Geheim vaneen Tibetaansch klooster De I.R.A. volgt een nieuwe tactiek TARZAN en de Het meisje vuren van Tohr er PROF. TUCCI'S ERVARINGEN. DE „IJSBLOKKEN-DOOP". PEL GRIMSTOCHTEN MET GESLOTEN OOGEN. DE INGEMETSELDE KLUIZENAAR. ÉEN KRANT IN GEHEEL TIBET (Van een bijzonderen medewerker.) Slechts heel weinig van de vele geheimen die zich verbergen achter de Tibetaansche kloostermuren dringt door tot de openbaar heid. Want zoo raadselachtig als Tibet zelve, dit grootste hoogland ter wereld, zijn ook zijn religieuze gebruiken en is zijn«cultuur. De Italiaansche professor Guiseppe Tucci, een der beste kenners van oud-Oostersche talen, kreeg eenigen tijd geleden, nadat hij zich in verband mét zijn studiën zelfs tot het Boeddhisme had laten bekeeren, toestem ming om af te dalen in het eenzame Tibe taansche klooster Sachia, dat de grootste en meest kostbare bibliotheek van Centraal- Azië bezit. Over zijn studiën en ervaringen in dit klooster, waarvan de monniken tot een hijzonder orthodoxe sekte behooren, vertelt prof. Tucci thans een reeks interessante bij zonderheden, die ons een blik gunnen in een even verre als vreemde wereld. Boeken die men niet moet lezen. De bibliotheek van het klooster Sachia vormt reeds daarom een curiosum, omdat de hoeken vóór de komst van den Italiaanschen onderzoeker, sedert onheuglijke tijden niet meer zijn aangeraakt. De monniken van Sachia zeggen dat deze boeken weliswaar de beschermers en bewaarders zijn van het Goddelijke woord, maar dat het noodzakelijk noch raadzaam is, ze te lezen. Men moet ze daar laten staan waai ze zijn en ze niet sto ren in hun vreedzame droomcrijen. Niemand weet tot welk onheil het zou leiden, zoo men ze zou lezen en misschien verkeerd zou uit leggen. Desondanks kreeg Prof. Tucci ver lof in deze, met het stof van zeer vele jaren bedekte banden op eigen verantwoording te bladeren en te lezen. En zijn studie omtrent de „boeken, die er niet zijn om te lezen", legt getuigenis af van den rijkdom aan wijsheid die hij er uit opdeed. De onderzoeker ont dekte in de bibliotheek van het klooster niet alleen een paar honderd oud-Indische boe ken, die men ook in Britsch-Indië voor altoos verloren meende, maar bovendien 12 oor spronkelijke brieven van Mongoolsche kei zers aan hun Tibetaansche vazallen, alsmede een eeuwenoud handschrift van een klooster abt aan den vorst Ivublai Khan, dien hij schriftelijk de zoogenaamde „Esoterische doop" gaf. Bovendien had de professor ge legenheid zich een helder beeld te vormen omtrent mysteriën, waarvan zich een Euro- I peaan nauwelijks een voorstelling vermag te I maken. In de „ijskast". Zoo was professor Tucci onder meer getui- wge van de beoefening der „Tummo", een laan het onwaarschijnlijke grenzende daad van menschelijke wilskracht, die alle mon niken van het klooster volbrengen. Zij be staat hierin, dat een ongekleed man zich een voudig voor eenigen tijd levend laat begra ven tusschen een paar ijsblokken en dan is de bedoeling dat hij daarbij zulk een boven natuurlijke lichaamswarmte ontwikkelt, dat hij immuun blijft voor de koude-inwerking van het ijs. „Ik heb", vertelt professor Tucci, „gevallen meegemaakt van gedachte-over brenging en van wonderbaarlijke genezingen van ziekte, dio iederen occultist en eiken arts tot stomme verbazing zouden brengen." Onder meer reisde de geleerde naar het hei lige meer Manosarovar, aan de oevers waar van men monniken aantreft, die in een toe stand van gewijde meditatie en zelfhypnose uitgestrekte pelgrimstochten maken en aldus met gesloten oogen enorme afstanden afleg gen, zonder te blijven staan en zonder ook maar eenmaal te