Strijd aan bet Westfront
gaat weer beginnen
TARZAN
Koning Leopold
geen verrader
Heï GeHeim unn
naar
en de
vuren van Tohr
7 orrance
Esdale
Groote Goudzending
naar Amerika
Dr. N. M. Josephus
Jitta overleden
Radioprogramma
Toestand was voor de
Belgen onhoudbaar
GEEN VERDRAG OF OVEREEN-
KOMST MET DEN VIJAND OE-
SLOTEN.
Het „Dagblad van Noord-Brabant" publi
ceert den tekst van een herderlijken brief
dien Kardinaal Van Roey, de aartsbisschop
van Mechelen ter verdediging van de hou
ding van Koning Leopold aan de pastoors
.van zijn diocees heeft gezonden.
Teneinde, zoo mogelijk, het noodlottig mis
verstand op te helderen en uit allereerste
bron de noodige opklaringen te putten, heb
ben wij aldus de kardinaal, het tot onzen
plicht gerekend te beproeven onzen vorst in
persoon te ontmoeten. De Koning heeft ge-
waardigd ons te ontvangen en heeft ons toe
gelaten de volgende verklaringen open
haar te maken:
I. De beslissing de wapens neer te leggen,
die hij in den morgen van '28 Mei heeft moe
ten treffen, werd opgedrongen door den toe
stand, die voor het Belgische leger absoluut
onthoudbaar geworden was. Reddeloos om
singeld, zonder hoop op doelmatige hulp
vanwege de verbondenen, waren onze troe
pen, indien zij den strijd hadden voortgezet
eenvoudig blootgesteld aan volledige uit
roeiing, zonder dat de krijgsverrichtingen
er eenig baat bij vonden. Hun lot zou boven
dien onontwijkbaar het aandeel geworden
zijn van de honderduizenden vluchtelingen
op dat uiterst kleine strookje grond samen
gepakt.
II Deze beslissing van hoofdzakelijk mili
tair belang werd door den Koning getroffen
als Opperhoofd van het Belgische leger met
algeheele instemming van het Hoofd van
den Gfeneralen Staf, naar wiens aanwijzingen
hij heeft gehandeld.
Hij heeft geen enkele daad gesteld van poli
tieken aard, hij heeft met den vijand geen
enkele overeenkomst zelfs geen militaire
- gesloten.
Op geen enkele wijze heeft hij dus de Bel
gische grondwet geschonden. Gehandeld
heeft hij in de overtuiging waarin hij door
de eensluidende meening van drie uitste
kende Belgische juristen werd versterkt
dat zijn optieden gewettigd was krachtens
de machten, die de Grondwet den Koning op
dit stuk toekent. Overigens was het hem on
mogelijk geworden het oordeel in te winnen
van zijn ministers, waarvan de laatste vier
het Belgische grondgebied den 25en Mei
.verlaten hadden.
III. Het is in strijd met de y^Lg.r-,.
hcid te beweren, dat het opperbevel
der verbonden machten niet op de
hoogte werd gebracht van den on-
houdbaren toestand waarin het Bel
gische leger zich bevond en van de
noodzakelijkheid waarin het verkeer
de den strijd te staken.
„De hatelijke beschuldiging van
verraad valt hierdoor als volkomen
ongegrond weg. „Op het laatste oo-
genblik zou de Koning, zooals som
migen er hem toe aanzetten, langs de
lucht naar den vreemde hebben kun
nen vluchten. Hij heeft verkozen het
lot van zijn soldaten en het lijden
van zijn volk te deelen, hetgeen,
dunkt ons, meer ridderlijk is pn
gansch tot zijn eer strekt.
door: Roy Vicker»
FEUILLETON
41.
Torrance ontdekte, dat ze dit beaamde.
„Het zal natuurlijk alleen maar een forma
liteit zijn." ging Annabelle voort. „Ik weet,
je bent nu overtuigd, dat ik je op alle ma
nieren geluk toewenach, wat het mij ook
kosten mag. Zoo gauw als we uit het ge
drang zijn, zal ik hem naar je toe sturen.
Waar zal hy je kunnen vinden?"
„O, maak je daar maar niet bezorgd over!"
zei Torrance, „hy vindt me wel. Dag!"
HOOFDSTUK XLI.
Een reclamezoen.
„Ik ben acht en veertig jaar. hetgeen een
rijpe leeftijd is on^over de andere sexe, tot
een eenvoudige conclusie te komen".
