ministerieele ver
f
Be „verhuizer" van
Nijenrode jieer op pad
Tante Pos is vernuftig
Honderd jaar
Proefproces tegen de
Holland*Amerika Lijn
'Do
del
iBu
1840 bracht het begin van groote
Staatkundige hervormingen
Ook een eeuw „Indische
Begrootingen"
Onze parlementaire correspondent schrijft
ons:
Een eeuw geleden, in 1S40, woelde en
gistte het op staatkundig gebied in Europa,
óók in Nederland, dat nog zwaar gebukt
ging onder de gevolgen van den Belgischen
vrijheidsstrijd. De oude, vergrijsde, teleur
gestelde Koning Willem I had immers
sinds 1S30 met grimmigheid verzet gebo
den tegen de afscheiding van het Zuidelijke
deel der Nederlanden, zoodat acht jaar lang
een verwarden toestand hcerschte. Want
eerst op 19 April 1839 werd de afscheiding
definitiof bevestigd, terwijl het Londensche
tractaat van 13 November 1831 Nederland
reeds tot loslating der Zuidelijke gebieds-
deelen had verplicht.
Dezer dagen is nog herinnerd aan de- ver
maarde „leening-met-een-stok-achter-de-
dcur" van minister Van Hall, in 1844, toen
noodig geworden door de slechte Rijksfi
nanciën. Het jaar 1S40 brak aan met al
lesbehalve rooskleurige financiecle vooruit
zichten en ieder Staatsman weet, dat een
mager voorziene Schatkist een bron van
onrust en meestal politieke woelingen
vormt.
Koning Willem I, die gaarne als een
vader over zijn volk wilde waken, was er
de man niet naar om in te zien, dat ver
legging van de koninklijke macht naar
een ander „zwaartepunt" dan het tot dus
ver geldende het ware volksbelang zou
dienen. Reeds in 1S29 had hij strijd gevoerd
tegen de actie zijner Belgische onderdanen
tot invoering der ministerieele verantwoor
delijkheid, waarvan onder het persoonlijke
regime van onzen eersten Oranje-koning
geen sprake was geweest. Zeer typisch is
te lezen wat de Koning in de bekende Ko
ninklijke Boodschap \an 11 December 1829
ten geleide van het toen geruchtmakende
ontwerp nopens de drukpers over de door
hem verfoeide ministerieele verantwoorde
lijkheid schreef. Bitter gewaagde de mo
narch van „dweepzucht van kwaadwilli
gen", aantoonende, wat ondeü zijn bewind
allemaal*cn tot- heil des volks tot
stand werd gebracht. De Koning zegt ver
der, dat het hem zeer moeilijk valt den
waren zin, als het eigenlijke doel der mi
nisterieele verantwoordelijkheid te bepa
len, cn dat geen andere verantwoordelijk
heid der ministers mogelijk is dan die,
welke „behalve hun verhouding tot Ons,
bij de grondwet en de verdere bestaande
wetten ook voor hen bepaald is."
En voorts: „De invoering der bedoelde
ministerieele verantwoordelijkheid aan de
twee kamers, waaruit de Staten-Generaal
bestaan en aan de rechterlijke macht, zou
de de werking der koninklijke macht,
strijdig met de grondwet, elders overbren
gen, zonder eenigen wezenlijken en nieu
wen waarborg voor 's volks vrijheden op
te leveren, want, wie ook mochten geroe
pen worden, om over de daden der minis
ters te oordeeien, geen goede vruchten wa
ren van zoodanige bcoordceling te pluk
ken, zoo niet degenen, aan welken do ver
antwoordelijkheid zou moeten worden af
gelegd. geplaatst worden buiten de maat
schappij en alzoo verheven boven de
hartstochten en dwalingen.
De loop der omstandigheden maakte, dat
do Koning zijn inzichten ietwat wijzigde
en op 1 October '30 benoemde hij een
Staatscommissie, ten einde een Grondwets
herziening voor te bereiden. De Belgische
opstand maakte dien arbeid overbodig,
doch onmiddellijk na de feitelijke afschei
ding, in *31, werd opnieuw een commissie
aangewezen, tot het nagaan van de door
de schelding noodig geworden Grondwets
wijzigingen. En... de commissie kreeg ook'
de koninklijke opdracht te overleggen, in
hoeverre invoering der ministerieele ver
antwoordelijkheid aanbeveling verdiende!
