Het Slot te Schagen
De IPI-haramotof
in eerejersteld
Hoe krijg ik mijn grasland
weer goed?
leiih; zaaizaad, pootguil
en stikstnfineststoflsa
De inundatie schade
Eerst maaien en de
rommel er af;
Militaire paarden
worden uitgeleend
In het algemeen genomen zijn er in ons
vaderland twee perioden, waarin sloten en
kasteelen werden gebouwd. De eerste pe
riode is die der Domeinen. Toen de hier wo
nende Germanen waren overmeesterd, ver
rezen verschillende sterkten, die ten deele
waren te beschouwen als grensvestingen,
ten deele als versterkingen van waaruit de
onderworpen landen in bedwang werden
gehouden. Voor zoover ons gewest betreft,
verrees in deze periode de burcht op Texel,
waaraan slechts de naam van het daar ge
legen dorp nog herinnert
Toen de Romeinen in de 4de eeuw werden
teruggedrongen werden verschillende van
deze sterkten verwoest en van de meesten
is tegenwoordig nauwelijks nog iets terug tc
vinden.
De tweede periode van kastccLenhouw da
teert uit de dagen van Karei den Groote en
de tijden, die daarop volgden.
Aanvankelijk hadden deze sterkten onge
veer dezelfde hetcekenis als in den Romein-
schen tijd. Dat wil zeggen, ze stonden geheel
ter beschikking van het centrale gezag, van
den koning of van den keizer en ze fungeer
den gelijk voorheen als grensvesting om be
paalde landstreeken in bedwang te houden.
Zoolang krachtige koningen of keizers re
geerden, onthielden de leenmannen er zich
dan ook van zelfstandig over te gaan tot
den bouw van sterke sloten. Het centraal
gezag stond dit niet toe, aangezien er een
ernstig gevaar in gelegen was. De leenman
toch, die zich in een kasteel kon terug
trekken, verwierf een betrekkelijk groote
mate van zelfstandigheid, welke het cen
trale gezag van den koning of keizer in ge
vaar bracht.
Dat dit gevaar niet denkbeeldig was, heeft
de geschiedenis ten duidelijkste bewezen.
Toen zwakke koningen dc plaats hunner
krachtige voorgangers innamen, trokken tal
rijke kasteelbewoners zich allengs minder
van hun heer en meester aan, zo beschouw
den het kasteel en de hun in leen afgesta
ne gebieden als privaat eigendom en han
delden geheel naar eigen goeddunken.
Successievelijk zien we dan, hoe de gra
ven zich het recht beginnen aan te matigen
om, in plaats van den koning, aan bepaalde
leenmannen het recht te geven tot den
houw van een kasteel. Bij een en ander
kwam, dat de invallen der Noormannen in
de 9de en 10de eeuw moer en meer de nood
zakelijkheid schiepen tot het bouwen van
versterkte plaatsen. Zoodanig zelfs, dat tal
van rijke ingezetenen van het land zich ge
noopt zagen hun woning in staat van ver
dediging te brengen. Met het gevolg, dat
er een zekere vrijheid van handelen ont
stond. En legio is dan ook het aantal ge
vallen, waarin werd overgegaan tot den
bouw van een kasteel, zonder dat daartoe
door koning of graaf vergunning was ver
leend.
Hoewel tal van plaatsen zijn ontstaan uit
een kring van huizen, die rondom een slot
en als het ware onder de hoede en de hoo-
ge bescherming daarvan verrezen, is dit ten
aanzien van Schagen stellig niet het geval
geweest. De plaats Is ouder dan het slot.
Want do bouw daarvan dateert van om
streeks 1440 en de plaats Schagen zelf werd
herhaaldelijk vóór den tijd genoemd.
Zoo vernemen we, hoe graaf Diederik II
in de tweede helft der tiende eeuw een zes
tal hoeven met landerijen, gelegen te Scha
gen, aan het klooster van Kgtnond schonk.
