:De ondergang van H+Ms+O 11 Op den bodem van de haven vastberadenheid DAGBLAD VOOR HOLLAND'S NOORDERKWARTIER Door sleepboot „Amsterdam" in de haven van Nieuwediep geramd Groote moed en kalme iBinnen 2 minuten gezonken DRIE SLACHTOFFERS TE BETREUREN redden 20 menschenlevens Mijn taak was beneden" Laan. Schagcn, Tel. 444 (2 lijnen). Kengetal 2240. DONDERDAG 7 MAART 1940. 84e Jaargang. No. 11131. B'rtfOve cUf N.V. Urtg.-Mif. JHallands NoocdcrVwrticr" an •■en. rrry ...la i i i tt ril r- eenJ ie rs >o*B1 erd [era Een zware slag heeft wederom de Koninklijke Nederlandsche Marine getroffen: na het verlies van de mij- nenleggers „Willem van Ewijck" en „Jan van Gelder", was het gistermor gen de onderzeeboot H. Ms. O 11, die door het noodlot getroffen werd. Het tragische daarvan is, dat het schip niet ten onderging op zee, waar thans de gevaren in ontelbare hin derlagen aanwezig zijn, doch in de veilige haven van Nieuwediep. Nog tragischer is'het dat naar stel den! Hg moet worden aangenomen, we- derom menschenlevens betreurd moe ten worden. De namen der drie vermisten zijn: de sergeant-torpedomaker Logemans, de sergeant-telegrafist Steenoort en de kok Postma. Te omstreeks kwart over 10 in den mor en ontvingen wij het alarmeerend bericht: De O 11 is aangevaren door een sleepboot", oen wij op de haven arriveerden bleek, dat Ic onheilstijding reeds bij velen bekend was. 22- fen dromde samen op de steigers bij het ha- enhoofd, waarvoor de ramp had plaats ge- repen. Wat wij zagen warén talrijke motorbarkas- en, kleine sleepbootjes en vletten, allen be land met marinepersoneel. In een boog la- en zij om de plaats, waar bet onderzeeboot- chaam even daarvoor in de diepte verdvve- isjöjen was. lCn Niets was er van de O 11 te beken nen. Het cenigc dat haar aanwezig heid daar onder de oppervlakte van het havenwater, recht legenover fort „De Harssens" verraadde, was het opborrelende water. In groote bellen welde het water op. Een ooggetuige vertelt Wij spraken een ooggetuige, iemand van V'aterstaat, die de catastrophe in haar ge- cel heeft zien plaatsvinden. Hij vertelde ns, dat zich in het midden van de haven en aak bevond, die door militairen op den teiger aangeroepen werd. Bij het manoeu- rccren van den schipper, kwam terzelfder ijd een tweetal onderzeebooten de haven uit- 'aren: de 0 9 en de O 11. Op de O 11 was ien operateur van Cinetone bezig te filmen et uitvaren van eenige onderzeebooten. De 9 verliet de haven, doch toen II. Ms. O 11 veneens voorbij Wierhoofd wilde zwenken, iwam van dien kant plotseling de sleepboot ieff[Amstcrdain" aangevaren. Door een,' thans nog niet geheel opgehel- lerdc, en wel bijzonder noodlottige samen- ooi» van omstandigheden, bleken de O 11 m de „Amsterdam" elkander niet meer te tunnen ontwijken en met volle vaart ram- le de sleepboot de onderzeel>oot aan bak- Kx>rd, ongeveer tor hoogte van de boegbui s- tainor. Onmiddellijk begreep men aan boord lat er een groot gat moest zijn ontstaan, vant do boot ving terstond aan te zinken, tonder zich verder te bedenken, sprongen le opvarenden, waaronder de filmoperateur, lie zich aan dek bevonden, dan ook in de laven en zwommen door het ijskoude water haar don kant. Hierbij bevonden zich ook uit* io loden der equipage, die zich in den com- :ich nandotoren bevonden. Een tweetal opva- me' renden, die zich in de onderzeeboot bevon- orf, den, zagen kans, zich eveneens naar boven in te werken en via het luik in den comman- tiad tloloren het voege lijf te redden, nadat zij ne- het luik weer hadden gesloten. Hiernaast het oogenblik waarop het