Wij lazen voor Uw
drie mannen
Amor of Mercurius?
Radioprogramma
80.
Toen Menofra de wacht beval naar binnen te
gaan en de gevangenen opnieuw te binden,
schreeuwde Tarzan een waarschuwing. „Als
jullie binnen komt, zal ik den koning doden".
De soldaten hielden stil. Na met Menofra be
raadslaagt te hebben riep de kapitein van de
wacht: „Lever Phoros uit aan de koningin, en
wjj zullen U niets doen." Phoros kromde en
kronkelde zich en schudde zijn hoofd heftig.
Geamuseerd deed Tarzan de doek van z(jn
mond af, zodat hij kon spreken. Phoros stot
terde, zo bang was hij. „Zy zal my doden! Geef
mij niet aan haar over", smeekte hij. „Mis
schien kunnen wij tot een vergelijk komen",
stelde Tarzan voor. Hy zette zijn plan uiteen.
Hy eischte voor zich en zyn vrienden de vrij
heid en een vrygeleide tot aan de Pas der
Krygers. De grote diamant moest hun worden
teruggegeven. En Phoros moest als gijzelaar
tot aan de grens met hen mee. De koning
knikte toestemmend. De aapman maakte zyn
banden los. „Verklaar mijn» plan aan Uw
vrouw", beval hij. Phoros bereikte de deur en
begon met zijn liefste stem te graten. „Ik
luister niet naar je!" schreeuwde Menofra. Zij
wendde zich tot de wacht. „Ga naar binnen,
lafaards, die jullie zyn en breng den koning
naar buiten!"
WIE MEN AL NIET BELEEDIGEN KAN...
Van den persdienst der N.S.B. ontvingen
vele bladen onder het hoofd „Klacht we
gens beleediging der Germaansche Volks-
groep-' de volgende mededeeling, die, zooals
zooveel in de organen dier partij, zielig
aandoet, zegt de Nieuwe Rotterdamsche
Courant.
„Het lid der Eerste Kamer, mr. A. J. van
Veseh, heeft bij den Officier van Justitie
te Arnhem een klacht ingediend tegen de
redactie van „De Gelderlander" wegens be
leediging van de groep der Nederlandsche
bevolking van Germaansche afstamming.
In „De Gelderlander" van 1G Juni is een
artikel verschenen, getiteld: „St. Willibror-
dus' Eeuwgetij", waarin wordt geüegd,
dat de voorvaderen van het Nederlandsche
Volk ten tijde van Willibrord waren „men-
schen zonder eenigc beschaving," men-
Ichen die aan dobbelspel en drank ver
slaafd waren". Mr. van Vessem acht deze
uitlating omtrent de Germaansche voor
ouders van liet Nederlandsche Volk, die ten
tijde van Willibrord, dus in de achtste
eeuw na Christus reeds eene duizenden
jaren oude eigen beschaving bezaten, eene
zoo grove historische onjuistheid, dat zij
niet onder opzet tot beleediging van de
Volksgroep van Germaansche afstamming
kan zijn gemaakt, terwijl zij bovendien in
I onteerende kwalificaties lot uitdrukking is
gebracht."
Tot zoover de mededeeling.
Weet De Gelderlander dan niet, vervolgt
4e N. R. Crt. dat reeds in den oertijd
door de Germanen kleeding gedragen werd
en de broek als kleedingstuk zich reeds
eeuwen voor het begin onzer jaartelling
van de Germanen naar de Kelten had ver
breid? (Wij wist het ook niet, maar heb
ben hot even in de encyclopedie nageke
ken). Welnu, daar moeten wij allen toch
dankbaar voor zijn en ook de heer van
Vessem. Verbeeldt u, dat ook hij zonder
broek had moeten rondloopen, en dat nog
wel in de Eerste Kamer!
GEBOREN WORDEN OP BEVEL!
L. L. Posthuma deelt in het Ned. Tijd
schrift voor Geneeskunde mee:
Elke zwangere verzekerde in Duitsch-
!and krijgt gedurende de laatste zes weken
van haar zwangerschap uitkeering van de
ziekenkas. Is ze na verloop dier zes weken
no? niet bevallen, dan krijgt ze ook de
daaropvolgende zevende week die uitkee
ring, en zoo voort.
