De Portugees leeft innig tevreden!
Wij lazen voor U
De tragedie
Een kerkelijk „Oranje Boven"
van een
Prijs zijn land, dan is hij gelukkig!
Maar hij begrijpt
niet, wat er aan
zijn varkenshokken
te zien is
Ieder volk heeft lijn elgen-
aardigheden en mej. Boekei
weet ze op te sporen én... er
ran te vertellen. Zóó be
schrijft se ons in bijgaand ar
tikel de hebbelijk- en onheb
belijkheden der Portuqeesen
welk volk over 't algemeen
Méér in den smaak valt van
onze Jourruzlislef
'Arme visschersvrouwen
in het Portuqeesche
dorp Cascacs.
Tegenwoordig hooren wij men
schen, net ala honden en t en toon-
atellingskippen, allemaal tot een
ras. Vroeger was dat niet zoo. Mis
achten werd er toen al wel een* over
geschreven door geleerde professors,
maar gewone natte menschen lo
zen dat niet en wisten er derhalve
ook niet* van in onze verlichte eeuw
ia echter het rassenprobleem een
zeer actueel en fatsoenlijk onderwerp
der conversatie geworden en weet
ieder, dat wii in Holland eigenlijk
Batavieren in een luxe-uitvoering
zijn; Amerikanen, witte roodhuiden
met zwarte negermuziek; Dult-
arhers, Germaneu met een vrij wil
ligen dwang enz.
Daarom moet ik ook van liet Portugoe-
aclio ras vertellen, dat feitelijk „selfmade
is, want de oorspronkelijke Iberiërs (waar
van Busken in Spanje misschien nog
een rest zijn) vermengden zich steeds met
de volken die hun woonstreek binnendron
gen, zooals Kelten, Phoeniciër». Grieken en
daarna pl m. 200 vóór Chr. de Romeinen,
die 't hecle schiereiland veroverden en in
provincies indeelden. Het tegenwoordige
Portugal werd Lusitaniê, waarom de I'ortu-
geezen zeggen, dat zo Lusltanlërs zijn. I c
volksverhuizing braclit nog Vandalen, Su-
even en Germanen naar deze streken en in
711 staken de Blooren onder Tarik van Afri
ka over en noemden de kaap waar zo aan
kwamen de Gibcl al Tarik. die nog steeds
Gibraltar heet. Nu namen de Mooren
alles in bezit, behalve het lioekje waarin
de haven Porto Cale (nu Oporto) lw en
van daar begon in pl.m. 1100 Don Affon-
zo Hcnrique de Mooren weer te verjagen en
wel met zooveel sucoee. dat hij bij zijn dood
een vrij Portocalia achterliet, dat sedert
dien zijn wapen voert waarin de torens
van Guimaraes voorkomen. het Kasteel
waar deze eerste vorst werd geboren. (Mij
is verteld, dat ook liet Hollandsche dorp
Poortugaal dit wapen heeft, doch dit weet
lk niet zeker.)
Een roemrijk* tijd tegemoet.
Portucalia ging een roemrijken tijd tege
moet. Als zeevarende mogendheid ontdok-
te en veroverde liet de halve wereld, waar
door het land tot grootcn rijkdom kwam.
Voor het Portugeeschc ros werd dezen ujd
echter fataal, want de glorierijke geschiede
nis werd geschreven met het bloed van de
sterkst»- en moedigste jonge mannen, daar
alleen zij geschikt waren voor de zware li
chamelijke moeilijkheden en ontberingen
die de krijgstochten, de zeevaart en het
klimaat in de verre landen vernachten. l)e
weinigen die in het land terugkeerden, wa
ren gewoonlijk inval leden en wrakken. De
kolonisten die zich in de veroverde gebie
den vestigden, trouwden meestal Inland-
hen en naar 'l moederland terug
gingen, dan was het met een serie kleurige
kinderen zooiets als: 2 witte, 2 zwarte.
khnki. die echter in Portugal als volwaar
dig werden opgenomen. Bovendien kwam in
14.U de eerste zending negerslaven van
Afrika, 'foor zoovele gevolgd, dat ook dit
van invloed werd.
De bloem der natie
F.n tenslotte heeft de geestelijkheid, die
onder de vele bigotte koningen groote macht
had gekregen liet hare tot de verzwakking
van het volk bijgedragen, door «te l»este ion
gemauneti in de kloosters te halen, vaak
tegen hun zin en dan zin van hun ouders.
