SALONIKI RADIO TARZAN en „e HeT GeHeim unn vuren van Tohr Torrance Esdale de twistsfapel van den Balkan Samen verder PROGRAMMA I EEN STAD, DIE REEDS 25 EEUWEN VAN STRIJD HEEFT GEKEND. TOEVLUCHTSHAVEN VOOR SCHIPBREU KELINGEN OP DE KUSTEN DER EGËISCHE ZEE. Het oorlogsgevaar voor den Balkan blijft dreigen; en indien de oorlogs fakkel ook hier ontbrandt, zal Sa- loniki ongetwijfeld geroepen zijn, op den Bal'kan weder een even be langrijke rol te epelen als in don wereldoorlog. De Egéïsche Zee vernauwt zich in het westen tot de Golf van Saloniki. Aan het Noordelijikste uiteinde van deze golf ligt de sinds bijna 25 eeuwen door oorlogen geteis terde stad Saloniki, met haar als gevolg van tallooze volksverhuizingen wonderlijk gemengde bevolking. Wij willen hier in groote trekken haar geschiedenis schetsen. In de 4de eeuw vóór Chr. legde hier de Ma cedonische koning Kassandcr de eerste steen voor een nieuwe stad op de plaats, waar de kleine Grioksche nederzetting Thcrme had gestaan. De nieuwe stad ont ving den naam Thessalonike, naar de ge malin des stichters. Daarop werd het land oveweldigd door de Romeinen, die Thessa- lonike verhieven tot hoofdstad van Macedo nië. De apostel Paulus vestigde er een van de eerste Christengemeenschappen. In het Byzantijnsche tijdperk ontwikkelde de stad zich tot de grootste handelsstad van den Balkan, die in pracht en praal niet ver re ten achter stond bij Konstantinopel. In de 6de en 7de eeuw had zij zware belegeringen te doorstaan van de Slaven, de Awaren en de Bulgaren. In den loop van de daarop volgende eeuwen werd zij meermalen ge plunderd door de Saracenen en de Noor- niannen. In de 13de eeuw werd Saloniki hoofdstad van het eerst Frankische en later Grieksche keizerrijk. In 1430 werd de stad door de Turken veroverd, die haar wisten te behouden tot 1912, toen zij door de Grie ken werd heroverd. Saloniki ln den wereldoorlog. ^n het tweede jaar van den wereldoorlog stond Saloniki in het middelpunt van den oorlogsbrand in het Oosten. Franschen en Engelschen namen de stad wederrechtelijk in bezit en legden er groote versterkingen aan. Saloniki werd het voornaamste steun punt en het hoofdkwartier van de z.g. Ar- móe d'Oricnt, onder bevel van generaal Sar rail. Vcnizelos had geheel eigenmachtig en tegen den nadrukkelijkcn wil van Koning Konstantijn een geheime overeenkomst ge troffen met Frankrijk en Engeland, op grond waarvan beide mogendheden gemachtigd waren, troepen aan land te zetten. Toen dit inderdaad geschiedde, word Venizelos van zijn post ontheven, de Grieksche regeering beriep zich op huar neutraliteit en verlang de terugtrekking van de geallieerde troepen. Frankrijk en Engeland weigerden echter aan dezen eisch te voldoen. Onder druk van die FEUILLETON door: Roy Vickers 37. „Zoo begrijp ik het. Ik heb u al gezegd, dat er niets zat." De spanning was weg en Torrance was veilig. „Nou juffrouw Esdale, U moet rnjj niet kwalijk nemen, dat ik uw wagen liet stilstaan, maar één oogenblik was ik stom verbaasd. Én ik vrees, dat ik u aan het schrikken heb gemaakt door mijn zenuw achtigheid het spijt me werkelijk! Mis schien kunnen wfj doorrijden, of u moet te verontwaardigd zfjn om mij nog verder mee te willen nemen." Torrance startte opnieuw Nog drie kilo meter naar Readlng. Het was inderdaad waar, dat hij „stom verbaasd" was geweest. Hij wist dus niet. dat Annabelle er bij geweest was, toen Gerald de diamanten vond. Hij wist niet, dat Annabelle ze aan de politie gegeven had. En Annabelle had hem niet ge zegd, wie de onbekende vrouw was geweest, die de politie had getelefoneerd Dus werkten Vandcrlem en Annabelle niet samen. Annabelle was onschuldig. Gerald's laatste kans was verkeken of deze man, met zijn krankzinnig plan om getuigen op te roepen, die meineed wilden plegen, zou hem van rechtsvervolging kunnen doen ontslaan. Al haar hoop