N E ZO KEUKENZOUT uit eigen ként! KRISTAIrZUIVERlf
Het GeHeim unn
vuren van Tohr
Goed spel
van Helder 2
'AKKERTJE
BKC 1-HRC 3 3-0
TARZAN en de
De oorlog gevolg
van menschelijke
onzuiverheid
Atlas-Helder 2 1-4
Evenals Schagen, kan ook Atlas het niet
tegen Helder H bolwerken, die gisterenmorgen
wel met een bijzonder sterke bezetting in het
veld verscheen. Het was dan ook te voorzien,
dat Atlas alle zeilen zou moeten bijzetten om
tegen dit Helder II een behoorlijk resultaat te
halen.
Atlas echter was bij lange na niet opgewas-
schen tegen het veel betere spel van Helder II,
die vrijwel over alle linies sterker was dan
haar tegenstanders.
Alleen doel verdediger De Ruiter was geweldig
op dreef. Aan zijn magnifiek keepwerk is het
te danken, dat het bij 41 bleef. En dan was
er nog Dossie Snijders, die ondanks alles, bleef
spelen voor wat hij waard is.
De Helder-ploeg was voor eerst geheel op
„oorlogssterkte". Ze lieten dan ook zien wat
er bereikt kon worden met een volledige op
elkaar ingespeeld elftal. Vooral Van Tongeren
en v. d. Boogaerde lieten een samenspel zien,
dat het een lust was om naar te kijken.
Na de rust kwam dat nog meer tot zijn recht,
herhaaldelijk waren zij de A.-backs te vlug af.
De wedstrijd
begint met een duidelijke veldmeerderheid van
Helder, die haar dan ook al in de eerste vijf
minuten twee doelpunten opleverden. Het eer
ste ontstaat als men Quant geheel ongehinderd
laat schieten naar den vrijstaanden De Leur,
die zich handig vrij maakt en De Ruiter op
slechts eenige meters afstands passeert, 01.
Er zijn nauwelijks drie minuten na dit doelpunt
verstreken, of het is weer De Leur die den
voorsprong vergroot. Ditmaal uit een goed ge
nomen corner van v. d. Boogaerde, die hij met
een inschiet, 02.
Atlas komt dan even in den aanval. Het is
wel niet lang, maar juist voldoende om een
tegenpunt te scoren, zy het dan ook door een
groven blunder van De Schipper, die een ver
schot van Gersen uit zijn handen laat glippen.
Wel doet hij nog alle moeite om den bal te
bemachtigen, doch tevergeefsch; de bal is de
doellijn reeds gepasseerd, 12.
Atlas vergroot de voorsprong van
Helder.
Het is linksbinnen Mos, die het na eenige
vergeefsche aanvallen van Helder gelukt, uit
een scrimage den stand op 13 te brengen.
Atlas probeert den achterstand nog voor de
rust in te loopen. Haast gelukt het, maar won
der boven wonder wordt de bal toch nog weg
gewerkt.
Na de rust.
Nog meer als voor de rust is Helder, gesteund
door den wind, in den aanval.
Al direct moet De Ruiter weer redding bren
gen bij schoten van v. d. Bogaerde en Mos.
Na een kwartier spelen zien wij het
mooiste moment van dezen wedstrijd. Bij
een Helder-samenspel wordt er zoo goed
gespeeld door v. Tongeren en v. d. Boo
gaerde, dat geen A.-speler er aan te pas
Neem'n
FEUILLETON
door: Roy Vickers
Torrartce
Esdale
13.
„Het was niet tot mij doorgedrongen, dat
u het zoo zou opvatten," begon hij. Toen:
„Natuurlijk kunnen wij ieder de helft betalen,
als u daar op staat. Maar juffrouw Esdale,
voordat wij dat doen, is er iets waar ik u op
wilde wijzen." Zonder iets te zien, keek hij
uit het raampje naar* de straten van Parijs,
waar zij doorreden; klaarblijkelijk kostte het
hem moeite zich te uiten en deed het hem
leed. „Mijn houding tegenover u werd vele
jaren voor uw geboorte al vastgesteld door
iemand, die ik boven alles Hef had mijn
moeder. Sedert haar dood hebben de vrou
wen zich voor mij in twee soorten verdeeld:
die, welke zy in haar huis welkom geheeten
zou hebben en de anderen. Zij zou het
zeer op pry's gesteld hebben, fndien ik u, op
welke wijze ook, zou mogen helpen."