Uit een briefje van haar dokter blijkt,
wanneer deze het kind verwacht. Ondanks
de krachtige aansporing van den leider
raden de artsen hij de voorspelling van
den geboortedatum hoe langer hoe erger
®is, zoowel wat het aantal zwangere
vrouwen (het steeg van 32 pCt. tot 51 pCt.)
ah het aantal weken betreft. Dit verslindt
Uit de Pers van heden
veel geld. De artsenleider duldt dit niet
langer. Hij heeft thans gedecreteerd, dat
de mistastende dokter, wanneer hij niet
kan aantoonen, dat hij bij zijn onderzoek
en het afgeven eener verklaring de noo-
dige zorgvuldigheid heeft betracht, het te
veel uit eigen zak zal moeten betalen.
(Aerzteblatl für Berlin u.s.w., No. 24/25).
OPVALLENDE DINGEN.
Onder dit hoofd schrijft de Maasbode r.k.:
Er komen in deze opvallende kabinets
crisis ook opvallende dingen voor.
Wij citeerden er reeds enkele.
Zeer opvallend is bijvoorbeeld het en
thousiasme, waarmede de geheele liberale
pers zich in het tuig legt om den antire
volutionairen leider op alle mogelijke
en onmogelijke wijzen te verdedigen. De
katholieken, en dezen alleen zijn de „schul
digen".
Maar dit laatste is nu juist in 't geheel
niet opvallend.
Wel opvallend is, dat juist degenen, die
van een samengaan van de R.K. Staats
partij met de S.D.A.P. slechts louter ellende
verwachten, het aan de katholieken euvel
schijnen te duiden, dat zij tot dit geza
menlijk optreden niet overgaan.
De „Avondpost" zet zich zelfs in liet pos
tuur van den treiterenden straatjongen:
„Je durft lekker niet". De Nederlander"
kwam hiertegen in verzet.
Men zou eerder venvachten een: „Alle
hulde voor uw afwijzende houding tegen
over datgene wat in strijd is te achten met
's lands belang, ofschoon de verleiding zoo
groot moet zijn.
Maar katholieken en... hulde??!
Groot as inderdaad de verleiding door
de houding, niet alleen van de liberalen,
maar helaas ook van de antirevolutionai
ren..
Wij houden hoon, dat velen van de laat-
stcn zich geleidelijk zullen gaan afvragen,
of voor dr. Col ij n nu werkelijk voldoende
aanleiding aanwezig was, om het, op het
punt van de werkloozenpolitiek te laten
ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN I
aankomen op een breuk met de katholie
ken en op een schier onoplosbare kabi
netscrisis in dezen tijd.
Het Handelsblad (lib.) breekt een lans
voor het waarschijnlijk nieuwe plan van
dr. Colijn om een zakenkabinet samen te
stellen en schrijft o.a.:
Nu de parlementaire groepeeringen geen
enkelen practischen grondslag bied voor
een kabinetsformatie, behoort een ministe
rie op te treden, dat steun weet af te dwin
gen door noodzakelijke, suggestieve kracht.
Een te groot contingent van uitgesproken
politieke figuren zou inbreuk maken on
het zakelijke karakter, dat hoofdvoorwaar
de voor het vertrouwen in zulk een re-
geeringsploeg behoort te zijn. Het zou dan
oolc geen aanbeveling verdienen, dat de
formateur al te veel vasthoudt aan de te
genwoordige combinatie minus de vier ka
tholieken; naar een kabinet dus, dat
slechts door een aantal nieuwelingen zou
worden aangevuld.
Wij meenen veeleer, dat het op volk en
parlement een uitnemenden indruk zou
maken, wanneer een geheel vernieuwde en
frissche regeeringsplocg, onder de beproef
de leiding van dr. Colijn, zich opmaakt 's
lands zaken te behartigen. Krachtige ver
zorging van de defensie, maatregelen ten
opzichte van de werkloosheid en een bud
getair verstandig beleid zijn de drie hoofd
punten, waaraan elk nieuw kabinet zijn
uiterste krachten zal moeten geven.