Torrance was op deze opening van de con
versatie niet zoo vlug met haar antwoord,
als zij had moeten zijn. Haar blikken waren
op den chauffeur gericht, en zy trachtte hem
zoo te dwingen, hoe langer hoe vlugger naar
de gevangenis van Brixton te rijden.
„Ik ben namelijk tot de ontdekking ge
komen, dat een intelligente vrouw even on
begrijpelijk kan zijn als één, die het niet is.
En hiermee bedoel ik jou, Torrance. Waar
voor zijn wij nu op weg? Alleen maar om
een jonge kerel uit een buitengewoon leelijk
gebouw te zien komen".
„Ik denk dat het symbolisch is", zei Tor
rance droomerig.
„Alles wat jij voor hem gedaan hebt?"
„En alles wat U voor hem gedaan heeft,
meneer Maasiter".
„Ik heb niets voor dat jongmensch ge
daan en dat weet je best." Meneer Masslter
zat op zijn praatstoel. „Dit ia een van die
sentimenteelc oogenblikken ach ja
waarop de menschcn elkaar de waarheid
zeggen. Ik werd op jou verliefd, toen je naar
mij toekwam, den dag nadat Oom Julius in
Torquay afscheid van je genomen had".
Wat ons betreft, wetend dat wij accoord
gaan met de gevoelens die de bijna eensge
zinde massa van het Belgische volk bezielen
wij behouden voor onzen Koning onzen eer
bied, onze gehechtheid en ons vertrouwen.
Wij vragen aan onze priesters voort te gaan
met het opzeggen van d liturgische gebeden
voor den Koning voorgeschreven. Wij zetten
met nadruk de geloovigcn aan zonder ophou
den de zaak van den Koning'en tegelijkertijd
het heil van het Vaderland en hun gebeden
en communiën aan God aan te bevelen.
Wij zouden willen, dat alle Belgen zich,
bewust van het belang van het huidige uur
vereenigd en solidair blijven aan de zijde
van den Koning, de hoogste verpersoonlij
king van het in gevaar verkeerende Vader
land."
DAGORDER VAN HITLER
AAN DE WEERMACHT.
De Fuehrer en Opperbevelhebber van de
weermacht heeft den volgenden darorder uit
gevaardigd:
„Soldaten van het Westelijk front!
Duinkefken is gevallen. 40.000 Franschen
en Engelschen zijn als laatste rest van eens
groote legers gevangen genomen. Een on
overzienbare hoeveelheid materiaal is buit
gemaakt. Daarmede is de grootste slag der
wereldgeschiedenis ten einde.
Soldaten! Mijn vertrouwen in u was gren
zen loos. Ge hebt mij niet teleurgesteld. Het
stoutste plan der oorlogsgeschiedenis werd
door uw voorbeeldige dapperheid, door uw
kracht tot het verdragen van de grootste in
spanningen, de zwaarste beproevingen en
moeite verwezenlijkt.
Soldaten! In enkele weken tijds hebt gij
in den zwaren strijd tegen vaak bijzonder
dappere tegenstanders twee staten tot capi
tulatie gedwongen, de beste divisies van
Frankrijk yèrnietigd, het Britsche expedi
tiecorps verslagen, gevangen genomen of
van het continent verjaagd. Alle eenheden
van de weermacht te land en in de lucht zijn
met elkander een edelen wedijver aangegaan
in den strijd voor ons volk en het Groot-
Duitsche rijk. Dappere mannen van onze
oorlogsmarine namen aan deze feiten deel.
Soldaten! Velen van u hebben hun trouw
met het leven bezegeld. Anderen zijn gewond
De harten van ons volk verwijlen in diepe
dankbaarheid bij hen en bij u. De plutocra
tische bestuurders van Engeland en Frank
rijk echter, die gezworen hadden het opbloei
en van een nieuwe betere wereld met alle
middelen te verhinderen, wenschen de'voort
zetting van den oorlog. Hun wensch zal in-
vervulling gaan.
Soldaten! Met den dag van heden begint
de strijd aan het Westelijk front opnieuw.
Talloozc nieuwe divisies, die voor de eerste
maal den vijand zullen zien en verslaan, trek
ken naar u toe. De strijd om de vrijheid van
ons volk, om zijn-of-niet-zijn voor thans en
voor de geheele toekomst, wordt daarmede
voortgezet tot aan de vernietiging van die
vijandelijke machthebbers in Londen en Pa
rijs, die ook thans nog gelooven in den oor
log het beste middel te kunnen zien om hun
aan de volkeren vijandig gezinde plannen
tot uitvoering te brengen.
Hun historische voorlichting zal onze over
winning zijn.
