s
UIEN „BOLA"IONGs
ERRES o
Goochelaar ontgoocheld
Vreemd avontuur
ORIG.
BOLA is de Ui voor de toekomst
JACOB JONG. Erkend selectiebedrijf
RADIO CENTRALE
HART KUIJT.
UITKIJKEN
GERRIT BUISMAN,
SCHUITEMAKER zegt:
D. SCHUITEMAKER
MEUBELEN N00DIG
FIRMA R. LUYTING
|ï=fsrsrsts! fsrsrsrsiEï
G. HART P. NIEMAN 1!
IS UW WATERLEIDING
NOG BEVROREN?
G. HART P. NIEMAN
De datum van onzen gratis koopdag was
16 FEBRUARI.
Ieder die in het bezit is ran een koopbon op
dezen dag, kan hetzelfde bedrag nogmaals aan
goederen besteden.
LENGHAUS EN CO, WINKEL.
KRAAGPANTOFFELS
DAMES-, HEEREN- en KINDERSCHOENEN
JN. VR0EG0P. -
Ü55Ü IHS1S58SIRHI
I
ZAKELIJKE OVERWEGINGEN WEGEN
ZWAARDER DAN LIEFDE VOOR HET
MOEDERLANR
(Bijzondere correspondentie.)
Hoe staat Canada te-
genover den oorlog? Uv'-.y,
Dat is een vraag, die 1 -"bks
men zich niet alleen in
neutrale landen stelt,
doch ook in het land,
dat er in de allereerste
plaats belang bij heeft:
Engeland. Onze corres
pondent beantwoordt in
onderstaand artikel de
ze vraag op zeer objec
tieve wijze.
De houding van Ca
nada verschilt in vele
opzichten zeer veel van
die tijdens den wereld
oorlog, hetgeen vermoe
delijk nog wel sterker
in het licht zal worden
gesteld door de nieuwe
verkiezingen, welke
voor de deur staan. Het
land heeft thans den
blik niet uitsluitend op
Engeland gericht, zooals vroeger, doch ook
op Amerika. Men vergete daarbij niet dat
Canada, al is het een Engelsch Dominion,
in hart en nieren ver-Amerikaanscht is. Dit
is in den wereldoorlog niet zoo sterk aan den
dag getreden, doch thans openbaart zich dit
sterk in verschillende opzichten. De Cana
dees staat tegenover dezen oorlog anders,
dan tegenover dien van 19111918. De her
innering aan de meer dan 60.000 gesneuvel
de Canadeezen in den wereldoorlog leeft hier
nog voort; en dit komt tot uiting in het ge
ringe aantal hulptroepen dat men zich
althans voorloopig voorstelt, naar Euro
pa te zenden. Men houdt hier zeer sterk de
eigen belangen in het oog en wenscht zoo
weinig mogelijk menschenlevens op te offe
ren.
De meeningen over den oorlog
zijn verdeeld.
Ongetwijfeld staat een deel van de open
bare meening hier te lande afwijzend tegen-
den strijd die thans ontbrand is. Daartegen
over staat een ander en grooter deel, dat
van de rechtvaardige motieven er van over
tuigd is en dat zich vereenzelvigt met het
moederland. De derde laag der bevolking
wordt gevormd door menschen, die den oor
log noch verdedigen, noch afkeuren. Onder
de voorstanders openbaren zich echter twee
stroomingen. De eerste is voor het bereiken
van een beslissing door wapengeweld, ter
wijl de andere zich in hoofdzaak zou willen
beperken tot den economischenoorlog. De
conservatieven en democraten zijn voor wa
pengeweld en mobilisatie op groote schaal,
doch het grootste deel der bevolking is voor
het verleenen van hulp aan Engeland op eco
nomisch terrein, dat minder inspanning
eischt en meer voordeel oplevert. Hierin
komt het Amerikaansch-Canadeesche stand
punt tot uiting, dat ook gedeeld wordt door
de tegenwoordige regeering van Mackenzie
King. Deze is volkomen bereid, om het uiter
ste te vergen van de krachten des lands, om
het moederland bij te staan op economisch
gebied. Hiervoor wil zij wel den Canadee-
schen arbeid, doch niet het Canadeesche
bloed offeren. Naar de meening van deze
zijde is het voldoende, een expeditiecorps van
20.000 man naar Europa te zenden.
Zaken gaan vóór gevoelskwesties.