Zwaar weer
op Oost-Ja va
Eert 'ramp wordt gevreesd.
Sedert Zondagmiddag vallen zware re
gens in het gebied van Oosl-Java, dat vori
ge week door bandjirs werd getroffen. De
Kali Setail en de Kalii Baroe bandjir-ren
wederom zwaar. Hierdoor is aan het aan
gevangen herstelwerk" aan de wntergrens
van Karangdoro schade toegebracht. Een
nieuwe ramp wordt gevreesd.
De kolonisten van Kesiler hebben zwaar
geleden. Enkelen verloren have en goed.
Het werk aan de beschadigde groote brug
gen is nog niet begonnen. Aangedrongen
wordt op het zenden van genie-troepen voor
het herstelwerk.
Van de 14 personen uit de dessa Gocnocng-
tandjong in het Manondjajasche, die bij de
recente overstroomingen en aardschuivingen
zijn omgekomen, kon tot dusver slechts
van 3 het stoffelijk overschot worden gebor
gen.
In de Desa Tjidoclang wordt 1 persoon
vermist.
Een onderzoek van de Goenoeng Gcger-
handjoeang en de Goenoeng Kambaöng
bracht een vrij groote, diepe barst aan het
licht, in verband waarmede maatregelen
zijn getroffen om de bevolking van de naast
bijgelegen Kampong, in totaal 400 perso
nen, naar een veilige plaats over te bren
gen. Ongeveer 600 bouws sawah zijn door
aardschuivingen bedolven.
Door den bandjir zijn honderden bouws
met bcvolkingstabak vernield.
Was het liefde of gelddorst, die
de man in de verdachtenbank
mi bracht
Amor, men zal het algemeen we
ten, is de God der Liefde, Mercurius
van den handel, maar ook... van de
dieven!
Nu beweert de verdachte zich te
hebben gewijd aan God Amor, toen
hij een bezoek aan een woning in
Amsterdam bracht, maar de rechter
is van oordeel, dat hij Mercurius
heeft willen dienen, met andere
woorden, gewoon heeft ingebroken...
„Ik kwam dien avond in de woning om
de Duilsche dienstbode een bezoek te bren
gen. Ik ben volmaakt onschuldig en ik had
geen oogenblik de bedoeling om iets weg
te nemen" zeide de man. een 27-jarige mon
teur, die gister wegens poging tot diefstal
en insluiping voor het Hof terecht stond.
De bewoners van een huis in de Ruysch-
straat hadden hem op 30 December, 's
avonds laat, in dat huis aangetroffen...
Op de voor de hand liggende vraag, wat
hij in de woning deed had de man geant
woord: „Ik weet het niet precies". Tegelij
kertijd rende hij de straat op. Het was ecli
ter spoedig met zijn vrijheid gedaan. Zijn
achtervolgers wisten hem te grijpen.
President: En in uw zak had u een loo-
per.
Verd.: Ja. dat is om in m'n kosthuis bin
nen te komen, dat ding past op alle deu
ren.
Pres.: Ja, dat is nu juist zoo verdacht. U
beweert, dat de deur openstond, maar
waarom belde u niet? Dan zou de dienstbo
de wel te voorschijn zijn gekomen. Hoe heet
te ze? Dat wist de man niet, wel kon rij
vertellen, dat het een erg aardig meisje
was...
Het geluk was niet met dezen ver
dachte. Hoewel er duizenden Duit-
sche dienstboden in Amsterdam wa
ren, verklaarde de bewoonster van
het huis, waar verdachte op zijn
geliefde had gewacht, nooit een
Duitsch meisje te hebben gehad.
De monteur, die langen tijd in Duitsch-
land heeft gewoond, heeft reeds eenige ver
oordeelingen achter den rug en de procu
reur-generaal mr. J. Versteeg is danook van
oordeel, dat in eerste instantie terecht twee
jaar gevangenisstraf met aftrek van de voor
loopige hechtenis is opgelegd, zoodat hij be
vestiging van het vonnis requireert.
