De ontkerstening van Een verwijt aan het onderwijs weerlegd Radioprogramma J DRIEMANNEN en dun noodlot aan h» t bestii Leven» eend t< niiddi lus las de n kluit t plasui liet b, lis nii us lft ar, t 9 Schil it, Af en hf n voi 'iO a iber.f SWOt 100. De geschrokken leeuw sprong inmiddels van de ene loge in de andere en veroorzaakte een geweldige paniek, totdat hy tenslotte in een gang terecht kwam, waardoor hij uit de arena in vryheid kwam. Onderwyl was Tarzan naar de kant van de arena teruggelopen, waar de andere slachtoffers in een aparte ruimte stonden te wachten. Het publiek brulde op gewonden. Opnieuw nam de aapman zyn plaats in naast Valthor by de omheining. De bewaker, die hem eerst uitgejouwd had, keek hem nu vol bewondering aan. De andere ge vangenen prezen hem en wensten hem geluk. „Menofra zal wel op wraak zinnen, nu je haar dat schoothondje hebt bezorgd," lachte Valthor. Tarzan keek ecna achterom naar de koninklgke loge en zag Menofra daar onge deerd staan. „De leeuw miste zyn hoge onder scheiding", zei hij, „maar ik heb geen spyt van wat ik gedaan heb. Want, zie je. het was de leeuw, die ik wilde wreken en niet Meno fra of liet volk!" Spoedig keerde de officier terug en zei met een stem, waar sympathie uit sprak tegen Tarzan: „Je was een dwaas om dien leeuw in de loge van Menofra te smijten. Als je dat niet had gedaan, zou ze je je vrijheid gegeven hebben. Nu heeft zy bevel gegeven, dat je vertrapt zult worden jy en Valthor!" AAT. de B? 'oorzic of i trol» (Ij lodi en da Ir eelt] ihilderi ir. P<x ebrok? aebtti Leem Ds. iiest. ke. E. ïr E. Ja na laar. j n. Ds. TT ek. de Vaak uitgevoerd door kleine locale machthebbertjes, die soms an ders handelen dan de hoofdleiding weoscht. Aan een interessant artikel van dr. L. D. Tertaak Poot, Ned. Herv. predikant te Den Haag, in de 's-Gravenhaagsche Kerkbode, gewijd aan den Duitschcn kerkstrijd, ontlce- nen wij het volgende: Evenals in Nederland, zal in Duitschland wel ervaren worden, dat de kleine, locale machthebbertjes en leidertjes soms anders handelen dan de hoofdleiding weet en wenscht. In Thüringeri b.v. zal men kunnen waarnemen, dat de kerk radicaal „duitsch- christelijk" is: o.a. door dc bepaling, dat nict- arische Christenen (Christenen!) uitgesloten zijn van huwelijksinzegening en avondmaal en voor hun kinderen, van den doop. Een kerk, die zulke bepalingen treft, heeft op gehouden een Christelijke kerk te zijn. Helpt de gebrekkigen! Is dit nu het geval met het geheel der evangelische kerk? Immers neen! Deze mo derne, Thüringschc landskerk vertoont (tot nu toe, niet die van Sachsen) een landelijk radikallsme, dat elders (nog) afwezig is èn ook principieel bestreden wordt. In een stampvollen hoofddienst elders hoorde ik af kondigen, dat er dien morgen één collecte zou gehouden worden, n.1. voor de kerkelijke verzorging van achterlijken en gebrekkigen. De predikant, een zeer vooraanstaande fi guur, zeide: „Van buiten en boven af wordt gepropageerd: maak zulke menschen steriel cn bevrijd ons volk van dezen last! Dat moe ten dezulken maar weten cn verantwoorden. Hier echter, gemeente, geldt de wet des Ko- nings: trekt ze aan uw hart! Dit is mijn eenige aanbeveling voor deze inzameling". Objectief blijven! Men moet onderscheiden bij berech- telijkc vervolging en gevangenzetting van predikanten, of men te doen heelt met politioncele, dan wel met staatspolitieke maatregelen. Oók ten onzent is het nog zeer onlangs ge beurd, dat predikanten gevangenis straf kregen, wegens het aansporen van catechisanten tot dienstweige ring. Zoo is do arrestatie en gevangenzetting soms het