Leeren maar niet in den gang staan TARZAN en de Heï GeHeim unn Ieder op de fiets Het opleggen van uw auto vuren van Torh Clearing wordt voortgezet 7 orrance Esdale Buitenlandsche journalisten bezoeken ons land De opmarsch der Duitschers MAATREGELEN VOOR IN- EN UIT VOER BLIJVEN. NORMALE OM REKENING IN GULDENS. Het departement van Financiën vestigt «de aandacht van de belastingambtenaren op de omstandigheid, dat invoerverboden!, uitvoerverboden, contingentceringen, mono polies en clearing op den bestaanden voet blijven werken. Waardeherleiding in Nodcrlandsche munt bij in- en uitvoer geschiedt op normale •wijze. Hierbij vindt de omrekening van de rij.ksmark bij aangifte naar dagwaarde plaats volgens den laatst bekenden clearing- koers en bij aangifte volgens koopprijs naar den clearingkoers op den dag van koop. Indien het publiek voor belasting-doelein den dient te beschikken over bankgelden, kunnen de ontvangers verklaringen afge ven nopens aan hen verschuldigde bedra gen» Invoervergunningen der Anic niet meer noodig. Hot. departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart deelt mede, dat ontheffing wordt verleend van de verplichtingen, voortvloeiend uit de Invoerooodwet 1939. Dientengevolge zal invoer van de goede ren, waarvoor krachtens deze wet tot dus- vergunning van de Algemcene N'ederland- sche Invoer Centrale werd vereischt, thans zonder bedoelde vergunning kunnen plaats vinden. Technische raadgevingen van de K.N.A.C. Ten gerieve van hen, die in verband met de ver-strekkende beperking van het benzi neverbruik hun auto buiten dienst moeten stellen, geeft de Kon. Nederlandsche Auto mobiel Club liet onderstaande, beknopte ad vies. berekend op een oplegduur van min stens ecnige maanden. 1. Indien nog mogelijk: wagen volledig doorsrneren, onderzijde chassis met roest- werende dunne „kruipolie" besproeien, mo torolie ververschcn na doorspoeling van het smeersystecm met spoelolie. Bestaat voor vcrvcrschen geen gelegenheid dan na af tappen der oude olie het carter leeg laten. 2. Bougies uitschreven; enkele eetlepels dunne motorolie of bovensmering-olie in el- ken cylinder gieten; motor met starter eenigc slagen laten maken. Dit laatste min stens éénmaal per maand horhalen, met be hulp van aanzctslingcr of aan drijfwiolen met versnelling ingeschakeld. 3. Accu-batterij aan laadstation in bewa ring en onderhoud géven: ventilatoriicm ontspannen; koelsysteem ..met water gevuld laten, en tegen den winter met spiritus .vorstvrij maken. 4. Om technische redenen (gevaar van ,.gum"-vorming). benzinetank aftappen; in dien bussen of blikken voor de brandstof beschikbaar zijn. en deze op een veilige plaats (brandgevaar!) kunnen worden ge borgen. 5. Carrosserie politoeren met een der be kende. daartoe dienende waspreparaten. Alle blanke deelen en eventueel beschadig de plekken van liet lakwerk niet zuurvrije vaseline invetten. Alles eerst goed droog laten worden, als teforen wasschen noo dig is. G. Koetswerk-intérieur stofvrij maken, en niet een motten-wcrend middel behandelen. 