De verdediger mr. L. Frankenhuis vond
het bewijs zwak, subsidiair drong hij op
clementie aan.
Arrest 24 Juli.
WOENSDAG 19 JULI 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m,
VARA-uitzending* 10.00—10.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek (ca. 8.16 Berichten).
9.30 Causerie „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de continu-bedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 Berichten.
12.17 VARA-orkest.
I.001.45 Esmeralda en gramofoonmuziek.
2.00 Voor de vrouwen.
3.00 Orgelspel en gramofoonmuziek.
4.00 Voor de kinderen.
5.30 VARA-orkest.
6.28 Berichten.
6.30 Gramofoonmuziek.
7.00 V AR A-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Hammond-orgel, piano en zang.
7.308.00 Cyclus „Ons werk en ons geloof".
8.05 Herhaling SOS-berichten.
8.07 Berichten ANP, VARA-Varla.
8.17 Causerie „De VARA-Zomerprysvraag".
8.20 Gramofoonmu iek.
9.00 Jack de Vries' Internationals en solist.
9.30 VARA-orkest.
10.00 Berichten ANP.
10.10 Causeri, „Schuldig of onschuldig?"
10.15 V \RA-orkest.
10.45 Esmeralda.
II.1512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum IL 301.5 m.
NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing en meditatie.
8.15 Berichten, Gramofoonmuziek. (9.309.45
Geluk wenschen
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Ensemble Zingaresca en gramofoonmuz.
1.45 Gramofoonmuziek.
2.15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek.
3.00 Christ. lectuur.
3.30 Gramofoonmuziek.
3 40 Christ liederenuurtje.
4 40 Gramofoonmuziek.
4.45 Gelukwensehen.
5.00 Voor de kinderen.
5.45 Gramofoonmuziek. (Ca. 6.30 Berichten).
6 30 Taalles en, causerie over het Binnenaan-
varingsi eglement.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie: „Het kompas, voor het Mid-
denstandsbedrjjf".
7.30 Gramofoonmuziek.
7.407.55 Ctuserie „Een vacantlerela door
Zwitserland".
3.00 Berichten ANP, herhaling SOS-ber.
8.15 Repetitie voor het Generaal Appél.
8.45 Reportage.
9.43 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
FEUILLETON.
ui fan noodtot
Naar het Amerikaansch van
Morgan S» Roscuc
9.
Ze waren met hun drieën, zette het
'Inbaar mededeelingen voort, zonder op
opmerking te reageer en; de
ond c( uffeurs nog een ander. Ik ver
voor- geweest is, die ons
ona T"°' die hier op %ns wachtte en dat
Och l§t^eUr °Pdracht bad hem te volgen,
zich, w uw keel nog zoo'n pijn? viel ze
e?nsklaps in de rede.
lièo k mÖn keel niet, die me hindert,
de erff onSedulclig uit, wat me dwars zit is
Wé, rfkk wat ze met hebben gedaan!
kden ze?
(jgJ^Senblik aarzelde het meisje, verwon-
op** toon. Maar ze zag duidelijk de
heinngerustheid achter zijn geprikkeld-
^■pöigde:
nijjn ea van de mannen hield mijn armen op
arde,- ,Tast en mijn mond dicht. De beide
•^fouilleerden me.
onweiii!,rsclllikkelyk! stiet O'Malley uit, in een
verdrsTi! Van blinde woede. Als ik niet zoo'n
Swd' ezel was geweest...
vreemd. uitbarsting gaf Claudia Hunt een
voortemoUe> maar het gelukte haar kalm
gaan;
eerst utl Jpbeurde nadat de andere man
versnel, en .d°orzocht had. Ik zag hem
en doori'b PaPrieren uit uw zakken halen
autotamv, 1 het bcht van een van de
Pen, Toen vloekte hy en kwam ik aan
de beurt. Het is duidelijk, dat het weer om
den brief te doen was.