In deze kringen wordt dan ook sterk ge
ijverd voor en hard gewerkt aan de ontwik-
ling der economische hulpbronnen en aan
de versnelling en opvoering der productie
Men is bereid, aan Engeland alles te leveren
wat Canada maar kan voortbrengen, van
broodgraan af tot vliegtuigen. Met koorts
achtige haast worden nieuwe fabrieken en
werven gebouwd en organisaties in het le
ven geroepen, om de leveringen zoo snel mo
gelijk te doen vlotten.
Doch hierbij speelt de liefde voor het
moederland slechts een zeer onderge
schikte rol, naar het den buiten
staander voorkomt. Het is weinig
meer dan een uitvloeisel van het
Amerikaansche principe: geld ver
dienen. Canada wil geld verdienen,
zooveel en zoo snel mogelijk, mits
het niet aan den vijand ten goede
komt. Op deze wijze krijgt de oorlog
hier den schijn van een reusachtige
speculatie, van een zaken doen op
ongekend groote schaal.
Deze politiek legt den Canadeezen geen
windeieren. Het is de nuchtere Amerikaan-
Zijn horloge gestolen. Dief
stallen te Amsterdam.
De Amsterdamsche rechtbank veroordeelde
een jongeman, die in den loop van eenige
maanden acht regenjassen had gestolen, tot
negen maanden gevangenisstraf, met aftrek
van voorarrest
Een man, die het horloge van een gooche
laar had gerold, werd veroordeeld tot een
jaar gevangenisstraf, waarvan drie maanden
voorwaardelijk werd opgelegd, terwijl de
voorloopige hechtenis in mindering werd ge
bracht
Een jeugdige verdachte, die in de Jacob
Obrechtstraat te Amsterdam een dame een
handtaschje had ontrukt, doch die door eeni
ge voorbijgangers werd gegrepen, hoorde
zich gisteren veroordeelen tot negen maan
den gevangenisstraf, met aftrek van de
preventieve hechtenis. Drie maanden van de
«draf werden voorwaardelijk opgelegd.
Canadeesche troepen op weg naar
het schip, dat hen over de wereld
zeeën naar het Europeesche strijd
terrein zal brengen.
sche opvatting, die hier om den hoek komt
gluren. Door deze activiteit en den steeds
stijgenden uitvoer naar Engeland slaagt Ca
nada er in, zijn schulden van dag tot dag
meer af te schuiven op het moederland. Ca
nadeesche acties en obligaties in Engelsch
bezit worden verrekend door middel van le
veranties. Op die wijze slaagt het land er
in, in veel kortoren tijd dan anders mogelijk
zou zijn geweest, een sterker financieele en
politieke onafhankelijkheid te veroveren,
dan het ooit heeft bezeten. Van debiteurland
wordt het crediteurland.
Belangenstrijd tusschen moeder
land en Dominion.
Hoezeer de Canadeesche handel geld- en
gevoelskwesties gescheiden weet te houden,
bewijst het feit, dat men het moeilijk eens
kan worden over den prijs, dien Engeland
moet betalen voor het Canadeesche graan.
De prijs, dien Engeland biedt, ligt beneden
de noteering op de vrije markt, hoewel deze
op het oogenblik stagneert Het gevolg is,
dat de Canadeesche graanhandel er de voor
keur aan geeft, de voorraden te bewaren
voor beter tijden. Schuren en zolders zijn
overvol, zoodat de Canadeesche producenten
thans door de regeering te Ottawa moeten
worden gesteund, in het belang dus niet van
Engeland, doch van het Dominion. Dit is een
van de voorbeelden, waaruit duidelijk blijkt,
dat de belangen van moederland en Domi
nion lang niet altijd samengaan, dikwijls
zelfs lijnrecht met elkaar in strijd zijn. En
verder blijkt daaruit ook, dat het zaken-
instinct van een deel van het Canadeesche
volk zwaarder wc egt, dan de liefde voor En
geland.
Oni IojU [usjiaal:
Door J. LIMAX.
Traag zette 't lokaaltje zich in beweging:
't Had dan ook geen haast. Daar was 't ^en
lokaaltje voor.
Miezerig kledderde de regen. Het was
troosteloos weertje. De coupéraampjes wa
ren beslagen van wazigheid. Je kon er niet
doorheen kijken. Gelukkig ging nu dadelijk
het licht op. Anders zat je in 'n treurigheid!