verdwalen. Gedreven door FEUILLETON uiideÉuncPiAaom. Naar het Engelsch van Norman Charlton Lilian slenterde verder door de wandelgan gen in de hoop haar vader te ontmoeten. Zij werd staande gehouden door een magerën jongeman met een prettig gezicht. Zoo, Tommy, wat voer jy hier uit? Wat ik hier uitvoer? Je weet toch zeker wel, dat ik door mijn lordstitel zoo'n beetje lid van het Hoogerhuis ben, klonk het ietwat spottende antwoord. Maar iets anders, Lilian. is het waar, dat je vader gaat her trouwen Ja, dat is zoo. Ik vraag het eigenlijk, omdat ik het een geschikte aanleiding vind om je er aan te herinneren, dat ik nog niet verloofd ben. Heb jij misschien een tehuis voor onbe zorgde weezen?, vroeg Lilian spottend. Ja, er is nog juist een plaatsje open, zei hij. Lilian sloeg hem aandachtig gade. Zy mocht hem graag; hy had een aardig, vrien delijk gezicht; hij was goedhartig en innerlijk en uiterlijk op en top een gentleman. Op dat oogenblik was zij er dichter dan ooit aan toe, /ady Dunne ford te worden, maar zij be dacht nog tijdig, dat het huwelijk een te ernstig zaak was om in een moedelooze bui een man te accepteeren voor wien ze niet meer dan vriendschap voelde. Kom nog eens bij me als je groot bent. vervolgde ze op haar gewone spottende ma nier, 'dan 7-al ik een aardig vrouwtje voer je zoeken. Ik zou je graag gelukkig getrouwd zien, want het leven is vol gevaren voor knappe jongelui met geld en een adellijken titel. Daar is mijn vader. Dag Tommy! Hij liep in een sombere stemming verder en Lilian haastte zich naar haar vader. Zullen wc naar huis loopen, vader? Ik 'n geheimzinnige kracht die hen tot machi nes maakt, leggen zij ongelooflijke afstanden af, zonder onderweg iets te eten of te drin ken. Tot het geheim van deze pelgrimstoch ten in trance-toestand zelf, vermocht prof. Tucci evenwel niet door te dringen. „Zielsradio". Daarentegen heeft de geleerde zich ernstig bezig gehouden met een verschijnsel, dat hij aanduidt als een soort „zielsradio". De mon niken stellen zich met elkander in verbin ding en wisselen van gedachte zonder er een woord bij te spreken. Wie de gave van het gedachten-overbrengen bezit, dien wordt ten teeken dat hij de hoogste graad van menschclijk kunnen heeft bereikt, de „vijf hoekige muts" uitgereikt, welker vijf punten de vijf belangrijkste incarnaties van Boed dha symboliseeren. De leerling, wie in de kunst van de „zielsradio" is ingewijd, neemt terstond een nieuwen naam aan, want zijn vroeger Ik is dood. De dingen rondom hem bestaan nu in een gansch anderen vorm, om dat hij. nu een hoogeren graad van waarne ming behaald heeft. Een bezienswaardigheid in optima forma is een kluizenaar, die daar in de omgeving al*sedert 27 jaar ongeveer ingemetseld in een rots leeft. Hij heeft met de buitenwereld slechts contact door middel van een zeer smalle spleet, waardoor de inwoners van 't dorp dat bij het klooster hoort hem spijzen en dranken toereiken. Men kan hem om raad vragen door een soort cel te betreden in de rots, een rotsblok op te tillen en aldus in de buurt van de spleet aan te kloppen. Dan klinkt er een harmonische stem vanuit het binnenste en die vraagt naar de wenschen van den aanwezige. Intusschen leeft deze monnik niet eens zoo eenzaam als men zou denken, want hij staat, gelijk hij zelf zegt, voortdurend zonder woorden te gebrui ken! in contact met andere Tibetaansche monniken, die precies zoo leven als hijzelf. De „zielsradio" is als het ware de verbinding van dezen thans 50-jarigen man met de bui tenwereld. Nog zoo gek niet. Van wijd en zijd komen de pelgrims naar den ingemetselden monnik van Sachia, voor een .gesprek", waarvoor ook prof. Tucci ge legenheid kreeg. „Gij zijt hier zoo ver van de wereld weet ge ook hoeveel smarten daar in die wereld geleden worden?", vroeg hij hem. De monnik antwoordde; „Natuur lijk, want indien ik dat alles niet* wist, zou ik hier niet zitten!" Inderdaad bleek toen dat de „rots-kluizenaar" uitstekend georiën teerd was omtrent de politieke gebeurtenis sen van de huidige wereld en tot stomme verbazing van zijn bezoeker wist hij zelfs zeer actueele feiten mede te deelen over de krijgsverwikkelingen in Europa. In Gannlsch-Partenklrchen is een interna tionale wintersportweek georganiseerd, wel ke thans in vollen gang is. De bekoorlijke Hongaarsche ijssportsterren, de zusters Botond, zullen in haar kostbare klassieke kleederdraoht het leest opluisteren. Een wonderlijke krant. Dat men overigens in het land van Tibet maar bitter weinig belangstelling voor het geschreven en gedrukte woord koestert, be wijst trouwens niet alleen de ongelezen bi-^ bliotheek van het klooster van Sachia, maar' ook het feit, dat in gansch Tibet, dat onge veer zes maal zoo groot is als Engeland, zeg ge en schrijve één krant verschijnt. Zij wordt uitgegeven in de stad Tatschinlu en wordt vandaar door de handels-karavanen verder verbreid, aangezien er in Tibet geen post diensten bestaan. De uitgever, een monnik uit Tibet, stelt zijn blad geheel samen uit de berichten die hij per radio ontvangt en schrijft zijn heele krant zelf vol. De krant verschijnt niet regelmatig, maar alleen dan wanneer er.voldoende stof tot schrijven aan wezig is. Overigens houdt het blad zich verre van politieke commentaren en beperkt zich tot het weergèven van berichten,- die meestal stammen uit Chineeschc bronnen BANKROOF EN MUNITIEDIEFSTAL AAN DE ORDE VAN DEN DAG. „Wie geweld gebruikt, moet ze. ker zijn van succes." Speciale berichtgeving uit Dublin.) Dublin, Jan. 1940. Het is nu bijna een jaar geleden, •dat de Irish Rcpublican Army het krasse stukje uithaalde, een ultima tum aan Lord Halifax te zenden, waarin niets meer of minder werd geëischt, dan dat Engeland onmid dellijk zijn troepen uit Noord Ier land zou terugtrekken. Zooals te voorzien was, is het nimmer zoover gekomen. De I.R.A. heeft de vrije hand in Ulster niet gekregen; dat neemt echter niet weg, dat deze vry omvangryke groep vaderlandslieven de leren haar politiek van lijdelijk verzet blijft voeren, alle drastische maatregelen van de Iersche en de Britsche regeering ten spyt. Toen de Iersche extremisten zich een jaar geleden vereenigden tot de I.R.A. en niet lang daarna den oorlog aan Engeland ver klaarden, vroeg men zich met gerechtvaar digde verbazing af op welke wijze de leren dezen wel zeer ongelijken strijd dachten te voeren. Het antwoord op deze vraag gaven de I.R.A.-mannen spoedig zelf door een be gin te maken met het plegen van aanslagen op allerlei openbare instellingen in Enge land. Bij herhaling werden brandbommen in Londensche brievenbussen geworpen, on schuldig uitziende postpaketten op de sor- teertafels van de postkantoren in Glasgow, Liverpool, Huil, Aberdcen, Manchester en Leeds vlogen plotseling uit elkaar en op allerlei andere manieren werden aanslagen oo instellingen en diensten gepleegd. In de meeste gevallen bleven de daders onbekend, doch in die gevallen, waarin de politie de daders kon arresteeren, bleken het meesten tijds leden van de I.R.A of in ieder geval Ieren te zijn. Critiek op de regeering. De moeilijkheden, welke men bij het op sporen van de daders der aanslagen onder vond en de dagelijksche lijst der I.R.A.