„O, dank u!" Het trof Torrance en zij had
spijt van haar woorden. „Ik vrees dat ik wel
ontactvol ben geweest; natuurlijk zal ik deze
reis graag van u aannemen. Vergeef mij."
„U vergeven, juffrouw Esdale!"
„Ja. En als bewijs moet u mij Torrance
noemen. Wilt u dat doen?"
„Een zeer ongewone en mooie naam,"
lachte meneer Massiter en beiden traden
weer opgewekt gestemd het hotel Joryce
binnen.
Toen Torrance het hotel bekeek, voelde zij
er zich toe aangetrokken. Het was niet zoo
enorm als het Parnasus hotel, zelfs waren de
karpetten op enkele plaatsen een beetje ver
sleten; maar de gérant gaf meneer Massiter
dadelijk enkele ineenloopende kamers en toen
hy hoorde, dat zijn zaken cenigen tijd zouden
duren, stelde hij een Engelsch-Fransche ty
piste tot zijn beschikking.
„Niet noodig. niet noodig. Juffrouw Esdale
is mijn secretaresse. Maar wacht eens even
u heeft het niet goed genoteerd, de suite is
voor juffrouw Esdale. Een kamer met bad-
komt. Het schot, dat v. Tongeren hierna
inzendt, is zoo hard en zuiver, dat iedereen
denkt aan een doelpunt. De Ruiter denkt
er anders over en op wel buitengewoon
fraaie wijze weet hij een doelpunt te voor
komen.
Bravo De Ruiter!
Het wordt 41.
Toch moet hy op het laatst zwichten voor
een zuiver schot van Van Tongeren, die uit een
trekbal van v. d. Boogaerde Helders vierde
doelpunt zorgt, 14.
Na dit deolpunt zijn er nog 10 minuten
te spelen. In welke .minuten Atlas sterk komt
opzetten. Ze stellen alles in het werk om nog
een doelpunt te maken. Doch wat zij ook pro-
beeren, het wil niet lukken. Eerst was er een
hard schot van Snijders, dat De Schipper op de
juiste plaats vond. Even later was het J. Wyker
die twee mooie kansen krijgt. Het eerste schot
gaat naast. Maar by het tweede schot was De
Schipper reeds kansloos geslagen. De bal
sprong van de paal jammeriyk voor Atlas,
terug in de handen van De Schipper. Kort
hierna fluit scheidsrechter, v. 't Hof, het einde.
Als men alleen kennis neemt van den
uitslag 30 voor BKC zou men
kunnen denken, dat BKC zich keurig en
volledig heeft hersteld van de nederlaag
tegen Oudesluis.
Dat is echter maar ten deele waar. Het
vlotte by BKC alweer niet erg best en waar
ook Raclng maar met een matig elftal ver
scheen, was het een wedstryd, die maar weinig
kon boeien. Tenminste vóór rust. Niettegen
staande BKC den straffen bries toen meer
had en HRC 3 in de verdediging gedrongen
werd, waren de werkelijke gevaarlijke aan
vallen op de vingers van één hand te tellen.
Deze kwamen dan meestal van De Schipper,
die enkele goede schoten en kopballen heeft
gegeven, maar toch geen succes boekte, om
dat keeper Goudswaard In prima vorm was.
Eenmaal was BKC niet erg fortuinlijk, toen
De Schipper een voorzet van Van Wee ver
buiten Goudswaard's bereik tegen den paal
kopte. HRC 3 stond vry behooriyk te verde
digen. Spil Schoenmaker schaduwde De Schip
per nauwgezet, wat ^n Racing's kant goed
bekeken was.
HRC 3 heeft het tegen wind slechts
tot enkele vry ongevaarlijke tgeenaanvallen
kunnen brengen.
Tauber's meespelen is toch duideiyk een
versterking!
De tweede helft was interessanter dan de
eerste. Doordat BKC er toen wat beter in
kwam en... goals maakte, werd de stryd in
eens weer met aandacht gevolgd. Reeds 3 min.
na rust schoot Jan van Wees bij een algemee-
nen aanval ineens hoog in (10) en er leek
wat meer actie in te komen. Die kwam ook,
maar niet alleen van BKC. HRC maakte zich
het windvoordeel zooveel mogelgk ten nutte
en gaf Tauber c.s. de handen vol. Mede dank
zij de goed spelende halflinie waarin Llg-
tendag en De Wilde opvielen en de terugge
keerde Van der Goes liet zien nog steeds een
bruikbare kracht te zijn kwam er geregeld
opluchting en de voorhoede heeft dan ook
ballen genoeg gehad. Vlot ging het daar echter
allerminst en de belofte, die Jan van Wees'
goal inhield, scheen niet te worden ingelost.
