T ARZAN en de Juweelendief reeds lang geschaduwd vuren van Tohr Scfv fodde-tylijki ydijketiU Beslag gedeeltelijk opgeheven Twee vrouwen gestikt Fabriek door zilversmid bestolen De jeugd mag niet verwilderen Radioprogramma door Edgar Rice Burroughs Een der beruchtste „snijdArs" van brandkasten in ons land. Op wel zeer listige wijze is de man, die, zooals wij gisteren berichtten, te A'dam door twee rechercheurs van de centrale re cherche op heeterdaad werd bterapt toen hij met een goote buit aan sieraden, edelstce- nen, paarlcn en diamanten colliers, broches, ringen een onnbanden wilde verdwijnen, te werk gegaan. Doch de recherche was hem op het spoor kon hein arresteeren bij deze groote inbraak, omdat hij een goede be kende van de politie is, die als inbreker en oplichter het gchcele land als werkterrein had. Pas uit de aevangenis. De 49-jarige P. de J. werd op 6 December 1939 uit de gevangenis ontslagen, waar hij reeds verschillende keeren zware straffen heeft ondergaan wegens het plegen van in braken. Hij is een der meest beruchte „snij ders" van brandkasten in het land. Eeni* gen tijd geleden stal hij in Haarlem Zuur- stofcyiinders. Vermoedelijk is hij het ook geweest, die zich bij een boer in Assen uit gaf voor rechercheur van politie. Hij zeide dat hij naar valsch geld zocht en vroeg de geldtrommel van den boer. Deze was zoo wijs hieraan niet te voldoen. Door zijn methode verraden. Een dag na het ontslag van de J. uit de gevangenis werd in een fabriek te Kinder dijk een inbraak gepleegd. Het was op een Vrijdag en een groot bedrag aan loonen lag gereed voor uitbetaling op Zaterdag. In den nacht verdween deze som van dui zenden guldens uit de brandkast. De in braak kon door de politie niet worden op gelost, doch de manier waarop de inbreker te werk was gegaan, deed denken aan den thans gearresteerden P. de J. Inspecteur Mol van de centrale recher che gaf toen opdracht de gangen van de J. na te gaan. Eindelijk betrapt. Van dien dag af is P. de J. steeds gevolgd De politie wist nauwkeurig wat hij deed en waar hij zich ophield. Dit recherchewerk heeft thans succes gehad. De keuze van de inbreker was gevallen op de woning van de weduwe Sch. op no. 50 Hij kon vermoeden, dat hij daar een groote buit zou vinden, want de familie staat als gefortuneerd be kend. De auto werd voor de deur gepar keerd enmet drie koffers ging hij naar binnen. Het openen van de deur was niet moeilijk, omdat de J. hiervoor een huis sleutel gebruikte. De rechercheurs Kolk en de Jong pos- leerden zich voor de woning en toen de J. na eenigen tijd naar buiten kwam met drie welgevulde koffers, werd hij prompt dooi de rechercheurs met open armen ontvangen Bij onderzoek in de woning bleek, dat hij alle kasten en laden had opengemaakt. Niets was aan zijn aandacht ontsnapt en hij kon rustig zijn slag slaan, omdat noch de bewoonster noch het personeel aanwezig .was. Hoe kwam de J. aan de sleutel? De politie onderzoekt thans op welke wij ze hij de sleutel in zijn bezit heeft gekregen Vermoed wordt, dat hij op een of andere, wijze een origineel exemplaar in handen hoéft gekregen en dat heeft laten nama ken. Wellicht is hij met een der bedienden in contact gekomen, waardoor hij eveneens te weten is gekomen, dat er op dezen Zon dagavond niemand in huis zou zijn. FEUILLETON door MONICA HART 32. Een gemompel van verbazing steeg uit de groep, die steeds dichter om den gevangene heen drongen was en al zyn woorden met aandacht gevolgd had. Het is vreemd heel vreemd, mompelde Ndabamatoba. Opeens kwam over de toppen der boomen de sombere klank van het artillerievuur aan gewaaid. Allen luisterden gespannen en de uitwerking was niet bepaald gunstig voor den gevangene. He tis tagati! riep er een uit den troep. Ye-bo! Tagati! riepen anderen nu ook, op een allesbehalve vriendelijken toon. De blanke man zal hier anderen brengen. We moeten hem in stukken hakken. Dit voorstel vond algemeen bijval bij de om- Standers, die nu om het hardst schreeuwden: We moeten hem in stukken hakken. Hij heeft het uiterlijk van U Havi aangenomen en dat kan alleen ma^r doordat hij tagati is. Hij moet sterven! Assegaaien werden dreigend opgeheven. De troep die tot nu toe