vervloog. Waarschijnlijk wist deze man, al. was hy nog zoo knap. evenmin iets van Engelach recht af als meneer Mas- siter. ZU had verschillende rechtszaken op de Amerikaansche films gezien. Misschien dacht hij, dat dergelijke praktijken hier in Enge land ook opgingen. „Als u m(j in dit stadje wilt afzetten, dan neem ik verder den trein wel. Denkt u nog eenp een nachtje over mijn voorstel n$i en laat u het mij dan morgen weten." Zij waren nu binnen de bebouwde kom. De heldere straatverlichting bescheen nu de handen van haar metgezet. De handen van een wurger. „Het is tijdverlies voor u, om nu een trein zijde werd Griekenland gedwongen, hel. leger te demobiliseeren, waarop het aantal troe pen der Geallieerden in Saloniki weldra steeg tot 200.000 man. Inmiddels hadden de Bulgaren hun tegenstanders dc Serviërs ver slagen, waarop de Geallieerde troepen over de Grieksche grens Servië binnonrukten om dit land ter hulp te snellen. Een Bulgaar- sche legermacht rukte op naar het Zuiden en leverde den Geallieerden troepen slag. Deze laatslen leden de nederlaag en moesten zich over de Grieksche grens terugtrekken. Na 25 jaar opnieuw in den maal stroom van den oorlog? Thans staat Saloniki opnieuw in het mid delpunt der belangstelling. De Grieken heb ben er jaren over gedaan, om de door oude, dikke muren omringde stad, die in den we reldoorlog voor een deel door brand was ver nield, in modernen stijl weder op te hou wen. Met haar 250.000 inwoners is Saloniki de derde stad van Griekenland, wat zielen tal betreft. Zooals wij reeds opmerkten be staat de bevolking uit onderling buitenge woon sterk verschillende elementen. Men vindt er vertegenwoordigers van alle Euro- peesche en Aziatische volken en rassen on der aan. Grieken, Bulgaren, Macedoniër», Albaneezen, Turken, Joden cn Armeniërs, die door het rad van avontuur nanr Salo niki worden gevoerd, stranden er en blijven er hangen. Zij allen zoeken hun voordeel te doen met den levendigen handel, die in dit economische centrum samenkomt, elk op zijn wijze. Naast de Grieken zijn het vooral de Armeniërs en Joden, die den handel tof zich hebben weten te trekken. De Joden in Saloniki oefenen voornamelijk den midden- standshandel uit, terwijl de groothandel in Macedonische tabak, olijfolie en vee meest in Alles z'n gewonen gang, Dat is 't besto in dcez' tijden. Werkzaam zijn naar alle zijden In het algemeen belang! Sta niet kijkend aan den kant. Dien den opbouw van bet land! Geef Uw opdracht, steun het werk, Koop. verkoop en laat het weten, Dat Uw naam niet is vergeten, Maar nog krachtig is en sterk, Dat go, juist in dezen tijd, 'n Deel van de gemeenschap zijt! Wie zelfzuchtig stil blijft staan, Om het eigen „ik" te sterken. Zal straks inderdaad bemerken, Dat het zóó toch niet mag gaan! Wees verstandig en bereid, Iielp elkaar in dezen tijd! „Samen verder" is de leus, Breng de handen uit do mouwen, Geef den opbouw Uw vortrouwen, Ila's de allerbeste keus! Zóó gaat eens de nood voorbij: Samen door de maatschappij! Ook voor hen, die in het veld Zoovoel kostbaars moesten geven, Waaraan 't militaire loven Zooveel eischen heeft gesteld. Ook z ij moeten nnn den slag In 't bestaan van alledag! Daarom, wacht niet langer af. Blijf als enkeling niet kijken, Maar ga ook aan and'ren reiken, Wat het leven U nog gaf! Blijf zóó dezen tijd verstaan: „OOK IK HEB MIJN PLICHT GEDAAN"! 