Vogeltrek
RADIO
De JAPANHER is een waterrot!
Wij lazen voor II
het
jaarlij ksch
wonder
De trouwlust der gemobiliseerdea
Theorie over
het ontstaan
Hoe oriënteeren
de vogels zich?
Kog geen tOO jaar is het geledendat men in een zeer geleerd
werk (Jakob Theodor Klein, Vorbereitung zu einer vollstóndi-
gen Vógclhistorle", uit het Latijn vertaald, Lübeek 1~60) de
meening kon aantreffendat de zwaluwen den winter in holle
boomm doorbrengen, (n meren, moerassen en rotsspleten weg
kruipen om daar een langen winterslaap te houden.
Al dergelijk* fantasieën rijn
•indulten door wefenschappe-
lijke waarneming en experimen
teel ondersoek op de vlucht ge
jaagd. De betrouwbare, systemati
sche studie van den vogeltrek, die
wonderlijker en raadselachtiger is
dan alle fantasieën, is en oor in da
plaats gekomen sn langs streng we-
tenschappelijken weg wordt thans
gepoogd een antwoord te vinden op
de eeuwenoude vraag: Waar blij
ven 's winters de vogels, dia in
voorjaar en somer onze bosachen en
velden verlevendigen?
Waar heoraa 4a trekvogels thuis?
Kan men bii vogels, die driekwart van
het jaar in de tropen doorbrengen en slechta
den korten broedtijd in Kuropeescha landen
vertoeven, nog wel van „thuis hooren" spre
ken? Waar is hun vaderland, hun thuis?
Een moeilijke vraag. De witte ooievaar trekt
van Noord-Europa naar Zuid Afrika. De
Noord Amerikaanschc pluvier trekt van den
Noordelijken Arctis naar Zuid Amerika. De
zeezwaluw, broedvogel in het ijsgebied van
de Noordpool, heeft den geheelen aardbol tot
woonplaat*, want zij zwerft van pool tot
pool, twee maal in het jaar; nergens kan zij
het lang uithouden.
En toch, zelfs de wetenschap heeft er geen
bezwaar tegen, het met zooveel menschelijk*
gevoelens belaste begrip „thuis"' in de vogel
kunde toe te passen. Heeft immers niet de
veertig jaar geleden door den Deen Morten-
sen ingevoerde methode van het ringen der
vogels tal van staaltjes van gehechtheid aan
een bepaalde plaat* onder de vogels aan het
licht gebracht? Ligt het niet voor da hand,
wanneer zwaluwen jaren achtereen onder
bataalfda dak komen broeden, wanneer een
ooievaarspaar telkens weer op hetzelfde nest
terugkeert, te veronderstellen, dat ook de vo
gels zulk een gehechtheid aan een bepaalde
plaats kennen, die wij voor ons verbinden
met de woorden „vaderland" en „thuis"?
■oa ontstond 4a vogeltrek?
De theorie over het ontataan van den vo
geltrek versterkt ona in deze opvatting. Vol
gens deze theorie dreef de ijstijd de vogel
wereld naar de warmere streken van het
Zuiden, waar zij nog een welvoorzienen
dlsch vonden. Of nu vela soorten nog ge
durende den Furopeeschen ijstijd dea zomers
naar hun geboorteland terugkeerden, of an
dere soorten na het einde van den ijstijd al
thans voor den broedtijd hun oorspronkslijke
woonplaatsen weer opzochten, is niet met ze-
kerheld te zeggen, nisar in ieder geval wordt
de oorzaak van het verschijnsel van den vo
geltrek gezocht niet alleen in vlucht voor den
non g»-r, doch daarnaast ook In ga hechtheid
aan het verbreidingsgebied van voor den ijs
tijd, Een overeenkomstig verschijnsel doet
tich voor bij de alen en zalmen, die In den
paartijd verre reizen naar hun geboorte
plaatsen maken. Ook meent men te mogen
aannemen, dat het instinct voor den geboor
tegrond bij sommige ooievaarsgealachtan uit
de Noordache landen zoo sterk Is, dat zij tich
nooit met de in Afrika broedende soorten
vermengen.
Perioden, van welker lengte wij ona
nauwelijks een voorstelling kunnen
maken, zouden de trektochten dan
langzamerhand tot een ingeschapen
drift hebben doen worden, waardoor
de vogels althans sedert den histori-
erhen tijd met onverbiddelijke regel
maat en onweerstaanbaar geweld
worden aangegrepen.