Overigens was ook Schagen er vóór de
heerlijkheid van dienzelfden naam. Want
Filips dc Goede was het, die in 1427 de dor
pen Schagen, Burghorn, Barsingerliorn, Col-
horn en Hnrinchuysen verecnigdo tot de
heerlijkheid Schagen, waarmee hij zijn gun
steling Willem, bastaardzoon van graaf Ach
brecht van Henegouwen en Johkvrouwe
Maria van Bronchorst begiftigde.
In het werk „Merkwaardige Kasteelen in
Nederland" door van Hennep en Hofdijk,
waaraan we ook verschillende van dc boven
vermelde bijzonderheden ontleenden, kan
men lezen, hoe omstreeks 1440, eenigc jaren
dus nadat Willem was verheven lot lieer
van Schagen, op het ruime plein bezuiden
do Schagcr Kerk groote drukte heerschte.
„Het was afgepaald en als met
loopgraven doorsneden. Gravers ar-
beidden er uit al hun macht; metse
laars en hunne gezellen waren in
de regelmatig aangelegde diepten
afgedaald, en hun troffel liet niet
af om stecnen en cement samen te
smeden en alzoo onder «Ie aarde
grondslagen te leggen, wel in staat
om een reusachtig gebouw te dragen,
dat zijne muren hoog boven alles
daar rondom heen verheffen zou."
Verder verhalen dc schrijvers:
,,F.» aldus rees met den dag hooger
en hooger het stoute kasteel, dal
Heer Willem daar tot een vast ver
blijf voor zich en zijn geslacht deed
ophalen. Toch werd er weinig ruste
in hem gevonden. Behalve het aan
deel dat hij in oorlogvoeren nain, cn
behalve zijn bezigheden ten hove,
deed hij nog twee malen een -tocht
naar Palestina. Het is gants niet on
mogelijk, dat hij bij een dezer gele
genheden de bekende marineren zui
len heeft meegebracht en waarvan
de mare ging, dat zij van het oude
Carthago afkomstig waren".
Willen» opvolger als Heer van Schagen
was Aelbrccht, die als zeer dapper, maar ook
als hebzuchtig en weinig beminnelijk wordt
Inschreven. Hij betaalde zijn schulden niet
oa bescliermd door de hooge muren van
zijn sterk kasteej trok hij zich niets aim
van alles wat daarbuiten voorviel.
Het gevolg was, dat in 1477 de duinenrij
vau Kgtnond tot Schoor! een overmacht van
gewapende krijgers zich zag verzamelen
onder het opperbevel van den stadhouder
van Holland, Wolfcrt van Borssele,
Aelbrecht bood geen weerstand, werd in
1478 gevankelijk naar Mede inblik gevoerd
en in 1480 werd zijn lijk bijgezet in de kerk
van Scliagen,
Men krijgt dcD indruk, dat de Schagena-
ren over bet algemeen aan bun Hceren
weinig genoegen hebben beleefd. Toen bij
voorbeeld in 1517 de Gelderschen en Friezen
een plundertocht ondernamen, en deze uit
strekten tot Schagen, wist heer Jan hen
weliswaar zonder al te groote moeite buiten
het slot te houden, aan de dorpelingen bood
iilj niet de minste onderstand, hfj liet de aan
vallers rustig brandschatten en om erger te
voorkomen, betaalden de 6ohagenaren een
liooge geldcijns aan do indringer.
Een tijd van gruwelen beleefde het slot
toen in 1571, de ruwe geuzen-hopman Mi-
chiel Ivrock zijn verblijf in het kasteel had
opgeslagen. Waar Heer Jan zich toen be
vond, is niet recht duidelijk. Deze Heer van
Schagen was weifelmoedig van aard, doch
uiteindelijk helde hij over tot de moeder
kerk en den Spaanschen koning.
Zoo bevond hij zich in 1573 onder Bossu
op de Zuiderzee, Tot zijn eer mag hem wor
den aangerekend, dat hij een ernstige po
ging waagde om niet den Heer van Asperen
den gevangen Oldebarneveldt tc bevrijden.