Ilier begint dus eigenlijk de komst van bet
ware parlementaire rcgecr-systeem te da-
gen
Thorbecke.
Tn den loop der dertiger jaren trad al-
meer op den voorgrond een jong Staats
man, die het middelpunt was van een her
vormingsgezinde élite: Thorbecke. nl 1839
verscheen de eerste uitgave van zijn ver
maarde „Aanteekening op de grondwet",
waarin werd uiteengezet, dat „het ee-
schikte oogenblik voor grondwetsherziening
nu is aangebroken". De jonge Thorbecke.
toen reeds professor, wist door zijn ge
spierde en scherpe opmerkingen de publie
ke aandacht te boeien en velen te overtui
gen van de groote gebreken der toen gel
dende Grondwet
Op 28 December '39 diende de Koning
vijf herzieningsontwerpen in. alleen ver
anderingen betreffende, noodig geworden
door de scheiding mot België. Zijne Ma
jesteit schreef daarbij, na ernstige over
weeineen te hebben Jv-sloten, ceen „andere
wijzigingen" voor te stellen, wegehs voor
beelden in het buitenland en ter vermij
ding van hinnenlnndsche oneenjgheden
over de noodzaak dier nieuwigheden.
Thorbecke bleef sterk neecren: zijn
„Proeve" zag in Januari '10 het licht Het
waren 200 artiknbm, bedoeld als een con
cept-grondwet. Hierin kwamen de ministe-
rioelo verantwoordelijkheid en de konink-
E'kp onschendbaarheid voor. Ook andere
groepen toonden hervorminesdrang; de ra-
rEmnl Donker C.urtius en de anff-revolntion
nnir Groen van Primtevcr bleken eigen
denkbeelden over een nieuwe grondwet te
hebben.
In de Tweede Kamer kwam ontevreden
heid tot uiting en het gevolg was, dat de
Koning het aantal der herzieningsontwer
pen uitbreidde tot 12. Edoch: aangaande de
ministerieele verantwoordelijkheid repten
de voorstellen... geen syllabe!
Voor het eerst kwam de begroo
ting in gevaar! 16 Mei 1840
een historische datom
De Tweede Kamer sinds jaar en dag een
uiterst tatn college!' begon in 't voorjaar
van 1840! te „ontwaken" en dreigde zelfs
met verwerping der begrooting als de Regee
ring niet met een voorstel nopens de mi
nisterieele verantwoordelijkheid kwam. Na
heel wat geharrewar verscheen inderdaad
een 13e ontwerp, betreffende... het z.oo vu
rig begeerde! ,t Was in de vergadering van
10 .Mei 1810, dat de desbetreffende voor
dracht dc Kanier bereikte en na lange dis
cussies werd de begrooting dan eindelijk
goedgekeurd. Men begrijpe wel: z.oo'n bud
get van 1840 omvatto slechts enkele ont-
worpjes, met een eindcijfer, dat wij in' de
hiudigo dagen in een doodonschuldige „sup
pletoirc bcgrooting" terugvinden...
Het verder voorjaar van 1840 werd be
steed aan de herziening der Grondwet en
voordat zij definitief tot stand kon komen
moest eerst de Tweede Kamer worden ver
dubbeld. Tot buitengewone leden werden
toen benoemd Thorbecke en Groen van
Prinsterer.
In de tweede uitgave van zijn „Aanteeke
ning op de grondwet" noemt Thorbecke de
wijziging „onbeteekenend". Zeer consequent
had hij dan ook tegen alle voorstellen ge
stemd, hij begeerde meer, vèèl meer!
In principe groote hervormingen!
Toch verloor Thorbecke op dat moment
te veel uit het oog, dat er beslissingen wa
ren gevallen, welke in principe wel degelijk
zéér belangrijk mochten heeten. Natuurlijk
vielen hier geheel de veranderingen buiten,
geëischt door de afscheiding van België.
Allereerst had men gekregen eindelijk!
de eertijds zoo fel bestreden ministeri
eele verantwoordelijkheid, maar... alleen
voor de rechtmatigheid van hun bestuur,
niet ten aanzien van de doelmatigheid er
van. Ook ontbrak verantwoordelijkheid voor
gepleegde verzuimen. Doch er mochten toch
maar geen wetten meer verschijnen zonder
het „contraseign", dc mede-onderteekening
van den minister! Al was de formule van
de koninklijke onschendbaarheid ook nog
niet toegepast...
