Leeren maar niet
in den gang staan
TARZAN en de
Heï GeHeim unn
Ieder op de fiets
Het opleggen
van uw auto
vuren van Torh
Clearing wordt
voortgezet
7 orrance
Esdale
Buitenlandsche journalisten
bezoeken ons land
De opmarsch
der Duitschers
MAATREGELEN VOOR IN- EN UIT
VOER BLIJVEN. NORMALE OM
REKENING IN GULDENS.
Het departement van Financiën vestigt
«de aandacht van de belastingambtenaren
op de omstandigheid, dat invoerverboden!,
uitvoerverboden, contingentceringen, mono
polies en clearing op den bestaanden voet
blijven werken.
Waardeherleiding in Nodcrlandsche munt
bij in- en uitvoer geschiedt op normale
•wijze. Hierbij vindt de omrekening van de
rij.ksmark bij aangifte naar dagwaarde
plaats volgens den laatst bekenden clearing-
koers en bij aangifte volgens koopprijs
naar den clearingkoers op den dag van
koop.
Indien het publiek voor belasting-doelein
den dient te beschikken over bankgelden,
kunnen de ontvangers verklaringen afge
ven nopens aan hen verschuldigde bedra
gen»
Invoervergunningen der Anic
niet meer noodig.
Hot. departement van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart deelt mede, dat ontheffing
wordt verleend van de verplichtingen,
voortvloeiend uit de Invoerooodwet 1939.
Dientengevolge zal invoer van de goede
ren, waarvoor krachtens deze wet tot dus-
vergunning van de Algemcene N'ederland-
sche Invoer Centrale werd vereischt, thans
zonder bedoelde vergunning kunnen plaats
vinden.
Technische raadgevingen van
de K.N.A.C.
Ten gerieve van hen, die in verband met
de ver-strekkende beperking van het benzi
neverbruik hun auto buiten dienst moeten
stellen, geeft de Kon. Nederlandsche Auto
mobiel Club liet onderstaande, beknopte ad
vies. berekend op een oplegduur van min
stens ecnige maanden.
1. Indien nog mogelijk: wagen volledig
doorsrneren, onderzijde chassis met roest-
werende dunne „kruipolie" besproeien, mo
torolie ververschcn na doorspoeling van het
smeersystecm met spoelolie. Bestaat voor
vcrvcrschen geen gelegenheid dan na af
tappen der oude olie het carter leeg laten.
2. Bougies uitschreven; enkele eetlepels
dunne motorolie of bovensmering-olie in el-
ken cylinder gieten; motor met starter
eenigc slagen laten maken. Dit laatste min
stens éénmaal per maand horhalen, met be
hulp van aanzctslingcr of aan drijfwiolen
met versnelling ingeschakeld.
3. Accu-batterij aan laadstation in bewa
ring en onderhoud géven: ventilatoriicm
ontspannen; koelsysteem ..met water gevuld
laten, en tegen den winter met spiritus
.vorstvrij maken.
4. Om technische redenen (gevaar van
,.gum"-vorming). benzinetank aftappen; in
dien bussen of blikken voor de brandstof
beschikbaar zijn. en deze op een veilige
plaats (brandgevaar!) kunnen worden ge
borgen.
5. Carrosserie politoeren met een der be
kende. daartoe dienende waspreparaten.
Alle blanke deelen en eventueel beschadig
de plekken van liet lakwerk niet zuurvrije
vaseline invetten. Alles eerst goed droog
laten worden, als teforen wasschen noo
dig is.
G. Koetswerk-intérieur stofvrij maken, en
niet een motten-wcrend middel behandelen.
7. Wagen op blokken zetten, met banden
op halve spanning, in een droge, bij voor
keur koele en donkere ruimte met een ven
tilatie.
door: Roy Vickers
FEUILLETON
28
Torrance keek den wagen na, z4j begreep
het humeur van den heer Maaaiter niet. Nu
eens was hy zoo aardig, dan weer onbegrij
pelijk norach. Als hy een jong iemand ge
weest was, dan, zei zy tegen zichzelf, zou zy
het zich kunnen voorstellen.
Zy draalde zich om, zette hem uit haar
gedachten en zag het meisje, dat met een
telefoonbericht op haar stond te wachten.