-aan- slagen in de bladen hebben niet nagelaten een zekere onrust onder het publiek teweeg te brengen. Het eerste gevolg daarvan is geweest, dat tijdens de jongste zitting van den Ierschen landdag, de Dail, van eenige zijden heftige critiek op de regoering is los gekomen, een critiek, welke zij voor een deel aan „eigen schuld" te danken heeft. Een feit is het byvoorbeeld, dat het Iersche parlement zeer traag werkt, zoodat nimmer \an een snelle, doortastende beslissing spra ke is geweest. Direct afdoende maatregelen togen de I.R.A konden dan ook nimmer genomen worden. Nog pijnlijker is de situatie voor de re geering geworden, nu de I.R.A. haar acti viteit ook naar Ierland zelf heeft overge plaatst. Dit geschiedde mede onder dwang van de tijdsomstandigheden. De- partij is namelijk sterk gehandicapt door Het feit, wou met u praten en we kunnen door het park wandelen. Haar vader had er geen bezwaar tegen en ze stak haar arm door den zijne. Vader, zei ze vertrouwelijk, terwijl ze samen voortwandelden, ik vind het heer lijk naar tante Martha te gaan. Ik heb ge noeg van Londen. Er is hier veel te veel geld. U hebt te veel en iedereen dien ik ken, heeft te veel. Ik vind de atmosfeer hier afschuwe lijk; de menschen, die ik spreek, zijn geen van allen in staat een ernstig gesprek te voeren. Ze kunnen alleen maar gekheid ma ken. Niemand van onzen kring voelt zich eigenlijk gelukkig en niemand schijnt iets an ders te doen te hebben dan door het leven heen te dansen. Tante moet voor haar eigen brood werkep: ik ben er van ovutuigd, dat zij natuurlijk is En ik ben van plan om ook natuurlijk te worden; al is het voorloopig maar voor een half jaar. HOOFDSTUK V. De laatste sigaret. Veertien dagen daarna werd Josiah's hu welijk voltrokken in de kerk op Hannover Square en lady Shephard was van nu af mevrouw Turner. Vóór het pas-getrouwde paar de huwelijksreis ïanvaardde, omhelsde de stiefmoeder Lilian hartelijk. Ik ben nu je moeder, Lilian; vergeet niet, dat je huis hier is. by ons. Als het be zoek aan je tante korter mocht duren dan je denkt, zou ik graag willen, dat je direct hier kwam. Ik houd er niet van, dat jonge meisje zonder gelelde op reis gaan. Natuur lijk is een bezoek aan je tante wel iets an ders. maar om je de waarheid te zeggen, en ik vind dat ik er het recht toe heb, openhartig met je te praten je heele ma nier van doen is naar mijn smaak, een beetje te onafhankelijk. Ik weet het. Ik ben te modern naar uw zin. Een beetje, zei mevrouw Turner op ver- goellijkenden toon. Een béétje, maar dat kan gelukkig gemakkelijker verholpen worden dan een lichaamsgebrek. We zullen het sa men best kunnen vinden! Wees lief voor papa, vroeg Lilian ern stig. Ik doe altijd myn plicht, antwoordde mevrouw Turner plechtstatig. Lilian omhelsde haar vader. Vergeet vooral niet mijn groeten aan tante te doen. Daarop nam hij afscheid van het gezel schap en ging met zijn bruid naar de auto. die gereed stond om hem naar het station te brengen. Minister Greville en Tommy gin gen toevallig tegelijk met Lilian de deur uit en deze vroeg hen met haar mee te gaan thee dringen in haar eigen huis aan de over zijde. Morgen, zei ze een beetje gedrukt, toen ze met hun drieën in den salon zaten. laat ik alle aanstellerij varen en keer ik terug naar Moeder Natuur. zy dineert midden op den dag en 's avonds eet ze .een boterham. Ze stopt haar eigen kousen en verstelt haar eigen kleeren. Moeder Natuur en tante Martha zijn waarschynlijk nauw aan elkaar verwant?, veronderstelde Tommy. Ze zijn zusters. Ik heb zes maanden om my zelf te hervormen. Als wy elkaar weer ontmoeten zal ik mijn losse tong in bedwang hebben: ik zal nooit meer luidruchtig zijn of met myn