In 't half duister van de derde klasse za
ten twee mannen dicht bij elkaar over een
krant gebogen. Ze lazen, gespannen, gaven
dan hun opmerkingen ten beste. Het ging
over een misdaad, te Koevorden gepleegd.
De bijzonderheden waren ontzettend. Er was
nu tweeduizend gulden uitgeloofd voor het
vinden van den dader. Wat z'n signalement
betrof, kon men alleen mecledeelen, dat hij
waarschijnlijk klein van gestalte was, een
donker uiterlijk had met een scherpen neus,
'n slappen hoed droeg en omstreeks vijftig
jaar kon zijn. Dat was alles, niet veel. maar
in elk geval wat. „Sjonge, sjonge, sjonge!"
deed de eene man, die gelezen had. gewich
tig. „Dat er zulke dingen nog gebeuren, hè?
Die tweeduizend gulden zijn anders niet
mis."
„Had ik ze maar!" zei de ander. „En niet
alleen om het geld! Want dan was er meteen
gerechtigheid geschied. Wat jij?"
„En of!" was de eerste 't met hem eens.
„Maar tweeduizend popjes zijn toch ook niet
uit te vlakken, hè?"
„Nou"! viel de ander bij, „dat zèg ik toch?"
Het licht floepte op. Mooi, nu kondon ze
weer zien. Even keken ze rond. Wat was dat
voor een mannetje, dat zooeven in Assen was
ingestapt en een paar banken verder had
plaats genomen? Ze hadden hem nauwelijks
opgemerkt. Maar nu wilden ze toch wel we
ten. met wicn ze reisden.
Plots- staarden ze elkaar aan en hun blik
ken zeiden: „klein van gestalte, donker ui
terlijk, scherpe neus. slappe hoed, omstreeks
50 jaar". Alles klopte. En wat deed dat
mannetje vreemd, teruggetrokken, haast
angstig! Zou 't waarachtig Je had
van die toevallen. Koevorden. Assen, 't was
toch eenigszins in dezelfde buurt. Tweedui
zend popjes! Samen deelen, natuurlijk!
't Was dan toch nog duizend per man.
„Hm" kuchte de een. Wat moesten ze
eigenlijk doen?
„Hm" kuchte ook de ander. Hij wist het
evenmin.
Daar stond het mannetje schielijk, je zou
bijna zeggen een beetje schichtig op en zocht
'n plaatsje op achter in den verder lecgen
wagen, waar hij geheel onbespied was. Dat
was verdacht! Waarom ging die man als
het ware voor z'n twee reisgenooten op de
vlucht? Wat had hij izch te verbergen? Z'n
(wettig gedeponeerd)
De KLEUR, de OPBRENGST en de HOUD
BAARHEID kunt U bezien door het nemen
van een proef.
BOLA geeft een record-opbrengst!
BOLA is zuiver geel!
BOLA is vrij van rode of verbasterde uien!
BOLA is bolrond!
BOLA is buitengewoon houdbaar!
BOLA Uw ui!
BOLA willen wij U gaarne op aanvraag
laten zien.
ORIG. KWEKER!
NOORDSCHARWOUDE.
Opgericht 1899.
OUDKARSPEL
ONS GRAMOFOONPLATENUURTJE
vanaf heden ingedeeld worden:
Donderdag: Populair programma.
Vrijdag: Hoeren zang en Koor.
Zaterdag: Dansmuziek.
Maandag: Holl. humoristen en Holl. popu
laire muziek.
Dinsdag: Marschmuziek, populair en so
listen.
Woensdag: Populair programma.
Alle aangevuld met accordeon- en gemeng
de dansmuziek.
Vraagt een aansluiting aan, want ons Gra-
mofoonplatenuurtje is IETS GEHEEL
APARTS.
TEL 156.
zal
Dat Is tegenwoordig de boodschap, want de heele wereld
staat op z'n kop. Kunt U het soms niet best meer bekij
ken, geef dan een seintje aan
VERLAAT BIJ OUDE NIEDORP,
Gediplomeerd Opticien, en hij komt bij U aan huis een
BRIL aan te passen, zoo fijn, dat U alle puntjes weer ziet.
GEEN OVERDREVEN PRIJZEN EN PRIMA MONTUREN
in ruime keuze. - Ziekenfondsleverancier.
Proclameert Uw KLOK, of HORLOGE WERKSTAKING,
dan brengt hij ook deze weer op het goede pad.
Reparaties aan alle uurwerken.
