TARZAN „O, die landweer.»." Het meisje en ae vuren van Tohr Dievenbende achter slot en grendel Radioprogramma „NOG ERGtR DAN DE SCHUTTERIJ Straatliederen uit 1914 1918 Eenigc jaren geleden verscheen een interessante bundel Nedcrlandsche straatliederen, samengesteld door D. Wouter. Thans heeft deze letterkun dige een serie straatliederen verza meld, welke in don Wereldoorlog op geld deden. In een artikel, gepubli ceerd in de N.R.Ct., passèeren deze oude schlagers de revue. Wij laten hier een en ander uit dit artikel volgen: De O.W.'ers. „Een ieder schrok zooals men weet, Toen deze mare do ronde deed. Een ieder was vol agitatie In het begin der mobilisatie." ,.Er waren weldra in ons land Verscheiden schurken bij do hand, Om van de werkende klas Te plukken wat Ie plukken was. Ze sloegen de prijzen op, YooP een briefje van tien kreeg je acht pop, Zoo werd je bedrogen door je eigen natie i deze treurige mobilisatie". Wat een narigheid was er terstond in Augustus 1914. Gehamsterd was er heel erg, de runs op do banken hadden de spaargelden vrij gegeven en de verkeerde elementen trachtten, er zijde bij te' spinnen en .als er regeeringsmaatregelon kwamen, wayen deze !e laat. Zoo herinner ik ine dat den ecnen dag de waxine-theclichten te koop lagen per doosje voor '20 cents of een kwartje, den vol genden dag was het zonder bon verkoopen verboden en toen kostte het doosje 40 cents. Men had in Den Haag op dit terrein geen er varing en kwam achter do feiten aan. Thans is men alles vooruit; de geschiedenis is hier gelukkig de leermeesteres geweest, die het kwade gekeerd heeft. De landstorm. We hadden toentertijd de landstorm; „Alle inan onder de wapen, Groot en klein, ja zelfs knapen. Is ons Neerland in gevaar. Staat die landstorm altijd klaar. Hoort ze brommen, ziet ze sjokken. Die getrouwde, ouwe bokken, In 't groen, grijs, blauw gekleed, t Staat ons Nederland gereed". Huzaren zie je tegenwoordig haast niet. En de huzaren gaan vertrekken, De een heeft plcizier, de ander verdriet, Wij zullen ons niet laten kocjenncercn, Want. de wind die maakt het droog. 'tZijn nu gemechaniseerde troepen, mo toren en wagens en alles dendert en rolt en ruikt naar benzine. De landweer berucht. Vroeger was de landweer berucht onder fcet volk: O, die landweer, Nog erger dan de schutterij, O, die landweer, Die maakt mij gek erbij. Laten wij maar staken. Wat kan het ons raken, Weg met die hcele landweorkli Want die landweer Is een grootc pesterij Bij die landweer Daar stoppen zij mij hij. Dat was de oude mentaliteit, waarvan nu, gelukkig, schijn noch schaduw moer aanwe zig is. FEUILLETON uitde£unc/iAaom Naar het Engelsch van Norman Charlton 18. Het gaat alweer een hoop beter, nietwaar oude jongen, zei hij opgewekt. Laat ik je eens overéind helpen! Hij boog zich en hielp zyn reisgezel over eind. Lord Harlsmore streek met de hand over 't hoofd. Wat is er?, vroeg hij verward. Jij en ik hebben eventjes den kolder in den kop gehad, vertelde Warden, met een po ging. om aan het. voorgevallene een humoris tisch tintje te geven. Dat deerntje heeft ons leelijk voor den mal gehouden en dat maakte me half-raz#nd. En jou ook weet je wel? Ik herinner het mij. Lord Harlsmore streek met de hand over het voorhoofd. Zjjn lip bloedde en hij haal de een zakdoek te voorschijn om het bloed te stelpen. Inmiddels trachtte Warden zyn boord weer wat in model te brengen en van zijn ge havende das te maken wat er nog van te ma ken was. We zijn allebei verduivelde dwazen ge weest, bekende hy grootmoedig, en ik kan niet zeggen wie de grootste van de twee was. Wat moeten we nu doen?, vroeg de Jonge graaf. Hij keek wezenloos naar de wrak stukken van het étui. die op de bank ver spreid lagen. Doen?, riep de lommerdhouder vol enrgie. Ik weet al wat ik ga doen. Ik ga naar Woollacombe terug. Ik zal het met dat Juffertje wel voor elkaar boksen. Geloof niet, dat je