukt en wel in dubbelen zin. Eenerzij ds kon de arbeidsprestatie worden opgevoerd, anderzijds kon van den burger zooveel worden af genomen dat hem,niettegenstaande zijn grootere productie toch nog minder voor eigen gebruik over bleef dan voorheen. Dit alles is inderdaad geschied. Meer en meer heeft de regeering den burger van de opbrengst van zijn arbeid ontlast en zoo nog steeds het eind van het bewind niet daar is, komt dit, omdat de welstand nog altijd verder kan worden gedrukt. Echter, de zwartkijkers beginnen gelijk te krijgen. Het resultaat van het stellig ver keerde systeem is thans voor iedereen waar neembaar. En omtrent den omvang van de gedaalde weistónd worden officieel door het bewind cijfers verstrekt in den vorm van het aantal arbeidskrachten, dat ont breekt. Aan zulke tekortencijfers zijn wij in ons land gelukkig nog niet toe. Toch worden ook wij meegenomen door den internationalen gang van zaken. Zon der dat hier van stijgende welstand kan worden gesproken, daalt het werkloosheids percentage. In de afgeloopen week ver schenen omtrent dit laatste de meest re cente gegevens. Juni 193G 30,6 1937 23,7 1938 23,1 1939 17,8 Omtrent de oorzaak van de laatste da ling behoeft men nauwelijks in twijfel te verkeeren: de militaire maatregelen zijn er ijiet vreemd aan. Voorloopig konden die hier worden getroffen zonder al te groote bezwaren. Zoodra echter de overheid beslag zou hebben gelegd op de nog resteerende 17,8 werkloozen, zouden we in het Duitsche schuitje geraken. Een verdere te werkstelling voor overhèidsdbeleinden zou onherroepelijk moeten gaan ten koste van de voortbrenging voor productieve doelein den. Laten we hopen, dat, alvorens het zoover zal zijn gekomen, de periode van waanzin die onze eeuw kenmerkt, haar einde zal hebben gevonden. op gezicht, armen en beenen verdwijnt onmiddellijk door DULMIN ONTHA- RINGSCRÊME. Volkomen onschadelijk. Prijs per tube 75 cent Hoogzijde Schagen ENGELSCHE WAARSCHUWINGEN IN DEN VORM VAN DADEN. Het is nog pas enkele dagen geleden, dat we in verschillende berichten uit het bui tenland konden lezen, dat, ook wanneer Hitier thans ten aanzien van Dantzig tot een zekere terugtocht had besloten, om streeks eind Augustus een nieuwe periode van spanning te verwachten was. We we ten, dat de Duitschers de gewoonte heb ben om, zoolang* hen iets niet is gelukt, altijd opnieuw op hetzelfde aambeeld te slaan, totdat ze eindelijk hun zin hebben gekregen. En zoo bevatten bovenvermelde mededeelingen eigenlijk weinig verwonder lijks. De kwestie is slechts, hoe de anderen, de landen van het vredesblok, daarop zul len reageeren. Hoewel nog een viertal weken ons scheidt van deze tweede helft van Augus tus, begint het toch reeds duidelijk te war den, welk antwoord Duitschland en zijn bondgenoot van de democratieën mag ver wachten. Aan ernstige waarschuwingen onbreekt het waarlijk niet! Toen onlangs werd gevreesd, dat de Duit schers de vrije stad Dantzig zouden an- nexeeren, hebben een groot aantal Engel- sche staatslieden het woord gevoerd, die aan Hitier bezwoeren toch geen ongeluk te begaan. I-Iitler heeft daarnaar geluisterd. Nu echter de eventueele spanning van Augustus wel nimmer een verrassing zal kunnen worden genoemd, hebben de demo cratisch landen rustig gelegenheid daarop al bij voorbaat een antwoord samen te stel len. En ieder, die in Duitschland niet zien de blind of hoorende doof is, heeft er thans reeds kennis van genomen. Wij voor ons noteeren voorloopig: rondvluchten van Engelsche militai re vliegtuigen boven Frankrijk, groote Engelsche vlootmanoeuvres gedurende de maanden Augustus en September, drie kwart milliard pond sterling voor de Engelsche bewapening gedurende 1939/1940. Met eenig recht mag men zich afvragen of een antwoord nog duidelijker kan zijn. dan thans wordt gegeven. Omtrent de vloot manoeuvres en de bewapeningscredieten had de Duitsche pers op het oogenblik waarop we dit schrijven, nog weinig ga. gelegenheid gehad zich te uiten. Omtrent de rondvluchten wel. Inderdaad krijgt men den indruk, dat de Engelsche geste is verstaan. Zelfs zeer duidelijk. De kranten gingen geweldig