7. Wagen op blokken zetten, met banden op halve spanning, in een droge, bij voor keur koele en donkere ruimte met een ven tilatie. door: Roy Vickers FEUILLETON 28 Torrance keek den wagen na, z4j begreep het humeur van den heer Maaaiter niet. Nu eens was hy zoo aardig, dan weer onbegrij pelijk norach. Als hy een jong iemand ge weest was, dan, zei zy tegen zichzelf, zou zy het zich kunnen voorstellen. Zy draalde zich om, zette hem uit haar gedachten en zag het meisje, dat met een telefoonbericht op haar stond te wachten. „Mevrouw Saranack heeft opgebeld om te zeggen, dat het haar speet dat zy u is kwijt geraakt, maar zij moest dadelyk met meneer Saranack naar Londen en komt ln den loop van den middag weer thuis." Het was al byna avond, toen Annabelle haar zelf opbelde. „Is Gerry al thuis? O nou, dan komt hy zoo! Torrance, zou je met hem willen eten vanavond hem den verderen avond bezig houden? Ik ben hier in het Burlington Palacc Hotel by de Vandcrlems. Zij hebben mij te dineeren gevraagd en daar ze waarachynlljk gauw weggaan, ia het misschien den laatsten keer. dat ik zc nog kan spreken. Wil jy het voor my met Gerry in orde maken?... Tor rance. je was vanmorgen ongeloofïyk! Ik weet nog niet hoe ik alles had kunnen door staan. als jy niet by my geweest was." De conversatie van een domme, makkeiyke vrouw. Of niet? Op dat oogenbllk wist Tor rance ineens, dat zy het niet langer kon ris- keeren. Zij hoorde Gerald het huls binnenkomen en rende naar haar kamer; haar plannen waran nu vastgesteld. Enkele oogcnblikken later klopte hy op haar kamerdeur. „Waar is Annabelle?" „zy biyrt eten by de Vanderlcms." „O!... Doe eens open, ik wil even met je praten." Doch zij wilde op dat oogenblik nog niet met hem praten. 3'|2 pet. Grootboekschuld A Couponbetaling aangekondigd. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het Departement van Financiën, maakt bekend dat te Amsterdam de gelegenheid zal zijn opengesteld tot ontvangst van rente der kapitalen, ingeschreven in het Grootboek A der 31/2% Nationale Schuld, uitsluitend over het halfjaar verschijnende i Juni 1940, van 1 Juni tot en met 30 November 1940. Op uitnoodiging der Duitsche rijksregecring. Een groep Beiiijnsche journalisten heeft, op uitnoodiging van de pcrsafdceling van de Hijksregeering, liet Ministerie van Buiten landsche Zaken en het O.K.W., een bezoek gebracht aan Nederland. Bezichtigd zijn Tilburg, Botterdam, Den Haag en Schevcningen en gisteren vertoefde liet gezelschap in de hoofdstad. Op de heenreis zijn de Peel versterkingen en o.a. de bruggen over de groote rivieren in oogenschouw genomen. Heden, op de te rugreis, zal de Grebbelinic worden bezocht. Te Amsterdam hadden zich hij het gezel schap gevoegd Oberst-Leutnant dr. Blau van het O.K.W., Lcgaticrat Raschc, de lieer von Schimpff en dr. Eigh van het propaganda- ministcrie. Onder de journalisten bevonden zich drie Amerikaansche journalisten, namelijk van United Press, Associated Press en de New- York Times, twee Japansche journalisten van het bureau Domei, een Finsche, een Hongaarsche en een Spaansche journalist. De buitenandsche journalisten waren zeer getroffen door het feit, dat liet normale le ven in Nederland, zoowel in de kleinere ge meenten op. het platteland, als in de groote steden, weer een vrijwel normaal aanzien heeft. Over het algemeen vonden de buiten landsche bezoekers het land van een groote schoonheid. Vooral dc oude stad Amsterdam en in het bijzonder de binnenstad, hadden de groo te belangstelling van de bezoekers. Frankrijk tegen den binnenlandscben vijand Fransch—Zwitsersche grens. (D.N.B.): De gehouden ministerraad te Parijs was voor alles gewijd aan liet zoogenaamde „bin- nenlandsclie front". Talrijke verordeningen zijn uitgevaardigd ter verscherping van liet handhaven van dc orde. Thans kunnen ook burgers voor den krijgsraad worden ge daagd. De vonnissen kunnen onmiddellijk en zonder hooger beroep worden uitgevoerd. Fransche bladen geven toe, dat de Duitsche troepen krachtig zijn doorgestooten. Naar het D.X.B. uit Parijs meldt, geven de Fransche ochtendbladen van gister on omwonden