daar goed aan doet. protesteerde de graaf zwakjes. Ik kan beter alles aan myn moeder vertellen. Warden's goed humeur dreigde weer te Verdwijnen. Wees toch niet zoo'n bange wezel, zei hy minachtend. Grien maar niet „Wil maar niet grienen, lieve Bet, Al ben ik ver van jou vandaan, Men wil mij dwingen om te dienen, Maar 't. zal toch heusch niet gaan. Ik gevoel niks voor dat moorden. Wat men mij nu leeren wil. Liever wil ik voor jou werken. Maar nooit onder dwang en dril". De lieve Bet antwoordt in gelijken zin: „Hou je tof mijn jongen, Blijf er van doordrongen, Dat jij voor je land niet vecht; Je bent daarom niet slecht. Laat tlie groote snaken De ruzie maar uit maken. Oorlog hoeft, leer dat van mijn, Er nooit te zijn. Maar daarom laat je liever-hangen, Eer dat je wordt e enmoordenaar". De „klas te Vlissingen". Nu spreken ze van de „petoet1 en van „petoctcn" als een gemobiliseerde eens om een of ander klein vergrijp gestraft is ge worden, met een of twee of vijf dagen, maar toen de zeer kwaadwilligen, en die ko men ook voor onder de honderd duizenden gemobiliseerden, toen was ei' de beruchte „klas te Vlissingen", waar de heel ergon liecn gingen, de klassiaticn en een sentimen teel dat nog niet vergeten is, zingt erve'. moeder, wil niet wecncn, Want uw zoon is klassiaan. Aan de krijgstucht onderworpen En naar Vlissingen gegaan. Dagelijks moet hij exerceeren In de duinen op en neer, Presenteeren de geweren, Schildwacht spelen en nog meer". De klas was berucht en de schrik voor icderen soldaat. Thans spreken zo gemoede lijk over „een wachic kloppen" of „loopcn", en wat petoctcn, want de vergrijpen zijn van- veel geringer gehalte, dank zij ook het zeer verminderde overmatig drankgebruik. Ook de vrouwen mobiliseeren! Wat nu wel plaats beeft mobilisatie van vrijwillige vrouwen korpsen was toen reeds een vrome wensch in anderen zin: ,Had ik te commandcercn. Ik liet, 't was heusch niet kwaad. Ook de vrouwen mobiliseeren, Dan was heel ons land soldaat. Dan hoorde men nooit van schaken Of van vroüwcnschenderij Van critiek op minister Posthuma getuigt het volgende rijmpje: „Posthuma, dat gaat niet langer, Posthuma, je moét er uit. Met je zeldzaam raar geschipper. Heb je 't bij mijn maag verbruid". Ja, „die groeien in de gootjes"— Dat 'zijn geen aangename herinneringen aan den grooten oorlog: dom en onberede neerd werd de massa opgehitst en de humor was hierbij ver. Slechts een enkele liet jé lachen en daarmee besluiten wc dit artikel: In 't gemeentctuintjc van mijn lieve Nccl Daar zit ik uren in, voor dat ik mij verveel. Je zit daar heerlijk te genieten Tusschcn peentjes, knollen en bieten: Alle mcnschen leeren nu het tuindersvak, Men legt regceringsluihijcs aan al op 't dak. Itegeeringsaardappclen en klootjes, Ja, die groeien in de gootjes: Holland dat is voor 't gemak". De verhoogde bczineprijs Men meldt ons: Als noodzakelijk gevolg van de verhooging van de henzine-helasting, welke de rcgecring, zooals'wij eis ten gemeld hebben, reeds Zondag heeft doen ingaan, hebben dc bcn- zinemaatsrhappijen Shell. Standard. Texaco cn Sinfinu den benzine prijs met ingang van gisteren met H/2 cent per liter verhoogd. Dertienjarige jongen doet recherchewerk! ZEVEN ARRESTATIES. HAAGSCHE RIJWIELDIEFSTALLEN OPGEHELDERD. De oplettendheid en het doortas tend optreden van een 13-jurigen jongen heeft de Ilaagschc recherche wederom in staat gesteld een com plot rijwicldieven onschadelijk te maken. Men heeft kunnen vaststel len, *dat deze bende in nog geen half jaar tijd in totaal circa 30 rij wielen en ongeveer 130 belasting- merken heeft gestolen. De zeven leden van het complot zijn in be waring gesteld, terwijl tegen drie anderen |)roccs\crbüal is opgemaakt wegens heling. In den avond van 20 Januari j.1. 