Een tweede belangrijke nieuwe bepaling
betrof de koloniën. Voorheen had de Ko
ning het opperbestuur over de koloniën zeer
letterlijk opgevat en de Staten-Generaal ge
heel buiten zijn koloniaal bestier gehouden.
Thans werd echter bepaald, dat de Staten-
Generaal „in den aanvang van elke gewone
zitting' 'kennis zouden krijgen van dc laatst
ingekomen s,staten van ontvangsten en uit
gaven" van die koloniën. Nu spreken we
van: Indische begrooting! Daarbij kwam,
dat de besteding van het batig slot, ter be
schikking van het moederland, voortaan
ook bij de wet moest worden geregeld.
Practisch was de beteekenis van een en
ander inderdaad niet heel groot, maar als
beginsel-beslissing mag men de waarde er
van niet onderschatten.
Nog méér „democratiseeringen"!
De herziening bevatte voorts nog een
reeks van in democratischen geest gegroei
de vernieuwingen. Do zg. „gesplitste begroo
ting" (op de wet steunende vaste uitgaven
worden namelijk voorheen slechts om dc
tien jaar gecontroleerd, de andere jaarlijks)
verviel en daarvoor in de plaats kwam de
tweejaarlijksche begrooting voor alle Staats
uitgaven. Verder werd voor iedere bcgroo
ting een aparte wet gevorderd zoodat de on
overzichtelijke „verzamclstaat" van weleer
ook werd afgeschaft. De Rekenkamer kreeg
dc taak, ieder jaar de bcgrooting af te
sluiten en moest nu ook controle oefenen
over de inkomsten eerst werden alleen de uit
gaven nagezien!) Bovendien werden de leden
van dc Rcgcering onafhankelijk, door een
benoeming voor het leven.
Mede va niet gering belang was de nieu
we bepaling, dat het passieve en actieve
kiesrecht voortaan bij dc wet zou worden
geregeld, dus niet meer bij provincieel en
plaatselijk reglement.
De provincies Noord- en Zuid-
Holland vleien ook haar eeuw
feest!
Van minder staatkundige beteekenis,
maar toch niet onbelangrijk was de bepa
ling. dat de provincie Holland werd ge
splitst in Noord cn Zuid! „Holland" had
twéé colleges van Gedeputeerde Staten be
zeten (art. 153 Gr. w. van 1815), doch die
gingen natuurlijk over naar de nieuwe pro
vinciën.
Da oude Koning doet afstand.
Koning Willem I kon zich met den „nieu
wen tijd" niet vereenigen en zoo meende
Zijn© Majesteit, dat het bij het klimmen der
jaren moeilijk zou zijn voortaan in de be
handeling van zaken andere regelen te
volgen". De nieuwe Grondwet was op 4
September *40 plechtig afgekondigd, en drie
dagen later, op den 7den, achtte de oude
Koning het tijdstip gekomen om gevolg te
geven aan zijn reeds lang gekoesterd voor
nemen onl afstand van den Troon te doen.
Maar op dienzelfden dag verscheen een
proclamatie van 's Konings oudsten zoon,
den Kroonprins, waarin bekend werd ge
maakt, dat aan hem de Kroon was overge
dragen. Nederland had zijn Koning Willem
II!
De hoop der hervormingsgezinden was
op dezen nieuwen Vorst gericht, maar het
zou nog jaren duren, eer doorvoering van
het parlementaire stelsel haar Engelsch
model mogelijk werd. De Staten-Generaal
bleven aandringen op een nieuwe Grond
wetsherziening; de „negen mannen" deden
hun werk en men weet wel, dat Konig Wil
lem II in 1848 „in één nacht van conserva
tief liberaal" werd, de deuren wagenwijd
opende voor de zoo zeer begeerde volledige
ministerieele verantwoordelijkheid, welke,
tevens meebracht de koninklijke onschend
baarheid.
