„Oorlog is oorlog"
Waarom wèl woorden,
Het NDsrdhollindsch Kanaal
wordt opengebroken
géén dnrfpn
Lichting 1940
zei de Duitscher
Er bestaat geen of' en
defensief verbond in
Skandinavië
ZWEDEN WIL, KAN EN MAG FINLAND
NIET OFFICIEEL HELPEN.
OOK AMERIKA ENGELAND EN FRANK
RIJK VOLSTAAN MET SYMPATHIE.
(Van onzen Londcnschen correspondent).
LONDEN. 21 Februari 1940.
Ook in de hoofdstad van het Britsche Im
perium ia de noodkreet van den Finschcn
minister-president, Tanner, aan zijn Zweed-
schen ambtgenoot, Hansson, gehoord. Het
antwoord daarop van Hansson, pas ver
stuurd, nadat hij te Stockholm overleg had
gepleegd met de ministers van buitenland-
sche zaken en van defensie, is te Londen
met gemengde gevoelens ontvangen. Dow-
ningstreet en Whitehall, de grpote regee-
ringswijken, laten zich trouwens volko
men terecht over vraag en antwoord niet
uit. Maar Fleetstreet, de courantenwijk, is
er vól van, zoodat daardoor ook de openbare
meening in Engeland in beroering is ge
bracht.
Tanner vroeg aan Hansson: stuur ons
Zweedsche militaire hulp: Hansson ant
woordde aan Tanner: 't Spijt me erg, maar
dat gaat niet, de regimenten blijven in Zwe
den, ter verdediging zoo noodig van
eigen Zweedsch gebied.
Er zit een grootere, of kleinere deuk in
de Mannerheim-linie, vermoedelijk zelfs een
aantal deuken, dus begint het voor de Fin
nen te nijpen, doen ze een beroep op de
Zweedsche regeering, wat begrijpelijk is,
u r Zweden heeft groote sympathie voor
Finland, omdat het mocht de Russische
stoomwals eindelijk er in slagen Finland
plat te rollen de eerste zal zijn, die dan
vermoedelijk aan de beurt zal wezen de
Russische imperialistische expansie-politiek
aan den lijve te voelen.
't Ts met de Skandinavische een-dracht en
het Skandinavische gevoel van saamhoorig-
heid eigenlijk een raar geval. Finland, Zwe
den, Noorwegen hebben vroeger steeds een
onderling èng verbond in onbepaaldon
vorm weliswaar - voorgestaan, maar Rene
marken was daartegen. De vroegere leider
der sociaal-democratische oppositie in de
Deensrhe Tweede Kamer, de huidige minis-
ter-nresident is een man van nuchter ver
stand en groote zakelijkheid. We kennen
Stauning persoonlijk nu al 'n drie-en-twintig
jaar ongeveer, sedert hij in den jare 1917
een der voormannen was van de sociaal-
democatisehe conferentie te Stockholm, die
naar vredesherstel streefde. Die pogingen
mogen dan toentertijd niet gehikt zijn, daar
toe alles in het werk te hebben gesteld,
blijft voor eens en voor altijd de onmisken
bare verdienste van de Zweedsche, Noorschc
Deensrhe, Belgische en vooral der Xeder-
landsrhe sociaal-democratie, dié dit pio
nierswerk hebben aangedurfd.
Van leider der oppositie tot eersten
minister te Kopenhagen opgeklom
men, is Stauning in het wezen der
zaak steeds de man gebleven, die
slechts het grijpbare najoeg. De leu
ze van een vierledige Skandinavi
sche belangengemeenschap een
soort offensief en defensief ver
bond was ook voor hem muziek
iij de ooren, maar het was voor
Stauning tevens onwerkelijke mu
ziek. Waarom? Omdat hij scherp
en helder inzag, dat de Finsche,
Zweedsche, Koorsche en Deensche
belangen wel eenigenmate parallel
loopen, doch allerminst identiek zijn
Finland ging reeds vroeger gebukt onder
Russische dreiging, Zweden en Noorwegen
kwamen daarvoor pas in tweeden termijn
in aanmerking, Denemarken had meer met
bedreiging van Duitsche zijde te rekenen.