1 Mei 1940. KROES. (Nadruk verboden.) Grieksche en Armenische handen berust. Griekenland heeft in de jaren na den we reldoorlog onophoudelijk pogingen in het werk gesteld om het havencomplex van Sa loniki uit te bouwen en door het instellen van vrijhavenzones een wereldhaven in het leven te roepen, zooals Triest, Hamburg e.a. Hun streven was in hoofdzaak gericht op het leiden van den Bulgaarschen en Zuid- Slavischen handel over Saloniki. Men kan niet zeggen, dat deze pogingen met een vol ledig succes zijn bekroond geworden. Salo niki vormt het natuurlijke middelpunt van Macedonië. De Noord-Grieksche spoorlijnen, die de stad verbinden met Athene, Konstan tinopel, Belgrado en Monastir, gaan van hier uit. De stad zelf bezit tal van bouwwerken uit de oudheid, o.a. een ter eere van Gale- rius opgerichte triomfpoort, stammende uit de 3de eeuw. Voorts herinneren de Sofia- kerk en de basiliek van den H. Demetrius, welke 15 eeuwen oud zijn, op waardige wij ze aan de Byzantijnsche bouwkunst. ZONDAG 2 Juni 1940. Jaarsveld. 414,4 m. 8.00 NCRV. 10.30 VPRO. 12.00 AVRO. 5.00 NCRV. 7.00 tot sluiting: AVRO. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Gewijde muziek (gr. pl.). 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gewijde muziek (gr. pl.). 10.30 Vrijzinnig-Hervormde Kerkdienst. 11.40 Zondagsschool. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. I.00 AVRO-Amusementsorkest en solisten. 2.00 Boekbespreking. 2.20 AVRO-Aeolian-orkest en gramofoon muziek. 3.30 Officieele berichten, eventueel reportage. 4.00 Orgelspel. 4.20 AVRO-dansorkest. 4.50 Berichten ANP. 5.00 Gewijde muziek (gr. pl.). 5.30 Gereformeerde Kerkdienst (Hersteld Verband). 6.30 Gewijde muziek (gr. pl.). 7.00 De Vagebonden en solisten. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Omroeporkest en soliste. 9.10 Radiotooneel. 9.35 Gramofoonmuziek met toelichting. 10.00 Berichten ANP, sluiting. Kootwijk. 1875 m. KRO-Uitzending. 11.15—11.30 n.m. Be richten. 4 ST1 8.00 Berichten ANP. 8.05 Gramofoonmuziek. 9.00 Berichten (Fransch). 9.15 Gramofoonmuziek. 9.45 Rotterdamsch Philharmonlsch orkest en solist (opn.). 10.45 Gramofoonmuziek. II.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 KRO-orkest. (12.45—1.00 Berichten ANP). I.45 Berichten (Fransch). 2.00 Gramofoonmuziek. 3.15 Berichten (Fransch). 3.30 Gramofoonmuziek., 4.30 Musiquette (4.505.10 Gramofoonmu ziek). 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 KRO-Melodisten. 6.15 Berichten (Engesch). 6.30 Gramofoonmuziek. 6.45 KRO-Melodisten. 7.30 Rococo-octet. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Berichten (Engelsch). 8.30 KRO-Kamerorkest. 9.15 Berichten (Engelsch). 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00—10.15 Berichten ANP. II.15—11.30 Berichten (Fransch). MAANDAG 3 JUNI 1940. Jaarsveld. 414,4 m. VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. door Edgar Rice Burroughs 113. Voorbij de bocht van de rivier leidde Ukah de olifant naar de kant en nu kwamen ze op een open vlakte. Deze vlakte werd overge stoken en nu draafde de olifant op een bos af, dat daar langs liep. De kreten van de achtervolgers werden zachter en hielden ein delijk geheel op. Ukah en d'Arnot waren vei lig tenminste... Toen het nieuws Ahtea bereikte, dat de twee gevangenen er met een van haar olifan ten vandoor waren gegaan, werd haar woede tegen Tarzan en zijn vrienden nog heviger. Met moeite onderdrukte ze haar boosheid tot de feesten van Pantu, want dan zouden allen op de een of andere manier de dood vinden... Intussen werd de houding van de slaven in de juwelengroeve steeds meer gespannen. Honderden ogen sloegen iedere beweging van Tarzan en O'Rourke gade. De bewakers, die eveneens iets van de spanning voelden, lieten de zwepen nog vaker op de gebukte ruggen neerkomen. „De slaven zijn klaar om aan te vallen," zei O'Rourke, „en ik werk zoo hard ik kan om m(jn spieren in goede conditie te houden. Vind je niet, dat zelfs de lucht naar muitery ruikt?" „Ja," zei Tarzan, „en ik ben bang, dat de bewakers dit ook ruiken. Ik heb het idee, dat ze ontdekt hebben, wat we van plan zijn." 10.20 Keukenpraatje. 10.50 Gramofoonmuziek. 11.00 Orgelspel. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00—1.45 VARA-orkest (12.45—1.00 Be richten ANP). 2.00 Voor de vrouw. 2.30 Rosian-orkest. 3.30 Officieele berichten, eventueel gramo foonmuziek. 