Dal de jonge spreeuwen en de gierzwa
luw tn den zomer niet door den honger wor
den gedreven, spreekt vanzelf. En zeker ont
breekt het den trekvogel, dis als koolvogel
wordt gehouden, niet san voedsel. Fn toch
wordt ook hij twee maal In het jaar, wan
neer zijn soortgenooten trekken, door een
onweerstaanbare reislust aangegrepen, zich
uitend in een nachtslljke onrust, dis den
vogelliefhebber steeds met bezorgdheid ver
vult.
Hoe deze drang echter ontstaat en weer
verdwijnt, bij sommige soorten vroeg, hij an
dere laat. dat is nog een onopgelost raadsel,
waarmee de wetenschap tich onvermoeid
bezig houdt.
Het systeem in den vogeltrek.
Eén feit heeft dit onderzoek intusschen
reeds als vaststaand aan het licht gebracht:
er zit systeem in het trekken der vogels,
zelfs zoozeer, dat men geneigd zou zijn Ie
spreken van een kunstig net van verkeers
wegen, dat door de vogels onzichtbaar hoven
onze menschelijke -hoofden is gespannen. Of
de trek plaats vindt over een breed front,
dan wel langs trrkwegen (die men zirh ove
ngens altijd nog als verscheiden honderden
kilometers breed moet voorstellen), hangt
van de vogelsoort af. Spreeuw en lijster, rei
ger, eeuden en kieviten, vervier ook snip eu
meeuw gebruiken den Weetal ij ken kustweg,
die van den Oostoever der Oostzee langs de
Weat-Europaeaclte kust naar Afrika leidt.
Van Oost-Europa loopt een andere weg tus-
schen de Beskiden en het Sudetengel.n
ten Zuiden van de Alpen over de Dakaren.
Sardinië en Corsica, een derde weg gaat vla
Italië, Joegoslavië en Sicilië naar Tunis. Valt
hij deze trekwegen de richting Zuidwest op.
de vierde trek weg. de Bosporus—Suezweg.
loopt eerst In onmiskenbaar Oostelijke rich
ting. om pas boven Syriö naar het Zuiden af
te buigen. En dan begint althans voor zoo
ver leeuweriken, spreeuwen, roodborstjes,
ganzen, kieviten en sommige roofvogels dc
reis niet in een van de landen rondom de
Middellandsche Zee eindigen in Afrika de
grootc splitsing. In tropisch Afrika blijven
o.m. de nachtegaal, hop, graspiepcr. kwik
staart en roodstaartje. Equatoriaal en Zuid
Afrika is he domein van de trekvogels met
het grootste uithoudingsvermogen. zooals
grauwe klauwier en wielewaal, koekoek en
zwaluw, gierzwaluw en ooievaar.
Orlintoerlngsvanaogen dor trok-
Da ooievaar op 't nest terug.
Het groote. nog onopgeloste vraagstuk is
tegenwoordig vooral het verwonderlijke
onenteenng»vermogen der trekvogels op hun
lange vluchten. Er is veel <lat pleit voor de
opvatting, dat de vogels zich hoofdzakelijk
door hun gezichtsvermogen oriënteeren. Men
denke alleen maar aan het feit, dat de jonge
koekoek .eenzaam, zonder reisgenooten van
gelijken leeftijd, sterker nog zonder leiding
van oudere generaties, den weg over land en
zee naar Afrika vindt liet terugkeeren van
vele vogels naar 'dezelfde broedplaats wijst
op een zeer sterk plaatsgevocl. Men heeft de
mogelijkheid geopperd, «lat de temperatuur
van de lucht den vogels dan weg zou wij
zen. of wel barometrische depressies of het
aardmagnetisme en men poogde een cor-
rr spondee rond ontvangapparaat in het vogel-
lichaam te vinden, doch alles zonder resul
taat. het raadsel is tot dusverre onopgelost
gebleven.
PROGRAMMA
VRIJDAG 20 OCTOBER 1988.
Hilversum L 1875 en 414.4 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Eventueel berichten ANP, Schriftlezing,
meditatie.
8.15 Gramofoonmuziek <9.30—8.45 Geluk-
wcnschen).
10.30 Morgendienst
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Viool en piano en gramofoonmuziek.
12 00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.45 Eventueel
berichten ANP).
1.00 Quintolla en gramofoonmuziek.
2.30 Chriat. lectuur.
3.003 55 Zang met pianobegeleiding en gra
mofoonmuziek.
4.00 Gramofoonmuziek.
4 30 AmMerdame Salonorkest.
5.00 Declamatie en gramofoonmuziek.
5.30 Amsterdams Salonorkest en gramofoon
muziek.