Daarbij komt nog een gansch andere fac
tor. De Finnen zijn geen Skandinaviërs in
den eigenlijken zin des woords; ze stam
men uit Azië, evenals de Hongaren; de Fin
nen vestigden zich ruim duizend jaar gele
den in Suomi, de Mngyaron deden dit on
geveer tezelfder tijd in Hongarije. Pas se
dert den vrijheidsoorlog der Finnen tegen
Rusland, dus heelemaal rond twintig jaren
geleden, heblien de Finnen zich tot Zweden,
Noorwegen en Denemarken aangetrokken
gevoeld. Eigenlijk zelfs nog niet eents zóó
langen tijd. want in de kwestie over de Aa-
lands-eilanden stonden Finnen en Zweden
fél tegenover elkaar.
Nu wijlen Hjolwar Brauting, eerst lei
der der Zweedsche sociaal-democratische
oppositie in den Zweedschen Rijksdag, la
ter minister-president van Zweden, was één
verwoed voorvechter der Zweedsche aan
spraken op deze eilandengroep, heeft al
les in het werk gesteld de Finsche eischen,
die ten slotte zegevierden te bestrijden.
Neen, koek en ei is het tusschen Zweden
en Finland heusch niet altijd geweest!
Wie van Stockholm den trein naar het
Noorden neemt, komt na dertig uur spo-
rens te Hnparanda. Gerieflijk zijn de wa
gens, goed is de verzorging. uitstekend
ziin de maaltijden en de bedden, maar ver
laten is al heel spoedig de streek, waar
door men reist. Angstig van verlatenheid
is echter de streek van Haparanda, ver
der het Noorden in. naar de IJszee, waar
eerst de Finsch—Zweedsche, later de Finsch-
Noorsrhe grens, zich in grillige bochten
slingert. Of deze Noordelijke gebieden van
Zweden en Noorwegen te verdedigen zijn
tegen een daar opereerend Russisch leger
wagen wij niet te beoordcelen, noch in be
vestigenden. noch in ontkennenden zin. Wèl
ziin we echter overtuigd, dat een machtig
aanvallend leger hier de beste kansen
maakt. Zoover ziin we weliswaar niet,
doch zoover zouden we kunnen komen.
TANNER.
Geen weet dit beter dan de Zweedsche
regeering. Daarom dient alles vermeden,
wat in die richting zou kunnen voeren.
Daarom helpt Zweden het in het nauw ge
raakte Finland gaarne op alle mogelijke wij
zen, met ambulances, met vrijwilligers,
met herberging van gevluchte Finnen, ou
den van dagen, kinderen en invaliden.
Maar daarom weigert Zweden aan Fin
land officieel hulp te verleenen door het
zenden van Zweedsche regimenten, Zweed
sche batterijen en Zweedsche legervliegtui
gen.
Dit besluit moet der Zweedsche regee
ring ongetwijfeld hard zijn gevallen. Het
was echter onontkoombaar en juist!
Met Finland is het. in het wezen der
zaak, een indroeve geschiedenis. De we
reld zwijmelt in sympathie voor Finland,
maar diezelfde wereld doet niets van fei
telijken aard voor Finland. Het bekende
Noorsche blad „Aftenposten" te Oslo heeft
het scherp en juist gezegd: Roosevelt ver
klaart, dat 98% der Amerikaansche bevol
king sympathie koestert voor Finland,
maar de wapen leveranties van Amerika
gaan naar Sbvjet-Rusland, het arme Suomi
moet het met die sympathie zien vol te
houden.
Deze beoordeeling is hard, maar waar!
Ze zou ongeveer in gelijke woorden tegen
Engeland en tegen Frankrijk zijn te rich
ten. Ook te Londen en te Parijs staat men
in lichte laaie van geestdrift voor Fin
land. Maar waar blijven de Engelsche en
Fransche legers, de Engelsche en Fransche
oorlogsschepen, de Engelsche en Fransche
artillerie, de Engelsche en Fransche bom
menwerpers en verkenningsvliegtuigen, het
Engelsche en Fransche afweergeschut? y
Deze aangelegenheid is voor Londen en
voor Parijs van zeer neteligen aard, want
Engeland en Frankrijk hebben wél den
oorlog aan Duitschland verklaard, doch niet
aan Sovjet-Rusland. Militaire hulp van En
geland en van Frankrijk aan Finland, on
verschillig op welke wijze, of in welken
vorm, die werd verleend, zou dus automa
tisch een oorlogstoestand tusschen Enge
land en Frankrijk eenerzijds, Sovjet Rus
land anderzijds, in het leven roepen. Men
heeft te Londen en te Parijs reeds be
slommeringen genoeg, dan dat men er tuk
op zou kunnen wezen de bestaande oor
logsproblemen nog te vermeerderen.