Wat Mlchel Krock betreft, hij werd op
10 Februari 1572 op last van den gouverneur
van den Prins van Oranje In dc voorhof
van het Schager slot onthoofd.
De ruimte belet ons uitvoerig de daden
der. opvolgende Schager Heeren te beschrij
ven. Vermelding verdient een der hoogte-
Ga toch omweiden
Tot nog too is er weinig of niets gezegd
noch gepubliceerd over het grasland dat
was geïnundeerd.
Nu langzamerhand dit land weer boven
water komt vragen vele gebruikers zich af
wat er nu allereerst dient te geschieden.
Voorop moet staan dat het water zo goed
en zo snel mogelijk kan afvloeien. Men zal
hier en daar goed doen de uiteinden van
de greppels eens na te zien. Waar het land
hol ligt dient men te zorgen dat aldaar ge
vormde plassen zo snel mogelijk van het
overtollige water worden verlost.
Waar het water wat lang op het land
heeft gestaan of waar brak water was ge
bezigd komt het grafgewas miskleurig te
voorschijn.
In het algemeen eten de dieren dit gewas
niet graag; soms is door de vegetatie van
algene en soort viltlaag ontstaan.
Wil men de normale toestand zo snel mo
gelijk terug zien te krijgen dan moet van
de hier bedoelde percelen bet miskleurige
gewas worden verwijderd.
Het beste is in deze gevallen het
land, zodra dit begaanbaar is, te
maaien. De rommel moet er eerst
af alvorens er iets betere voor in
de plaats kan komen.
Men moet hieraan beslist de no
dige aandacht schenken, anders
vertraagt men het herstel!
Land dat al behoorlijk was af
geweid is dikwijls niet op deze ma
nier op te knappen. Toch zal men
dan ook wat moeten doen om de
nog aanwezige goede grassen weer
op gang te helpen.
Nadat dit land goed is afge
droogd is het verstandig de ketting-
egge er over tc halen. Men verbreekt
enigszins de dichtgeslagen hoven-
grond en brengt op die manier weer
wat lucht in de bodem.
Daarnaast dient men niet zuinig
te zijn met de toediening van stik
stof. Niet alleen op het te beweiden
land, maar ook op nog te hooien
percelen.
Indien men nu stikstof kan geven naar 2
tot 300 kg kalkammonsal peter per ha, is
het zeker mogelijk na half Juli, begin Au
gustus nog een aardig sneedje hooi tc
winnen.
De periode van de snelste groei is voor
grasland spoedig voorbij. Men moet dus
extra zuinig omgaan met het nog bereik
bare.
Wie nog niet aan het omweiden was be
gonnen mag het nu niet meer uitstellen.
Op de kleine percelen kan men veel beter
profiteren van bet grasgewas; indien men
de mest plak ken telkens op tijd slecht
houdt men ook goed gelijkmatig land. Boven
dien wordt bij omweiden de kans op een
ruimer hooi areaal veel giro ter.
Vooral in die gevallen waar men door
inundatie hooiland heeft verspeeld is het
zaak niet te licht te denken over de komen
de stalperiode.
Alles moet nu gezet worden op de win
ning van stalvoeder. Men kan nog beter
wat krap in z'n weiland zitten dan de
winter te moeten ingaan met een absoluut
tekort aan hooi.
Men kan in dit opzicht niet teveel voor
zorgen treffen.
Indien men .telkens né het afweiden wat
stikstof gaat geven kan men met een klei
ner weide areaal toe.
Na hooien in Juli of Augustus moet de
stalmest op deze percelen worden gebracht.
Men krijgt dan nog een behoorlijke naweide
in September.
Mocht niet direct alle benodigde stikstof
beschikbaar zijn dan moet men niet vol
staan met een afwachtende houding, maar
zich geregeld op de hoogte stellen van het
tijdstip waarop wel weer voldoende kunst
mest wordt aangevoerd.