grootste deel der opvarenden wordt gered door hulp, welke ijlings geboden werd, toen het achter schip boven water kwam. &INNEN TWEE MINUTEN GEZONKEN. Dit alles nam slechts luttele oogenblikken in beslag, want de O 11 zonk uiterst snel naar de diepte. Eerst verdween de romp, daarna een deel van den commandotoreu, en nog geen 2 minuten na de aanvaring was HMs. 0 11 geheel in de diepte verdwe nen. Op de steigers stroomde het publiek toe: overal schoten matrozen, onderofficieren en officieren toe. De commandant der marine, schout bij nacht Jolles, was terstond met zijn staf op den steiger aanwezig. Met koortsachtige spoed nam de marine haar maatregelen: het geheele reddings-ap- paraat werd in werking gesteld. Nog geen minuut later ronkten de eerste barcassen naar de plaats des onheils, gevolgd door motorbooten, vletten en jollen. Want men begreep zeer goed, dat indien er assistentie van buiten af gegeven moest worden, dit direct moest geschieden. Het water borrelde op. op de plaats waar de O 11 gezonken was. Olie zag men drij ven. Het publiek, in rijen op de steigers saamgedromd, stond sprakeloos bijeen. Het was niet eenvoudig zich te realiseeren dat een onderzeeboot, een zooals men die dage lijks ziet komen en vertrekken, hier in de haven ten onder was geguan. Periscoop boven water. Het groote 'oogenblik. Ineens tvijst men elkaar iels aan... en werkelijk, er boort zich iets door het schuimende en opborrelde water. Het is de top van de periscoop. Ilooger komt de grijze cilinder, even later gevolgd door een stuk van de antene. Maar vóór de meesten het gezienhebben zinkt de boot weer weg en verdwijnen deze hoopge vende teckcnen. Hevige onrust maakt zich van de menschcn mees ter. Zullen daar meer dan 20 men- schen het leven laten'/ Hier, op en kele meters van den vasten wal? Men wacht... en wacht, en ineens gaat er weer een golf van emotie door de toeziende menigte. Ten twee de male verrijst er iets uit het wa ter? Wederom de periscoop... we derom de antenne. De vlag volgt en dan als ware met een sprong, schiet de onderzeeboot boven water. Het is een schouwspel, dat wij nimmer zullen kunnen vergeten. Zoo fantastisch snel als dat b ovenkornen geschiedt. Dei nend blijft bet schip liggen, slagzij makend, en met alleen het achterschip, en de com mandotoren boven water uit. De telefoon- boei drijft ernaast. Er wordt geen tijd verloren. De barcas sen schieten naderbij, officieren springen over op de O 11. oen luik wordt geopend en daar ziet men het heugelijk schouwspel, dat mannen uit de nauwe schacht van het luik klimmen en overspringen in de barcas sen. Eén man, 10 man, 15 man, steeds meer schieten naar boven en gaan over in de naastliggende vaartuigen. Direct daarna worden de geredden reeds afgezet aan den steiger, waar de auto's klaar staan die hen naar het Marine Hos pital brengen. Dar wordt hen gelegenheid gegeven te bekomen van de emoties, die zij in die onheilsvolle minuten onder water doorstaan hebben. Drie man vermist. De 0 11 blijft drijven, hoewel zij langzaam aan weer dieper begint te zinken. De vlug waait overmoedig op den commandotoren Niet alle opvarenden komen echter aan wal. Men telt, maar bet getal van de equipage is niet te voltooien. Drie man blijken te ontbreken, drie man van wie men vermoedt, dat zij achter zijn gebleven 1 in de boegbuiskatucr, liet voorschip. Bij de geredden bevinden zich dan reeds de commandant van de O 11, de luitenant ter zee 2e kl. II. A. W. Goossens, en de Chef Machinekamer, de officier MSD 2c kl. W. D. J. Gestel. Alle sleepkracht gerequireerd. De