ellebogen op de tafel leunen. Ik zal geen scherpe opmerkingen meer maken door Edgar Rice Burroughs 20. De gevangenen wachtten in doodsangst, ter wijl de mannen aan den kant van de rivier de krokodillen riepen. „Ze willen ons voor deze monsters werpen," fluisterde Tarzan tegen d'Arnot, terwyl ze met de ruggen tegen elkaar stonden en hun handen met leren riemen aan elkaar waren vastgebonden. Toen ze geboeid werden had Tarzan zijn vriend den raad ge geven zijn vuisten te ballen om wat speling te krijgen. Nu begon de aapman te trachten zyn haden te bevrijden. De riemen sneden diep in het vlecsch, doch geen der beide mannen ver trok een spier van zyn gezicht. Eindelijk had den de lenige vingers van Tarzan de knoop te pakken. Even later stonden de gele mannen met hun rug naar de gevangenen toe. Een van hen keek een poosje later om, bromde daarna boos en wees naar de plek waar de gevangenen stonden. Majoor Burton keek rond en zag de oorzaak van hun opwinding. Tarzan en d'Arnot waren verdwenen. Majoor Burton kon zyn ogen haast niet geloven. „Ze zyn weg heb ben ons aan ons lot overgelaten." zei hy bitter. „O, waarom hebben ze ons niet bevrijd?'* riep Janette wanhopig uit. „Ik wou tenminste dat ze jou maar meegenomen hadden, Janette", zei O'Rourke met een stille zucht. dat de geld- en wapenzendingen van sym- pathiseerende landgenooten uit de Vereenig- de Staten uitblijven, 'en daar de Engelsche bodoni de heeren wel wat tè warm onder de voeten begint te worden, hebben zij zich genoodzaakt gezien hun activiteit voor een groot deel naar Ierland over te brengen. Gangstermethoden op lerscb ge bied. Door het een en ander is de I.R.A. verval len tot daden, die gedeeltelijk aan Chicago en gedeeltelijk aan Köpenick herinneren. Men deinst voor geen enkel middel terug om aan Rcld en wapen te komen. Het doel hei ligt de middelen. Op de brutaalste wijze worden banken overvallen en „vijandige" particulieren van hun eigendommen be roofd. Een zeer sterk staaltje beleefden we onlangs, toen I.R.A.-mannen een overval pleegden op het munitie-arsenaal in hot Phocnixpark te Dublin. Ruim een milliocn patronen maakten de roevers in vier uur tijd buil Een ander geval. In een bank stapt een man binnen. In de eene hand houdt hij een revolver en in de andere een papiertje, waarop staat: „Maak geen herrie en geef al het geld op, dat je in kas hebt." De man achter het loket, die beeft voor de I.R.A., geeft al het geld af en bemoeilijkt in vele gevallen het onderzoek van de politie door „niets meer te weten". Een vrijwel alle- •laagsch feit is de berooving van de post kantoren en de bijkantoren der posterijen. Het vermoeden is uitgesproken, gezien het grooto aantal gevallen van dien aard, dat ook gewone dieven van den naam I.R.A. gebruik maken om hun zakken te spekken. en nooit oneerbiedig zyn tegen oudere men schen. wy mogen je toch in je verbannings oord komen opzoeken? vroeg Greville. Tommy niet. U zie ik natuuriyk wel, dat hebt u trouwens al beloofd, maar Tommy in geen geval. Als hij in de buurt is, moet Ik onhebbelyk zyn of ik wil of niet. Ik ben ook heelemaal niet van plan je te komen opzoeken, gromde Tommy. Als je my telegrafeert, zal ik je noodkreten negeeren; als je schryft, kryg je in het gun stigste geval antwoord van mijn bediende. Beste Tommy, zei Lilian vriendehjk. Tommy kreeg een kleur en zyn lippen tril den. Maar om niet te laten merken wat er in hem omging, zei hij spottend; Om mijn onafhankelijkheid te toonen zal lk een sigaret opsteken, zonder permissie te vragen. Hy hield.de beide anderen zijn koker voor alle drie rookten een oogenblik zonder iets te zeggen. De