Hoe later in de zomer des te zwaarder
moet dc stikstofgift zijn. Indien men nu kan
volsjaan met 200 kg kalkammonsalpeter per
ha. dient met in Augustus voor eenzelfde
resultaat 3 balen te geven. Wil men in
September nog kuilen dan is 400 kg per ha
niet teveel.
Al is deze uitgave aan stikstof misschien
hoog te noemen, indien men in de winter,
zonder voeder zit zijn dc lasten enorm veel
zwaarder.
Wie nog gelegenheid heeft wat hooi of
gras te winnen van slootkanten, wegber
men e.d. doet verstandig ook deze „kleinig
heden" te reservenon.
Laat geen gras verloren gaan, we heb
ben het straks hitter nodig.
De Productie Commissaris
voor Noord-Holland.
Ir. G. J. LIEXESCH.
punten uit de geschiedenis van het kasteel,
toen het de eer te beurt viel in 1GÖG den toe-
komstigen Willem de Derde binnen zijn wal
len te mogen ontvangen.
„Gantsch Schagen was van
nieuwsgierigheid in rep en roer",
aldus van Lennep en Hofdijk, „Zulk
een rijkgedoschte «toet had nooit
iemant de kasteel poort zien binnen
rijden. Daar was de Keurvorst van
Brandenburg met de Vorsten van
Holatein en Anholt; daar was Graaf
Maurits van Nassau met de Graven
Solms, Dolma en Hoorne; daar wa
ren de Edelen Bredcrodc, Gent, en
een aantal anderen".
Intusschcn was dit een laatste opflikke
ring.
„In 1168 verloor het grootsche ge
bouw, door een zonderlinge luim van
Heer George, veel van den harmoni-
schen indruk, dien het tot hiertoe
steeds op den beschouwer gemaakt
hadrtcrwljl hij het binnenplein deed
bestraten en beplanten, Het hij de
stecnen poorten nederwerpen, en in
plaats daarvan een houten poort tim
meren.
Zeven jaar later, 11 July 1G75, was
er een aantal belangstellenden bijeen
in de herberg de Roodc Leeuw, te
Schagen. De Heerlijkheid werd er in
veiling gebracht.
Gegadigden schijnen er slechts in
gering aantal aanwezig te zijn ge
weest, ten minste was do wedijver
om het bezit niet groot. Voor een
som van zes en vijftig duizend gul
den werd de gantsche Heerlijkheid
gemijnd door zekeren Pieter Corne-
li9sen Gortmolen.
Heer Gortmolen van Schagen!...."
Gelijk tegenwoordig werd echter toen óok
reeds niet steeds op een veiling gegund.
Heer Gortmolen kreeg het koopje niet cn
op 24 Januari 1076 zien we Floris Karei van
Beieren, Graaf van Warfusee, Heer van
Goudriaen, bovendien nog uit het geslacht
van de Hceren van Schagen, voor een be
drag van honderd zeventig uuizena guiden
in het bezit komen van dc heerlijkheid.
Intusschen was het slot geworden een
lustoord van een adelijke familie, dat in
den loop van den tijd wel eens werd ver
waarloosd.
Het einde kwam in den Franschen tijd:
Er werden een tijdlang, gedurende den in
val in Noord-Holland, r ïgelsche soldaten
in gelegerd, wat aan den toestand allesbe
halve goed deed.
Na den Franschen tijd trok de eigenaar
naar Brn«s»l. Het slot was vervallen en ver
waarloosd, kosten werden er niet meer aan
besteed.
In het archief van de Hceren en de Heer
lijkheid van Schagen vinden we vermeld,
dat het slot in 1820 werd afgebroken, met
uitzondering van dc beide ronde hoekto
rens, waarvan de een bleef dienen als ge
vangenis, A- -nderc tot woning van den
veldwachter. Het terrein binnen de vijvers,
waar eenmaal het slot toud, diende nog
een tijdlang tot begraafplaat
Een groote geschiedenis was ten einde.
De Provinciale Producticcommissaris, Ir.