„Mevrouw Saranack heeft opgebeld om te
zeggen, dat het haar speet dat zy u is kwijt
geraakt, maar zij moest dadelyk met meneer
Saranack naar Londen en komt ln den loop
van den middag weer thuis."
Het was al byna avond, toen Annabelle
haar zelf opbelde.
„Is Gerry al thuis? O nou, dan komt hy
zoo! Torrance, zou je met hem willen eten
vanavond hem den verderen avond bezig
houden? Ik ben hier in het Burlington Palacc
Hotel by de Vandcrlems. Zij hebben mij te
dineeren gevraagd en daar ze waarachynlljk
gauw weggaan, ia het misschien den laatsten
keer. dat ik zc nog kan spreken. Wil jy het
voor my met Gerry in orde maken?... Tor
rance. je was vanmorgen ongeloofïyk! Ik
weet nog niet hoe ik alles had kunnen door
staan. als jy niet by my geweest was."
De conversatie van een domme, makkeiyke
vrouw. Of niet? Op dat oogenbllk wist Tor
rance ineens, dat zy het niet langer kon ris-
keeren.
Zij hoorde Gerald het huls binnenkomen en
rende naar haar kamer; haar plannen waran
nu vastgesteld. Enkele oogcnblikken later
klopte hy op haar kamerdeur.
„Waar is Annabelle?"
„zy biyrt eten by de Vanderlcms."
„O!... Doe eens open, ik wil even met je
praten."
Doch zij wilde op dat oogenblik nog niet
met hem praten.
3'|2 pet. Grootboekschuld A
Couponbetaling aangekondigd.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het Departement van Financiën, maakt
bekend dat te Amsterdam de gelegenheid zal
zijn opengesteld tot ontvangst van rente der
kapitalen, ingeschreven in het Grootboek A
der 31/2% Nationale Schuld, uitsluitend over
het halfjaar verschijnende i Juni 1940, van
1 Juni tot en met 30 November 1940.
Op uitnoodiging der Duitsche
rijksregecring.
Een groep Beiiijnsche journalisten heeft,
op uitnoodiging van de pcrsafdceling van de
Hijksregeering, liet Ministerie van Buiten
landsche Zaken en het O.K.W., een bezoek
gebracht aan Nederland.
Bezichtigd zijn Tilburg, Botterdam, Den
Haag en Schevcningen en gisteren vertoefde
liet gezelschap in de hoofdstad.
Op de heenreis zijn de Peel versterkingen
en o.a. de bruggen over de groote rivieren
in oogenschouw genomen. Heden, op de te
rugreis, zal de Grebbelinic worden bezocht.
Te Amsterdam hadden zich hij het gezel
schap gevoegd Oberst-Leutnant dr. Blau van
het O.K.W., Lcgaticrat Raschc, de lieer von
Schimpff en dr. Eigh van het propaganda-
ministcrie.
Onder de journalisten bevonden zich drie
Amerikaansche journalisten, namelijk van
United Press, Associated Press en de New-
York Times, twee Japansche journalisten
van het bureau Domei, een Finsche, een
Hongaarsche en een Spaansche journalist.
De buitenandsche journalisten waren zeer
getroffen door het feit, dat liet normale le
ven in Nederland, zoowel in de kleinere ge
meenten op. het platteland, als in de groote
steden, weer een vrijwel normaal aanzien
heeft. Over het algemeen vonden de buiten
landsche bezoekers het land van een groote
schoonheid.
Vooral dc oude stad Amsterdam en in
het bijzonder de binnenstad, hadden de groo
te belangstelling van de bezoekers.
Frankrijk tegen den
binnenlandscben vijand
Fransch—Zwitsersche grens. (D.N.B.):
De gehouden ministerraad te Parijs was
voor alles gewijd aan liet zoogenaamde „bin-
nenlandsclie front". Talrijke verordeningen
zijn uitgevaardigd ter verscherping van liet
handhaven van dc orde. Thans kunnen ook
burgers voor den krijgsraad worden ge
daagd. De vonnissen kunnen onmiddellijk en
zonder hooger beroep worden uitgevoerd.
Fransche bladen geven toe, dat
de Duitsche troepen krachtig
zijn doorgestooten.
Naar het D.X.B. uit Parijs meldt, geven
de Fransche ochtendbladen van gister on
omwonden toe. dat de Duitsche troepen ten
Noorden van Saint Qucntin bij. Bethel en
Montmedy krachtig zijn doorgestooten.