's avonds circa zeven uur trachtten een muntinetcr- lichter in een perceel in de van Ostadc- strnat zijn slag tc slaan. Hij werd in zijn werk gestoord door een 13-jarigcn jongen, die een boodschap voor zijn moeder had gedaan cn weer thuis kwam. Dc jongen had een sleutel en toen hij de deur had ge opend stond hij recht tegenover den man,' die een zaklantaarn in de hand had cn rustig bleef doorwerken aan het openen van de twee meters, die in dc gang stonden. „Ga maar naar boven!" Kalm zei hij tegen het ventje, dat het maar naar boven moest gaan. De jongen \ond "t eigenaardig, dat de meter zoo laat in den avond werd gelicht en hij vertelde onmiddellijk aan zijn moeder, wat beneden in de gangebeurde. Do moeder consta teerde. dat dc man inmiddels was verdwe nen. Zij stuurde haar zoontje direct dc straat op om te zien waar de man was gebleven. Op straat gekomen, zag de jon- con, dat de bewuste persoon enkele hon derden meters verder een sigarenwinkel binnenging. De jongen posteerde zich aan den overkant en nu was het geluk met hem, want op hetzelfde moment passeerden twee agenten. Eenigc minuten later zat de man op het bureau van politie in de van der Venncstrnat, waar bleek, dat men in derdaad met 'n muntmeterlichtcr te maken had. In zijn zakken vond dc politie twee muntmeterbakjes cn in totaal f 7.80, welk bedrag uit deze bakjes afkomstig bleek tc zijn en verder een aantal sleuteltjes, waar mede muntmeters worden geopend. Arrestant verraadt een bende. De arrestant, een 21-iarige boekbin der. bekende op nog zes andere plaatsen muntmeters te hebben ge licht nn verraadde voorts een hen- de. die in het laatste halfjaar totaal 50 rijwielen en circu 150 belasting- inerken heeft verduisterd. Aan het hoofd van de bende -tnnd de vader van den muntmnterlicbter. terwijl verder Tioir een broer cn vier ande re personen meewerkten. Alle zeven zijn achter slot en grendel gezet. Als operatieterrein werden meestal plaat sen uitgekozen, waar op bepaalde uren veel fietsen stonden, zoonis bijv. schoolpleinen, vergaderzalen, kerkgebouwen, enz. Niet zelden werden 20 bèlastingmerken tegelijk van de fietsen gehaald. De gearresteerde boekbinder bekende ten slotte zich nog aan enkele andere diefstal len tc hebben schuldig gemaakt, in verhand waarmede legen twee personen proces-ver ba d is opgemaakt. Van de 50 gestolen rijwielen, heeft de po litie er 30 in beslag kunnen nemen. WOENSDAG 14 FEBRUARI 1910 Hilversum I. 187.» cn 414,4 m. VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO. 6.30—7.00 RVU. 730—8.00 VPRO. S.00 Berichten ANP. gramofoonmuzlek. 8.15 Orgelspel. S.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenplaatje. door Edgar Rice Burroughs 33. Tarzan riep naar beneden: ,Houd vast. Ik zal dit eind losmaken en jullie naar de kant trekken. Hy maakte; het touw los. De spieren van zijn armen en schouders leken wel stalen koorden. Langzaam kroop hy over de takk en trok de boot uit de razende stroom. I delijk naderde de boot de oever. Tarzan bon<J het touw om de voet van de boom en trok nu de boot halverwege uit het water. ,.By de staarten van mijn eerwaarde voorouders. U bent een man!" zei Dr. Wong zacht hijgend, ^arzan deed of hij het niet gehoord had. Er 13 werk te doen. „We moeten een manier zien te bedenken om de boot langs de- wa terval te dragen.zei hij tegen zijn vrienden. De koning van de junle wilde naar de brede rivier zien te komen, liever dan in moeilijk heden te geraken in de bergen en bossen van dit wilde en ongastvrije land. Het gezelschap stapte uit en ging op zoek naar een weg. Vyf minuten later riep O'Rourke: ..Tarzan, kom eens hier! Ik heb wat ontdekt!" De aapman rende naar hem toe. Maar toen Perry hem trots op een soort pad wees, leek het. alsof Tarzan zich hier over niet erg verheugde. Integendeel, hy fronste nadenkend zyn voorhoofd. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor de arbeiders in dc Continubedryven. 11.30 Voor de vrouw. 12.00 Sylvia-Amusementsorkest en solist. 