laatste sigaret, spotte Greville. Een mooi onderwerp voor een schilderij! Weer rookten 'ze zwygend verder, tot Lilian opeenopstond. Ik heb zoo'n Idee, zei ze. dat myn ka menier bezig Is myn nieuwste avondjapon in te pakken. Dat moet ik haar beletten. Het duurt waarschynlyk niet zoo lang voor we elkaar weerzien, zei Greville, toen hy afscheid nam. Binnenkort hoop ik me een paar dagen te kunnen vrijmaken en dan ga ik naar Woollacombe om myn zuster te bezoeken. Dan kan ik meteen myn neef aan je voorstellen. Ik wil dat hy zoo gauw mo gelijk onder de leiding komt. Tommy fronste de wenkbrauwen. Geen enkel werkelyk zachtaardige vrou* belast zich met de taak een ruwen jonge- De XR.A is niet kieskeurig. Men behoeft slechts een korte studie te maken van de werkwijzen der I.R.A. om tot de conclusie te komen, dat zij in het vuur van den strijd niet bepaald kieskeurig is geworden en zich is gaan bedienen van me thoden, die zelfs zeer drastische maatregelen zouden rechtvaardigen. Men heeft meerma len de vraag gesteld: Hoe groot is de I.R.A.? doch het antwoord heeft nog niemand kun nen geven. Men schat het aantal I.R.A.- neczeu op eeiugc duizenden, welke z.irh over geheel Zuid- en Noord Ierland en Engeland verspreid hebben. Bij een groot deel der be volking vinden de fanatiekelingen we in g sympathie. Van een horeenigen van Noord en Zuid letland droomt ieder r^litfreiiard icr, doch de methoden van do I.R.A. gnan de moesten toch te ver. Men houdt zich bo vendien liever aan het samlpunt van presi dent De Valera, die onlangs zeid": Wie ge weld gebruikt, moet zeker zijn van zijn succes." man op te voeden Als Je een greintje gevoel van dank baarheid bezat, of een bc~ije zelfkennis, zou je dat niet zeggen, riep Lilian. Greville glimlachte in zichzelf. Lordt Dunneford wachtte met afscheid nemen, tot de minister weg was. —Dag Tommy, zei Lilian. Hy hield haar hand vast. Ik houd zoo veel van je zooveel, zei hy heesch: waarom kun Je niet een beetje van my hou den? Kom over zes maanden by me terug. Tommy, en als Je me clan nog noodig hebt, zeg dan nog eens wat je al zoo dikwijls ge zegd hebt. Dan zullen we verder zien. Maar ik beloof niets. HOOFDSTUK VI. De treinreis. Den volgenden middag reed Lilian ln haar eentje naar Liverpool Street station. Ze had zoo min mogelijk bagage meegenomen. Ze gaf een witkiel orders om haar koffers in een eerste klas coupé te brengen en was heel biy dat hij een coupé voor haar uitzocht, waarin alleen maar een oudere dame zat. Deze dame scheen bezorgd over een zwar ten koffer met een witten band en deed zoo veel vragen aan verschillende menschen op het perron, die er niets vin wisten, dat Lilian zich verplicht gevoelde haar diensten aan te bieden, die dankbaar werden aan vaard. Toen zij weer van den bagagewagen terugkwam met de geruststellende mededec- ling. dat de koffer daarin veilig was opge borgen, wist de dame haast niet, hoe ze haar bedanken moest. Ik reis zelden alleen, legde ze uit Ik heb altyd zoo'n verloren gevoel in Lon den. Ik kan mc volkomen in uw gevoelens indenken, antwoordde Lilian vriendeiyk; lk heb hetzelfde gevoel als ik buiten ben. De stilte van een landweg doet my helmwee krijgen naar de aanwezigheid van een politie agent. Haar reisgezellin kon dit niet begrijpen en zei dit ook: Bulten voel ik my heelemaal thuis; daar bestaat voor my geen eenzaamheid. De vo gels zingen en de bladeren ritselen en dan voel lk mij nooit alleen. Ik ben van plan thee uit het restaura tierijtuig te laten komen, zei Lilian; mag ik een extra kopje voor u vragen? De oudere dame was verrast. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 6