te keer en, zoo alles niet bedriegt, heeft. En geland zijn doel bereikt. Alles hijeen genomen schijnt het Britsche antwoord krachtig genoeg om met een zeker optimisme de Augustusmaand tegemoet te gaan. De kans dunkt ons groot, dat Hitier andermaal het waagstuk niet zal aandurven. Intusschen heette omstreeks het midden dezes - week de spanning tussclien Frank rijk en Italië weer eenigszins te zijn toe genomen. Het ging daarbij om een soort represaillemaatregel van Frankrijk, dat de correspondent van een Italiaansch blad uitwees, nadat ten aanzien van een Fransch journalist te Rome dezelfde maatregel was genomen. Dit alles zou vermoedelijk van ondergeschikt belang zijn, ware het niet, dat zou zijn gebleken, dat Italië en Duitsch land er in Frankrijk een wijdvertakt spi- onnagenet op na hielden, dat o.a. met suc ces zou hebben getracht enkele groote Fran- sche bladen op zijn hand te krijgen. Met het gevolg, dat af en toe de publieke opinie kon worden bewerkt op een wijze, die in strijd was met het nationaal belang. Aan nijdige uitlatingen in de Italiaan- sche pers ontbreekt het natuurlijk niet, doch dat zijn dingen, waaraan we langza merhand zoo gewend zijn geraakt, dat we er nog slechts een bescheiden aandacht aan geven Het is een te veel voorkomend ver schijnsel geworden, dat de autoritaire lan den zich binnen hun gebied alle denkbare vrijheden jegens buitenlanders meenen te kunnen veroorloven, terwijl ze bijna van woede schijnen te barsten, wanneer ten aanzien van hun landslieden met dezelfde maat wordt gemeten. Aan deze boosheid' wordt intusschen meer en meer de juiste waarde gehecht, d.w.z. men trekt er zich in het buitenland hoe langer hoe minder van aan. En het merk waardig verschijnsel doet zich voor, dat de dictatoren vrij wat handelbaarder blij ken, wanneer men eenvoudig antwoordt door middel van represailles. Dit mag op zichzelf een verre van ideaal systeem wor den genoemd, een beter is, zoolang de au- toritairen geen andere wegen gaan bewan delen, moeilijk denkbaar. Dat op deze wijze echter nog wel iets is te bereiken, bleek de afgeloopen dagen ten aanzien van de door Italië in de provincie Bolzano jegens de daar wonende vreemdelingen getroffen maatregelen. Nu in Engeland represailles worden over wogen tegen de daar levende Italianen, blijkt Rome heel wat inschikkelijker te wor den en althans bereid er voor te zorgen, dat de vreemdelingen in Bolzano geen fi- nancieele nadeelen ondervinden van den maatregel, die naar de opvattingen van on partijdige beoordeelaars slechts dwaas mag worden genoemd. Helaas echter kunnen slechts de machti gen overgaan tot represailles. Een zeer groot gedeelte der vreemdelingen in Bolza no wordt gevormd door Zwitsers en het ziet er niet naar uit, dat hetkleine Zwit serland iets dergelijks zal aandurven. Wil lekeur is nu eenmaal het devies der auto- ritairen. Wie zwakker is wordt zonder meer ver treden, alleen aan de sterkeren wordt vol- •gens de meermalen door den Duce verkon digde stelling, het noodige respect be toond. Daarom is het gelukkig, dat die sterkeren er zijn en dat ze meer en meer zijn ge worden tot een hindernis, waartegen de dictatoren te vergeefs optomen. Aan een uitbarsting kan men hoe lan ger hoe moeilijker gelooven. En de wonder lijke. bewegingen der centralen zouden daar bij misschien kunnen worden vergeleken met het gekronkel van een paling... die ge vangen is. NOGMAALS DE POLDERSLOOTEN EN HET VERNIELEN VAN DE VISCHSTAND. Mijnheer de Redacteur, Gaarne verzoek ik U plaatsruimte voor onderstaand stukje in Uw veelgelezen blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Voordat men begon met het droogmalen der sloot loopende langs de Lange Snevert had het Bestuur der H.S.V. De Baars een vei'zoekschrift gericht tot het Polderbestuur der Banne en Polder Schagen om te willen toezien dat de visch welke bij het droogma len zou droog komen te liggen werd over geplant. Dit om het vermoorden van de vischstand te voorkomen. Hierop werd dooi de H.S.V. geen enkel antwoord ontvangen en ook hebben we kunnen constateeren dat er van de visch niets en dan ook niets werd aangetrokken, niettegenstaande