gevolg ginds geweest van het doen ^an uitingen en mededeelingen in bepaal den vorm (b.v. dat dc navolgende „ketters" weer uit de kerk waren uitgetreden, n.1. S.A. Bannführer, die en die; iets wat in deze vorm politioneel verboden is). Men mag in zulk een geval niet spreken van geloofsver volging om der waarheid wil. Want dan zou de plaatsvervanger van zulk een in „Schutzhaft" genomen predikant, die onge hinderd de kerkdiensten voortzette, geen dienaar der waarheid zijn. Men beseft het ongerijmde. Houding tegenover Rome ènders. Men moet óók onderscheid maken tusschen de houding der overheid te genover de evangelische kerk èn te genover de Roomsche kerk. Men ver- gete niet, aldus ds. Poot:„Rome" wil heerschen over den Staat. De houding van een totalitaircn staat tegenover „Rome" zal dus a priori anders zijn dan tegenover de Protestantsche ker ken. Hitier-Jugend anti-christelijk. De houding van de leiding der S.A., S.S. en H.J. (Iiitler-Jugend) wordt helaas hoe langer zoo meer anti-kerkelijk en anti-chris telijk. Een bewijs is hiervan o.a. dat de ty- pisch-kcrkelijke plechtigheden van huwe lijksinzegening en begrafenis meerendeels vervangen worden door S.A.- en S.S.-Ehe- weihcn( de laatste zijn „hooger" dan dc eer ste) en dat in al meer gevallen, de S.A.- of S.S.-leidcr de begrafenisplechtigheid leidt in- plaats van den predikant. Teekenend is ook een hoofdartikel in het orgaan van het Schwarzo Korps (eerste week Juli), waarin betoogd wordt: a. dat theologie géén wetenschap is; b. dat men géén achting moet hebben voor jonge mannen, die theolo gie gaan studeeren. Zij doen dit, wijl de kerk zich tevreden stelt met een candidaats-exa- men en wijl er zooveele „beurzen" zijn; dus, uit oorzaak van gemakzucht. Zij beweren, hun volk te willen gaan dienen door middel van de kerk. Als oudere en oude mannen dit bewe ren, als dienaren der kerk, kan men dit nog als eerbiedwaardig betrachten; maar bij jon geren is zulk een bewering te verafschuwen. Dc kerk is een verouderde instelling. Wie zijn God wil dienen, moet en kan dit alleen doen, door alleronmiddellijkst zijn volk te gaan dienen. Een zware druk op allen. In de prediking, in kerkbodeartikelen of in wijk- en vereenigingshladen mogen Rosen- berg c.s. niet bestreden worden (hoewel dit natuurlijk tóch gebeurt!), terwijl deze niéuw- duitsche heidenen van hun kant vrije pro paganda mogen voeren. Dit is geestelijke vervolging en het brengt zwaren druk op al len, die kerk en volk, vooral de-jeugd, op het hart dragen. De ambtsdragers der kerk ko men, zoo besluit de Haagsche predikant, hoe langer zoo meer in een ondragelijke span ning. „Opgeleid voor het leven, wordt men pas door het leven zelf'. „Wat verwijt men aan ons on derwijs?" vraagt de inspecteur in de inspectie Middelburg in het de zer dagen verschenen Rijksvcrslag van den staat van onderwijs in 1938. „Als ik goed luister", aldus deze heer, „zijn er twee klachten: het onderwijs leidt niet op voor het leven, en, er blijft zoo weinig Van hangen." Om met de laatste klacht te beginnen. Een onderzoek naar de parate kennis de» leerlingen, nadat zij reeds korter of langer tijd dc schoolbanken hebben verlaten, le vert. vaak uitkomsten, waarvan de publi catie tegelijk droevige en lachwekkende gedachten aangaande de resultaten van ons onderwijs zou kunnen opwekken. Maar het maakt op mij, aldus de schr., altijd een zon- derlingen indruk, dat men ecnerzijds de school steeds meer voorhoudt, dat ze niet moet streven naar het aankweeken van parate konnis, terwijl men haar anderzijds het falen der oud-leerlingen in parate ken nis voorhoudt