Dit kwaad werd zoo erg. dat «te Markies
van Pombal tijdens zijn regeering hiertegen
streng optrad en tenslotte «te Jezuïeten het
land uitzond, maar liet eenmaal zoo stoere
Lusituansrhe volk. dat zoovele ontdeKkers
en veroveraar» had voortgebracht. was
reeds tot een futloo* volkje teruggevallen
dal zijn trotsch* bezittingen «veest weer
moest afstaan (in «te eerste plaats aan
Holland) en toen door «te wereld werd ver
geten.
Hoe zijn de Portngeezen?
Zoo is de Portugeeschc stamboom
nis 't ware een staalliock «Ier vele
tinten bloed waaruit het tegenwoor
dige glimlachende Portugeesche ras
is samenge roerd. Een sarcastische
Nederlander merkte op, dat liet
nu ook vrij be-roerd was, maar «Vat
is niet waar, want «te Portugeezen
hebben vele aardige eigenschap
pen. Ze zijn altijd vriendelijk en
hehuljizuum, ihh.ii Ikm.s of driftig
en hebben een oneindig geduld. Al
leen... ze verwachten van ons een
•ven groot geduld.
Van de Portugeezen boet liet, dat ze na
veel inspanning het vierkante wiel hebben
uitvonden, dat echter door 't gebruik weer
rond is geworden. En zoo is inderdaad ook
hun goedgemeende hulp niet altijd nuttig,
want ze gebruiken vaak hun energie in de
verkeerde richting. Maar, ze mogen dan
niet bijzomler slim zijn. sluw zijn ze ook
niet en indien zc jc helpen zijn ze zoo vol
ijver, dat er niet eens zoo gauw aan den
ken of ze er zelf voordeel van kunnen heb
ben Word je in do winkels te veel berekend,
dan komt dat, omdat ecu Portugees heel
goed weet, dat zijn berekeningen nooit
kloppen en voorzichtigheidshalve doet hij
er dun nog maar een jiaar escudo's hij, om
geen risico te loopen. Hij neemt het je ech
ter niet kwalijk wanneer je protesteert en
Vlaanderen en onze
■pelling.
Uit het Brusselsche dagblad
„Het Laatste Nieuws":
Het strekt den afgetreden
ministers van Onderwijs in
Nederland, prof. Slotemaker
«Ie Bruine, ter eer®, dat hij
met de bijzonderste onge
rijmdheden van de spelling
Kollewijn-Marrhant afgebro
ken heeft, zoodat er thans
kans bestaat om de gestichte
schade te herstellen en «le zoo
gewenschte eenheid van spel
ling tusschen Noord en Zuid
te redden
Zona Is «Ie Vlamingen aan
het taalparticularisme den
rug toegekeerd hebben, zoo
mag «>ok hetzelfde van onze
Noorderburen verwacht wor
den: do gedachteloosheid van
«Ie Hollandsche spreektaal is
inderdaad onvereenighaar
niet het gezag van het Neder-
lamlsch.
Het blad keert zich dan te
gen «Ie herhaaldelijke veran
deringen in onze spelling en
zegt in dit verhand:
Wij kunnen de veiligheid
van een vaste spelling niet
prijsgeven voor avontuurlijke
schommelingen.
Moge ook de heer Bolkestein
de nieuwe minister van onder
wijs in Nederland, de Vlaani-
sche toestanden Inzien, zooals
zp werkelijk zijn, opdat een
oplossing mogelijk worde, die
heide landen bevredigt en aan
onze taal ten goede komt.
Pater de Greeve over
„Oranje Boven"
Pater Henri de Greeve wijdt
in het ..Lichtbaken" een be
schouwing aan het slagwoord
„Oranje Boven"
Zonder ons hier op het ter
rein der prnctischc politiek
te begeven, aldus de eerwaar
de sohr. mogen we zeggen dat
de politiek, die ons verdeelt,
in den grond van de zaak
een godsdienstig vraagstuk is
Zoonis alles een godsdienstig
vraagstuk is. Wc dansen sa
men oj) den Dam of hossen
door het HaagscJie Noordein
de. maar schelden elkaar
daarna in de kranten de huid
vol. Oranje Boven! maar on
danks Oranje, ruzie.
Pater de Greeve pleit dan
voor meer eenheid en naas
tenliefde onder «le menschen
en zegt dat het egoïsme al
leen wordt overwonnen in en
door de liefde tot God.