de Banne en Polder Schagen telken jaren ette lijke halve guldens incasseert, om te mogen visschen in het bij de polder behoorende water. Nu is men bezig het gedeelte bij de Schager Houthandel uit te diepen en juist daar trof het mij opnieuw dat zoo heel weinig van de visch wordt aangetrokken. Honderden karpers op maat en eronder en ander soorten visch liggen daar te rotten en te verdrogen. Het is schande dat men dit toe kan laten. De Nederlandsche Heide maatschappij laat vischvereenigingen en anderen honderden guldens betalen voor pootgoed en zij zelf zet voor duizenden aan visch uit om de vischstand te verhoo- gen en hier in de Polder Schagen wordt er in enkele dagen voor honderden guldens aan visch gedood. Waarom plant men cleze visch niet over. Het water wat nu nog in dergelijke slootenstaat is geheel verpest. Straks als het water weer in de uitgediepte slooten wordt toegelaten liggen de nog rot tende resten visch half tegen den kant en zullen niet nalaten het vischwater verder te verontreinigen. Ik herinner mij nog een ministerieel rondschrijven, waarin aan hoofden der po litie werd verzocht er hun manschappen op attent te maken, dat eventueel in beslag genomen doode visch in geen geval weer in het water mag worden geworpen ter voorkoming van verontreiniging van het vischwater. Ik en vele andere al dan niet hengelaars vinden het thans schande dat er zoo raar wordt gehandeld. Dit kan en moet anders. Het lijkt mij wenschelijk dat het Polder-Bestuur in deze ingrijpt. De Polder heeft hier het meeste profijt van want zij toch is dei nstantie die de hengelkaarten verkrijgbaar gesteld tegen betaling van f 0.50 per persoon per jaar verstrekt. Afge zien van het geldelijk voordeel van de Polder is het niettemin wenschelijk dat in deze toestand verandering komt. Men moet nog meer gedeelten uitbaggeren. Laat men thans dan nog ingrijpen voordat het geheele polderwater vischvrij zal zijn gemaakt.. Laat men danook even toezien dat de enkele daar tewerkgestelde ipenschen de ondermaatsché visch niet meenemen. Poot over deze visch en alles wat men over kan planten tot behoudt van den visch stand. Hopende dat dit stuk er kan toe bijdra gen dat in deze minder gewenschte situatie verandering wordt gebracht. U mijnheer de Redacteur uit naam van honderden hengelaars voor de verleende plaatsruimte dankzeggend. Hoogachtend, B. YISSER, Voorzitter H.S.V. DE BAARS Schagen, 15 Juli 1939. HET LEVEN OP DEN ZONDAG. De Maasbode (r.-k.) schrijft: Van katholieke zijde wordt evenzeer de behoefte aan een nieuwe Zondagswet ge voeld, als zulks van protestantsche zijde het geval is. Alleen verschilt men over de vraag, hoe die nieuwe wet dan op bepaalde punten zou behooren te luiden. Maar zou dit verschil nu werkelijk zoo diep-ingrijpend zijn, dat aan geen overeen stemming valt te denken? Wij weigeren zulks voorshands te geloo ven en zijn verder van meening, dat bij een wederzijdsch geven en nemen stellig over eenstemming mogelijk moet zijn. Wij zijn zelfs van oordeel, dat de huidige (wan) toe stand in het leven op Zondag dringend om overbrugging van het bestaand verschil van opvatting vraagt. De ontheiliging van den dag des Heeren neemt een steeds grooteren omvang aan, zoo dat bepaalde verschillen niet langer als hin derpalen voor een afdoende regeling dienen in den weg te Staan. Wij zijn natuurlijk niet van meening, dat van wetten die niet wortelen in de zeden des volks een grooten invloed ten goede zal uitgaan, maar wij zijn nog steeds van oordeel dat de groote meerderheid van ons volk wel terdege een passende heiliging van den Zon dag verlangt en zich ergert aan den toestand, zooals deze thans is. WAT HEEFT HET BEDRIJFSLEVEN AAN GRONDWERKERS? De Nieuwe Rottei-damsche Crt. (lib.) betoogt, dat de werkloosheidspolitiek der regeering in mindere of meerdere mate remmend werkt op de opne ming der werkloozen in het bedrijfs leven. Ten eerste omdat er niet voldoende gedaan wordt om het schreeuwend tekort aan ge schoolde arbeiders aan te vullen. Weliswaar wordt er in de werkverschaffing geschoold, maar in dit verband wijst het blad op het merkwaardige geval, dat