Waar ook HRC 3 het net maar niet kon
vinden, dacht ieder den wedstryd in een 10
zege voor BKC te zien eindigen. HRC blijk
baar zelf ook. Ze drong tenminste tegen het
slot nogal gedurfd op, wellicht om den gelijk
maker te forceeren. Dit werd den bezoekers
noodlottig, doordat Jan de Schipper 7 min.
voor tyd kans kreeg om met een trough-pass
er tusschen door te breken en Goudswaard
na een korte dribbel geen schijn van kans te
geven (20).
Nog geen minuut later was het 30 toen
De Schipper een voorzet van links op fraaie
wyze inzette.
Zoodat de BKC-aanhang nog vrij voldaan
het veld kon verlaten. De heer Freeke leidde
goed.
DTS 1-Nieuwe Niedorp
D.T.S. wint de toss en het is N. Niedorp,
dat den bal aan het rollen brengt. By D.T.S.
zün er 2 van de gemobiliseerden aanwezig,
n.1. Tromp en Carnas, zoodat D.T.S. met een
goed elftal den strijd aanvangt. Met de rust
leidde D.T.S. met 10, hetgeen een paar min.
voor het einde door een off-sidebal in een
geiyk spel werd omgezet.
Direct na den aftrap neemt D.T.S. den bal
over en de keeper van N. Niedorp krijgt
eenige harde schoten te verwerken. N. Nie
dorp zit echter ook niet stil en is een tijd
lang in den aanval. De D.T.S.-verdediging
kan den bal, ondanks dert wind in den wind
in den rug, maar niet weg krygen, zoodat
het er een tydje slecht uitziet. De wind heeft
echter veel afbreuk aan het spel gedaan.
Vooral de ballen, die op de vleugels gespeeld
werden, waren voor de buitenspelers bijna
niet te krijgen. Na een minuut of 25 krygt
Carnas den bal vanuit de half-line toege
speeld. Hy passeert met een paar van zijn
handige trucjes, een stuk of 3 Niedorpers en
besluit dit met een goed schot, onhoudbaar
voor den keeper (1—0). Wat de Niedorpers
ook doen, het gelukt ze niet om voor de rust
geiyk te maken.
Na de rust zetten de Niedorpers alles op
alles om gelijk te maken. En het ziet er een
tydje critiek voor de Deetjes uit. Eindelijk,
een minuut of tien voor het einde, weten
ze gelijk te maken. De grensrechter appelleer
de. maar het mocht niet baten. Zoo kwam het
einde met gelijken stand. De scheidsrechter
hebben we wel eens beter gezien.
Wieringerwaard 2-
Petten 2 1-6
Petten kreeg meer dan haar toekwam; Wie-
ringerwaard was erg ongelukkig met het
schieten. Beide ploegen vonden een hechte ver
dediging tegenover zich; vooral de keepers,
óók van Wieringerwaard, war engoed op dreef.
De doelman van Wieringerwaard was even te
licht voor het werk.
Het samenspel van Petten was goed ver
zorgd en daardoor aardig om aan te zien.
Wieringerwaard treuzelde voor het doel der
gasten wel eens te lang, en gaf daardoor de
gasten gelegenheid om in te grypen. „Meer
schieten" moet het parool zyn, heeren Wie-
ringerwaard-reserves
Vóór de rust kon de Wieringerwaard-doel-
man éénmaal gepasseerd worden; daarna wis
ten de zeekustbewoners nog vyf maal te scoren.
Wieringerwaard slaagde er slechts in de eer
te redden.
De wedstryd begon over tyd, omdat de
scheidsrechter niet kwam opdagen.
Blauw-wit A.D.O. 0-3
In een op behoorlijk peil staanden wedstrijd
heeft ADO verdiend van Blauw Wit gewon
nen, al zyn de cyfers ongetwyfeld wat ge
flatteerd. Vooral in de tweede helft waren de
Amsterdammers sterk in de meerderheid, er
waren perioden, waarin het Haagsche doel
belegerd werd. Wy telden niet minder dan
negen hoekschoppen op het doel van Koek,
driemaal trapte of kopte een der achter
spelers van de bezoekers den bal nog uit het
doel, toen de keeper reeds gepasseerd was.