toe. dat de Duitsche troepen ten Noorden van Saint Qucntin bij. Bethel en Montmedy krachtig zijn doorgestooten. Charles Maurice schrijft in de „Pctit Pa- risien" over een „verwarrenden- slag van tanks en vliegtuigen" en Lcon Blum ver klaart in de „Populaire" dat het front aan de Maas thans geneutraliseerd schijnt en dat thans de gchcele slag gericht is op het hart van Frankrijk. De werkelijkheid waar voor Frankrijk thans is gesteld, is de zwaarste slag. welke men zich kan inden ken. Generaal Duval nocnit in de „Tcrnps" den toestand ernstig. Door den krachtïgcn storm, welke nog nooit in de geschiedenis is gezien, blijkt volgens Duval duidelijk, dat het de voort durende politieke gedachte van Hitier is ge weest. Frankrijk en Engeland te scheiden, om dan dc deelen alleen te vernietigen. Dc „Ordre" meent dat de I'ransche mili tairen tc veel hebben gedacht aan den oor log van 1914. Men heeft opgemerkt, dat Nederland acht niillioen inwoners en zestien niillioen fietsen bezit Dit moge overdreven zijn. Toch is in deze dagen de fiets, oftewel het rijwiel, meer dan ooit het nationale vervoermiddel ge worden. Er zijn bejaarde, omvangrijke hee- ren, die een beroep op hun moed en hun spierkracht hebben gedaan en met een ge zicht van „waarom ook niet?" op het stalen ros geklommen zijn. Er zijn waardige ma trones, die veertien dagen geleden er niet aan gedacht zouden hebben, zich anders dan per tram, trein of auto voort te bewegen, en thans zich weer gewaagd hebben op het rad hunner meisjesdroomen. Wellicht zijn er zoete herinneringen aan een eerste liefde mee verbonden. Thans dient het tweewielig vervoermiddel voor nuchtere en practisohe werkelijkheid. Merkwaardig ook, hoe zelfs onder de jon gere generatie er bekoorlijke dames en iet wat schutterige jongelui in hun vlegelja ren te vinden zijn, die zich 0111 onnatuur lijke reden tot nog toe de fiets links had den laten liggen. Men kan deze rijwielloo- zen van beiderlei kunne thans hun eerste „schreden" of juister „trappen" zien wagen op een voertuig, dat de kuren en moeilijkhe den oplevert van bok, ezel en kameel. Al deze lichaamsbeweging heeft stellig ve le goede zijden. Want al behoeft men nog geen aspiraties te koesteren om lid te wor den van het gilde der beroepswielrenners, die een onvervalschte Amsterdammer met den naam „buik-racer" betitelt, uit den aard der zaak zal men op den duur ook uit dezen motor van twee-beenen kracht willen halen wat er in zit. Heeft men niet nu reeds ver halen kunnen hooren van stugge rijders die in drie kwartier van Amsterdam naar Bloe- mendaal zijn gefietst? Natuurlijk hebben zij er niet bij verteld, of zij den wind mee of tegen hebben gehad. Hoe dit ook zij, door al dit fietsen worden braakliggende krachten gebruikt. Nederland houdt zich in evenwicht en trapt zich de spieren los. Hdbld. Een driftig Zandvoorter voor den politierechter. Wat het onverbeterlijke zoontje van den vijf en veertigjarigen Zandvoorter precies uitgehaald had. werd niet gezegd, maar hij had. zegt het Hsbl.. in ieder geval in den morgen van den elfden April in zijn klas een herrie veroorzaakt, zoodat de hoofdon derwijzer zich genoodzaakt zag hem de klas uit te sturen. Na cenigcn tijd liet hij den jongen weer binnenkomen, maar de.straf bleek in het geheel geen indruk tc' hebben gemaakt en de jongen moest opnieuw de gang in wor den gestuurd. Het was wellicht den gehee- len morgen zoo gegaan: gang in. gang uit. want ook ten tweeden male wilde de hoofd onderwijzer den baloorigen knaap naar bin nen halen als niet de jongenman de bee- non had genomen. „Als ik