alleen maar nieuws gierigheid getoond had, gaf nu duidelijk blijk van woede en haat. Hun gezichten waren naar Ndabamatoba gericht. Geef hem ons, vader, hij is blank en tagati! In enkele seconden schenen de mannen in een troep wilde bloeddorstige honden veran derd te zijn. Weer dreunde het geluid van de ver-verwij derde artillerie. Geef hem ons. -geef hem ons, vader! De stemmen hadden niets menschelijks meer; een zelfde rilling scheen door allen heen te gaan; een rilling van dierlijken bloeddorst. De wilden, die het dichtst bij Halfont ston den, schudden hun speren voor zijn gezicht. Halfont werd er zich bewust van dat de dood niet zoo heel veraf meer zou kunnen zijn. Reeds vaker was hij in den oorlog tegen de kaffers in doodsgevaar geweest, maar iets HET SALARIS VAN DEN ONDEROFFICIER. Haagsche president stelt gewoon dienstplichtigen gelijk met be roeps- en reservepersoneel. Op het salaris van een gewoon dienst plichtig sergeant was, zooals wij onlangs uitvoerig meldden, voor de volle 100 be slag gelegd door een crediteur, hetgeen mo gelijk is, daar voor gewoon dienstplichtigen niet de gunstige uitzondering geldt, dat slechts een vierde gedeelte van het salaris voor beslag vatbaar is tot f2000.— en daar boven een derde. Deze bepaling geldt b.v voor ambtenaren en militairen van het be roeps en reservepersoneel. De staat heeft in kort geding voor den Haagschen vice-president, mr. A. N. Kuhn geheele, subs. gedeeltelijke opheffing van dit beslag gevraagd, daar dit beslag in strijd zou zijn met het openbaar belang. Art. 479a wetb. van Burgerl. Rechtsvordering staat zulk een opheffing toe. De Haagsche president deed gister uitspraak en ontzegde de vordering van den staat tot geheele opheffing van het beslag, doch wees de vorde ring tot gedeeltelijke opheffing toe. De president liet het beslag toe, voor zoover dat ook mogelijk is op het salaris van beroeps- en reserveperso neel. dus een vierde tot f2000 en een derde voor de rest. Deze uitspraak werd uitvoerbaar bij voor raad verklaard en gedaagde werd in de kos ten veroordeeld. Ernstig geval van kolendamp vergiftiging te Warffum. Gistermorgen heeft men in haar woning te Warffum de ruim zeventigjarige me vrouw Mulder-Perdok en haar vijfentwin tigjarig dienstmeisje, Tine Riepma, dood in bed gevonden Zeer waarschijnlijk zijn bei den door kolendampvergiftiging om het le ven gekomen. Toen gistermorgen, zooals gewoonlijk, de melkboer aan de woning belde, kreeg hij geen gehoor. Hij vond dit zeer vreemd, daar de oude dame altijd thuis is. De man waar schuwde de buren, die met den man naar de woning gingen. Toen ook na Herhaald bellen en kloppen geen antwoord werd gegeven, werd een ruit ingeslagen en begaf een van de buren zich naar binnen. Hij opende eerst de deur en vergezeld van twee andere omstanders ging hij het huis doorzoeken. In de slaapkamer, waar zoowel de oude dame als het dienstmeisje lagen, vonden de mannen de beide vrouwen dood op haal bedden. Onmiddellijk werd de burgemeester, de heer W. J. H. Hoen, gewaarschuwd die zeer spoedig met den dokter, den heer M. A. J. Jansma, arriveerden. De dokter kon slechts bij beide vrouwen den dood als ge volg van kolendampvergiftiging vaststellen. Het schijnt, dat het ongeluk reeds in den nacht van Zaterdag op Zondag heeft plaats gehad, want de beide vrouwen moeten reeds langer dan 24 uur overleden zijn. De ka chel, die op de slaapkamer stond, was in- tusschen uitgegaan. Gewoonlijk krijgt de oude dame op Zondag bezoek van familie, doch'juist nu was dit niet het geval ge weest. Dief en heler in arrest. In het begin van de vorige maand kreeg de Haagsche politie het bericht, dat een daar ter stede wonende opkooper, die voor haar geen onbekende is, anderhalf kilo plaatzilver had verkocht aan een collega in Amsterdam. Bij onderzoek bleek, dat dit zilver nieuw was. De Haagsche opkooper een man van 70 jaar verklaarde, dit zilver gekocht te hebben van een inmiddels reeds overleden caféhouder. De recherche speurde evenwel verder en zij ont.dekte, dat de man relaties onderhield met een zil versmid te Leiden, die werkzaam was op een bekende fabriek in goud- en zilverwer ken te Voorschoten. Deze 34-jarige zilver smid werd aan