Eerst over acht jaar zal Nederland het
eeuwfeest van die groote staatkundige ge
beurtenis, tot glorie van onzen tweeden
Oranje-Koning! kunnen vieren, maar dat
neemt niet weg, dat precies een eeuw gele
den, in 1840, de zwaarste staketselen tegen
democratiseering van ons Staatsbestel wer
den opgeruimd en er principieele beslis
singen vielen, welke den weg tot grooteren
volksinvloed opeivden. Deze feiten verdienen
waarlijk mèèr aandacht dan zij gemeenlijk
genieten!
België-Nederland wordt
niet uitgezonden
Normale competitiedag op 17 Maart
Naar wij vernemen zal de landenwedstrijd
BelgiëNederland, welke op 17 Maart a.s.
te Antwerpen wordt gespeeld, niet via een
Nederlandschcn omroep worden uitgezon
den. In dit verband heeft het bestuur van
den K.N.V.B. besloten den 17dcn Maart als
een normalen competitiedag te beschouwen.
Alleen de vercenigingen, die spelers voor 't
Nederlandsch elftal afstaan, zullen 17 Maart
geen competitiewedstrijd behoeven te spelen.
Het niet-uitzenden van den landenwed
strijd te Antwerpen door een Nederlandschen
omroep staat, naar wij nader nog verne
men in dit speciale geval buiten den Kon.
Belgischen Voetbalbond.
Het bestuur van den K.N.V.B. heeft n.1.
overleg gepleegd met de AVRO, om van uit
zending af te zien, omdat de achterstand
van het competitieprogramma door de lan
ge ijsperiode zeer groot is en men Zondag
17 Maart gaarne wil gebruiken voor het
spelen van wedstrijden.
Droog weer en toch regen. Onder kunstma-
tigen regen wordt op de Voorjaarsbenrg te
Utrecht de deugdelijkheid van een draineer-
systeem gedemonstreerd. Zelfs het bekoor*
lijk element ontbreekt niet bij dit overigens
zuiver zakelijk ontwerp.
Nieuw apparaat voor het verwer
ken van telefonisch aangeboden
telegrammen.
Ongeveer 70 procent van alle Amsterdam-
sche telegrammen worden tegenwoordig
telefonisch aangeboden en verwerkt door de
Telegram-Telefoonafdeeling.
De meisjes zaten tot nog toe voor hoog
opstaande tableaux, die werkten volgens het
multipel-stelsel, d.w.z. dat bij e enoproep op
elk tableau een lichtje ging branden. Wie
het eerst door het insteken van een stop
de verbinding tot stand bracht, deed alle
andere lichtjes dooven en had het gesprek
Sedert een week is de T.T.A. niet alleen
in een ruime, lichte en overzichtelijke zaal
ondergebracht, maar beschikt zij bovendien
over een geheel nieuwe apparatuur, zoo in
genieus en modern als nog nergens ter we
reld bestaat en die de directeur van het Am-
sterdamsche telegraafkantoor, de heer P.
Bossen, ons met begrijpelijke vreugde en
trots heeft getoond.
De hoogopstaande tableaux zijn verdwe
nen, want alles is in de tafels gebouwd. De
bediening geschiedt niet meer door middel
van koorden, maar door het indrukken van
knoppen. De oproepen komen niet multipel
binnen, maar elke oproep komt automatisch
op een vrije post en moet daar bediend wor
den. Zijn alle posten bezet, dan komt de op
roep op een z.g. wachtenpost en wordt de
abonné gewaarschuwd, dat hij op volgorde
aan de beurt komt. Zijn verbinding wordt in
volgorde „geparkeerd", totdat een post vrij
komt. Bij groote drukte worden reserve
krachten ingeschakeld.
Een vernuftig systeem van lampjes en
waudtableaux geeft den chefs voortdurende
controlemogelijkheid en steeds een nauw
keurig overzicht van den stand van zaken.
Een groote transportband zorgt voor de over
brenging der telegrammen naar de seinka-
mers. terwijl uit de seinkamers per buizen
post de voor Amsterdam bestemde tele
grammen worden aangevoerd, welke door
een aantal hiervoor gereserveerde posten
telefonisch aan de geadresseerden worden
overgebracht.
Om een deel van de overwinst
Toen het in 1933 de Holland—Amerikalijn
slecht ging, en slechts nieuw kapitaal de
maatschappij nieuw leven heeft kunnen in
blazen, hebben de aandeel- en obligatiehou-
dors een groot gedeelte van hun financieels
rechten moeten prijsgeven. Verder waren er
nog bezitters van bewijzen van deelgerech-
tigdheid, papieren, die bij de oprichting van
de N.V. aan de oprichters recht gaven op
10 procent van de overwinst, welk bedrag
enkele jaren later werd gehalveerd.