O'Malley, te woedend om direct te antwoor
den, vloekte binnensmonds. Toen grauwde hij
Maar ze hebben hem nog niet! En toen
zijn hand leeg uit zijn binnenzak te voorschijn
kwam, voegde hij erby: Die paar nonsens
brieven mogen ze houden, maar als ik ooit een
van die schurken in mijn handen krijg, mag
de hemel hem genadig zyn! Herkende u mis
schien een van hen?
Claudia gaf niet direct antwoord. Ze waren
nu het uitgangshek door en bij hotel „Majes-
tic" stonden een paar „blauwe" taxi's gepar
keerd. De naam van de onderneming was een
waarborg voor de veiligheid van de passa
giers; hij riep een van de wagens aan en ze
stapten in, nadat O'Malley zich vergewist
had dat de aanvallers hem zyn geld hadden
gelaten.
Toen de auto zich in beweging had gezet,
herhaalde zich de vraag en het antwoord
kwam na een lange aarzeling.
Ja, ik herkende er twee van. De eene
de chauffeur van de stilstaande taxi, was de
man, die my aanviel in die stille straat en
die door u neergslagen werd.
En de andere? drong O'Malley aan.
Den andere heb ik vanavond nog eens
gezien
O'Malley boog zich naar haar over.
U zag hem in dat gebouw waar u uit
kwam. Hy was de tweede die mij overviel.
Was hy dat niet?
Claudia keek hem in sprakelooze ontstel
tenis aan,
Hoe weet u dat? hygde ze ten laatste.
Waar was u dan toen?
Aan den overkant van de straat, klonk
het bescheid en daarop vertelde hy haar in
het kort hoe hy haar uit het kantoorgebouw
had zien komen, de conversatie van de twee
mannen had opgemerkt en hun bewegingen
gevolgd.
Nietwaar, u zag dien man tevoren in het
gebouw, dien vent met die gezwollen wang
meen ik, eindigde hij. En was hij nu ook in
dien aanval betrokken? Het lijkt me heel
waarschijnlijk, want het staat allemaal met
elkaar in verband.
Claudia was opvallend stil geworden. O'Mal
ley wachtte even en vroeg haar toen opnieuw:
Is het niet zoo, miss Hunt?
Ze keerde zich opeens impulsief naar hem
toe.
Luistert u eens, mr. O.Malley. Ik spreek
daar liever niet over, als u het goed vindt.
Want het betreft nog anderen dan my, be
grijpt u.
Verwonderd en teleurgesteld leunde O'Mal
ley achterover, zonder iets te antwoorden. On
willekeurig voelde zijn hand iets hards in zijn
zak en hij haalde er de revolver uit, die hij
van Claudia Hunt had afgenomen.
Kijk, ze lieten me den revolver houden en
mijn geld ook, dus het staat als een paal boven
water, dat het om den brief begonnen was,
zei hij, terwijl hij het wapen weer opborg. En
meesmuilend liet hij er op volgen: Uw broer
zal me wel nooit meer vragen u naar huis te
brengen, daar heb ik het nie,t naar ge
maakt!
Ondanks zyn spottenden toon, was zijn zelf
beschuldiging oprecht gemeend, maar Claudia
weerde die af en protesteerde hartelijk:
Wees toch niet zoo dwaas? U kon onmo
gelijk meer voor me gedaan hebben, dan u
deed. En wat hebt u niet allemaal voor me
gedaan dezen avond. Dat u zoo verraderlijk
overvallen werd, kon u toch waarachtig niet
helpen!
Maar O'Malley bleef stil, terwyl ze voort
reden en zoo verzonken beiden in hun eigen
gedachten, tot Claudia zag dat de taxi haar
huis naderde.
Mr. O'Malley, wendde ze zich tot haar be
geleider, ik zou u graag binnen vragen, om
naar uw keel te zien, maar het is zoo erg laat
en... o, denkt u alstublieft niet dat ik on
dankbaar ben. Ik ben u werkelijk buitenge
woon verplicht en u heb u schitterend gedra
gen als een held in één woord. Maar...
O'Malley. wat tot zichzelf komend, lachte.