als een bewijs van haar te kortkomingen. Welke dokter, advocaat of (zelfs) leeéaar zou op lateren leeftijd nog eens geëxamineerd willen worden in dc vakken waarin hij destijds op de middel bare sehool en de universiteit heeft uit geblonken? Mag men daarom ann die scholen verwijten, dat ze de kennis niet of niet op de juiste wijze hebben aangebracht? Ik geef natuurlijk toe. dat het wensdielijk zou zijn, dat de leerlingen het op school geleerde wèl wat beter vastthielden. Hier kan mij, dunkt mij, alleen verplicht ver volgonderwijs. meer nog dan verlenging van den leerplicht, baat brengen. De opleiding voor het leven. En wat het verwijt betreft, dat de school te weinig opleidt voor het leven, moge ik de opmerking maken, dat m.i. geen enkele school in staat is om volledig voor het leven uitge ruste jonge menschen af te leveren. Opgeleid voor het leven wordt men eerst door het leven zelf. Als de jonge arts van de universiteit komt is hij nog geen ervaren geneesheer; de ion- ge meester in de rechten geen handig advo caat; de pas gepromoveerde doctor in de wiskunde of in de oude of nieuwe talen nog geen geroutineerd leeraar. De eigenlij ke „vorming" begint pas na de opleiding. Wat zou dan de lagere school opleiden voor het leven, mischien nog wel met ecu hoofdletter? De ontwikkeling van den jon gen mensch begint toch eigenlijk pas na den leerplichtigen leeftijd. De lagere school heeft slechts de faculteiten te scheppen, de organen te oefenen en de wapens tc scher pen, die dc latere ontwikkeling mogelijk en gemakkelijk maken. Den berg optrappenl De inspecteur te Alkmaar voegt hieraan toe: Dit neemt echter niet weg, dat wij ten zeerste toejuichen, dat dc gemoederen weer eens wakker geschud zijn cn men als het ware gedwongen wordt tot bezinning, tot heroriënteering. Daarin ligt altijd een zegen verborgen. Niet freewheelen, maar den berg optrappen. De waardeering van het bestaan de mug niet ontbreken, mar zij mag nooit oorzaak zijn, dat de stimuleering in dc rich ting van het betere achterwege blijft. Militaire vrachtauto gebotst Een sergeant zwaar- en een sol daat licht gewond. Woensdagavond 7 uur is onder Zuidlaren een militaire vrachtauto van het garnizoen aldaar geslipt en tegen een boom gebotst. Op dc auto bevonden zich veertien mili tairen, van wie dc 30-jarige gehuwde ser geant J. Steen, beambte bij de Nederland- schc Spoorwegen in Winschoten, ernstig werd gewond. Hij liep een ernstige kneu zing aan dc ruggegraat op en is naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen over gebracht. Een soldaat werd licht gewond, hij brak o.m. het neusbeentje. Hij is in het militair hospitaal te Zuidlaren ter verpleging opge nomen. De overige twaalf militairen kwamen mot den schrik vrij. De auto is zwaar bescha digd. Vreemdelingenlegioen in Palestina? Een geheime overeenkomst tus schen Britten en Joden. De „Voelk. Bcobachtcr" meldt uit Tel Aviv, dat tusschen de Joodsche militie, „Ha- gana" en de Britsehe militaire leiding in Palestina een geheime overeenkomst is ge sloten, welkeb epaalt, dat de Hasiana voor Engeland een vreemdelingenlegioen van ongeveer 80.000 mun geleidelijk zal opbou wen. waartegenover de Britsehe militaire autoriteiten zich zullen verplichten de Jood sche immigratie naar Palestina zoolang geen ernstige moeilijkheden in den weg tc leg gen, als voor de vorming van dit legioen noodig lijkt. De overeenkomst zou reeds ruim twee jaar geleden gesloten, doch eerst thans bekend geworden zijn. ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1989. Hilversum I. 1875 en 414,4 m. VARA-Ultzendlng. 