Ten gevolge van de reorganisatie van d<
maatschappij werden in 1933 de statuten ge
wijzigd en ook de houders van bewijzen van
deelgerechtigdheid moesten een veer latei
In den vervolge zou hun slechts 1 procent
van de overwinst worden uitgekeerd.
De houders van deze papieren maakten
hierop een proefproces voor de Rotterdam-
sche rechtbank aanhangig om een principi
eele uitspraak uit te lokken. Dit college
overwoog, dat, waar er nog geen overwinst
was gemaakt, voor den eischer elk belang
bij de zaak ontbrak.
Van dit vonnis teekende de eischende par
tij appel aan en gister werden de plei
dooien voor het Haagsche gerechtshof gi
houden.
Pleidooien.
Voor den houder van het bewijs van deel
gerechtigdheid treedt op Mr. N. Okma uit
Amsterdam.
Deze betoogt ojn. 'dat de houders der be
wijzen niets met de statutenwijziging te ma
ken hadden. Voorts herinnert pi. er aan, dat
over 1939 acht procent dividend op aandee-
len werd uitgekeerd, zoodat er thans over
winst voor oprichters beschikbaar is.
Voor de II.A.L. pleit Mr. M. W. E. van
Rossem te Rotterdam. Het kernpunt van
diens pleidooi is, dat eischer wel degelijk
van de statutenwijziging afhankelijk is, im
mers zijn recht op overwinst ontleent
eiecher juist aan de statuten. Het bewijs van
deelgerechtigdheid verwijst naar art. 38 der
statuten. Wat eischer doet, aldus Mr. van
Rossem, is eten van twee wallen.
PI. meent tenslotte, in tegenstelling met
Mr. Okma, dat de arbitrageclausule in dit
geval toegepast moet worden en hij hoopt,
dat het hof zich onbevoegd zou verklaren
van dit geschil kennis te nemen.
Uitspraak 12 April.
La
pONl
n
n
- iw J
r-
Post per handkar over het ijs
Urk weer geïsoleerd.
Ee
Ko
«Jl
ge
do
tra
ni<
thi
de
I
Tengevolge van verandering van de wind
richting, zijn rondom Urk groote ijsvelden hg
komen aandrijven. Hierdoor is de verbin
ding per boot met den vasten wal weer on
mogelijk.
Mandag heeft de postboot Jhr. von Geu-
sau nog een poging tot uitvaren gedaan,
doch het ijs was zoo zwaar en dik, dat men
er niet door kon komen. De boot is toen
naar de haven van Urk teruggekeerd.
Gisterochtend is de post naar Lemmer per
ijsvlet weggebracht. Halverwege is zij op
den dijk overgenomen door een handkar,
waarmede de post van den vasten wal werd
aangevoerd. De ijsvlet keerde toen met de
post van Lemmer naar Urk terug.
Snert van Amsterdam tot Batavia. Op de
Voorjaarsbeurs te Utrecht wordt op de KLM-
stand de nieuwe snertketel geëxposeerd,
waarin de soep van Nederland tot Indië
warm gehouden wordt. De chef van den pro-
pagandadienst der K.L.M., de heer B. Prin
sen Geerlings (rechts) en de perschef der
Nederlandsche Spoorwegen, de heer Schi-
ferli, doen zich te goed aan een heerlijk
bordje.
Amsterdamsche recherche rekent
vijf individnen in, w.o. een Bel
gisch dienstmeisje. Inbraak hij
juwelier in de Kalverstraat.
Gistermorgen vroeg merkte een
Amsterdamsche recherchetjr, dat 'n
auto met een G.Z.-nummcr door de
Kalverstraat in verboden richting
reed. Hij noteerde het ununer van
den wagen en ging daama op on
derzoek uit. Spoedig bleek, dat in
brekers geprobeerd hadden, door
het forceeren van de étalage van
den juwelierswinkek toebehoorend
aan de firma Goldmann, voorheen
Schoorl, in de Kalverstraat, een
grooten slag te siaan.