Geheel Duitschland is echter in den geest
weer bij u."
De Federaal Reserve Bank te New York
heeft via Canada uit het buitenland naar
schatting 200 millioen dollar goud ontvan
gen, meerendeels gouden staven. Dit is een
der grootste ooit in de Vereenigdc Staten
aangekomen goudzending. Ambtenaren van
de bank weigerden te zeggen waar het goud
vandaan kwam. Volgens Associated Press
vermoedt men in financieelc kringen, dat het
grootste deel van dit goud uit Engeland komt
en voor oorlogsaankoopen dient.
Zoo noodig vordering. Liefst ech
ter vrijwillig aanbod.
ONS KOSTBAAR
FOKMATERIAAL ER BUITEN.
Ten einde te kunnen voldoen aan de oogen
blikkelijke behoefte aan paarden in Duitsch
land, zullen deze ook in ons land worden aan
gekocht, zegt de Tel., Duitschland wil deze
koopen van onze landbouwers bij vrijwillig
aanbod en indien het aanbod niet groot ge
noeg zal zijn, zal men misschien overgaan
tot vordering door een aantal Duitsche com-
missionnairs. Door de Warmbloed Stamboek
organisaties is geprobeerd .bij de voorberei
ding dezer vorderingen ons kostbaar fokma-
teriaal zoo mogelijk daarbuiten te houden, en
met succes.
Bij de gevoerde besprekingen bleek geluk
king, dat men ook van Duitsche zijde over
tuigd was van het groote belang de goede
fokdieren te doen behouden door de fokkers.
De waarschijnlijke gang van zaken zal on
geveer als volgt zijn: Op de verschillende vor
deringsplaatsen zullen de paarden van4 jaar
en ouder (minimum maat 1.52 M.) getoond
moeten worden, zoowel warm- als koudbloed
en de kruisingsproducten.
De aankoopen of vorderingen zullen aan
vangen in de Noordelijke provincies om dan
geleidelijk Zuidelijker af te zakken.
Veulenmerries met veulens jonger dan
maand mogen van de vordering thuis blij
ven, mits de eigenaar eene door den burge
meester van zijn woonplaats geteekende
verklaring toonen kan, waarin vermeld is,
het aantal paarden van 4 jaar en ouder, wel
ke de eigenaar heeft en hoeveel merries met
de omschreven veulens daarbij zijn.
Alle andere paarden van 4 jaar en
ouder moeten getoond worden, opdat
de comahissies een overizcht kunnen
krijgen van 't voorradige materiaal.
Het plan is om alle stamboekmer-
riën (die dus wel getoond moeten
worden) vrij te laten; hulpstamboe-
kers kunnen echter aangekocht, resp.
gevorderd worden.
Hengsten vallen geheel buiten de vorde
ring.
In de eerste plaats zullen de vrijwillig aan
geboden paarden gekocht worden daarna
wordt tot vordering overgegaan voor de
gewenschte doeleinden.
De betaling der overgenomen paarden ge
schiedt contant met Reichskrcditkasscn-
scheine.
Voorts werd bij de besprekingen medege
deeld, dat getracht zal worden door de Duit
sche legcrautoriteiten, hier te lande uitge
rangeerde Duitsche legerpaardcn, welke zich
hier bevinden, zoo mogelijk beschikbaar te
stellen voor den landbouw in die provinciën,
waar een gebrek »aan werkpaarden zal op
treden.
Te 's-Gravenhagc is overleden op 82-jari-
gen leeftijd dr. N. M. Josephus Jitta, oud
voorzitter van den gezondheidsraad.
Dr. Josephus Jitta is 16 Mei 1958 te Amster
dam geboren.
Na het gymnasium bezocht te hebben werd
hij ingeschreven als student in de medicij
nen aan de gemeentelijke universiteit in de
hoofdstad.
Na zijn promotie werd hij assistent van
den hoogleeraar in de oogheelkunde W. M.
Gunning, in welke functie hij twee jaar werk
zaam bleef. Oogheelkundige studie maakte
hij ook in Berlijn en Parijs. Dr. Jitta vestigde
ich als oogarts te Amsterdam in welke kwa
liteit hij al heel spoedig zeer gezien was.
In medische commissies van den volken
bond heeft hij belangrijk werk verricht.
Toen in de hygiënische commissie het tra-
choom-vraagstuk aan de orde kwam, heeft
men van zijn ervaringen veel profijt gehad.
Dr. Josephus ging zich meer en meer in
het maatschappelijke leven bewegen.