een langdurig verhoor on derworpen. Hij bekende tenslotte dat hij in den loop van de laatste drie jaren regelma tig kleine hoevelheden zilver circa 15 tot 20 gram uit de fabriek in Voorscho ten had ontvreemd en het aan den Haag schen opkooper had verkocht. In de woning van den zilversmid waarin een nauwkeuri ge huiszoeking plaats had, vond de poli tie verschillende voorwerpen, welke even eens uit de fabriek te Voorschoten afkom stig bleken te zijn. Zoo o.m. zilveren pen ningen, gietsels en ook nog een klompje gesmolten goud. Zilversmid en opkooper zijn gearresteerd en ter beschikking van de Justitie gesteld. Een beroep op de scholen. Nijverheids^ Het hoofdbestuur van den Bond van Ver- eeniging tot het geven van Nijverhheids- onderwijs heeft een rondschrijven gezon den aan de besturen van Nijverheidsscho len, waarin gewezen wordt op het gevaar, van verwildering der jeugd tengevolge van de mobilisatie. Vader onder dienst, moeder in zaak of winkel, de kinderen zonder toezicht Het hoofdbestuur doet een beroep op de Nijverheidsscholen in. om, in samenwer king met de vereenigingen op sociaal ge bied, hulpverleening te bieden, bijv. door kleuterklasjes op de meisjes scholen, welke tevens kunnen dienen als leermateriaal voor de klasse, huisbezoek, daadwerkelijke hulp aan de moeders en voor de oudere kinderen door het instel len van diverse cursussen. Voor den zomer zouden speelplaatsen en schooltuintjes in aanmerking kunnen komen. Portefeuille met f. 1500. verdwenen Een firma in bouwmaterialen te Rotter dam heeft bij de politie aangifte gedaan van vermissing van een portefeuille inhou dende een bedrag van f 1500.De porte feuille met inhoud was aan den 18-jarigen bediende C. van S. ter hand gesteld om een betaling te doen bij een bank. Toen hij op het bankkantoor gearriveerd was, bemerkte hij, dat de portefeuille verdwe nen was, van welk feit hij de politie in kennis stelde. Deze heeft de zaak in onder zoek. WOENSDAG 17 JANUARI 1940. Hilversum I. 1875 en 414.4 m. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO. 11.00—11.80 v.m. en 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Berichten ANP, Gramofoonmuziek. 8.15 Orgelspel. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de de Continubedrij ven. 11.00 Causerie „Ziekenverpleging aan huis in moeilijke tijden". 11.30 Voor de vrouwen. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.45 Berichten ANP, Gramofoonmuziek. 1.00—1.45 VARA-orkest. 2.00—2.55 en 3.00 Voor de vrouwen. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 Rosianorkest. 7 Majoor Burton vertelde aan Tarzan en d'Annot, dat hij van plan was zijn onderzoe kingen naar de geheimzinnige stad van Thor op te geven, als hij de weg naar de bewoonde wereld kon terugvinden. Hij was speciaal be zorgd voor Janette. Tarzan knikte. „Een mooi meisje is een magneet voor vele junglo- gevaren", zei hij. Daar Tarzan en d'Arnot op weg waren naar een inboorlingendorp. drie dagreizen ver. boden ze aan, de reizigers te vergezellen. Daar zouden ze gidsen kunnen krijgen, dia hen naar de dichtstbijzijnde post der be schaafde wereld zouden brengen. De wooyden van dank, die de Majoor uitte, werden onder broken door een kreet uit het woud. Janette huiverde. „Daar is het weer diezelfde kreet die wij hoorden, voordat ik dat vre selijke gezicht zag maar nu is het geluid veel dichterbij!" d'Arnot wendde zich tot Tar zan. „Wat is het?" vroeg hy. Hjj was er van overtuigd, dat geen enkel geluid in het oer- 6.30 Lezing over naturalisme. 7.00 VAR A-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Koorzang. 7.30 Bijbelver tellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.20 Verkorte operette „Die schone Galathee". 9.00 Radiotooneel. 9.45 „The Kilima Hawaiians" en' orgelspel. 10.00. Gramofoonmuziek. 10.15 Cello en piano. 10.40 Lezing over hormonen. 11.00 Berichten ANP. 11.10 De Ramblers. 11.4012.00 Orgel, cymbaal, xylofoon en vibrafoon. Hilversum II. 301,5 m. NCRV-uitzending. 6.30—7.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Berichten ANP. §.05 Schriftlezing, meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek (9.309.45 Geluk- wenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.10 Viool, piano en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.30 Berichten \NP). 