Charles Maurice schrijft in de „Pctit Pa-
risien" over een „verwarrenden- slag van
tanks en vliegtuigen" en Lcon Blum ver
klaart in de „Populaire" dat het front aan
de Maas thans geneutraliseerd schijnt en
dat thans de gchcele slag gericht is op het
hart van Frankrijk. De werkelijkheid waar
voor Frankrijk thans is gesteld, is de
zwaarste slag. welke men zich kan inden
ken. Generaal Duval nocnit in de „Tcrnps"
den toestand ernstig.
Door den krachtïgcn storm, welke nog
nooit in de geschiedenis is gezien, blijkt
volgens Duval duidelijk, dat het de voort
durende politieke gedachte van Hitier is ge
weest. Frankrijk en Engeland te scheiden,
om dan dc deelen alleen te vernietigen.
Dc „Ordre" meent dat de I'ransche mili
tairen tc veel hebben gedacht aan den oor
log van 1914.
Men heeft opgemerkt, dat Nederland acht
niillioen inwoners en zestien niillioen fietsen
bezit Dit moge overdreven zijn. Toch is in
deze dagen de fiets, oftewel het rijwiel, meer
dan ooit het nationale vervoermiddel ge
worden. Er zijn bejaarde, omvangrijke hee-
ren, die een beroep op hun moed en hun
spierkracht hebben gedaan en met een ge
zicht van „waarom ook niet?" op het stalen
ros geklommen zijn. Er zijn waardige ma
trones, die veertien dagen geleden er niet
aan gedacht zouden hebben, zich anders dan
per tram, trein of auto voort te bewegen, en
thans zich weer gewaagd hebben op het
rad hunner meisjesdroomen. Wellicht zijn er
zoete herinneringen aan een eerste liefde
mee verbonden. Thans dient het tweewielig
vervoermiddel voor nuchtere en practisohe
werkelijkheid.
Merkwaardig ook, hoe zelfs onder de jon
gere generatie er bekoorlijke dames en iet
wat schutterige jongelui in hun vlegelja
ren te vinden zijn, die zich 0111 onnatuur
lijke reden tot nog toe de fiets links had
den laten liggen. Men kan deze rijwielloo-
zen van beiderlei kunne thans hun eerste
„schreden" of juister „trappen" zien wagen
op een voertuig, dat de kuren en moeilijkhe
den oplevert van bok, ezel en kameel.
Al deze lichaamsbeweging heeft stellig ve
le goede zijden. Want al behoeft men nog
geen aspiraties te koesteren om lid te wor
den van het gilde der beroepswielrenners,
die een onvervalschte Amsterdammer met
den naam „buik-racer" betitelt, uit den aard
der zaak zal men op den duur ook uit dezen
motor van twee-beenen kracht willen halen
wat er in zit. Heeft men niet nu reeds ver
halen kunnen hooren van stugge rijders die
in drie kwartier van Amsterdam naar Bloe-
mendaal zijn gefietst? Natuurlijk hebben zij
er niet bij verteld, of zij den wind mee of
tegen hebben gehad.
Hoe dit ook zij, door al dit fietsen worden
braakliggende krachten gebruikt. Nederland
houdt zich in evenwicht en trapt zich de
spieren los. Hdbld.
Een driftig Zandvoorter voor
den politierechter.
Wat het onverbeterlijke zoontje van den
vijf en veertigjarigen Zandvoorter precies
uitgehaald had. werd niet gezegd, maar hij
had. zegt het Hsbl.. in ieder geval in den
morgen van den elfden April in zijn klas
een herrie veroorzaakt, zoodat de hoofdon
derwijzer zich genoodzaakt zag hem de klas
uit te sturen.
Na cenigcn tijd liet hij den jongen weer
binnenkomen, maar de.straf bleek in het
geheel geen indruk tc' hebben gemaakt en
de jongen moest opnieuw de gang in wor
den gestuurd. Het was wellicht den gehee-
len morgen zoo gegaan: gang in. gang uit.
want ook ten tweeden male wilde de hoofd
onderwijzer den baloorigen knaap naar bin
nen halen als niet de jongenman de bee-
non had genomen.