10.00—10.20 v.m. en 7.308.00 VPRO. KRO-Ultzendlng. 8.00 Gramofoonmuziek. (Co. 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwyding. 10.20 Voor arbeiders ln de Continubedryven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 12.15 Berichten). 2.00 Causerie „Een plan voor onvolwaardige arbeidskrachten". 2.20 Liedjes met pianobegeleiding. 3.00 Reportage. 3.40 VARA-orkcst. 4.30 Causerie „Handschriftkunde". 4.50 Gramofoonmuziek. 5.30 Causerie „Fllmpubliciteit". 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Orgelspel. 6.28 Berichten. 6.30—6.55 Gramofoonmuziek. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cyclus „Langs steden en dorpen". 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.20 Gramofoonmuziek. 8.30 VARA-orkest. 9.00 Puzzle-uitzending. 9.15 „The Ramblera" en solisten en interview (opname). 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 VARA-orkest. 11.15 Zang en plano. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 801,5 m. 8.00—9.15 Gramofoonmuziek. (Ca. 8 15 Be richten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 De KRO-Melodisten (opname). 1.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 1.15 Berichten). 1.30 Vervolg KRO-Melodisten (opname). 2.00 Handenarbeid voor de rypere Jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 John Kristel en zyn Troubadours. 4.30 Filmduetten (gr.pl.). 4.45 John Kristel cn zijn Troubadours. 5.15 Sportoverzicht. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 De KRO-Nachtcgaaltjea. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. (Ca. 6.45 Berichten). Hierna: Gramofoonnvir.iek. 7.00 Berichten. 7.15 Religieuze causerie. 7.35 Actuceie aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP en KRO-mededeelingen. 8.15 Religieuze overpeinzing met muzikale omiysting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 Vrooiyk Zaterdagavond-programma. 10.30 Berichten ANP. 10.4012.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. van ej] J. Ds. amsW Minne P. T De* p. iknnrt I iijlsn» Naar het Amerikaansch van Morgan S« Roscue 30. Onwillekeurig wilde hy het hoofd omdraai en. maar bedacht zich en liep verder alsof B» geen zorgen ter wereld had. In de straat waar hij woonde kwam iemand achter hem Hij kon voetstappen hooren die hem onbewust bekend voorkwamen. Terwyl hy zijn toep opliep keek hy onverschillig rond. open- oe de voordeur met den huissleutel en ging Baar binnen. Maar die eene blik was voldoende geweest, en achtcr hcm had zÜn P*13 vertraagd r k de straat over. De schemering was 8 oeginnen te vallen, maar het was toch indn b genoeg ont O'Malley een duideiyken tervüi t0 gc%'en van het gezicht van zijn ach- kta-a*er' had half verwacht het scherpe, la v ï^hnmige gezicht te zien dat typisch msn P°htieman in burger. Maar als de -elf en hij had opgemerkt niet Mc Girk kim,i L n was het toch iemand, die spre- O'Vt n leek! zirh\ sloot voordeur weer, keerde was keek door het raampje. De man Wu V voor het trottoir gekomen. Hij lanp*jffü °?gl-nblik naar het huis en liep toen irezicït J 8lraat af- Nu had O'Malley zyn H<«f duidelijk kunnen onderscheiden, keerd'ha<i de ro,len om ge- ^«nctraUlg handelde O'Malley zooals hij gewaeat^HH «Hbb€n als nict gevolgd was Sbig ineens door naar boven en draaide het licht in zyn voorkamer aan, zich afvragend wat de vent van hem moest, nu de brief bezorgd was. Hy waagde de veron derstelling, dat Mc Girk een antwoord zocht op de vraag wat hij met den brief te maken had en vond het misschien gewenscht te pro- beeren meer omtrent hem te weten te ko men. En O'Malley's vermoedens in dit op zicht waren inderdaad