Prachtcollectïe POLSHORLOGES voorhanden in diverse
prijzen.
Doe hei elecirischi
De Electrische energiebron is heusch niet
dunrder dan andere, zooals petroleum of
gas. U heeft echter de zeer groote voordee-
len van:
le. uiterste zindelijkheid:
2e. eenvoudige bediening:
3e. geen reuk of „aanslaan" van uw keuken
Gebruikt daarom ELECTRISCHE apparaten
voor koken, wasschen, warmwatervoorzie
ning (ideaal!), verwarming,, strijken, enz.
Maar denkt er aan koopt bij een erkend
P.E.N.-installateur.
Vraagt eens vrijblijvend inlichtingen bij:
Electrotechnlcus B 58, Noordscharwoude.
TeL 208 B. o. L
HEEFT U NIEUWE
VRAAGT DAN EERST HENS PRIJS BIJ
ZUIDSCHARWOUDE.
DEZE IS NOG ZEER VOORDEELIG.
ELECTR. HOUTEN WASCHMACHINES H
leveren wij U op termijnbetaling, f5.00 te
betalen bij aflevering en verder f 1.00 per m
week. CONTANT f78.—.
Wacht niet langer, want de prijzen worden I»
hoogcr. n
OUDKARSPEL ZUIDSCHARWOUDE.
TELEF. 156. 11
Belt U dan 156 even op en Uw water
leiding wordt electrisch ontdooid, zon
der openbreken van vloeren, enz.
(in 10 minuten tijd ontdooid).
OUDKARSPEL A 118, ZUIDSCHARWOUDE
Aanbevelend,
WIJ ZIJN NOG RUIM GESORTEERD IN
en andere PANTOFFELS. Reeds vanaf 10.95 heeft U een aar
dig pantoffeltje.
Wij bieden U een mooie collectie van de nieuwste
aan voor scherp gestelde prijzen.
Beleefd aanbevelend,
SCHOENHANDEL BROEK OP LANGENDIJK.
geweten was dus niet zuiver! Had hij de
misdaad begaan? Verschrikkelijk! Maar
toch: de tweeduizend popjes!
„Ga jij eens kijken, wat hij doet", zei de
een.
„Nee, ik hou hier de wacht", besloot de
ander. „Als hij er uit wil, moet hij mij voor
bij. En dan is hij nog niet gelukkig!"
„Ja, maar wat moet ik zeggen, als ik naar
hem kijk?" maakte de eerste bezwaar. .Zoo
lang er nog niets bewezen is, is hij vrij man".
„Je Zjegt niks. Je loèrt maar eens", instru
eerde de ander, die bepaald aanleg voor de
recherche had.
Behoedzaam op z'n teenen, sloop de eer
ste den langen doorloopwagcn af. Het rom-
mel-stommelen van den trein kwam hem te
hulp. Na nog geen minuut was hij tenmin
ste weer bij den ander en luisterde, bleek en
geënerveerd:
„Hij heeft me niet gehoord."
„En?" informeerde de ander verder. „Wat
ik heb gezien bracht z'n makker met moei
te uit. „Vreesclijk!"
De ander staarde hem aan. ontsteld. Z'n
oogen puilden, z'n adem ging gehaast Dan
vroeg hij met gesmoorde stem:
„Bloed? 'n Mes? Touw?"
De eerste schudde ontkennend het hoofd.
„Wat dan?" drong de ander, die de
„wacht" zou houden, aan en hij trilde over
heel z'n wezen.
Toen kreeg hij snel hét volgende te hooren:
„Hij hoorde of zag me niet. Ik keek orn
't hoekje. Waar was hij mee bezig? Luister!
Hij zette "n pruik op! En uit z'n valies
kwam 'n baard. Een pruik en een baard! Nu
hoef ik je verder niets te vragen!
Beiden zwegen, staarden elkander aan,
één spanning.
„Dus hij vermomt zich!" concludeerde ein
delijk de reiziger, die was blijven zitten.
„Dan is hij de man die 'i gedaan heeft"!
De ander was 't volkomen met 'm eens.
„We laten 'm niet los!" zei die dan ook.
„Nee, ik hou de wacht", bleef de ander op
zich nemen. „Als hij voorbij komt
Plots kwam de man. die 't gedaan had,
voorbij geagiteerd, mopperig, ongeduld' De
twee anderen keken elkaar weer aaiL Wat
moesten ze doen? Aan de noodrem trekken?