Engeland en Frankrijk volgen ten deze
het door Zweden gegeven voorbeeld.
Ze moeten wel, want ze kunnen niet an
ders. Zweden niet, Engeland niet, Frank
rijk niet, daarom wèl woorden, géén daden!
Inlijving dienstplichtigen 6 Mei a.s.
De regeeringspersdienst meldt:
In de dagbladen is eenigen tijd geleden
bekend gemaakt, dat het in het voornemen
lag om in het tijdvak 1524 April 1940 in
te lijven de dienstplichtigen van de lichting
1940:
a. het 1ste regiment huzaren (geen paar-
denoppassers en -verzorgers)
b. het 1ste, 2e, 9e en ie regiment huzaren,
voor zoover betreft de paarden verzorgers en
-oppassers hij de Kon. Militaire Academie
of Rijschool.
Nader wordt tjians medegedeeld, dat de
inlijving van genoemde ploegen dienstplich
tigen zal geschieden in het tijdvak 110
Mei 1940 (datum van inlijving 6 Mei 1940).
Het Drielsche Veer bij Oosterbeek over den
Rijn werd in een voetpad veranderd. Van
wege Rijkswaterstaat werd op gezette tijden
d* dikte van het ijs gemeten.
DE „IJSBEER" OP WEG.
Naar wij vernemen, is vandaag
aangevangen met het breken van
het ijs in het Noordhollands KanaaL
Hiertoe werken samen de Vereen,
tot IJsbestrijding in Noord Holland
benoorden het Noordzeekanaal, de
Amsterdamsche Vereen, voor IJsbe
strijding en de Rijkswaterstaat in
het arrondissement Alkmaar.
Om zeven uur is de sterke ijsbre-
ker „IJsbeer" van de Vereen, voor
Scheepvaartbelangen te Amsterdam
aan de Willemsluizen met het bre
ken van het ijs begonnen en men
hoopt er in te slagen spoedig het
Kanaal tot Nienwediep open te ma
ken.
Voor de scheepvaart zal het open
gaan van dezen vaarweg van groot
belang zijn, ook in verband met de
verbinding met Friesland en Gro
ningen. Het ijs in het IJsselmeer
blijft altijd veel langer zitten dan in
de kanalen en door het openmaken
van het Noord Hollandsch Kanaal
wil men trachten de scheepvaartver
binding met het Noorden van ons
land zoo spoedig mogelijk te herstel-
len.
Verwacht wordt, dat de „Ijsbeer"
hedennacht Den Helder zal berei
ken, waarna hij naar de hoofdstad
zal terugkeeren om in omgekeerde
richting een vaargeul te maken.
Schippers worden erop attent ge
maakt, dat vandaag achter den ijs-
breker aan slechts in een richting
kan worden gevaren, dus van Am
sterdam naar Den Helder.
JE GELD OF JE LEVEN 1
Hagenaar komt er voor f 13 af.
Zoek de man met de lichte oogen.
Dinsdagmorgen' om half tien belde een
man, die zich uitgaf voor een employé \an
een radiodistributiekantoor, aan in de Ver
meerstraat te Den Haag. De bewoonster, een
54-jarige dame, liet den man, die zcide de
radio te moeten nakijken, binnen, hetgeen
haar duur of juister gezegd op dertien
gulden te staan kwam. De man bedreigde
haar met de uitdrukking „Je geld of je le
ven" en toen gaf de Inwoonster hem f 13,
waarna hij verdween.
De indringer is ongeveer 30 jaar oud, heeft
een bleek gezicht, achterover gekamd blond
haar, opvallend lichte oogen. Hij droeg een
lange grijze overjas en was blootshoofds.
Het is niet onmogelijk, dat hij ook elders
„op bezoek" is geweest. De commissaris van
politie van den centralen opsporingsdienst
verzoekt allen, die over den man inlichtin
gen kunnen geven, zich tot hem te wenden,
Laan Copes van Cattenburch 13.
Rioolvergiftiging
Bewoners van de hoofdstad in
gevaar.
Gisteravond werd de Amsterdamsche po
litie erop attent gemaakt, dat bij bewoners
van de woningen in de Korcnbloemstraat
41—51 verschijnselen werden geconsta
teerd, welke het vermoeden van vergiftiging
wettigden en een uitgebreid onderzoek werd
ingesteld. Aanvankelijk meende men te
doen te hebben met vergiftiging door
lichtgas. Hetgeen door de koude zeer goed
mogelijk zou zijn.