reddingspogingen worden voortgezet. Alle beschikbare sleepkracht wordt in re cordtijd gerequireerd «u< al spoedig is er verbinding gemaakt met bot achterschip van de O 11, tcncindo met het vvcg.s!ce|>en een aanvang te maken. Dit blijkt echter een Herculische taak te zijn. Er is geen bewe ging in het groene onderzeeboot lichaam te krijgen. En dat ondanks het feit, dat er niet minder dan 8 vaartuigen al hun krachten inspannen om beweging in de duikl>ooi te krijgen. Het zijn de slecpbooten „Utrecht' en „Amsterdam, voorts de Dorus Rijkers, en een 5-tal andere militaire en particuliere slceplxïotjcs. De trossen staan als koorden gespannen, witte en zwarte rook vliegt uit de schoorstcenen der sleepers, maar er is geen verwikken of verwegen aan de O 11 te krijgen. Wij spreken een paar deskundigen Ze zijn niet hijster optimistisch gestemd. Zi; vermoeden dat de neus van de O 11 reeds vrij diep in den modder gedrongen is, en dat het geen sinecure zal zijn met den zwaren stroom het schip vlot te krijgen. Ook wordt do veronderstelling uitgespro ken, dat hjt met de neus vast is komen le zitten in de kabels, die hier de haven krui sen. Hoe dan ook. de 0 11 blijft op haar plaats. Om 1 uur wordt van de Marinewerf een zware lichter gehaald. Men gaat trachten op deze manier de O 11 to>lichten. Spanning aan den kant. Langs den kant staan een paar duizend personen. Men volgt gespannen de werk zaamheden aan den wal. Zal het gelukken de boot te lichten...? Inmiddels zinkt dc duikboot steeds dieper weg. Van den conunandotoren is reeds niets meer te zien. Alleen dc antenne, dc periscoop en dc vlag. benevens oci^jgkukjc van bet ach terschip steken boven water uit. Het overi ge deel van de romp zit onder water. En in dat deel bevinden zich de slachtoffers. Dood of levendMen durft het laatste haast niet meer te hopen, want reeds heeft men brokstukken gesprekken van dc geredden opgevangen, die het ergste doen vermoeden. Die hebben verteld, dat toen dc boot begon te zinken direct de waterdichte schotten dicht geworpen werden. Dit bracht helaas mee dat diegenen die zich vóór in 't schip bevonden prijsgegeven moesten worden. Groot was de teleurstelling geweest toen dc O 11, na boven te zijn gekomen, wederom in de diepte terug zonk. De chef van de machinekamer besloot toen de reserve-olietank 3. die zich in het achterschip bevindt, en waarin een 40 ton olie zit. leeg te blazen, in dc hoop op deze wijze liet achterschip naar boven te krijgen. Inderdaad mocht dit gelukken. Zoowel ach terschip als commandotoren kwamen aan de oppervlakte. Nadat men cenigen tijd getracht had be weging in dc O 11 te krijgen, gaf men deze pogingen op. De 25-tons lichter bleek niet in staat beweging in liet schip te krijgen. Het schip bleet in de takels hangen, waar na men besloot te wachten op dc hulp uit Amsterdam Vannacht om kwart over één is de eerste groote bok van 50 ton hefvermogen uit Am sterdam aangekomen en in den loop van den nacht volgden nog twee bokken. Direct zijn de drie bokken toen met het lichten begon nen. Bij de O 11 hieven de Hecfor, de sleep dienst 6. de duiksloep en de sleepboot „Wil lemsoord". Wel had men inmiddels de O 11 omgetrok ken zoodat zij niet meer dwars voor den haveningang lag. Buitengaats bevond zich inmiddels een groot aantal schepen en scheepjes, die niet naar binhen konden komen, aangezien de haven versperd verklaard was. Een 30-tal lag te wachten op de ree. Een deel hiervan is later op den dag naar Oudeschild vertrok ken. Ook de dienst der Texelsche boot werd uiteraard stopgezet. Later werd deze booten vergund uit