Daar liep 't mannetje weer terug. Hij wou
er dus niet uit Gelukkig maar! Anders kreeg
hij met hèn te doen!
Hij kwam weer terug, ongedurig, geprik
keld gehaast. „We komen te laat in Gronin
gen" knorde hij tegen z'n reisgenooten. Die
keken verbaasd. De man, die 't gedaan had
(ze zagen in hun verbeelding: de verschrik
king te Koevorden!), dorst hen aan te spre
ken! Wat 'n brutaliteit! Maar toch eigenlijk
ook wel slim! Op die manier speelde hij de
onschuldige. Wacht eens even, zij waren ook
gladde jongens, als 't er op aan kwam! Ze
lieten niets merken, alsjeblieft!
„Is u gepresseerd?" vroeg de een met 'n
opvallend onnoozel gezicht. „Meer dan ik u
zeggen kan", deelde 't mannetje met 't don
kere uiterlijk, den scherpen neus, den slap
pen hoed en van ongeveer vijftigjarigen leef
tijd mee. „In Assen was de trein al te laat.
Ik heb slaan trappelen. En in Groningen mis
ik vast de aansluiting. Wat 'n tegenslag!"
„Moet u nog vertier?" ihformeerde de vra
ger met 't nu onaannemelijk onnoozele hoofd.
„Of ik verder moet"? mopperde 't mannetje
en hij maakte "n wanhopig wijs-gebaar.
„Naar het andere eindje van de wereld!"
Daarop begon hij weer heen en weer te
loopen, rusteloos als door pijnigende gedach
ten opgejaagd. Ongetwijfeld', hij was dc man,
die 't gedaan had!
Toen hij eindelijk weer zat, verborgen in
zijn hoekje, fluisterde de reiziger, die „de
wacht" hield:
„In Groningen blijven we bij 'm. We zijn
er zóó. We moeten weten waar hij naar toe
gaat".
„Net, wat ik zeggen wou" was de ander
't wederom met 'm eens en z'n oogen straal
den van de twee duizend popjes!
o
Groningen was bereikt, 't Mannetje, met
't donker uiterlijk, mèt den neus, met den
slappen hoed, 't valies met den verdachten
inhoud torsend en diep in z'n kraag gedoken
(haha hij wou niet herkend worden!) vlóóg
den trein uit De anderen renden hem ach
terna. Op 't perron werden ze aangegaapt
In 'n vaartje ging 't mannetje naar den sta
tionschef. Hè, dat was vreemd, vonden z'n
achtervolgers. Enfin, ze zouden wel zien! „Ik
moet telefonecren!" blies dc ongeveer-vijftig-
jarige.
„Wij ook!" hakkelden de twee andereiï.
„Ik was voor!" maakte 't mannetje zich
druk,
„U mag dan ook éérst", gaf de reiziger,
die zoo'n oonnozel gezicht kon zetten, slira
toe. Op die manier konden ze hooren, wat de
persoon, die twee duizend gulden waard
was (toch 'n aardig bedrag, spreek dat maar
eens tegen!) te telefonecren had.
Dc kleine gestalte met den scherpen neus
vroeg Bollingwieren aan. Ja, dat was inder
daad 't einde der wereld! Wat 'n gat! Wat
moest hij daar in 's hemelsnaam uitvoeren?/
Gespannen wachten allen af. Toen kwam
Bollingwieren. En zenuwachtig, haast over
z'n woorden vallend, sprak 't mannetje met
't aangevraagde nummer.
„Met gebouw Concordia? U spreekt met
den tooneelkappcr. Wilt u aan 't bestuur van
„Oefening kweekt kunst" zeggen, dat ik 'ri
trein later kom? O, meneer Bakker, is u
't zelf? Ja, ik weet, u speelt dc hoofdrol,
'k Heb alles bij me. Uw pruik is mooi klaar
gekomen. Ik heb 'm net nog in den trein
gepast; we hebben dezelfde maat. Tot strak-
kies dan."
Zuchtend legde hij den hoorn neer. De an
deren behoefden opeens niet meer te telefo
necren, dropen, met 'n veelzeggenden blik,
stilletjes af. Onrustig dribbelde op de per
rons en door de wachtkamer de man die 't
niet gedaan had.
»Oeht wj
(Dal k haaiamaal mimI «xxhg.aU
za acht ar Kat stuur
kondan wa al h66t t«vr«dan zijnd)