Later bleek rioolgas de oorzaak der ver
giftiging te zijn. Gelukkig waren de bewo
ners er nog niet erg aan toe.
De gemeentelijke woningdienst zoekt
thans naar de plaats, waar het gas kan
zijn ontsnapt.
ARRESTATIE WEGENS
ZEDENMISDRIJF
Gedeeltelijke bekentenis.
De Schiedamsche politie heeft thans na
een langdurig onderzoek den 49-jarigen N.
van O. uit Rotterdam gearresteerd, verdacht
van door hem gepleegde zedenmisdrijven.
De man die reeds eerder wegens hetzelfde
misdrijf is veroordeeld, heeft ten deele be
kend. Hij is in het politicbureau opgesloten.
TORPEDEERING „ARENDS-
KERK" VOOR RAAD VOOR
DE SCHEEPVAART.
GRANATEN VLOGEN
OVER HET DEK.
Het wrak in brand geschoten.
Gisteren behandelde de Raad voor
de Scheepvaart te Amsterdam de
torpedeering van de „Arendskerk";
dit was het eerste geval van dien
aard, dat door den Raad werd on
derzocht.
Zooals men zich hierinneren zal, werd op
15 Jan. j.1. het 8000 ton groote motorschip
„Arendskerk" van de Vereenigde Scheep
vaartmaatschappij, dat op weg was van
Antwerpen naar Zuid-Afrika in de Golf van
Biskaje op een afstand van ongeveer 100
mijl van Ouessant getorpedeerd. De 62 op
varenden zijn gered door het Italiaansche
stoomschip „Fedora" en later overgegaan
op de „Poelau Bras" die de geredden in
Lissabon aan land bracht.
Als eerste getuige werd gehoord de heer
Th. P. van den Bergh, directeur van Radio-
Holland, in de plaats van den marconist van
Saane, die inmiddels weer vaart. Dit ver
hoor staat in verband met het feit, dat de
U-bootcommandant, evenals bij het in den
grond boren van de „Burgerdijk" deze
ramp ligt ons nog versch in het geheugen!
als een der redenen van de torpedeering
opgaf dat er nog radioseinen gegeven wa
ren. Get. verklaarde echter, dat van Saane,
toen hij aan boord van zijn schip ontplof
fingen hoorde, de noodinstallatie probeerde.
Pres Waar bestaat dit probeeren uit?
Uit het geven van een paar „punten".
Het is uitgesloten, dat door het gebruik
van een noodinstallatie de lampen van den
ontvanger op de Duitsche duikboot zijn ge
sprongen, zooals de commandant beweerde.
Zelfs met een normale installatie is dit
onmogelijk. Inductie kan er evenmin zijn
veroorzaakt. Het is eveneens moeilijk aan
te nemen, dat de Duitsche commandant in
de „punten" een geheime code vermoedde.
Kapitein Wijker getuigt.
Kaplitein G J. H. Wijker werd als twee
de getuige gehoord.
De kopsnelheid van het schip bedroeg 21
mijl.
President: Hebt u papieren van de la
ding?
Kapitein: Die had ik, nu zijn ze op de
Duitsche duikboot.
President: En uw stuwplan?
Kapitein: De cargadoor heeft er waar
schijnlijk nog een.
President: Waaruit bestond de lading?
Kapitein: IJzer, cement, prikkeldraad,
nieuwe vaten, automobielen. Alles was in
Antwerpen geladen. Een copie van de ma
nifesten is op het departement van Buitcn-
landschc Zaken.
President: Welke was uw eerste haven?
Kapitein: Durban. Daarna Kaapstad, waar
we mais voor de regeering zouden innemen
President: Had u Instructies voor de
route over de Noordzee?
Kapitein: Ja. zeker.
President: Ilebt u nog mijnen gezien?
Kapitein: Alleen in het Kanaal.
De „Arendskerk" had vier reddingsboo
ten en een giek aan boord. Alles was bui
ten boord gedraaid. Reddingvlo tien lagen
aan dek.
Kapitein: Om 1 uur passeerden we Oues
sant. Tot half drie bleef ik op de brug.
Toen ging ik gekleed rusten.
President: Wie hadden de wacht?
Kapitein: De tweede en derde
stuurman. Om zes uur kwam de
eerste stuurman. Om 7.30 uur
kwam de eerste officier mij roepen.
Hij hoorde schieten en dacht aan
een zeegevecht. Toen ik boven
kwam, vlogen de 10 c.M. granaten
dwars over het schip. Ik zette on
middellijk de machines op volle
kracht achteruit.