niet leeren mag. behoef ik ook niet op school te zijn", moet hij gedacht hebben en hij was naar huisgegaan. De on derwijzer dacht er echter niet aan zich door een dertienjarig ventje te laten koeienee- ren en Arie werd door een anderen leer ling van huis gehaald. Hij kwam weer op school met een briefje van zijn vader. Tot zoover het voorspel van de zaak. wel ke gistermorgen voor den politic-rechter werd behandeld tegen den vader van Arie, die er van werd beschuldigd den hoofdon derwijzer een klinkenden slag op den wang tc hebben gegeven. door Edgar Rice Burroughs 104. Verborgen achter het dichte kreupelhout, wachtten Ukah en d'Arnot totdat de olifan- ten-p'atroiulle in de omheinde ruimte was ge komen. De hele dag hadden de soldaten naar de vluchtelingen gezocht en deze waren nu dicht by hen en van plan het kamp te overvallen. Uur na uur wachten de twee, tot dat hun vyanden sliepen. Toen klommen ze over de palissade. d'Arnot zette zich schrap tegen de muur. Ukah klom op zyn schou ders en kon vandaar op de muur klimmen. Eenmaal op de muur trok Ukah ook d'Arnot naar boven. Samen sprongen ze aan de an dere kant naar beneden. Geholpen door de dichte schaduw van de palissade kropen ze zwygend vooruit, klaar om zich plat op de grond te laten vallen by het eerste alarm. Langzaam kwamen ze bij de rij van gekluis terde olifanten. Maar daar, met zyn rug naar hen toe, zat een gewapende soldaat. Ukah fluisterde d'Arnot enkele bevelen toe, liet zich op de grond vallen en kroop dichter en dichter naar den bewaker toe, centimeter voor centimeter. Vlak voor den Thoriaan hield hy stil en maakte zich gereed om hem te bespringen. Doch op hetzelfde ogenblik keerde de soldaat zich om. Om op het briefje terug te komen, de hoofdonderwijzer had het niet gelezen, het interesseerde hem niet. Vcrd.: Ilij heeft het in dc prullemand ge gooid, dat was gemakkelijker. Het briefje bleek als dit tenminste waar was nog bijtijds te zijn gered en de politierechter las het voor; „Arie komt om te leeren en niet om in de gang te staan. Als hij in de gang moet staan, mag hij naar huis komen". Nu is het natuurlijk paedagogisch on juist, partij te trekken tegen den onder wijzer, indien deze een jongen rechtmatig straft. Trouwens over paedagogisch e talen ten bleek de Zandvoorter niet te beschik ken, want zijn volgende handeling was nog dommer en bracht hem bovendien in aanraking met de politie. Even nadat zijn zoon in de klas was teruggekeerd, ver scheen verdachte zelf om hem weer mee naar huis te nemen, kennelijk nog steeds in zijn wiek geschoten, dat zijn zoon die natuurlijk nimmer iets verkeerds zou doen een dei-gelijke vernedering had onder gaan. Maar de onderwijzer posteerde zich voor de deur. „Hij blijft hier." „Hij gaat mee." De onderwijzer gaf niet toe, verdachte greep hem daarop hij zijn stropdas en poogde hem in het bijzijn van de school kinderen met een fikschen slag op den wang tot andere gedachten te brengen. En dit lukte inderdaad, maar helaas leidden deze gedachten den onderwijzer naar de politic, welke van dc aanklacht tegen ver dachte goede nota nam. „Ik ben my nu juist aan het verkleeden. Over tien minuten eten we." Op Hilfoot verkleedde men zich niet voor tafel. Dat hadden ze nooit gedaan. Oom Ju- lius had het overdreven gevonden. De zwarte, zijden jurk, die zij op dat oogenblik aantrok, was heelemaal geen avondjapon, maar stond haar 's avonds buitengewoon goed. „Hij zal pas weggaan, als jy hem er toe brengt," had meneer Massitcr gezegd. In werkelykheid kon je een man niet tot iets brengen. Of wel? Die zwarte zyden