G. J. Lienesch, schrijft ons:
Tenoinde een zo snel mogelijke voorzie
ning te krijgen in de behoeften aan *poot-
goed en stikstotmeststoffen in de geïnun
deerde gebieden in het ambtsgebied Noord-
Holland is dc volgende regeling getroffen.
Belanghebbende graslandgebruikers en
akkerbouwers kunnen per omgaande de no
dig geoordeelde hoeveelheden zaaizaad,
pootgoed en stikstof aanvragen bij onder
getekende of bij de assistenten welke onder
de landbouwvoorlichtingsdienst ressorteren.
Na deze aanvrage wordt een bon toege
zonden.
Deze bon geldt als betaalmiddel en als
vervoerbewijs.
De handelaar kan de op de bon vermelde
zaken leveren tegen inwisseling van de bon.
Naderhand kan de leverancier de bon be
taalbaar stellen bij het Rijksbureau voor
Voedselvoorziening in oorlogstijd.
Voor de levering van stikstof is het no
dig tevens kunstmestbonnen over te leg
gen. Deze laatsten worden op aanvrage ge
leverd door het bureau van den Voedsel-
commissaris te Alkmaar, en wel naar een
maximum van GO kg. zuivere stikstof per
ha. De op deze wijze te leveren goederen
worden naderhand weer verrekend met de
nog te treffen schaderegeling.
Van de stikstofregeling kunnen eveneens
gebruik maken degenen welke geëvacueerd
vee in de kost hebben gehad.
(Van onzen Haagschcn correspondent).
Door de plotselinge bcnzineschaarschte
na de oorlogsdagen, is hier te lande ook
de 1 P.K.-havermotor in eere hersteld. In
de Residentie tronen de oude, haast verge
ten aapjeskoetsiers, onaandoenlijk als een
Boeddha, weer op de bok van voorhistori
sche open rijtuigen, die herinneren aan
goede oude tijden, die nu wel héél ver
achter ons schijnen te liggen; er liggen
immers al twéé oorlogen tusschen toén cn
Er is natuurlijk een tekort aan vrachtwa
gens, platte karren en dergelijke vervoer
middelen en daarom hebben vele onderne
mende vervoerders paarden voor hun vracht
auto's gespannen.
Maar er waren aanvankelijk ook te
weinig paarden doch geleidelijk ziet men
het aantal rossinanten in de stad toenemen.
Voor een deel worden ze geleend van
het Militaire Algemeen Paarden Depót dat
ingericht is in de eerste mobilisaticdagen in
de twee groote tentoonstellingshallen en op
eend er terreinen van „Houtrust". Hier wer
den, toen ons leger capituleerde, nog ruim
1000 paarden verzorgd als reserve voor do
bereden wapens en militaire transporten.
Eenigc transportondernemers vroegen ver
leden week, of men geen paarden kon ter
leen krijgen, hetgeen Maandag geschiedt is
en er bleek zóóveel animo te bestaan, dat
overste Boogaert thans aan het hoofd staat
van een uitleen-bedrijf dat reeds bijna 200
paarden omvat. De paarden worden afge
staan van 7 tot 19 uur en krijgen voer voor
dezen 12-urigen werkdag mee. „Hourust"
levert er ook de tuigen bij.
Verhuizers, warenhuizen cn andere onder
nemingen maken maar al tc gaarne gebruik
van deze kostelooze paardentractie en zoo
kan men de legerpnarden thans voor aller
lei auto's gespannen zien. Zelfs de diners
van de „Witte" worden op deze wijze aan
huis bezorgd.
Natuurlijk wordt er nauwkeurig op toe
gezien. dat de paarden goed verzorgd en
niet afgebeuld worden en ook wordt er te
gen gewaakt dat b.v. werkloozen met be
hulp van gratis paarden een nieuw be
drijfje stichten.
Met goedvinden van de Duitsche autori
teiten is ook reeds een 60-tal paarden voor
den landbouw afgestaan.