Daarom is elke vader
landsliefde, die God uit
schakelt, ijdel en van te
voren gedoemd, een for-
uyilitcit, een gelegenheids-
leuze te blijven.
Vanzelf volgt hieruit, nog
een andere beschouwing.
Juichkreten blijven kreten,
als ze niet vergezeld gaan van
gebed. De katholieken kunnen
hier een voorbeeld nemen aan
de kerk zelve: als zij uitgela
ten feesten en roepen: Oranje
hoven, bidt de kerk eiken Zon
dagmorgen na de Hoogmis:
Domino, Salvam fnc reginatu
nostram lieer behoed onze
Koningin dit is het kerke
lijke Oranje Boven.
..Boven Oranje God" zoo W
sluit pater de Greeve
Niet alleen „bterleinr
voor den soldaat.
Het Volk (s.d.a.p.) schrijft.
De leiding van de weem^LI
houdt zich bezig met het n_
tige werk van ..ontwikkel»
en ontspanning" wij w«2
het. Toch krijg.-n wij uit
berichten, dio ons lioiriw
wel den indruk, dat Im-ru-
in vele plaatsen nog al
ontbreekt. Te licht blijkt
te vergeten, dat men met
wassen mannen te doen
die nu eenmaal sleclit te 1
den zijn voor „ontej>annij&
die als „dienst" wordt gi
teerd. Een beetje vroolljl
is zeer gewenscht. maar
het organiseeren van blei
ten kan men ook to ver
l-'.n fataal lijkt ons de
ting wij hebben haar
moet dat aan „den"
«laat iets goeds niet zou
besteed. Laat men het
zooken in goede films, tooJ_
voorstellingen, enz. en ld
men tevens een beroep do)
op de vrijwillige medewerM
van die krachten, die infc»
„burgerleven" reeds hun sj»
ren in organisatiewerk h«.
hen verdiend.
begint te dingen, wat hier altijd met vrien
delijke en beleefde gezichten gebeurt, want
een Portugees is altijd geneigd het beate
van iemand anders te denken en Ircgrijpt
niet, waarom je je over iets ter wereld
zoudt «>pwinden. Hij leeft in innige tevre
denheid met allen en alles om zich heen, in
de eerste plaats met zijn vaderland, als wai
dat tot voorkort dan ook een achterlijk,
vervallen en bitter arm landje.
Nog ééns zoo trotsch
Nu er onder de regceriiur van den emi-
m'uten Minister van Financiën, Oliveira Sa-
lazar, een krachtig begin is gemaakt tot
algeheel* opbouw, voelt iedere Portugees
zich nog eena zoo trotsch en gelukkig. Je
moet hem dan ook altijd een compliment
over zijn land maken, want nooit stoot je
hem meer voor het hoofd dan wanneer je
daarin iets afkeurt. Prijs je daarentegen
het een of ander, dan loopt hij zich 't vuur
uit de sloffen om je iets n«ig mooiers te
toonen.
Met al die karaktertrekjes moet je reke
ning houden, wil je hier iets bereiken; en
dan bereik je nog niet veel. Ik had dit
jaar twee prima Hollandsche aanbevelin
gen bii me, met gevolg dat allerlei voor
name deuren voor me opengingen, ik
overal zeer charmant werd ontvangen en op
diverse Ministeries bijna als kind in huis
werd, maar wat ik wilde: Inlichtingen hoe
ik het platteland kon leeren kennen, kreeg
ik niet.
Wet le daar na aan te zien?
Niemand begreep wat er aan hun
ezels of varkenshokken was te zien,
of zag in, dat een oncomfortal»ele
reis soms plezierig kan zijn, een
simpel maal lekker en een half
bakken gesprek vol humor.
Tenslotte gaf men dan maar weer intro
ductie* voor weer andere voorname men
schen en zoo waren m'n twee Hollandsche
brieven als een stel konijnen, dat zich zeer
rijkelijk vermeerderde. Overal waar ik met
één brief kwam, kreeg ik er minstens 3 te
rug, tot het bureau voor Nationale Opvoe
ding het record sloeg met zeventien. Ik ra
cete van 't eene einde der stad naar 't an
dere en toen een dame me eens vroeg, of ze
mij den vorigen dag misschien in de tram
had gezien, kon ik opgewekt zeggen: „Dat
zal wel mevrouw, want ik «loc niets
anders" 't Werd bovendien 'n tieele admini
stratie om alles uit elkaar te houden, want
al die namen en titels waren voor mij niet
meer dan ratjetoe.