4.00 Utrechtsch Stedeiyk Orkest en solist (opnamen). 4.30 Voor de kinderen. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.30 De Ramblers. 6.00 Esmeralda -(opn.). 6.30 Populair-wetenschappelyke lezing. 6.50 Gramofoonmuziek. 6.55 VARA-Kalender. 7.00 VARA-kinderkoor „De Merels". 7.30 Officieele berichten, eventueel gramo foonmuziek. 8.00 Berichten ANP. 8.15 VARA-orkest. 9.CO Reportage. 9.20 Rosian-orkest. 10.00 Berichten ANP. Sluiting. Kootwijk. 1875 m. AVRO-uitzending. 11.15—11.30 n.m. Berichten. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.00 Berichten (Fransch). 9.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Omroeporkest. te nemen. Laat mjj u even verder brengen, meneer Vanderlem. Misschien weet ik, wat ik doen zdl, als we aankomen." Torrance wist al wat ze doen zou en een deel van haar besluit bestond hierin, dat Van derlem Londen dien nacht niet zou bereiken. HOOFDSTUK XXXVI. Nachtmerrie. Meineed! Dit leelijke woord overheerschte de gedach ten van Torrance. terwijl zy langzaam Reading binnenreed. Gerald kon schijnbaar alleen door meineed gered worden. Die gepleegd werd door ongure type's met een Amcrikaansch accent. O nee! Als Gerald toch door meineed gered moest worden, was er een betere manier. Terwijl zij op het verkeer moest wachten, draaide zjj zich half om, en keek Vanderlem aan. De man met het rattengezicht! Als een rat zou z(j in haar val gevangen worden. Als zjj een fout maakte, wist z(j heel goed, wat de straf zou zijn. Hy zou haar met gemak, midden op straat kunnen vermoorden en dan nog ontkomen. Dit waren haar gedachten, terwijl zjj de stad inreed. Zoo gauw het verkeer het haar toeliet, zette zij er meer vaart achter. We hebben nog al langzaam gereden ik geloof dat ik maar een beetje op moet schie ten," zei zij zoo vroolflk, alsof Gerald naast haar zat. De twoscater was vier jaar oud. maar kon nog best een goeie tachtig kilometer halen. Zy reed hoe langer hoe harder door de uitge strekte buitenwijken, totdat onvermijdelijk de gong van een politieauto achter haar klonk. Toen zij de gong hoorde, reed Torrance nog Iets harder. Zy reed net zeventig en z\j had nog iets in reserve. De gong klonk een tweeden en een derden keer. Toen kwam de politieauto naast hen ryden, een agent leunde uit den grooten, snel len wagen cn schreeuwde iets tegen hen. Vanderlem keerde zich naar haar toe. „Wat moeten die lui?" schreeuwde hij haar ln het oor. „Ik weet het niet, verslaggevers denk ik," gilde Torrance terug. De politieauto reed hen voorby en toen langzaam voor hen uit. Het had geen nut haar leven te wagen. Zy remde en liet zxch naar den kant dringen, terwijl de politieauto maar enkele meters voor hen uit bleef ryden. De rest. dacht Torrance, zou gemakkelijk genoeg gaan of de rat moest ineens begrij pen, dat er een val om hem heen werd opge bouwd. „U hoorde de gong toch, juffrouw en u zag mij zwaaien, toen wij naast u reden? Uw rij bewijs alsjeblieft." „Heb er geen." Torrance sprak met een lich telijk dikke tong en zwaaide een beetje. Wan neer hij dacht, dat zy gedronken had, dan was dat des te beter. „Naam en adres?" „Meneer en mevrouw Smith," gaf Torran ce op. „We logeeren in de Savoy en we heb ben invloedrijke kennissen en als je er herrie over maakt, goeie man, dan zul je er berouw van hebben." De agent keek eens naar de oude twoseater en knipoogde zoo half en half tegen zyn col lega, die aan den anderen kant van den wa gen was gaan staan. „Xs deze wagen van u?" vroeg hy. „Ja, natuurlijk!" „Wat is uw nummer?" Torrance zweeg. Zij gaf Vanderlem een por met haar elleboog. „Zeg, waarom zeg je dat allemaal?" mom pelde Vanderlem. „Om publiciteit te vermijden," zei Torrance zachtjes. „Wy draaien hier met een paar tien tjes boete wel uit en dan komen onze namen niet in de courant." „Handig ik zal het wel volhouden," fluisterde hy terug. ,,'t Is nu