„Als ik niet leeren mag. behoef ik ook
niet op school te zijn", moet hij gedacht
hebben en hij was naar huisgegaan. De on
derwijzer dacht er echter niet aan zich door
een dertienjarig ventje te laten koeienee-
ren en Arie werd door een anderen leer
ling van huis gehaald. Hij kwam weer op
school met een briefje van zijn vader.
Tot zoover het voorspel van de zaak. wel
ke gistermorgen voor den politic-rechter
werd behandeld tegen den vader van Arie,
die er van werd beschuldigd den hoofdon
derwijzer een klinkenden slag op den wang
tc hebben gegeven.
door Edgar Rice Burroughs
104.
Verborgen achter het dichte kreupelhout,
wachtten Ukah en d'Arnot totdat de olifan-
ten-p'atroiulle in de omheinde ruimte was ge
komen. De hele dag hadden de soldaten
naar de vluchtelingen gezocht en deze waren
nu dicht by hen en van plan het kamp te
overvallen. Uur na uur wachten de twee, tot
dat hun vyanden sliepen. Toen klommen ze
over de palissade. d'Arnot zette zich schrap
tegen de muur. Ukah klom op zyn schou
ders en kon vandaar op de muur klimmen.
Eenmaal op de muur trok Ukah ook d'Arnot
naar boven. Samen sprongen ze aan de an
dere kant naar beneden. Geholpen door de
dichte schaduw van de palissade kropen ze
zwygend vooruit, klaar om zich plat op de
grond te laten vallen by het eerste alarm.
Langzaam kwamen ze bij de rij van gekluis
terde olifanten. Maar daar, met zyn rug naar
hen toe, zat een gewapende soldaat. Ukah
fluisterde d'Arnot enkele bevelen toe, liet
zich op de grond vallen en kroop dichter en
dichter naar den bewaker toe, centimeter
voor centimeter. Vlak voor den Thoriaan
hield hy stil en maakte zich gereed om hem
te bespringen. Doch op hetzelfde ogenblik
keerde de soldaat zich om.
Om op het briefje terug te komen, de
hoofdonderwijzer had het niet gelezen, het
interesseerde hem niet.
Vcrd.: Ilij heeft het in dc prullemand ge
gooid, dat was gemakkelijker.
Het briefje bleek als dit tenminste
waar was nog bijtijds te zijn gered en de
politierechter las het voor;
„Arie komt om te leeren en niet om in
de gang te staan. Als hij in de gang moet
staan, mag hij naar huis komen".
Nu is het natuurlijk paedagogisch on
juist, partij te trekken tegen den onder
wijzer, indien deze een jongen rechtmatig
straft. Trouwens over paedagogisch e talen
ten bleek de Zandvoorter niet te beschik
ken, want zijn volgende handeling was nog
dommer en bracht hem bovendien in
aanraking met de politie. Even nadat zijn
zoon in de klas was teruggekeerd, ver
scheen verdachte zelf om hem weer mee
naar huis te nemen, kennelijk nog steeds
in zijn wiek geschoten, dat zijn zoon die
natuurlijk nimmer iets verkeerds zou doen
een dei-gelijke vernedering had onder
gaan. Maar de onderwijzer posteerde zich
voor de deur.
„Hij blijft hier."
„Hij gaat mee."
De onderwijzer gaf niet toe, verdachte
greep hem daarop hij zijn stropdas en
poogde hem in het bijzijn van de school
kinderen met een fikschen slag op den
wang tot andere gedachten te brengen. En
dit lukte inderdaad, maar helaas leidden
deze gedachten den onderwijzer naar de
politic, welke van dc aanklacht tegen ver
dachte goede nota nam.
„Ik ben my nu juist aan het verkleeden.
Over tien minuten eten we."
Op Hilfoot verkleedde men zich niet voor
tafel. Dat hadden ze nooit gedaan. Oom Ju-
lius had het overdreven gevonden. De zwarte,
zijden jurk, die zij op dat oogenblik aantrok,
was heelemaal geen avondjapon, maar stond
haar 's avonds buitengewoon goed.
„Hij zal pas weggaan, als jy hem er toe
brengt," had meneer Massitcr gezegd. In
werkelykheid kon je een man niet tot iets
brengen. Of wel? Die zwarte zyden jurk, wist
zy, zou succes hebben.
„Wat doet het er toe, wat ik draag?"
vroeg zij zichzelf kwaad af, want nu al had
zij een vermoeden, dat het er wel degelyk
iets toedeed.