U is heel attent, maar op dit uur zou Ik
er geen oogenblik aan denken mee te gaan «n
mijn kee is heusch al veel beter. Ik zal in deze
taxi teruggaan, nadat ik me overtuigd heb,
dat u veilig bent thuis gekomen. En dan hoop
ik u later een bezoek te mogen brengen.
Tot zijn verbazing aarzelde zijn gezeilin
weer.
Heel graag, zei ze en O'Malley werd op
nieuw getroffen door de verrukkelyk-lieve
klank van haar stem. Ons appartement is
in dat gebouw daar. Doet u geen moeite ik
kom er alleen wel.
De auto stopte bij het trottoir. O'Malley
hielp haar uitstappen, ondanks haar protest,
liet den chauffeur even wachten en ging met
haar mee naar den ingang van het groote
flatgebouw, waar een slaperige nachtportier
kwam aanloopen om de deur voor haar te
openen. O'Malley vond nog juist tyd om haar
de revolver te overhandigen, die ze lachend
onder haar mantel liet glijden, terwijl ze hem
nog eens weer vol deelneming naar zyn keel
vroeg.
Dat zal morgen wel weer heelemaal tn
orde zyn, verzekerde hy. Mijn trots is meer
gewond dan myn keel, ik had beter voor u
moeten zorgen. Wilt u uw broer zeggen, iat
ik hem morgen of overmorgen den brief kom
brengen? En... wanneer mag ik u komen be
zoeken
Nogmaals aarzelde Claudia en O'Malley
voelde zich diep terneer geslagen door die
aarzeling. Eindelyk gaf ze ten antwoord:
O, ik weet niet wat ik zeggen moet. Het
is werkelijk geen ondankbaarheid, maar
heusch, het is beter dat u alleen mijn broer
opzoekt en niet mij. Begrijpt u mij niet ver
keerd als u niet anders wilt, kunt u het
doen, nadat u mijn broer gesproken hebt
maar nog eens, het is beter dat u niet komt.
Ik kan v helaas niet uitleggen waarom, maar
ik verzeker u, dat het niet uw persoon geldt,
mr. O'Malley!
Ze stak hem de hand toe en zwygend drukte
O'Malley die, keek haar een moment in de
oogen en zei haar toen goedennacht. Hij keek
haar na, toen ze naar binnen ging en ze
wuifde hem toe voor ze uit het gezicht ver
dween.
Haar houding gaf hem een schrijnend ge
voel van pijn; hij was niet in staat het my
sterie te peilen dat achter dien half smee
kenden, half lachenden blik lag, waarmee zij
afscheid van hem genomen had.
HOOFDSTUK V.
Een man, die haast had.
Op den terugweg naar huis hielden O'Mal-
ley's gedachten zich bezig met het eigenaar
dige gedrag van Claudia Hunt en hy vroeg
zich af wat deze tweede aanval op haar te
beteekenen had. Het was hoogst merkwaar
dig dat ze hem zijn geld hadden gelaten, wel
meer dan honderd dollar in contanten en
wat de revolver betreft, misschien hadden ze
geen zin gehacl dat zware ding mee te nemen
of zich de moeite willen besparen om zich van
het wapen te ontdoen. Maar hij was meer ge
neigd te veronderstellen, dat ze, om een re
den, die hy niet kende, zich angstvallig had
den gehoed iets te stelen dat aan hem toebe
hoorde.
In ieder geval, het versterkte hem in zijn
overtuiging dat het den brief enkel er. alleen
den brief was. dien ze zichten.
De taxi gleed zonder een enkel incident
door het park, de Fifth Avenue in. Ze sloe
gen nu Oostwaarts af in de richting van zijn
huis. De Ier leunde achterover en zyn strakke
waakzaamheid ontspande zich; hij betastte
zijn nog pijnlijke keel en wenschte zichzelf
geluk dat een avond vol avontuur goed en wel
voorbij was, al was het dan geen volkomen
succesvolle avond geweest.
Het zou een heelen tyd duren eer hij het
vernederende feit te boven was. dat hij zich
met revolver en al zoo gemakkelijk had laten
overmeesteren.
Wordt vervolgd.)