te varen. De O 11 Dc O 11 werd in 1922 te Botterdam op sta pel gezet bij de maatschappij voor scheeps- en werktuigbouw „Fijcnoord" en werd 18 Ja nuari 1926 voor het eerst in dienst gesteld. Dc lengte is 5i,7 meter, de breedte 5.7 me ter en de diepgang in zeewater 35 dan. De bodem heeft twee schroeven en heeft een snelheid van 12 zeemijlen anti de op pervlakte varende, cn van 8 zeemijlen on der water. De bemanning bestaat uit 29 koppen, ter wijl het geschut bestaat uit een kanon van 8,8 c.M. no. 2 cn een mitrailleur no. 3. Dc boot heeft vijf lancccrbuizen voor tor pedo's. tt aldus dc chef var de machinekamer Het vcihaal van dc ondergang van dc O. 11 getuigt ervan dat dc oud Hollandscho zeomanseccst nou vaardig is over dc menschen van onze Koninklijke Marine. Het is te danken aan dc matige vastbera denheid van de leiding cn aan dc kalmte van de bemanning, dat 20 menschen, bij deze ramp er het le ven hobben afgebracht. Toen de sleepl>oot dc O. 11 ramde was do consternatie aan boord begrijpelijk vrij groot l)e slag was geweldig. Heel het schip dreunde en trilde. Üp dc commando brug stond, bij den commandant, den luit. ter zee der 2c kl. H. A.W. Goosscns, de chef van de machinekamer, de officier van den M.S.D. 2e kl. W. D. J. Gestel. De com mandant gaf na de aanvaring order naar beneden om alle compartimenten te slui ten en de eerste officier, de luit. ter zee der 2e kl. F. Stcinmetz nam deze order in volkomen rust over en zorgde voor de uit voering. Alle vijf compartimenten werden waterdicht gesloten. De snelle reactie van alle instanties is oorzaak geweest, dat het schip niet met alle opvarenden is vergaan. De chef van de machinekamer, die. zoo- als we zeiden op de brug stond l>egaf zich direct naar heneden. Toon hom later ge vraagd werd: „Waarom sprong je niet overhoord, zooals de andere leden van de bemanning deden, die bovendek waren." was zijn rustige antwoord: „Mijn taak was beneden". Toen de chef beneden was, sloot .do commandant dep commamlntoren, daar na werd hij van boord gespoed, en zwom naar den wal. Het schip zonk in minder dan «reen tijd. De O. tl wa« getroffen In hef tweede romtmrtimont, het z.g. batterij -comparte- ment, dat tevens dient als logies voor de officieren. Aan dit verblijf grenst het hokje voor den telegrafist, zoodat men begreep, dat deze verdronken zon zijn. Voor compar timent twee is de boegbui&kamer en hier waren dc twee andere opvarenden, «lie niet tc redden waren, in dc eerste plaats omdat dit gedeelte van het schip niet te bereiken was, door het volgeloopen tiweede compartiment, in de tweede plaats, omdat men hier geen noodluik had, waardoor men eventueel zou kunnen ontsnnppen. Terwijl het bericht van het ongeluk als een loopend vuurtje door de Marinestad ging. overlegden dc menschen daar bene den maatregelen om aan den verdrinkings- of verstikkingsdood te ontsnappen. Op den bodem van dc zee werd echter niet alleen beraadslaagd, maar ook gewerkt. In volkomen rust overlegden de commandant en chef machinekamer, wat hun te doen stond. Met verschillenden opvarenden bevon den zij zich in het z.g. Centraalstation, het hart van het schip, waaruit alles geregeld wordt. Men zocht allereerst verbinding met de opvarenden in de andere compartimenten. Nadat men zich rekenschap had gegeven, dat alleen het voorschip getroffen was, belde de commandant naar dc opvarenden in het achterste compartiment en zei. dat men de deuren kon openen cn naar het Centraal station komen. Zie voor het vervolg pagi na 3 van het lste blad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 1