juist. O'Malley ging zitten. Toen sprong hy weer op en liep naar beneden; naar het raam in de hall. Langs den muur glippend, bereikte hy den rand van het venster zonder van buiten af zichtbaar te zijn. Hij verschoof het gor- dyn iets tot hij naar buiten zien kon. Maar ongelukkigerwyze sprong de gevel van het aangrenzende huis even naar voren en ten gevolge daarvan was zyn gezichtsveld niet niet genoeg om Mc Girk te ontdekken. Neen, zóó zou het niet lukken. Hy ging de trap weer op en liep door naar het dak. Een blik op den donkeren wolkeloozen hemel stelde hem gerust. Geruischloos zocht hy zyn weg over een paar aangrenzende daken en naderde voorzichtig de overstekende kroon- lyst. Het was van groot belang om te weten of Girk er nog was en of hy alleen was. In zyn volle lengte op het platte, met zink bekleede dak liggend, kroop hy langzaam vooruit tot zyn hoofd over de lijst kwam en hy in de straat kon kyken. Hy vertrouwde er op, dat Mc Girk hem niet tegen de donkere lucht zou .opmerken, terwyi het zeer on waarschijnlijk Icok, dat hij hem op zoo'n ongewone plaats zou verwachten. Na een oogenblik kreeg hij Mc Girk in het oog; bijna vlak aan den overkant der straat. De man stond op het trottoir en keek zoo nu en dan naar het huis, waar O'Malley zijn appartementen had. Voldaan, maar niet bepaald verheugd, keerde O'Malley terug, sloot het luik achter zich en begaf zich naar zijn kamer. Het was zeker, dat hij het huis niet kon verlaten om Mc. Girk te schaduwen, als Mc Girk niet eerst had opgehouden hem te schaduwen. Hy stopte zyn pyp en ging zitten wachten. Kort na tien draaide hy het licht uit, nam zyn hoed en koffer en liep op zyn teenen naar het sousterrain. Er weis daar een kleine gang, die naar den benedenuitgang leidde. O'Malley opende de deur daarvan zoo zacht mogelyk, sloop naar buiten en trok de deur dicht. In de schaduw van de hooge stoep was hy ver borgen voor Mr. Girk, maar zelf koos hy zijn plaats zóó, dat hy den ander door het yzeren hek kon zien. Mc Girk had zich teruggetrokken in de duisternis van een portiek en staarde nu eens omhoog naar O'Malley's vensters en dan weer naar miss Hippy's voordeur. Het was duideiyk dat hy verwachtte dat O'Malley naar buiten zou komen. Eindelijk, na een minuut of tien, kwam Mc Girk naar het trottoir, spoog nadenkend voor zich uit en slenterde naderby. Toen hy recht tegenover het huis stond, keek hy weer naar de voordeur en nsiar O'Malley's donkere ven sters. DEiarop verwyderde hy zich snel in westelijke richting. O'Malley wachtte tot hy den hoek om was. Toen liep hy ook de straat op, met den koffer in de hand en volgde hem. Mc Girk bleef in dezelfde richting voortloopen en ging op een taxi toe. die by het trottoir parkeerde. Een man stapte uit de taxi, gaf iets aan Mc Girk cn zette te voet koers naar Fifth Avenue. Mc. Girk stapte in de taxi en sloeg het por tier dicht. De wagen reed direct weg, draalde bij dc Avenue naar het Zuiden en was spoe dig uit het gezicht. O'Malley haastte zich naar het station van den ondergrondschen spoorweg, stapte over op Times Square en stapte uit in Fourteenth Street. Nu naderde hy, zeer op zyn hoede, het huls. waar Mc Girk woonde. Het was nu byna elf uur. Het was een heel donkere avond. Er brandden zoo weinig lan taarns in Eleventh Street, dat hl] slechts met de grootste moeite iets kon zien. Maar hy overtuigde zich toch dat de veranda's alle verlaten waren, hoewel het een warme avond was. En voor zoover hy kon vaststellen was er ook niemand in de straat te bespeuren. Hy duwde het hek open, keek op, zag dat de ra men van Mc Girks voorkamer op de