Eindelijk gebeurde dan ook tóch het
vreeselijkc: ik klopte voor den tweeden
keer hij hetzelfde adres aan en sloeg een
modderfiguur.
Toen maakte ik er cordaat een eind aan.
Ik had ook genoeg van liet vruchteloozc
gesjouw door Lissabon, draaide de hoofd
stad den rug toe... wendde mijn steven naar
Cascacs, een arm visschersdorpje aan de
groote Oceaan. Wat ik daar beleefde vertel
ik een volgende keer!
Tusschen twee
schepen bekneld
Afschuwelijke dood van schip
persknecht.
Gistermorgen i» bij de sluis aan den
Donk in de Roermondsche Weerd te Roer
mond een ongeluk gebeurd, dat een schip
persknecht van 21 jaar het leven heeft
gekost.
Voor de sluis lag oen 150-tons motorschip
te wachten, terwijl langs den oever een
aantal schepen gemeerd lagen. Door «te
deining van het water dreigde een roei
bootje. dat langszij het motorschip gebonden
was, gekraakt tc worden. Dc 21-jarige
schippersknecht Hutgcns uit Arnhem wilde
dit voorkomen en bukte zich over boord
van het motorschip om het bootje weg te
trekken. Toen de schepen tegen elkander
stieten, raakte de jongen met het hoofd
tusschen heide boorden bekneld, tengevol
ge waarvan de jongeman op slag werd
gedood.
Het lijk Is naar Het St. Laurentius-
ziekenhuis te Roermond overgebracht.
Gevolgen van oorlogsdaden
Scheepvaartvereeniqingen adr
seeren aan minister van 5'ocütt
le Zaken.
De Scheepvaartverconiging Noord te 'Au
sterdam en de Scheepvaartvereeniging Zui
te Rotterdam hebben aan den minister v«
Sociale Zaken een adres gezonden, waari
zij aandringen op den grootst mogelijke
spoed bij het treffen van een regeling te
behoeve van eventuecle slachtoffers v«
oorlogsschade.
Het is mot het oog op de voedsel vooraf
ning een nationaal belang van dc eersl
orde, betoogen adressanten, dat het werk ii
de havens in critieke tijden voortgang k«
vinden. Noodzakelijke voorwaarde is, da
de werkers in de havens de zekerheid het
ben, dat zij of hun nagelaten botrekkingw
tegen de gevolgen van evcntueele oorlog»
daden financieel behoorlijk beschermd zijn,
Dertig fietsen in beslag
genomen
Dief en vermoedelijke heler
arresteerd.
Het aantal fietsen, dat te Groningen ge
stolen wordt, was sedert Augustus schrikba
rend toegenomen.
Bij liet politle-onderzoek werd #en adres
gevonden en zoo kon de dief opgespoord
worden.
Het is de 44-jarige K. H. uit Groning*
Een groot aantal rijwiclondcrdeelen en nü
minder «Jan dertig fietsen werden bij 1
in beslag genomen.
Inmiddels is ook een rijwielhersteller
arresteerd, verdacht van heling. De n
de 42-jarige W. R., eveneens uit Gronin
zou van den dief de fietsen hebben opg»
kocht
De mannen zijn ingesloten en worden
beschikking gesteld van den officier
justitie.
In bet grootste danshuis
van bet Verre Oosten
EEN TAXIGIRL KOST 20 CENT
PER DANS.
MANILLA.
Toen ik nio vier maanden geleden op dc
boot bevond, die me van Nederlandsch—
Indië naar de Philippijnen zou brengen,
vertelde me een Philippino over Munillu:
„Dat is de stad met «te langste havenpier
ter wereld en met het grootste danshuis van
het Verre Oosten."
De havenpier had ik gezien, maar het
danshuis nog niet, toen ik hier toevallig
kennis mankte met oen Nederlandsch inge
nieur, die op een der zuidelijke eilanden van
de Philippijnen „In «le suiker" werkt en de
vorige week tc Manilla met verlof was. HIJ
zeide nic: „Jc moet de Philippijnen niet ver
laten, zonder dat grootste danshuis gezien
te hebben. Alleen al «loor de mengeling van
rassen is het de moeite waard."