Zy was klaar en kon naar beneden gaan,
maar nog wachtte zy, de dingen op haar
toilettafel rangschikkend. Er waren regels,
die de verhouding tusschen ontwikkelde man
nen en vrouwen ten opzichte van elkaar, vast
stelden over het algemeen juiste regels,
gebaseerd op goede gewoonten. En nu was
zij van plan die regels te schenden en de ge
woonten te verloochenen. Omdat het de
eenigste manier was om Gerald's leven te
redden. Zoo ongeveer had Massiter het haar
gezegd.
Zij trilde een beetje en zy lachte zich
zelf uit, omdat zy zenuwachtig kan zijn voor
Gerald. Maar au fond had het eigeniyk niets
met Gerald te maken. Het kwam door de ge
dachte, dat zij hem het hoofd op hol moest
brengen. Om dit te doen vermoedde zij, be
stond er een zekere manier van optreden, die
zij echter ijlet kende.
Toen zy dc trap afkwam, stond hy in de
hal op haar te wachten, maar hy keek haar
niet aan. Hy was zenuwachtig, deed tè non
chalant, waarschynlijk omdat het meisje ln
de buurt was. Het had geen nut iets te pro-
beeren voordat het eten afgeloopen was.
Maar dan zou zij voort moeten maken, voor
het geval Annabelle te vroeg terugkwam.
„Ik ben je vanochtend na die geschiedenis
kwyt geraakt," zei hij terloops, „moest nog
naar Vackery toe. Annabelle ging met my
mee. Over die Ellisterzaak."
„Is alles in orde?"
„Ja." Zyn mokkende toon zei haar veel. Hy
kwam er niet meer op terug, voordat het
meisje de kamer uit was, om de volgende
gang te halen.
„Natuuriyk zal het een heelen tyd duren,
voordat alles geregeld is. Maar er bestaat
over het heele geval niet den minsten twfyfeL
Veckery zei, dat hy, indien in het wenschte,
regelingen zou kunnen treffen, waardoor ik
een flink voorschot zou kunnen opnemen. Ik
heb hem gezegd, dat ik er over zou denken."
Hij lachte, maar zyn blik bleef ernstig.
„Ik heb mijn heele leven lang gewenscht
veel geld te bezitten. Nu heb ik het. Tonnen
en nog eens tonnen!"
Hy liet zyn stem dalen. „Torrance, Ik ben
millionair."
Om de een of andere reden, begreep zy,
moest het voor het dienstpersoneel geheim
blijven, hoewel de couranten ongetwijfeld het
blhnenkort aan iedereen zouden vertellen.
Terwyi het meisje hen bediende, begon hy
een conversatie met „weet-jc-nog-wel" waar
hy schynbaar plezier in had. Er waren zelfs
oogcnblikken, dat zy eveneens mee deed.
Hy bleef er mee door gaan tot na de koffie
In den salon. Zij was schynbaar nydig ge
worden door de schynbare onverschilligheid,
waarmede hy hun tyd verspilde, temeer daar
zy elkaar zooveel te zeggen hadden.
Zy belde om het blad met de kopjes te
laten weghalen. Zij zouden nu niet meer ge
stoord worden, totdat Annabelle terugkwam.
Hij begon zwygend een pyp te stoppen, zy
was haar ouden kameraadschappelijken toon
met hem kwyt, omdat zy er over nadacht
hoe zij zyn aandacht moest trekken. Er be
stond een bepaalde tactiek, doch daar zy deze
niet kende, zat zij zwygend toe te zien hoe
hy zyn pijp stopte.
Plotseling sprak hy.
„Vanmorgen by het getuigen, verraadde ik
mezelf byna. Geloof jy dat zy het merkte?"
„Je weet dus wat je aan haar hebt, Gerald?"
Hy haalde een visitekaartje voor den dag,
waarop hy aanteekeningen had gemaakt.
Om precies te zijn, was het ongeveer half
zes, toen ik haar voor het laatst dien avond
in het Parijsche hotel heb gezien. Daarna
sprak ik haar om ongeveer tien minuten voor
twaalven. Een vliegmachine had dien afstand
in dien tusschentijd gemakkelyk kunnen af
leggen"
„En Vanderlem was de man die by haar
was," mompelde Torrance, „en op het oogen
blik zitten zy het te bepraten."