Een smalle zijruit in het portiek was
gedeeltelijk uitgesneden of uitgeslagen Het
ontstane gas was net groot genoeg om een
arm door te steken. In de étalage lag een
groot aantal kostbare sieraden, welke een
waarde hadden van ongeveer f 20.000.
Glassplinters en sieraden lagen dooreen,
zoodat op dat oogenblik niet kon worden
vastgesteld of er iets was vermist.
De politie van het bureau Singel infor
meerde naar den eigenaar van de auto
met het nummer G.Z. 5811. Toen bleek,
dat deze wagen toebehoorde aan een woon
wagenbewoner W. in Haarlem.
De Haarlemsche politie constateerde ech
ter. dat zoowel auto als woonwagen waren
verdwenen. Inmiddels slaagde de Amster-
damsche recherche er in, de gebroeders F.
\V. en Th. W.. een berucht tweetal, in de
stad te arresteeren. Beiden ontkennen, doch
de politie vermoedt, dat de arrestanten nog
meer Inbraken op "hun geweten hebben.
Men kon ons bij de firma Goldmann
nog niet opgeven, of. er iets is vermist.
Dievegge in huis.
De hoofdstedelijke politie heeft,in de af-
.geloopen dagen nog meer successen gehad.
Ten eerste viel het haar op, dat het 22-
jarige Belgische dienstmeisje van een fa
milie in de van Eeghenstraat, die de hulp
van den sterken arm had ingeroepen, daar
e onh
ten d:
enhcK
repen
Wat
land
en zij
ichaai
er bij haar op klaarlichten dag een in- cn, kl
braak was gepleegd, bijzonder ijverig aan
de naspeuringen meehielp. Het door de
villa-bewoners vermiste geldkistje werd
achter in den tuin gevonden en het meisje cu
duchtig aan den tand gevoeld, bekende ten
slotte de „inbraak" in scène te hebben ge
zet en het geldkistje te hebben verborgen
om het na eenige dagen, als de aandacht
eenigszins van den diefstal zou zijn af
geleid, te openen en zich den inhoud toe
te eigenen. Toevallig bevatte het kistje
niet meer dan vijftig gulden, doch vaak
werd er een grootere geldswaarde in ge
borgen. Dc dievegge is in het bureau Over
toom opgesloten.
Een vierde onverlaat werd den dienaren
van Hermandad uitgeleverd door een eige
naar van een damcsconfcctie-atelier in dc
Rapenburgerstraat, die een ongunstig indi
vidu op heeterdaad betrapt had en vast
gegrepen. Bij de worsteling die tusschen
beide mannen ontstond, vielen drie dames
japonnen onder de jas van den inbreker
uit...
De „verhuizer" van Nijenrode
Zondagavond deden bewoners van de Bil-
derdijkkade bij de politie aangifte, dat
twee mannen op deze kade op min of meer
verdachte wijze langs de huizen liepen en
belangstelling schenen te hebben voor eem D"°'
bepaalde woning, waarvan de bewonerslm,c'
afwezig zijn. Een aantal rechercheurs toogf^'',J
er op uit en hielden dit huis in het oog.
In de portiek van de woning zagen
zij een man bezig cn even verder
op stond iemand, dien zij al heel
goed kenden: de „verhuizer" van
de Nijenrode-zaak, de 40-jarige van
Binsbergen, goed te herkennen aan
zijn manke been. die de post van
„uitkijk' had betrokken.
ko
Te o
en or
De O
'oen
Wij
Vat ei
cel li
ns, (I
en au
tcigci
reere
ijd cc;
laren:
en oj
et ui
9
ivcnec
;wam
Amst
in dc
tunne
le do
joord,
tamci
pat ei
fcyant
feomle
le op'
iie zi
tiaven
Hij had echter niet scherp genoeg uit- jo'Vcc
gekeken, want plotseling voelde hij zich mand
stevig bij een arm gegrepen. Zijn kame* rende
raad in zaken, dc 32-jarige Ferry Korf, tien, 3
eveneens een goede bekende, die zich in te we
het donker van de portiek ophield, hadMoton
juist het ruitje van de deur van het benefiet li
denhuis vakkundig ingedrukt toen hij werd
aangehouden.
Beide mannen werden naar het bureau
Marnixstraaf gebracht
De hoofdstad kan weer ruimer ademfï
halen.
IINN
Dit
In be
naar
daan