Met **n drieën op stap.
Zoo spraken we dan af er eens op een
avond heen te gaan.
Het was een zeer wanne avond, toen lk
hem in zijn hotel kwam afhalen en daar
maakte ik kennis met een Belgisch reiziger,
die eerst enkele dagen op de Philippijnen
vertoefde en zich bij ons aan wilde sluiten.
De taal vormde geen bezwaar, want deze
Relg was een rasechte Vlaming. Hij was
n«»g „nieuw" in den Oriënt, maar de Neder-
Inndsche ingenieur had hier al vete jaren
doorgebracht, zoowel in Nederlandsch Indié
als op «le Philippijnen en Ikzelf hen in den
Oriënt ook al langzamerhand een „oude
rot", tenminste indien ik mijn jaren in Per-
zië, Turkije, Syrië en Engelsch Indië mede
tel.
We besloten, alvorens naar het danshuis te
trekken, eerst in de stad te gaan eten in een
gelegenheid niet „air conditionlng", dus in
een electrisch gekoeld .restaurant
Zulke electrisch gekoelde restaurants, ho
tels en cinema's zijn er hier vele. In F.n
gelsch-Indte bestaan er «>ok, maar minder
en ln Nederlandsch-Indié nog minder. De
verklaring hiervoor zal wel zijn. dat de Ne
derlanders in hun wanne koloniën een ei
gen l>ouwtrant hebben ingevoerd van zeer
luchtige huizen, terwijl dc Amerikanen niet
hun mindere tropenervaring zich nog al
tijd min of meer aan hun Amcrikaanschen
bouwtrant houden.
Phllippijnsche koelte.
Toen wij liet „electrisch gekoelde" restau
rant betraden, heerschte huiten nog een tem
peratuur van vijf-en-negentig graden Kahren-
iieit (35 graden Celcitis) en het eerste «ogen
blik verschrokken wc bijna van «te koelte in
het restaurant, die ons toch weldadig aan
deed na do broei-warmte buiten. Onze eer
ste opwelling was onze jasjes dicht te knoo-
pen, maar lachend weerstonden we deze nei
ging. Dc eerste minuten was het me zoo
koud, dat ik bijna begon te rillen, doch na
eeuigen tijd gevoelden we allen ons beha-
gelijk. Toch viel mijn oog op een thermome
ter en deze wees aan 77 graden Fahrcn-
heit (25 graden Celcius), «lus een tempera
tuur, die we hij ons nog zeer hoog zouden
vinden, maar hier als zeer „koel" aandeed.
Het is de tegenstelling die deze uitwerking
heeft, want toen we later het restaurant ver
lieten, na aan do daar hcerscheode tempe
ratuur gewend te zijn, viel de temperatuur
buiten ons als een bijna onverdraaglijke
warmte op het lichaam. Den volgenden dag
had ik een zware verttoudheid. wat ik toe
schrijf aan de „koelte" van het restaurant.
Ik kwam tot de meening dat de Nederlan
ders in hun tropische koloniën verstandig
zijn de noodige voorzichtigheid te betrachten
met zulke „electrisch gekoelde" gebouwen.
Ik loop nu met een zwarp verkoudheid in
een tropisch klimaat en het schijnt me, dat
een verkoudheid hier nog moeilijker geneest
dan In het noorden. Men kan hier niet, als
bij ons, onder dikke dekens gaan liggen en
warme tliee met citroen of grocjes drinken,
daar dit bij de hier hecrschende warmte een
heldenmoed verslecht, waarover ik niet be
schik.
Naar de dancing.
Later op den avond, toen het eenlgszin»
koeler was geworden, reden we per auto
mobiel naar Santa Anna, naar het dans-
lokaal, „het grootste van het Verre Oosten",
of. zooals andere Philippino's beweren, „het
grootste van de wereld". Deze soort dans
gelegenheden liggen buiten de grenzen van
Manilla, daar ze in de stad niet zijn toe
gelaten.
Wat we te aanschouwen kregen
was inderdaad verbluffend: een hel
verlichte zaal van ongeveer honderd
meter lengte en veertig breedte. Er
speelde een orkest van een kleine
vijftig man, allen Philippino's. en
dut orkest was werkelijk uitstekend.
Zooals ik reeds herhaaldelijk schreef
zijn «te Philippino's buitengewoon
muzikaal.