12.45 Berichten ANP. gramofoonmuzlek. I.00—1.45 Orgelspel en zang. 2.00 Handwerkles. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Rosian-orkest. 6.15 Gramofoor.muziek. 6.30 Lezing ..Het confessionalism-". 7.00 VAR A-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Volkszangkoor. 7.30 Bybelvertcllingcn. 8.00 Herhaling SOS-Berichl 8.03 Berichten ANP. 8.15 De Ramblers. 8.45 Radiotoonecl. 9.30 Gramofoonmuzlek. 10.00 VARA-Varia. 10.10 De Stem des Volks (Rotterdam R.M.L Utrechts Stedelijk orkest en solisten (opn.). 10.40 Medische vraagbaak. II.00 Berichten ANP. 11.1012.00 VARA-orkcst en soliste. Hilversum II. 801,5 in. NCR V-Uitzending. 6.30—7.00 Ouder«ysfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Berichten ANP. 8.05 Schriftlezing, meditatie. 8.20 Gramofoonmuzlek (9.30- 9.45 Gelukwen- schen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofooninuzick. 11.15 Ensemble v. d. HoVst. 12.00 Berichten. Hou jij je er alstublieft buiten en bederf me den boel niet. Het is verkeerd. Wacht je tijd af en oordeel dan. Wat ben je van plan? - Daar heb je niets mee te maken Ik weet precies hoe ik het moet aanpakken. En ik garandeer je. dat ik dat mooie dingetje uit de handen van die jongejuffrouw loskrijg; dat is het voornaamste. Ze spraken verder geen van beiden, tot de trein vaart begon te verminderen. Lord Harlsmore bleef onbeweegiyk zitten. Ga je niet met me mee terng vroeg Warden. De jongen schudde langzaam het hoofd Neen. ik ga door naar Londen, ik voel me te slap. Ben Je van plan wat tegen je moeder te zeggen? vroeg Warden op een toon, die een mengeling was van angst en bedreiging Hij wist (wat Lilian onbekend was) dat de gravin, beu van de historie van den diadeem, naar haar Londenschc woning teruggekeerd was. Het duurde een oogenblik voor lord Harls- n»«-« antwoord gaf. Neen. zei hy. - je kunt je poging wa- Maar als het mislukt.* telegrafeer me dan: dan zal ik probeeren. de zaak met m(jn moe der in orde te makaen. Afgesproken. De trein stopte. We kunnen onze kaartjes wel ruilen. Het jouwe ia tot Bridgepoort en het myne tot Londen. Hier heb je dat van my. Waar is het jouwe? Wat moeten we met de brokstukken van dat étui doen? vroeg hij. Smyt ze het raampje uit, zoodra de trein het station uit is. adviseerde de lommerd- houder. Tot ziens. Bonjour. Denk er om. dat je met tele grafeert als het noodig ia; je weet myn adres. Doe mijn eerbiedige groeten aan me vrouw de gravin! Ik groei je. En met deze boosaardige woorden stapte Warden uit en liet lord Harlsmore alleen zijn reis vervolgen. HOOFDSTUK XIV. De bonbondoos. Het is niet buitengesloten, zei Lilian tegen haar tante. dat de gravin my van daag komt bezoeken. Een bcgrypeiyk gevoel van opwinding maakte zich van tante Martha meester. Ik zal direct de hoezen van de stoelen in de salon >aten wegnemen, zei ze. Maakt u geen omslag, tante; het is heelemaa! niet zeker dat ze komt. Het is een kleine moeite; ik zal het voor alle zekerheid toch maar doen. De dag ging voorby en Lilian bleef thuis in afwachting van de mogeiyke komst van de gravin maar ze kwam nfett. Tegen vier uur ging Lilian naar haar kamer; ze haalde den diadeem, uit haar hoedendoos en legde hem tusschen de watten in een lecge bonbonnièrc. Toen zette zo haar hoed»-op. Op de trap ont moette ze haar tante. Als de gravin niet bij my komt,, zit er niets anders op. dat ik naar de gravin ga. zei ze. Weet je zeker, dat ze in Woollacombe is? Lilian voelde zich droevig gestemd. Het wegblijven van de gravin kor. niets anders beteekenen dan dat het briefje, dat ze by de presse-papier in het étui ge 'aan had, niet in haar handen was gekomtm Ze trachtte zich zelf in te praten, dat de jongeman misschen den moed gemist had o'm naar zijn moeder te gaan en dat het geen trouweloosheid was ge weest. Maar in ieder geval stond haar nu een pijniyk onderhoud met de gravin te wachten. Daar was geen ontkomen aan. Het leek haar