Een strafschop werd door Wilders precies in
de handen van Koek geschoten, feiten, waar
uit blgkt, dat het den Amsterdammers niet
meezat.
Een overwinning met een doelpunt ver
schil zou een beter resultaat zyn geweest. De
zege hebben de Hagenaars wel verdiend,
dank zij wat vlotter samenspel, een beter
verband tusschen de linies en het feit, dat zy
beter van de kansen, die voor hen minder
talrijk waren, hebben geprofiteerd. Het was
een forsche wedstryd, waarin scneldsrechttr
Boekman enkele waarschuwingen moest uit-
deelen, doch gelukkig bleef het daarby. De
spanning in deze afdeeling is door dit resul
taat sterk toegenomen, want Blauw Wit leidt
nu nog maar met twee punten vóór D.W.S.
en A.D.O., met nog twee wedstryden te spe
len voor deze drie vereenigingen kan alles ge
beuren.
Voor de rust scoorde J. Evcrsteyn na keurig
samenspel met den rechtsbuiten Vreken. BI.
Wit was over het algemeen iets meer in den
aanval en enkele malen ontsnapte het Haag
sche doel op het nippertje aan een doorboring.
De Haagsche aanvallen waren wat minder
talrijk, doch door de snelheid en het zuivere
aangeven waren deze eigenlyk gevaarlijker
dan die van de thuisclub.
In de tweede helft verhoogde De Heer den
voorsprong na vyf minuten, een doelpunt, dat
eenigen twyfel wekte in verband met buiten
spel, doch de heer Boekman was zeer beslist
by het toekennen van dit doelpunt. Er volgde
een belegering van het ADO-doel, de midden
linie van de Hagenaars bleef achter, terwijl
zelfs de binnenspelers in teruggetrokken posi
tie opereerden, teneinde de verdediging in haar
taak te verlichten. Talryke hoekschoppen wer
den genomen, enkele doelworstelingcn hadden
geen resultaat, een paar zuivere schoten hield
door Edgar Rice Burroughs
Rutang lachte grimmig, terwyi hij Tarzan
het wapen overhandigde en hem beval naar
Zwarte Malluk te gaan. Tot verbazing van
de toeschouwers liet de aapman de speer
vallen en wandelde rustig naar het woedende
dier toe. De jonge reus keek hem nydig aan.
Ongewapend naderde Tarzan het hok. „By
den God van Rathor!" riep Ukah, „hy gaat
zyn dood tegemoet. Dat dier is een doder."
En alsof hy de woorden van Ukah tot waar
heid wilde maken, kwam Malluk een paar
passen naar voren, zyn slurf hoog opgeheven,
gereed voor de aanval. Maar Tarzan maakte
geen beweging om te vluchten. Inplaats daar
van sprak hy tot den olifant op een kalme
manier. „Tantor! Vando Tantor!" Zwarte
Malluk bleef staan, aarzelde, flapte met zyn
grote oren. Weer sprak Tarzan in de taal
van de apen, een taal, die door vele dieren
van de jungle op verschillende manieren
wordt verstaan en begrepen. De olifant kwam
weer dichterby, doch zyn hele woede was op
eens verdwenen. Hy liet zyn slurf weer zak
ken. Tarzan streelde hem. Zo won de aapman
een nieuwen vriend, die voorbestemd was in
de opwindende gebeurtenissen van de komen
de nacht een buitengewone rol te spelen.
keeper Koek goed uit doel en toen tenslotte
Wilders een wegen hands toegekenden straf
schop miste, was de stryd beslist: de Amster
dammers lieten den moed zakken en zoo kon
midvoor P. Eversteyn enkele minuten voor het
einde na een uitval den stand op 30 brengen.
TOESPRAAK VAN DEN' PAUS.
Tijdens de heiligverklaring van twee per
sonen heeft de Paus gisterochtend in de
Sint Piter een toespraak gehouden, waarin
hij o.m. zeide
„Er zijn zooveel menschen tegenwoordig,
die niel streven naar het eeuwige geluk,
maar aardscho genoegens najagen, en zoo
veel menschen. die hun fouten niet trach
ten -te herstellen en hun ziel trachten te
zuiveren. Het gevolg van dat alles is: de
oorlog, die reeds acht maanden lang het
kamer op een hoogere verdieping is voor my
al voldoende."