6.30 Causerie: De aanleg van den liefheb
ber* frultluln".
7.00 Berichten.
7.15 Boekbespreking.
7.45 Gramofoonmuziek.
Speciale ztvemscholen
voor de soldaten
ZIJN OEROUDE ZWEM TRAD ITO DOET
HEK ZEGEVIEREN.
Sedert duizenden jaren is in Ja
pan. het rijk der duizend eilan
den, het zwemmen voor bijna een
ieder een noodzakelijkheid. Reeds
in de oudste mythen der Japan
ners wordt de zwemkunst ver
meld en terwijl oorspronkelijk
voornamelijk vlsachers deze sport
beoefenden, ontwikkelde zij zich
in den loop der eeuwen, tot een
typische bekwaamheid der mili
tairen. De verschillende swemscho*
len hadden tot taak de soldaten
te leeren rivieren over te zwent-
men, of over grachten te komen,
die de verschillende vestingen om
gaven.
Zwammend schieten.
Doch het uiteenloopende karakter der Ja
pansclie rivieren leidde ertoe, dat militaire
zwemscholen ontstonden, die ieder een
speciaal systeem hadden dat tot heden aan
toe nog onderwezen werd.
De Moekaischool was er gespecialiseerd
in het onderwijzen van gevechten in volle
wapenrusting van man tegen man; de
„Shlndcnschool" leerde hoe men groote af
standen, met den stroom mee zwemmend,
kon afleggen. De „Kwankai" onderwees
borst zwommen In zee. Zoo was de „Kobori-
school" beroemd door het onderwijs in het
oversteken van snel stroomende rivieren. De
8.00 Berichten ANP. herhaling 808-Ber.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.30 Orgelconcert.
9.15 Reportage.
10 00 Berichten ANP.
10.05 Causerie: „Ona gezin in de crisis: Spre
ken of zwjjgen?"
10.35 Cello en plano en gramofoonmuziek.
11.15 Gramofoonmuziek.
11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum n. 801.5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA.
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.80 VPRO. 9.00
VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Eventueel berichten ANP, gramofoon
muziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Zang. plano en gramofoonmuziek.
11.10 Gramofoonmuziek.
11.15 VARA-orkest.
12.00 De Palladlane.
12 45 Berichten ANP. gramofoonmuziek.
100 AVRO-Amusementsorkest.
I.45 Gramofoonmuziek.
2 00 Voor de vrouw.
2.10 Fluit en piano.
2.40 Declamatie.
3.05 Gramofoonmuziek.
3 30—4.00 AVRO-Daneorkest.
4 05 Gramofoonmuziek met toelichting.
4.35 Pianovoordracht
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6 00 De Rambler*.
6.30 Letterkundig overzicht
6.50 Gramofoonmuziek.
7 00 VARA-Kalender.
7.05 Cyclus: „Het beginselprogramma der
S.D A P
7.23 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Cyclus: ..De boeken van den Bijbel (IV)H.
5 00 Zang en plano (met toelichting).
8 30 Cyclus: „Het ontwaken van het platte
land (I)".
9 00 Vraag en antwoord.
9.15 VARA-Maandrevue.
9 45 Orgelspel.
10 00 Puzzle-uitxending.
10 15 Gramofoonmuziek.
1040 Avondwijding.
II.00 Berichten ANP.
DE SOLDAAT ZOEKT EEN
THUIS.
In een schetsje in de Maas
bode (r.k,) wordt betoogd,
dat het niet alleen de kost
winnersvergoeding is, die
zoovele soldalen thans in het
huwelijksbootje doet etap
pen.
Daar speelt hij den soldaat
het verlangen mee om, wan
neer hij met verlof ga«t,
wanneer hij de heelc romp
elomp van 't „dlenaf-leven
twee dagen van zich af kan
zetten, 'n „thuis" te vinden,
naar zijn geest en zijn hart
zich volledig kunnen ont
spannen. de behoefte aan de
intimiteit van 't alleen-zijn
met iemand, aan wie hij
zich ten volle ken geven na
het voortdurende samenle
ven met velen.
Dagr is bij den soldaat ook
een vaag gevoel, dat hij door
zijn huwelijk iets hechter
verhonden wordt met de bur
germaatschappij. waarnaar
bii immer een heimwee
houdt, gehuwd voelt hij zich
minder zwalkend op de zee-
en van oorlog en mobilisa
tie. meer geankerd In een ha
ven. die hem vertrouwd
blijkt en die hij Idealiseert.