In het midden bevond zich de dansruimte,
waar honderden paartjes tegelijk konden
dansen en om die dansruimte zaten aan
tafeltjes de ...taxigirls", de dansmeisjes, die
met iedereen tegen een vaste „taxvan
twintig cents per keer dansen. Er waren
kinderen onder van hoogstens achttien jaar,
«te oudste waren even boven de dertig naar
schatting. Met verlangende oogen zaten ze
uit te kijken naar dansers, die den „tax"
konden en wilden betalen. Alten waren ge
kleed in een soort avondcostuum, blijkbaar
voor het meerendcel twee-handsch kleedc-
ren, die cenigszins vermaakt waren. Kr wa
ren er ouder, die lange jurken van fluweel
droegen, een marteling bij de heerschende
temperatuur.
Dwerg-negerinnen.
De typen liepen al zeer uiteen. Er wa
ren vrouwen en meisjes, die iet» Europeesch
over zich hadden, afstammelingen van
Spanjaarden en Amerikanen en Phllippijn
sche vrouwen. Bij vele anderen was een
Chineeecho moeder of grootmoeder in de
gelaatstrekken en de scheeve oogen nog
herkenbaar. Dan waren er dwerg negerin
nen, niet grooter dan één meter zestig, af
komstig van het Philippijnsche eiland Ne
gros, «lat door een klein, zwart ras wordt
bewoond. Vroeger, zoo vertelde men me.
waren er onder de taxi-girls ook vele Ja-
paneesche schoonen, maar dat wordt thans
«loor «te Japansche regeering tegengegaan
Ook Europeesche en Amerikaansche vrou
wen en meisjes ontbreken onder de taxi
girls geheel.
Muurbloemen
Die taxi-girls moeten om negen uur aan
wezig zijn en blijven tot het einde van hel
lial. dat is dikwijls vier of vijf uur 's mor
geus. De onderneming betaalt haar geen
rent loon. Haar eenipe verdienste is de „tax".
dien ze voor het dansen ontvangen en
vooral de ouderen en minder aantrekke
ken gaan vaak naar huis zonder iets
tc hebben verdiend.
De Nederlandsche Ingenieur en lk h
ben reeds voldoende Orient-ervaring
niet zoo spoedig ontdaan te zijn, maar
onzen Belgischen makker was het ande
en hij kon zijn verontwaardiging over de
gelijke toestanden niet onderdrukken. „A
moede lijden", zeide hij, „is erg, maar a
moede lijden in een feestelijke omgeving
ontzettend."
Achter de coulissen.
Dicht bij ons zat een taxi glrl, die niet
meer jong was en door niemand ton dans
werd gevraagd. Op aandrang van onzen
Belgischen makker noodigden we haar aan
onze tafel en gaven haar iets te drinken en
vooral... te eten, wat niet eens duur waaJ
Haar handen waren ruw, alsof
re hard moest werken en toon ze
genoeg had gegeten, lwgon ze te
vertellen van haar teven: ze was
getrouwd geweest en thans weduwe
Een dochtertje van vijf jaar had ze
op te voeden. Overdag waschte ze
voor enkele vast» klanten en 's
avond» trachtte ze er als taxi glrl
nog iets bij te verdienen. Ze werd al
ouder en het ging niet meer zoo
goed als cenige jaren geleden.
Nadat wij drieën, Europeanen, haar aan
ons tafeltje hadden geroepen, werd ze op
eens meer aantrekkelijk voor anderen en
den verderen avond werd ze doorloopend
gevraagd, zoodat ze nog goede zaken heelt
gemaakt.
Het ondc heertje werd niet moe.
Onder de dansers waren enkele oudere
heeren met grijze haren. Er was er één on-
«Ier, die de zeven kruisjes reeds goed ach
ter den rug had. een nog stevige Ameri
kaan, die geen dans voorbij iict gaan. Wij
niet ons drieën verbaasden ons o\«?r zooveel
uithoudingsvermogen onder grijze haren
on wij besloten zoo lang te blijven, tot de
oude heer het dansen staakte. Maar toen
het half drie werd en ite oude beer nog
geen sporen van vermoeidheid gaf, hebben
we het opgegeven. En toen we de zaal ver
lieten wuifde de taxi-girl-waschvrouw ons
nog een hartelijk en dankbaar toe: ze be
gaf zich met een nieuwen danser op den
«iansvloer en zou weder twintig cent ver
dienen.
J. K. BREDERODE.