12.40 Orgelconcert. 1.40 Zang, piano en gramofoonmuziek. 2,302.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Christ. lectuur. 3.30 Gramofoonmuziek. was er dat hem zei, dat de kans om er dezen keer levend af te komen, geringer was dan één der vorige keeren. Onophoudelijk dreunde het geschut van de Engelschen, zyn landslieden, die niet ver-af waren en hem toch niet konden redden! HOOFDSTUK XXVI. De vliegende mieren. Het geluid had de uitwerking van olie op het vuur vair haat. Bracht de stem van de „bai-bnai" hun niet een boodschap?, vroegen de wilden zich af. Sprak zij niet van hun stamgenooten, die daar bij honderden en hon derden in de Gcoma Vallei lagen in stukken gescheurd dooor den ijzeren regen, dien de blanken op hen hadden doen neerdalen? Nu hadden ze een van hen, die dit gedaan had. te pakken? Moesten ze hem ook niet in stukken scheuren? Niet zóó maar, o nee! Het zou nog een genot op zichzelf zijn hem te zien pijn lijden. Halfont, die het grootste deel verstaan had wat er om hem heen gezegd werd, voelde dat zyn uur geslagen had, dat niets op aarde hem meer kon redden. Het vooruitzicht van den dood was hem niet bepaald aangenaam, maar de marteling, die hij zou moeten ondergaan, deed zijn adem in zijn keel stokken. Wat had hjj voor kans?, vroeg hij zich verward af, niet om aan den dood, maar om aan de martelingen te ontkomen? Zou hjj Ndamatoba zóó kunnen beleedigen, dat zijn verwoede onderdanen oogenblikkelijk een eind aan zijn leven zouden maken? Nee. Daarvoor kende hij niet genoeg van hun taal. Als hy Harland geweest was, zou hij dit gekund heb ben Toen kwam er plotseling een plan bjj hem op, dat hem de eenlge uitweg scheen; als hy maar den moed en de handigheid had om het ten uitvoer te brengen. Als hij het niet waag de, stonden de vreestelijkste martelingen hem te wachten. Het halfduister van het omrin gende woud scheen vervuld met de geluiden van wachtende demonen. Er was een oogenblik stilte en op een on zichtbaar teeken van Ndamatoba voelde Hal font zich plotseling door een aantal sterke handen gegrepen. Maak een vuur, riepen sommigen, dan kunnen we hem braden. Nee, geen vuur, de rook zou de bai- bnai op ons opmerkzaam maken. Dit was een heel verstandige opmerking. De vliegende mieren, luidde een ander voorstel. Het verschrikkelijke plan werd met gejuich begroet en dadelijk renden eenigen naar het bosch om naar een nest vliegende mieren te zoeken. De man. dien zoo'n vreeselyk eind te wachten stond, wachtte te midden van zijn vijanden, doodsbleek en niet in staat ook maar den minsten tegenstand te bieden. Hy herin nerde zich hoe hy eens in een boek de be schrijving van deze marteling gelezen had; hoe het slachtoffer eenvoudig levend opge geten was. Het had uren geduurd en de man was krankzinnig geworden onder de pijnlijke beten van de insecten. En nu stond hjj hier, veroordeeld tot die marteling. De kaffers, die Halfont vasthielden, duwden hem nu vooruit in de richting van een geluid, dat uit het woud, tot hem doordrong. Tegen stand zou geen nut meer hebben, het zou hen alleen maar vermaken. Het duurde niet lang tot zjj aan een plek kwamen, waar onder een statigen boom zich een mierennest van bijna een meter hoog be vond. De ontdekkers hadden den top al ver woest en de woedende en verstoorde dieren vlogen in het rond, naar een prooi zoekend, waarop zy hun woede zouden kunnen koelen. Een verschrikkelijk geluld, half gelach, half gegrom, steeg uit den troep, die om Halfont meegeloopen was, op. Ze zijn woedend. Whau! Zjj zijn woedend. O, wat zullen ze bijten! Ze zullen honger heb ben! O. wat zullen zij eten! Om hem zijn kleeren uit te trekken was het noodig zyn banden los te maken; dit was het oogenblik, waarop Halfont gewacht had. Maar de wilden waren voorzichtig; ze zouden wel oppassen, dat hun dit genot niet ontging en terwyl een de banden los maakte, hielden an deren hem stevig vast, aan armen en polsen, maar zijn beenen waren vrij. Zoodra hy dit merkte gaf hij een trap in de richting van een der wilden, die naar adem snakkend met een dof gekreun ter aarde viel. Voor de wilden tijd hadden