„Nu heeft u hen heelemaal in de war ge
bracht," zei Torrance zachtjes, terwyi zy in
de lift naar boven werden gebracht. Ondanks
haar zorgen, kon zy nog lachen om zyn ver
warring.
„Juffrouw Esdale, Torrance, ik zou, liever
dan jou eenig ongemak te bezorgen, met het
grootste genoegen In een ander hotel gaan
logeeren."
Torrance lachte nu hardop.
„Maar als je het nu werkelijk prettig vindt,
dat Ik hier blyf", voegde meneer Massi itcr er
aan toe, „dan blyf ik. Het is fyn om je weer
eens te hooren lachen.
HOOFDSTUK XV.
Angst.
De suite, die Torance kreeg, was wel met
smaak ingricht, doch had betere dagen ge
kend en was in overeenstemming met haar
gedachten, doch niet met haar garderobe.
Terwyi zy haar bagage aan het uitpakken
was, bekeek zij het eenvoudige mantelpak,
dat zy aanhad en de zwarte avondjurk, die In
Torquay zoo geschikt was geweest, zy
zuchtte diep, spreidde de jurk uit op het lage
bed en plotseling had zy er een h$kel aan.
„Ik heb een hekel aan al myn kleeren!"
Zy ontdekte dit met een gevoel van op
luchting. Vele jaren, vanaf het tydstlp dat
zy zich met Ge raid verloofde, had zy zoo wei
nig mogeiyk voor zichzelf uitgegeven en nu
uitte haar diepe teleurstelling zich in bet
verlangen, haar schoonheid te kunnen toonen
en de mooiste kleeren te bezitten, die Parys
haar kon verschaffen. Gerald had haar ge
negeerd hy "kon zeggen wat hy wilde, hy
had een ander boven haar verkozen. Waarom
zou zij dan eiken cent sparen? Zy had zin,
alles uit te geven wat zij bezat en op zoek
te gaan naar een ryken man waarom
niet? Andere meisjes deden het toch ook!
Rijkdom was niet iets laags, het gaf macht
en naam.
Ook dit kwade oogenblik ging voorby. Zy
liet zich boven op de zwarte avondjurk vallen
en verborg haar gezicht in haar handen, daar
het huilen haar nader stond dan het lachen.
Zy schaamde zich diep, Gerald hield nog van
haar en omdat hy haar nog liefhad, mocht
zy hem niet teleurstellen. In gedachten was
zy nog steeds de zyne; zelfs misschien nog
meer dan vroeger.
zy stond op, verfrischte en verkleedde zich
en ging naar haar zitkamer. Meneer Massiter
zat op haar te wachten.
„Het is te laat om nog koffie te drinken
en te vroeg om te gaan dineeren," zei hy,
„dus heb ik maar een uitgebreide thee com
plet besteld. Ik heb eigenlyk juist bedacht,
dat je waarschyniyk niet ontbeten hebt en
als we gegeten hebben, vind ik, dat we met
een taxi naar de villa van professor Ellister
moesten gaan."
„Heeft het Amerlkaansche consulaat..."
„Weet niets. Heb ik juist opgebeld."
Een kellner, die zoo precies op een Engel-
schen butler leek, dat zyn Fransch gemompel
haar deed schrikken, bracht een serveer-boy
met allerlei gebak er op. binnen. Meneer Mas
siter, voor wien het verboden was zulke heer
lijkheden te eten, zuchtte en keek vastbe
raden het raam uit.
„Wat slappe thee en wat citroen." verzocht
hij haar, „en een droog biicuitje, als er een
by is. Ik had eigenlyk dien slagroom niet mo
gen nemen, voordat we vertrokken. Maar al
dat gepraat over oude mannen. werkeiyk
oude mannen heeft my overmoedig ge
maakt." Plotseling richtte zyn blik zich op
een bepaald punt op straat en zei hy niets
meer. Toen Torrance hem zyn thee bracht,
zag zij dat hy naar een man keek, die aan de
overzijde van de straat tegen een deur ge
leund stond en schynbaar aandachtig zyn
courant las.