Ouder gewoonte liep hy de kamer op en
neer.
„Ik ben tot de conclusie gekomen, dat ik een
onnadenkende stommeling ben," riep hy uit,
„eerst dacht ik, dat je onzin zat te vertellen,
toen je me dat verhaal over Ellister vertelde.
Nu heeft Vackery voorgesteld, my tien dul-
zennd pond voor te schieten. En toen jy my
vertelde, dat je een vrouw gezien had, die de
diamanten in den muur metselde, dacht Ik,
dat het je reinste zinsbedrog was. Totdat wy
de diamanten vonden. Tenslotte was ik er van
overtuigd, dat het Annabelle niet was en
nu weten wy dat zy het wel was."
Verd.: Ik hob hem niet geslagen, ik heb
hem op zij probeeren te duwen.
Een schuchtere scholier, die stotterde en
hakkelde, als. kende hij zijn les niet, ver
klaarde echter gezien te hebben, dat ver
dachte een slaande beweging maaJctc.
De officier achtte het feit daarom bewe
zen en eischte na een.requisitoir, dat lang
niet malsch was. tegen verdachte vol
gens hem een slecht opvoeder, die zijn
woede moeilijk beheersclie een gevange
nisstraf van een maand.
Dit maakte indruk op verdachte, die
eerst tegenover den politierechter een
agressieve houding had aangenomen, doch
nu nog slechts wist te prevelen: „lk had
liever oen geldboete."
Voor de rechtbank worden echter geen
lieverkoekjes gebakken en de Zandvoorter
mocht, tens lotte nog blij zijn, dat de klap
hom op één week gevangenisstraf kwam te
staan.
Ga hier nu niet verder op door, waarschuw
de Torrance zichzelf. Maar zy kon niet op
tegen het eeerlijkheidsgevoel van een ont
wikkeld persoon.
„Nee", merkte zij op, „wy weten, dat zy
er geweest kan zyn, niet dat zy er was."
„Wat wil je daar mee zeggen?" vroeg hy
ongeduldig. „Vroeger was je overtuigd; ik
ben het geweest, die je aan het wankelen heb
gebracht."
„Maar zij..."
Hy draaide zich kwaad om.
„Ik wil er verder niet over redetwisten.
Bestaat er voor jou, op dit oogenblik, eenigen
twijfel, dat het Annabelle was, die je hier
hebt gezien? Bestaat er voor jou de minste
twyfel, dat haar trouwerij met my niet een
deel was van de moordplannen?"
Zy keek hem recht in de oogen. „Nee,"
antwoordde zij, maar haar blik was tergend
onpersoonlijk.
„Juist! En nu wy rijk zyn, wat gaat ze nu
doen? Mij vermoorden en het geld inpikken
door middel van de huwelyksacte
„Gelukkig, dat je het eindelijk inziet,
Gerry! Dat is nu precies wat meneer Massi
ter denkt. En hy is een onbeïnvloede toe
schouwer."
Hy deed alsof hy haar niet hoorde.
„Wat het vermoorden aangaat, kan lk best
op my zelf passen," ging hij door. „De moei-
lykheid waar wy op het oogenblik mee zitten
bestaat hierin, dat ik waarachtig niet inzie,
hoe ik langer methaar kan samenleven. Ik
bedoel, ik kan zelfs niet doen alsof. En straks
komt zy weer thuis. Wat moet ik nu doen?
Afgezien van het idee alleen, bestaat er
groote kans, dat ik den heelen boel zal ver
raden."
En hy zou hun plannen om hem te ver
moorden nog verhaasten. Hy begreep mis
schien de waarheid omtrent Annabelle, maar
zij was nog steeds een gevaar voor hem. Nu
was het het oogenblik, om op hem in te wer
ken. zyn aandacht op haarzelf te concentree-
ren. Je moet reclame maken.
„Gerald, ik wilde je iets zeggen. Iets..."
„En dan is er nog iets," viel hy haar in de
rede, „wat moet er met jou en my gebeu
ren?"
Door een paar woorden loste hy haar
moeiiykheid op. Tenslotte was al haar voor
bereiding niet noodig gebleken.
„Ik heb nergens bezwaar tegen, Gerry. Ik
dacht dat je dat wel wist."
Wordt vervolqd.