om te zien, wat er gebeurde, had Halfont reeds een tweede op de zelfde wijze behandeld en van de verwarring gebruik gemaakt om zich los te rukken. Zonder een aanval af te wachten sprong hij op de wilden los. Pats, bomde goedge- richte slagen deden nóg twee wilden tegen den grond tuimelen, terwijl een paar anderen mee gesleept werden. De kaffers hadden nog nooit zien boksen en een oogenblik boezemde deze nieuwe strijdwijze van vechten hun grooten angst in. Met hun speren hadden zy in een oogenblik een eind aan het leven van hun ge- vanegene kunnen maken, maar z(j wilde hem zien pijn lijden. En waren zjj niet met hun allen tegen een? De mannen, die hem wilden dooden, werden tegengehouden en Halfont werd in een kring ingesloten, terwijl zij ge duldig hun kans afwachtten. Geen oogenblik in rust en toch steeds zor gend, dat hij vast op zijn beenen stond, scheen Haifont hen allen tegelijk in het oog te hou- woud een geheim was voor den aapman. „Ik heb het nooit te voren gehoord," antwoordde Tarzan eerlijk. Plotseling kreeg het gewoon lijk zoo kalme gelaat van Dr. Wong een uit drukking van verwondering. „Achter U, Tar zan," fluisterde hy zacht. Toen gilde Ja nette. „Dat gezicht. Daar is het weer!" Doch deze keer verdween het niet. 3.45 Christ. liederen. 4.30 Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Middenstandspraatje. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.30 Taalles en technisch onderricht. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie: „Op de bres voor Nederland» onafhankelijkheid". 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.50 Causerie: „De Gereformeerde Kerken in Nederlandsch-Indië". 9.20 Arnhemsche Orkestvereenlging en solist. 10.0b Berichten ANP, actueel halfuur. 10.35 Gramofoonmuziek. Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. den. Zijn blik steeds op de wilden gericht, bukte hij zich een weinig, nam een handvol mieren en aarde van het net en wierp dit in de gezichten van zijn belagers; als hij niet aan alle kanten door een dikke haag wilden om geven was geweest, zou hij ontsnapt zijn. Maar hij vocht niet voor zijn vrijheid. hij vocht voor zijn dood... om de marteling te ontko men. Hierin scheen h\j ook te zullen slagen, want steeds meer riepen er, dat zij hem maar moesten neersteken om van hem af te zijn, toen plotseling zijn voet in het nest bleef ha ken en hij voorover op den grond viel. Op hetzelfde oogenblik zaten een groot aantal wilden boven op hem en zijn laatste kans was verkeken. Whau, dat was een mooie strijd, gromden zy verheugd, nu zjj zeker van hun prooi wa ren. Nu krijgen de mieren bloed, heet, kokend heet. Zij scheurden de laatste kleeren van zijn l(jf. Een riem werd om zyn linkerpols en een an dere om zyn rechterenkel gebonden en alleen door gebrek aan materiaal waren de wilden genoodzaakt Halfonts' andere pols en enkel vry te laten. De riem om zijn pols werd aan den boom boven het mierennest vastgemaakt, terwyl die om zyn enkel door een aantal sterke mannen vastgehouden werd, daar er niets was om hem aan te bevestigen en de grond veel te hard was onj er een stok of een speer in te drijven. De woedende diertjes zogen zich in de naakte huid van hun slachtoffer vast en iedere beet was als een prik met een gloeiende naald. Het scheen wel of er duizenden mieren waren. Menschelijke kracht was hier tegenover niets waard. Zijn draaien en wringen werkte niets anders uit dan dat zijn beulen in een hoon gelach uitbarstten. En dit zou zoo doorgaan tot hij aan de wonden bezweek. Hij trok en rukte aan zyn banden en met de kracht van een sterke man in ondraag lijke pijn wist hjj werkelijk zyn banden te verbreken, maar met het gevolg, dat hjj midden in den hoop bloeddorstige dieren viel, zoodat een doordringende kreet, hem ont snapte. Op hetzelfde oogenblik klonk ook een an der geluid: hevig kraken van hout en tus- schen takken en bladeren scheen een regen van. ijzer neer te vallen. Van het troepje wil den, dat de eene riem had vastgehouden, was niets meer dan een hoopje vleesch en been deren over, terwijl twee, die niet doodeiyk gewond waren, wegkropen om een schuil plaats te zoeken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 7