de arbeiders in werkverschaffing in het Zuiden des lands ra men en deuren met de hand leeren maken, doch het Nederlandsche bedrijfsleven aan dit soort vakkennis juist geen behoefte heeft, omdat men ramen en deuren zóó bij de fa brieken bestellen kan. Verder leidt de werkverschaffing wel oen groot aantal grondwerkers op Het bedrijfsleven heeft echter, aldus het iri de weide blad, behoefte aan vakarbeiders en wat zou dan natuurlijker zijn, dan dat men poogde dezen, desnoods met hulp van de overheid, op te "leiden en dan niet in ceiitrale werkplaatsen of dergelijke,maar on der toezicht, controle en verantwoordelijk heid van het vrije bedrijf? Indien de thans voorgenomen maatregelen in vollen omvang zouden zijn uitgevoerd, zouden de fabrieken nog steeds over te wei nig vakarbeiders beschikken, terwijl het le ger grondwerkers in een steunbehoevend be drijf tot een fantastische hoogte zou zijn ge stegen. Noch de overheidskas, noch de in dustrie en onze economische volkshuisves ting in het algemeen zouden dadrbij gebaat zijn. „OPENBAARHEID, WELKE NIETS OPENBAARDE". Onder dit hoofd schrijft de Telegraaf: In hooge mate teleurstellend: ziedaar oil- zen indruk van het openbaar onderzoek, in gesteld door den Raad voor de Luchtvaart, naar het ongeval van de „Ijsvogel''. Het is een openbaar onderzoek geworden, waarin niets geopenbaard werd en alle vragen, die als vanzelf opkwamen, niet gesteld en dus onbeantwoord zijn gebleven. De Raad heeft zich bepaald tot het hooren van eenige deskundigen, die alleen tot het geven van technische inlichtingen in staat waren. Hun verklaringen hadden daarom slechts secundaire waarde. Het eenige overlevende lid der bemanning, die in staat, zou zijn meer tastbare gegevens te verstrekken, de steward B. Eijs, bleek ver hinderd wat van wéinig respect getuigt jegens het college, dat. met het onderzoek werd belast. De passagiers, die het ongeval hadden overleefd, waren niet opgeroepen. En al evenzeer ontbraken de ambtenaren, die op dien noodlottigen avond dienst deden in den toren van Schiphol en bij den Rijksradio dienst. Wij misten bij de getuigen de leden van den Technischen Dienst der K.L.M., die ongetwijfeld belangrijke inlichtingen hadden kunnen verstrek ken over de uitrusting van de „Ijs vogel", de motoren en de prestaties van het toestel, dat ten onder ging. Waar waren de piloten, die te voren met de „Ijsvogel" hadden gevlogen en de gedragingen van het vliegtuig aan den lijve hadden ondervonden? Hoe luidden de laatste berichten, die ge wisseld werden tusschen den Radiodienst en den marconist van de „Ijsvogel"! Is het vliegtuig afgegleden, omdat het geen vol doende snelheid meer bezat om in de lucht te blijven? Vertoonde de hoogtemeter afwij kingen? Het zijn alle vragen, waarover de hierbo ven genoemde en niet verschenen getuigen wellicht meer licht hadden kunnen versprei den. Doch wij misten bij dit onderzoek zelfs een poging om in die richting in het open baar klaarheid te brengen. Welk een schrille tegenstelling, zoo ver volgt het blad, vormde deze zitting met de openbare verhooren in Engeland gehouden bij het onderzoek van de „Thetis"-ramp.. Daar werd geen enkel detail verwaarloosd om het publiek een zoo zuiver mogelijk in zicht te geven in de oorzaak. Hier viel het gordijn nog vóór ook maar een tipje van den sluier was opgelicht. Een openbaar onderzoek, waarbij niets ge openbaard wordt, werkt op het publieke ver trouwen nog fnuikender dan de lot dusver gevolgde zwijg-methode. DEN HELDER Jnli - Aug. Zondags gesloten De handel had gister hetzelfde trage verloop, waardoor hij zich ook de vo rige week kenmerkte. Er was nauwe lijks verandering, alleen scheen ons de kop nog iets lager. Waren er de vorige week nog enkele stapels, die de hoogste prijs noteerden, dit keer hoorden we slechts omtrent één stapel, die f 17.50 kon opbrengen. Daarop volgde een prijs van f 17.25 en zulke kwartjes- noteeringen wijzen meestal reeds op flauwe handel. De gang voor exportkaas was circa f 17.of iets daaronder, con sumptiekaas van goede kwaliteit be- somde f 16.— h f 16.50.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 5