Toen zagen we een duikertorentje recht
achteruit. Het moest een onderzeeboot zijn.
Over stuurboord ging ik rond en gaf drie
korte stoot en»
Het Nederlandsche s.s. „Tara", dat 60 mijl
ten Zuidwesten van Kaap Finistère door
een explosie is getroffen. De „Tara", die
4760 ton meet, was met een lading graan
voor de Nederlandsche regeering op weg
naar Rotterdam.
Het g
de laats
langstel
delen v
Het r
van eer
jeste b(
kingsdo
yan de
verblijf
urgent.
Verse
den hel
houden
lebrand
dij, die
den.
Het
draagsi
komen
dus in
de sch
waar (li
tijdens
Zij beii
riet ee
onmitb
schip t
vest b<
behalv
makke
reflect'
ook ir
den. I
in pas
den g<
der be
Commissie van advies
tninzaadaangelegenheden
Onlangs heeft de minister van eco
nomische zaken Ingesteld een com
missie met de opdracht, hem van ad
vies te dienen ter zake van alle tuin
zaadaangelegenheden.
Thans heeft voornoemde minister
bepaald, dat de commissie den naam
draagt van „Commissie van advies ln
zake de tninzaadaangelegenheden".
Voorts heeft de minister benoemd
tot lid C Mantel Jz. te Andijk Oost
en eervol ontslag verleend als lid
aan Jn. Wagenaar Cz., te St. Pan-
craa.
Hij bleef schieten!
Misschien heeft de Duitscher mijn sirene
niet gehoord. Op een mijl afstand kwam hij
bij het schip. Met de dagseinlamp vroeg hij
mijn papieren.
De eerste stuurman is met de giek naar I
de duikboot gegaan.
President. Hoe lang durde het bezoek?
Ktapitein: Twintig minuten. Intusschen
liet ik allen aantreden.
Door mijn kijker kon ik alles volgen.
De duikboot seinde, dat ik koers Zuid
moest nemen. Ik heb dat gedaan. Alle per
soneel kwam boven, nadat we rond hadden
gemaakt. De onderzeeboot sleepte toen de
giek met den stuurman terug.
„Schip direct verlatenl"
Daarna seinde hij: „Schiff sofort
verlassen." Aan bakboord vierde ik
twee booten. Zelf ging ik in een der
de boot om 'later wat menschen over
te nemen. Dit is gebeurd, toen het
schip getorpedeerd was.
De Duitscher torpedeerde de „Arends
kerk" in ruim vier. Het schip bralt
in tweeën. Twee derde van 't schip
bleef drijven.
Had ik .toen een sleepboot gehad, dan zou
dit deel gered zijn. Zelfs de lichten brand
den nog.
President: Wat deed de duikboot verder?
Kapitein: Deze ging op hei drijven
de stuk schieten. Alles vloog in
brand. Het schip ging rechtop naar
den bodem.
President: Hoe laat was het toen?
Kapitein: Het zal tien uur zijn geweest.
Daarna ging de duikboot weg. Hij had be
loofd onze positie op te geven. Dat heeft hij
ook gedaan. Na ZVz uur kwam de „Fedora"
Aanvankelijk ging het schip voorbij. De ka
pitein dacht, dat we visschers warenDen
volgende morgen zijn we op de „Poelau
Bras" overgegaan. Zoo waren we drie dagen
na de ramp in Nederland terug.
De duikboot was van het kleine type. Er
was een kanon aan boord. Misschien was er
een mogelijkheid geweest om te vluchten.
Mijn schip liep natuurlijk meer vaart dan
de duikboot. Had ik zelf een kanon gehad,
dan had hij me nooit gekregen.
„Contrabande".
De eerste stuurman, de heer J. H. Ooster-
huis, die vervolgens verhoord werd, ver
klaarde, dat de U-bootcommandant op get.'s
protesten de schouders had opgehaald en ge
zegd had: „Krieg ist krieg" (oorlog is oor
log") De Duitscher gaf vier redenen voor de
torpedeering op:
de bestemming voor vijandelijk land
vervoer van contrabande (ijzer en
prikkeldraad
morseseinen na waarschuwing
poging tot ontvluchten
De waarnemend inspecteur-generaal voor
de Scheepvaart, de heer G. Mante, zeide, na
de verhooren, dat niemand aan boord van
de „Arendskerk" iets gedaan had, dat de
torpedeering wettigde. De Raad zal later
uitspraak doen.