verre van onwaai schijniyk. dat de jeugdige lord. rekening houdend met de. mogelykheid. dat ze omstreeks vier uur naai- zyn moeder zou gaan. haar onderweg zou opwachten cn haar uitstel van zyn moei- ïyke boodschap vragen. Hoe meer ze er oyer nadacht, hoe waarschijnlijker dit haar voor kwam. Ze keek den weg vóór zich af, of ze ook iemand zag aankomen, maar het was niet het geval. Toen Woollacombe een eind achter haar lag. kwam ze op een kronkelender. landweg. Opeens werd zij zich ervan bewust, dat iemand haar volgde. Dat kon natuurlijk niemand an ders dan lord Harlsmore zijn! BIJ een bocht in den weg bleef ze staan om op den een zamen wandelaar, die door de kronkelingen van den weg nog aan haar gezicht was ont trokken. te wachten. Als hy misschien te ver legen was om haar aan te spreken, zou zc het hem gemakkeiyk maken Eindelijk had de wandelaar haar bereikt. Maar het was geen berouwvolle lord Harls more. die zich aan haar oogen vertoonde; nieman anders dan Warden, die zich niet in het minst verwonderd betoonde over de ont moeting. O bent u het. riep Lilian uit op een toon van onaangename verrassing. Ik merkte dat er iemand achter my aankwam en ik wilde weten wie het was. 12.15 Grainofoonmuziek (Om 12.30 Ber. ANP). 12.45 Cithersoli (12.151.10 Grainofoonmu ziek). 1.25 Gramofoonmuziek. I.45 Ensemble v. d. Horst en gramofoonmuzlek. 3.00 Christ. lectuur. 3.303.55 en 4.00 Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Causerie „De boer in het soelingsdistrlct' 6.20 Gramofoonmuziek. 6.30 Taalles en technisch onderricht.. 7.00 Berichten. 7.15 Voor postzegelverzamelaars. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichtcn. 8.15 Arnhemsche orkestvcreeniging en solist. 9.00 Declamatie. 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP. actueel halfuur. 10.30 Marcando-ennsemble. II.15 Gramofoonmuziek. Ca. 11.50—12 00 Schriftlezing. En nu weet u het. antwoordde Warden vroolijk. En ik verheug me op uw gezel schap. want we moeten denzclfden kant uit! We moeten niet denzelfden kant uit. zei Lilian beslist. Warden was zeker niet het mee.st gewenschte gezelschap voor een jong meisje, dat op een eenzamen weg liep met een diamanten diadeem in een kartonnen doos. welke niet een dun touwtje aan haar middenvinger hing. Zoo. zoo viel Warden grimmig uit. 'Je hoeft anders niet zoo uit de hoogte te doen; ik zal je niet opeten! Goedendag, zei Lilian en maakte aan stalten om door te ioopen, Goedendag, schatje. antwoordde War den, terwyi hy vlak bij haar kwam. Veront waardigd ging Lilian een eind ter zyde. Ze was geen oogenblik bang. dat hij geweld zou gebruiken. Het was meer afkeer, die haar op zij deed gaan. Maar Warden was gekomen om den diadeem en niet. van plan terug te keeren. zonder dat hy dien in handen had. Ze liepen een paar honderd meter door. Lilian voorop cn de lommerdhouder vlak op haar hielen. Ze kon zijn adem in haar haLs voelen. Plotseling bleef het meisje stilstaan. Dat is eenvoudig onduldbaar.' barstte zc uit. War Jen negeerde haar verontwaardiging. Nu we zulke goede vrinenden zijn, ze1 hy met een grys. verwondert het me. dat je me niet een stukje chocolade presenteert. Lilian begreep zijn opmerking niet direct, maar zyn schuinsche blik naar de bonbondoos maakte zyn bedoeling duideiyk genoeg Zc probeerde tyd te winnen. Komt u vanavond in den winkel; dan krygt u een doos voor u alleen. Deze is voor een vriendin. Dat spyt me verbazend, want ik heb' juist er trek in zoetigheid; zoo'n trek, dat ik vyf pond voor deze doos bonbons wil geven. Nu twyfelde ze niet mcfr of hij wist wat de doos bevatte. Wie heeft het u gezegd? vroeg ze scherp. Wat gezegd? Om my te volgen. Ik ben hier in opdracht van mijn jongen vncnd Hij heeft my hierheen gestuurd om u het pakje te vragen, dat hy u in bewaruir heeft gegeven. Zoo deed hy dat? (Wordt venolad.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 7