tweede verdieping nog donker waren en begaf zich naar de voordeur. Toen deze vervelooze barrière veilig achter hem gesloten was, wachtte hy bij 't suizende gasvlammetje, snoof de geur van duffe stof figheid en gestoofde kool op en luisterde ge spannen. Een toenemend brommen en ronken buiten in de straat kondigde aan dat een auto in aantocht was. Daarop klonk het ge knars van remmen en het dichtslaan van een portier. O'Malley schoot de eerste trap op als een ha~ewind, zocht en vond den knop van zyn slaapkamerdeur en glipte nsiar binnen, juist toen de voordeur gesloten werd. Tegen den muur van zijn kamer gedrukt, luisterde hy naar het geluid van de voetstap pen, die de trap opkwamen. Iemand streek langs zyn kamer, liep den hoek van de gang om en beklom de trap naar de tweede ver dieping. Zacht opende O'Malley zijn deur, sloop naar de trap ea zette daar zyn aan dachtig luisteren voort. Een deur werd boven gesloten. Voetstap pen klonken aan den eenen kant. En daar het aantal voetstappen op een groote kEuner wees, twyfelde O'Malley heelemaal niet meer of Mc Girk was teruggekomen. De ondergrondache had het vlugger gedaan dan de taxi. O'Malley vroeg zich af wat de man daar bo ven nu uitvoerde. Het voor de hand liggende antwoord was dat Mc Girk aanstalten maakte om naar bed te gaan. Maar als dat inderdaad zoo was, zouden de voetstappen nog klinken en ze hadden opgehouden. In een plotselinge ingeving schoof de jonge Ier zijn schoenen uit, zette ze tegen den muur van zijn kamer liep op zijn teenen de gang weer in, want zelfs kousenvoeten maken nog een duidelijk hoorbaar geluid wanneer men zich niet uiterst behoedzaam voortbeweegt. Als een schaduw gleed hy de gang ln en kroop langzaam naar boven, zoo dicht moge lyk tegen den muur aanbiyvend. Zonder dat een trede gekraakt had. kwam hy boven. Er was daar geen licht, evenmin als in zyn eigen gang beneden. Maar in de inktzwarte duister nis kon O'Malley een zwak schynael door het sleutelgat onderschc'den. Het zei hem niet alleen dat zyn veronderstelling dat Mc Girk terug was juist was geweest, maar tevens dat er geen sleutel in zyn deur stak. Met de grootste omzichtigheid sloop O'Malley naderby, zyn weg tastend met vingers en voeten en ten slotte gehurkt voortschuivend op zyn handen en knieën. HIJ bereikte de deur VEin Mc Girks kamer en hield zyn oog voor het sleutelgat, wel oppassend den deur knop niet aan te raken. Het was een oud huis, het sleutelgat was groot en O'Malley's gezichtskring was wyd genoeg om een flink gedeelte van de kamer te overzien. MEiar zooveel had hy niet noodig. Want direct ln het verlengde van zyn blik zat Mc Girk. Hy zat Eian een tafel tegenover het raam. zoodat O'Malley hem van opzy zag. Boven zijn hoofd zoemde een gaslamp. Het gezicht van den man was Ingespannen op iets gericht. Hij hield een papier plat op de tafel voor zich en bestudeerde het. snel notities makend. Na een oogenblik nam hy het vel papier, dat hy bestudeerd had. op het was een brief zooals O'Malley zag keek van den brief naar zyn notities en schoof hem vervolgens onder het groote vloei- blad. Daarna haalde hy een vel papier uit een la en begon langzaam en aandachtig te schrgven. Zich aan de dcurstyi vasthoudend om zyn evenwicht te bev aren, sloeg O'Malley hem scherp gade. Na een minuut of drie. vier, legde Mc Girk zyn potlood neer, herlas wat hg geschreven had en begon het op zyn ge mak op te vouwen. Toen hy dit had gedaan, nam hy een enveloppe uit dezelfde lade, schoof den brief erin en schreef het adres erop. O'Malley had genoeg gezien. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7