Én tenslotte, zoo besluit
het r.k. dagblad, geeft 't be
sef. dat een ander* lot ten
nauwst* aan het zijne ver
bonden wordt, hem naast de
wetenschap, dat zijn leven
louter en alleen in Goda
hand ia, de hoop dat God
zich zijner eerder
kommeren.
zal be-
HARD 0ELA0.
De Telegraaf wijst er op.
dat op den jongs ten auto-
loozei) Zondag tal van Belgi
sche luxeauto's in Breda
kwamen tanken en de Neder-
landsche automobilisten, die
gedwongen werden thuis te
blijven, dit met leede oogen
aanzagen.
Er is immers, aldus het
blad, In ons land voor Ne
derlanders wel een rijver
bod op Z.ondag. doch de re
geering heeft blijkbaar ver
zuimd dit rijverbod verge
zeld te doen gaan van een
tank v erbod, zoodat de Belgi
sche auto's. welke op Zon
dag naar Nederland komen,
zooveel benzine kunnen tan
ken als zij maar willen, mits
zij deze benzine, en dat i«
misschien nog bet meest
vreemde In deze historie,
dienselfden Zondag ook In
Nederland verbruiken.
Wil de regeering efficiënt
henzins besparen, dan zal zij
het rijverbod op Zondag ver
gezeld moeten laten gaan
van een tankverbod op den
zelfden dagen, ten einde te
voorkomen, dat door bui
tenlanders de gedwongen
door Nederlanders bespaarde
benzine voor een deel voor
Zondagsritjoa wordt ver
bruikt.
„S.D. AP. SCHENDT
NEUTRALITEIT-.
Zooals wij hebben bericht
was nok de heer Kuper*, als
voorzitter van het N.V.V. aan
weiig op de vergadering van
het Internationaal Vakver
bond (I.V.V.), toen deze het
manifest aannam, waarin o.
lil. het volgende gezegd werd:
..Het I V.V. betuigt hierin
zijn eenheid van Inzicht met
de arbeider* van Frankrijk
en Engeland, die de rechten
der menschheld, de vrijheid,
«ie beschaving en de democra
tie verdedigen tegen de tota
litaire staten. De vrede kan
slechts worden gegrondvest
op het herstel van het recht
van tnenschen en volken en
In «lezen strijd staat het I V.
V geheel naast de democrati
sche naties."
Onder het hoofd „S.D.A.P.-
schendt neutraliteit", „Ingrij
pen van de Justitie geboden"'
komt het Nationale Dagblad
(N.S.B.) tot de volgende con
clusies
De Nederlandsche afgevaar
digde Kupers is Lid der Twee
de Kamer def Staten-Gene-
raal. lid «Ier Kamerfractie
der S.D.A.P. Het is bij de
straffe partijdiscipline in de
S.D.A.P. ondenkbaar, dat hij
niet namens de fractie
spreekt, die deel uitmaakt
van parlementaire Regec-
ringsinrerderheid en die twee
ministers in het Kabinet
heeft afgevaardigd, n.l. de
heer Albarda enAie heer Van
den Tempel. Als deze twee
ministers zich niet haasten
om ten spoedigste hun partij
genoot te logenstraffen moe
ten zii geacht worden de
handelwijze van den heer
Kuper* te dekken, d.w.x. dat
zij zich openlijk aan de zijde
van één der oorlogvoerende
partijen scharen.
Naast de politieke verant
woordelijkheid, die de S.D.A.
P.-fractie en de twee S.D.A
P.-mlnister* In het Kabinet
treft. i« de heer Kuper» per-
soonltik strafrechterlijk aan
sprakelijk wegen* het in ge
vaar brengen van de onzijdig
hefd van ons land.
Tenslotte verlangt de Mus
sertkrant. dat het Openbaar
Ministerie hier ingrijpt en
van de Rechtbank eischt. dat
zij het I.V.V en de S.D.AP.
bestempelt als vereenigingen.
die «triidig zijn met d* open
bar* orde.
de
De
KOLKE,
Japanscbe schooUlagzwemxnez, I
Kobori-zwemmer moet in staat zijn om. ge-j
heel gekleed en uitgerust als een strijder, I
in het water met pijl en boog of met eenl
geweer op den tegenstander te schieten. Bij I
deze school is de becntcchniek hoofdzaak. I
De tegenwoordige keizer van Japan heeft,I
toen hij nog op dc militaire academie was, I
geleerd volgens de Kobori-methode te zwem-1
men. Do beroemde echoolslagzvv emmer Koi- I
ke. die te Berlijn op de Olympische Spelen I
in 1036 de Japansche kleuren verdedigde,
was oorspronkelijk een Koborileerling; zijn
opvallende beentochniek wijst daar nog op.