jurk, wist zy, zou succes hebben. „Wat doet het er toe, wat ik draag?" vroeg zij zichzelf kwaad af, want nu al had zij een vermoeden, dat het er wel degelyk iets toedeed. Zy was klaar en kon naar beneden gaan, maar nog wachtte zy, de dingen op haar toilettafel rangschikkend. Er waren regels, die de verhouding tusschen ontwikkelde man nen en vrouwen ten opzichte van elkaar, vast stelden over het algemeen juiste regels, gebaseerd op goede gewoonten. En nu was zij van plan die regels te schenden en de ge woonten te verloochenen. Omdat het de eenigste manier was om Gerald's leven te redden. Zoo ongeveer had Massiter het haar gezegd. Zij trilde een beetje en zy lachte zich zelf uit, omdat zy zenuwachtig kan zijn voor Gerald. Maar au fond had het eigeniyk niets met Gerald te maken. Het kwam door de ge dachte, dat zij hem het hoofd op hol moest brengen. Om dit te doen vermoedde zij, be stond er een zekere manier van optreden, die zij echter ijlet kende. Toen zy dc trap afkwam, stond hy in de hal op haar te wachten, maar hy keek haar niet aan. Hy was zenuwachtig, deed tè non chalant, waarschynlijk omdat het meisje ln de buurt was. Het had geen nut iets te pro- beeren voordat het eten afgeloopen was. Maar dan zou zij voort moeten maken, voor het geval Annabelle te vroeg terugkwam. „Ik ben je vanochtend na die geschiedenis kwyt geraakt," zei hij terloops, „moest nog naar Vackery toe. Annabelle ging met my mee. Over die Ellisterzaak." „Is alles in orde?" „Ja." Zyn mokkende toon zei haar veel. Hy kwam er niet meer op terug, voordat het meisje de kamer uit was, om de volgende gang te halen. „Natuuriyk zal het een heelen tyd duren, voordat alles geregeld is. Maar er bestaat over het heele geval niet den minsten twfyfeL Veckery zei, dat hy, indien in het wenschte, regelingen zou kunnen treffen, waardoor ik een flink voorschot zou kunnen opnemen. Ik heb hem gezegd, dat ik er over zou denken." Hij lachte, maar zyn blik bleef ernstig. „Ik heb mijn heele leven lang gewenscht veel geld te bezitten. Nu heb ik het. Tonnen en nog eens tonnen!" Hy liet zyn stem dalen. „Torrance, Ik ben millionair." Om de een of andere reden, begreep zy, moest het voor het dienstpersoneel geheim blijven, hoewel de couranten ongetwijfeld het blhnenkort aan iedereen zouden vertellen. Terwyi het meisje hen bediende, begon hy een conversatie met „weet-jc-nog-wel" waar hy schynbaar plezier in had. Er waren zelfs oogcnblikken, dat zy eveneens mee deed. Hy bleef er mee door gaan tot na de koffie In den salon. Zij was schynbaar nydig ge worden door de schynbare onverschilligheid, waarmede hy hun tyd verspilde, temeer daar zy elkaar zooveel te zeggen hadden. Zy belde om het blad met de kopjes te laten weghalen. Zij zouden nu niet meer ge stoord worden, totdat Annabelle terugkwam. Hij begon zwygend een pyp te stoppen, zy was haar ouden kameraadschappelijken toon met hem kwyt, omdat zy er over nadacht hoe zij zyn aandacht moest trekken. Er be stond een bepaalde tactiek, doch daar zy deze niet kende, zat zij zwygend toe te zien hoe hy zyn pijp stopte. Plotseling sprak hy. „Vanmorgen by het getuigen, verraadde ik mezelf byna. Geloof jy dat zy het merkte?" „Je weet dus wat je aan haar hebt, Gerald?" Hy haalde een visitekaartje voor den dag, waarop hy aanteekeningen had gemaakt. Om precies te zijn, was het ongeveer half zes, toen ik haar voor het laatst dien avond in het Parijsche hotel heb gezien. Daarna sprak ik haar om ongeveer tien minuten voor twaalven. Een vliegmachine had dien afstand in dien tusschentijd gemakkelyk kunnen af leggen" „En Vanderlem