te laat om nog een verhaaltje te verzinnen," zei de eerste agent, „ga maar in onzen wagen zitten." „Zou het nut hebben, om hem wat geld aan te bieden?" fluisterde Vanderlem. „Probeer het eens." antwoordde Torrance. „Zeg, jongens, dit is nou allemaal een mis verstand," zei Vanderlem. „We zijn maar wat aan het rondrijden en we voelen er niets voor, om in do courant te komen. Ik denk, dat dit ons wel een paar tientjes zal kosten en voor mij beteekent tjjd, geld." Hy haalde zijn portefeuille voor den dag. „Wat zouden jullie er van zeggen, ais ik de boete nu maar vast vooruit betaalde?" „Ga in dien wagen zitten," beval de agent en opende de deur van de twoseater. Vanderlem protesteerde niet meer. Het was tien uur. Hij nam aan, dat er een of an dere politierechter bestond, dien den heelen nacht zitting hield en die hem met een paar tientjes zou beboeten, waarna hy nog tegen middernacht in Londen kon zyn. Samen stapten zij in de politieauto en vijf minuten later stonden zij voor de tafel van den dlenstdoenden inspecteur, op het politie bureau. Er stond een brigadier naast den inspecteur en een agent op wacht by de deur. De twee 11.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Sylvestre-trio. 12.15 Zang met orgelbegeleiding. 12.45 Berichten ANP. 1.00 Gramofoonmuziek. I.45 Berichten (Fransch). 2.00 Concertgebouw-orkest (opn.). 3.15 Berichten (Fransch). 3.30 Disco-causerie. 4.20 Twilight Serenaders (opn.). 5.00 AVRO-dansorkest. 5.30 AVRO-Amusementsorkest. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 Omroeporkest, pianovoordracht en gra mofoonmuziek. 8.15 Berichten (Engelsch). 8.30 Berichten ANP. 8.45 Da Capo-orkest. 9.15 Berichten (Engelsch). 9.30 Hongaars programma (opn.). 10.00 Berichten ANP. Sluiting. II.15—11.30 Berichten (Frans). agenten, die hun hadden opgebracht, stonden naast hen. Maar zij stonden aan den buitenkant een links van haar en de ander rechts van Van derlem. Zij en Vanderlem raakten elkaar byna. Hy kon haar vermoorden, voordat een van de agenten hem dit kon verhinderen. Het was de doodsangst voor Vanderlem, die haar het hoofd koed deed houden. Pas als hy zeker was van haar bedoeling, zou hy trachten haar het zwygen op te leggen. „U zegt, dat u, meneer en mevrouw Smith bent?" begon de inspecteur tegen Torrance, daar zy de meeste schuld had. „Dat was een leugen. Ik heet Torrance Es dale en ik deed alsof ik het nummer van den wagen niet kende. Het is DV 2165. Hij be hoort aan meneer Gerald Saranack en ik heb den wagen vanavond, met zyn toestemming, meegenomen uit de garage in Hilfoot, Calling- ham." „Dus u geeft toe dat u aan de dienstdoende agenten een valschen naam hebt opgegeven?" „Ja. En ik geeft toe, dat ik geen aandacht heb geschonken aan de gong en dat ik op een dergelijke wijze ben doorgereden, dat ik wel gepakt moest worden. Ik heb het gedaan, om dat ik gearresteerd wenschte te worden." De inspecteur keek haar aan, alsof hij dacht, dat zij gek was. Wat zy zei klonk krankzin nig, en toch zag zy er meer dan normaal uit. „Moet Ik gelooven, dat u gearresteerd wilde worden? Waarom?" „Omdat ik vreeselijk bang was voor den man, die nu naast my staat." Ze waren geen van allen erg op hun ge mak en er was merkbaar spanning in de lucht. Zy voelde dat Vanderlem haar aan keek, maar zij wist, dat hij het niet zou wa gen haar nu al aan te vallen. „Bedoelt u dat deze man getracht heeft u aan te randen?" „Nee." „Wat dan?" „Wanneer u mij aan uw kant van den tafel wüt laten staan, zal ik het u zeggen." Daar de inspecteur weifelde, legde zy haar tasch op tafel. „O. ik heb geen revolver by mij en ik kan u heusch geen kwaad doen!" De inspecteur begon wantrouwend te wor den, maar niet tegen Torrance. Hy keek Vanderlem lang aan en zei toen: „Goed, juffrouw Esdale! U mag aan dezen kant van de tafel komen staan." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 4