Nog een belangrijke school ia de ...Soei-
Foe", die het tegen de stroom In zwemmen mj.
onderwees, een stijl, die veel overeenkwam
met het htijdige crawlen.
Zwemles aan de gewone scholen.
De Japansche zwemscholen, die de legert
der verschillende vorsten in de zwemkunst
onderwezen, geraakten na 1S70, toen Japan
begon te moderniseren, op den achter
grond. doch sindsdien werd aan de gewone
scholen zwemles gegeven. De onderwijzer»
waren Af uit de oude zwemscholen afkom
stig. óf waren onderricht in de Kuropceachd
en Amerikaaneche methoden.
De eerste keer. dat de Japansche zwem
mers zich met anderen maten was toon de
sporiontmoetingen in het Verre Oosten te
Sjanghai plaata vonden, waarbij do Japan
ners zulk een uitstekend figuur sloegen,
dat men hen nis de beste zwemmers vi#
Oost-Aziê beschouwde. Vooral de oude stijl
werd hierbij algemeen bewonderd.
pini
iers
In overdekte bassins ging *t niet.
Eenlpszins anders was de toestand
loen de Japansche zwemmers in
11)20 deelnamen aan de Olympische
Spelen te Antwerpen. Het bleek
toen dat zij met hun oude syste
men weinig konden beginnen. De
6tij! was weliswaar uitmuntend
voor het zwemmen in rivieren of in
zee. doch de zwemmers faalden vol
komen in overdekte bassin*.
En de moeilijkheid was juist dat men de
ze in 1920 in Japan bijna niet kende, terwijl
men er thans in iedere stad talrijke vindt.
Het Antvverpsche fiasco leidde ertoe, dat
de Japanners westersche methoden gingen
invoeren, die gebaseerd waren op de oer
oude Japanscre systemen, zoodat men deze
dus wilde laten samenwerken. En dit bleek
nog niet zoo slecht gezien te zijn, want
reeds vier jaar later, te Parijs, moest de
wereld erkennen, dat de Japanners niet te
onderschatten tegenstanders waren. In 1926
slaagde Takaishi er zelfs tn de Olympische
records van Weiasmuller te verbeteren. Dit
was het begin van de zegetocht der Japan-
«che zwemmers!
Strijd tnsachen Amerikanen en
Japanners.
De eenige mogendheid, die er tot nu toe
in geslaagd was het tegen de Japanner*
nog te kunnen opnemen was Amerika. In
1932. te Ix>s Angelos. legden de Japanners
op de 100 meter. 1000, 200 borst en 100 rug
beslag op de eerste en tweede plaatsen. In
1934 vestigde Makino een nieuw record op
de 400 meter vrije slag. dat Iets later door
den Amerikaan Medica verbeterd werd.
Het is du* te hegrijpen, dat in 1935 de
strijd tusschen Ameriknansche en Japan
sche zwemmer* te Tokio met buitengewoon
veel belangstelling tegemoet gezien werd.
Wederom behaalden de Japanners fraaie
overwinningen en brachten zij eenige re
cords op bun nnnm. maar toch wa* het re
sultaat niet zoodanig, dat men van een
nederlaag over alle linies bii de Amerika
nen kon klagen. In leder geval heeft men
toch duidelijk begrepen. dat Japan en
Amerika te Berlijn verreweg de meerdere
der andere naties zouden zijn.
Hoe komt bol toch?
Veel werd er reeds over het verba
zingwekkende succes der Japansche
zwemmer* geschreven en gissingen
aangaande de oorzaken van dit
succes zijn al gemaakt Zoo veron
derstelt men dat de eeuwenoude
manier van/zitten. waarhij het ge
wicht van het geheele lichaam op
de hielen van de naar binnen ge
draaide voeten rust, groote invloed
zou hebben uitgeoefend op de po
sitie van de voeten bij het crawlen.
De iets naar binnen gedraalde voet ver
groot bij den crawlslag de snelheid. Boven
dien heeft het Japan«ch* ras buitengewoon
gespierde heenen. die echter, vergeleken
met de slanke figuren der Amerikanen. In
verhouding tot het bovenlichaam vrij kort
zijn.
Doch ongetwijfeld hebben de Japanners
een groo* deel van hun succes te danken
aan het feit. dat zij e.-n oeroude. Ingewor
telde zwemtraditie hebben en dat gil niet
hebben geaarzeld de nieuwe stijden hierbij
te leeren en zich aan te passen.