was de man die by haar was," mompelde Torrance, „en op het oogen blik zitten zy het te bepraten." Ouder gewoonte liep hy de kamer op en neer. „Ik ben tot de conclusie gekomen, dat ik een onnadenkende stommeling ben," riep hy uit, „eerst dacht ik, dat je onzin zat te vertellen, toen je me dat verhaal over Ellister vertelde. Nu heeft Vackery voorgesteld, my tien dul- zennd pond voor te schieten. En toen jy my vertelde, dat je een vrouw gezien had, die de diamanten in den muur metselde, dacht Ik, dat het je reinste zinsbedrog was. Totdat wy de diamanten vonden. Tenslotte was ik er van overtuigd, dat het Annabelle niet was en nu weten wy dat zy het wel was." Verd.: Ik hob hem niet geslagen, ik heb hem op zij probeeren te duwen. Een schuchtere scholier, die stotterde en hakkelde, als. kende hij zijn les niet, ver klaarde echter gezien te hebben, dat ver dachte een slaande beweging maaJctc. De officier achtte het feit daarom bewe zen en eischte na een.requisitoir, dat lang niet malsch was. tegen verdachte vol gens hem een slecht opvoeder, die zijn woede moeilijk beheersclie een gevange nisstraf van een maand. Dit maakte indruk op verdachte, die eerst tegenover den politierechter een agressieve houding had aangenomen, doch nu nog slechts wist te prevelen: „lk had liever oen geldboete." Voor de rechtbank worden echter geen lieverkoekjes gebakken en de Zandvoorter mocht, tens lotte nog blij zijn, dat de klap hom op één week gevangenisstraf kwam te staan. Ga hier nu niet verder op door, waarschuw de Torrance zichzelf. Maar zy kon niet op tegen het eeerlijkheidsgevoel van een ont wikkeld persoon. „Nee", merkte zij op, „wy weten, dat zy er geweest kan zyn, niet dat zy er was." „Wat wil je daar mee zeggen?" vroeg hy ongeduldig. „Vroeger was je overtuigd; ik ben het geweest, die je aan het wankelen heb gebracht." „Maar zij..." Hy draaide zich kwaad om. „Ik wil er verder niet over redetwisten. Bestaat er voor jou, op dit oogenblik, eenigen twijfel, dat het Annabelle was, die je hier hebt gezien? Bestaat er voor jou de minste twyfel, dat haar trouwerij met my niet een deel was van de moordplannen?" Zy keek hem recht in de oogen. „Nee," antwoordde zij, maar haar blik was tergend onpersoonlijk. „Juist! En nu wy rijk zyn, wat gaat ze nu doen? Mij vermoorden en het geld inpikken door middel van de huwelyksacte „Gelukkig, dat je het eindelijk inziet, Gerry! Dat is nu precies wat meneer Massi ter denkt. En hy is een onbeïnvloede toe schouwer." Hy deed alsof hy haar niet hoorde. „Wat het vermoorden aangaat, kan lk best op my zelf passen," ging hij door. „De moei- lykheid waar wy op het oogenblik mee zitten bestaat hierin, dat ik waarachtig niet inzie, hoe ik langer methaar kan samenleven. Ik bedoel, ik kan zelfs niet doen alsof. En straks komt zy weer thuis. Wat moet ik nu doen? Afgezien van het idee alleen, bestaat er groote kans, dat ik den heelen boel zal ver raden." En hy zou hun plannen om hem te ver moorden nog verhaasten. Hy begreep mis schien de waarheid omtrent Annabelle, maar zij was nog steeds een gevaar voor hem. Nu was het het oogenblik, om op hem in te wer ken. zyn aandacht op haarzelf te concentree- ren. Je moet reclame maken. „Gerald, ik wilde je iets zeggen. Iets..." „En dan is er nog iets," viel hy haar in de rede, „wat moet er met jou en my gebeu ren?" Door een paar woorden loste hy haar moeiiykheid op. Tenslotte was al haar voor bereiding niet noodig gebleken. „Ik heb nergens bezwaar tegen, Gerry. Ik dacht dat je dat wel wist." Wordt vervolqd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 8