„Ik heb dien kerel op het vliegveld gezien,
terwijl hy bezig was de taxi te bestellen. Hy
verdween om den hoek van een loods, maar
ik ben verziende en merkte nog juist zyn lan
gen neus op." Hy keek Torrance aan. „Het
heeft er alle schyn van, dat wy moeten we
ten met wien wy te maken hebben, voordat
wij ergens mee beginnen, Torance. ï-aat
eens kyken zou er iets zyn, dat jy even
tjes ik weet het, het postkantoor. Ga
even naar het dichtstbyzynde postkantoor en
bel daar... het Amerikaansche consulaat en
vraag hen... wat je maar wilt! Maar let er
op of men je volgt en kom dadeiyk terug.
Beneden wisselen zy wel geld voor je. Wacht
even. je thee."
Maar Torrance vond, dat haar thee best
kon wachten. Binnen de drie minuten had zy
haar hoed op en jas aan en wandelde met
flinken stap naar het postkantoor. De ver
zoeking om achterom te kijnen naar den man
met de courant was groot, maar zy weer
stond haar en ging een zystraat in.
Zy kende den weg in Parijs tameiyk goed.
maar de zystraten brachten haar In de war
en enkele oogenbltkken later moest zij den
weg aan een voorbyganger vragen. Juist toen
zy hem bedankte, passeerde de man haar.
Hij liep recht tegen een vrouw op, die een
^roote mand droeg en maakte atjn excuses.
bloed doet vloeien onder de menschen die
ons zoo dierbaar zijn; de oorlog, die reeds
onmetelijke rijkdommen heeft vernield en
zooveel landstreken in vuur en vlam heeft
gezet".
Singapore had
rumoerig Meifeest
De politie te Singapore heeft vuur gegeven
op een Chineesche menigte van eenige hon
derdon personen. De menigte had twintig
politiebeambten aangevallen tijdens hier ge
houden 1 Mei-hetooginpen. Drie Chineezen
worden getroffen. Er zijn twee ernstig ge
wonden. Men gelooft, dat plaatselijke com
munisten tot de betoogingen hebben aange
zet. Verscheidene politiebeambten werden ge
wond. De toestand is nu rustig.
Zy hoorde zyn stem, die heel hoog en heesch
klonk.
De man liep door en ging een sigarenwin
kel binnen. Door een toevallige omstandig
heid waren de etalagespiegels zoo geplaatst,
dat zy, In het voorbijgaan, een oogenblik zyn
gezicht zag. Een bleek gezicht, als van een
rat, met een neus, waar een lachwekkend
lange punt aan zat, met een teruggedrongen
kin; zyn handen waren juist omhoog geheven
om zyn sigaret aan te steken en zy zag dat
zy enorm waren, totaal buiten verhouding
met zyn andere ledematen. Enorm en beenig.
Rillend liep zfl door. Plotseling werd zy
doodeiyk bang zy kon nauweiyks den
eenen voet voor den anderen plaatsen. Enor
me handen en ze hadden Oom Julius ge
wurgd enorme handen had Annabelle
met haar kindergezichtje er by gestaan en
gekeken hoe het gedaan werd Zy bracht
haar eigen hand omhoog en trok aan de
hooge sluiting van haar Jurk die zat veel
te strak... Zy moest en zy zou zich beheer-
schen.
Toen stond zy ineens voor het postkantoor.
Gelukkig was de telefooncel leeg en kon zy
cr dadelijk gebruik van maken; zij trok de
deur achter zich dicht en leunde er tegen.
Haar hart bonsde; zy had nauweiyks de
kracht het telefoonboek open te slaan en
het nummer van het consulaat op te zoeken.
Zy had moeite met de ongewone geldstukken
en de telefoon, die iets anders werkte dan zy
gewend was. Alles leek wazig.
„Consulat Américain!" hoorde zy een za
kelijke stem zeggen. Het gaf haar weer
moet, goeie hemel, zy moest ongeveer
zenuwziek zyn, als zij zoo nerveus werd by
het zien van de handen van een man.
Zy vroeg om de „afdeeling Algemeene Za
ken" en hoorde weldra een Amerikaansche
stem, die haar aan meneer Massiter deed
denken.
„Met wie spreek ik?"
Maar opnieuw kon zij niets zeggen. Dcor
het zyraam van de telefooncel, had zy den
man naar het postzegelloketje zien gaan. In
zyn ecne enorme hand hield hy een munt
stuk raapte er een postzegel mee op. de
andere hing. als by een aap, recht omlaag,
de vingers gekromd.
Wordt vervolgd.