In 1905 werd hij wethouders van openbare
gezondheid en armwezen te Amsterdam en
legde hij zijn oogheelkundige praktijk neer.
Hoewel wars van politiek gedoe, was Dr. Jit
ta de liberale beginselen toegedaan. Tot
1917 bleef hij wethouder. Toen stelde hij zich
niet meer verkiesbaar.
De regeering legde onmiddellijk beslag op
hem en benoemde hem met ingang van 1 Ja
nuari tot voorzitter van den toenmaligcn
centralen gezondheidsraad. Later werd de
gezondheidswet gewijzigd en dat college ver
vangen door den gezondheidsraad, advisce-
rend college voor de rcgecring. Dr. Jitta werd
ook hier weer de voorzitter.
door Edgar Rice Burroughs
117.
Rutang hield zyn handen als een tang om
de keel van den zoo zeer door hem gehaten
Perry geknepen. Even later zou hfj hem zeker
den nek gebroken hebben, doch plotseling
vervulde de kreet der mensapen de lucht. De
aapman, die Kailuk en de anderen, die met
dezelfde ketting vastzaten, meetrok, sprong
zijn vriend te hulp. Terwijl hij op de rug van
den Tohriaanschen reus sprong, wrong Tar-
zan z(jn gespierden arm om de nek van den
man als een stalen veer en sloot zoo de lucht
toevoer af. Rutang's ogen puilden uit hun
kassen. Hy hijgde naar lucht. Het hoofd rolde
achterover, zijn grote, gele handen, die de
keel van Perry omkneld hielden, lieten los.
Perry, duizelig van benauwdheid, trachtte
zichzelf te bevryden van het zware lichaam
van den reus, die hem tegen den grond ge-
VRIJDAG 7 JUNI 1940.
Jaarsveld. 414,4 m.
VARA-Ultzending. 10.0010.20 v.m. VPRO.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Cello en piano.
10.50 Declamatie.
11.10 Gramofoonmuziek.
11.30 Orgelspel.
12.00—1.45 VARA-orkest (12.45—1.00 Be
richten ANP).
2.00 Gramofoonmuziek. met toelichting.
2.30 Fragmenten uit de operette „Boccaccio"
(opn.). (3.304.00 Officieele berichten,
eventueel gramofoonmuziek).
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Rosian-orkest.
6.30 Causerie over Rubens.
6,50 Gramofoonmuziek.
7.00 De Ramblers.
7.30 Officieele berichten, eventueel gramo
foonmuziek.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Esmeralda.
9.00 Reportage.
9.20 VARA-orkest.
10.00 Berichten ANP, sluiting.
Kootwfjk. 1875 m.
AVRO-Uitzending. 11.15—11.30 n.m. Be
richten.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek.
9.00 Berichten (Fransch).
9.15 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
drukt hield. Vandor, de zoon van Rutang, had
het toneel even aangezien. Hy kon niet wer
keloos toezien dat zyn vader door Tarzan
geworgd werd. Ook hij haatte de vreemdelin
gen. Met een nijdige kreet sprong hij boven
op den aapman met het plan dezen te doden.
Z\j legde haar hand in de zijne en bleef
naar den rug van den chauffeur staren.
„Kyk nu niet, alsof het je spijt. Het doet mij
geen pijn om het té zeggen en jou niet om
het aan te hooren, nu dat alles in orde is.
De man waar je van houdt, komt nu weer
vr|j en ik ga Vrijdag naar Amerika terug".
„O! Ik was vergeten dat U eens weer weg
moest. Maar dat moet natuurlijk. En ik be
hoor eigenlijk bly te zijn, dat U weggaat, na
wat U mij zoojuist heeft gezegd. Maar ik
zal U ontzettend missen... en ik kom naar
de boot om U na te wuiven. En U moet niet
lachen als ik dan huil".
Zij parkeerden den wagen in de buurt van
de gevangenis en wachtten tusschen de men-
schen, die voor de hekken stonden opgepropt.
Een groote. groene wagen stopte vlak bij hen
en een goed gekleede vrouw klom op het dak,
om de roggen van de menschen over het
onderwerp lijfstraf toe te spreken.
Zij hadden nog geen tien minuten staan
wachten, toen een algemeen gedrang hen zei,
dat Gerald er aan kwam. De menigte drong
nog meer naar voren en begon te juichen,
als bij een voetbalwedstrijd. Meneer Massiter
trok Torrance op de treeplank vy den
groenen wagen en zij konden Gerald op die
manier goed zien.
„Zeg eens, waarom neemt hij die vrouw
mee?" vroeg meneer Maasiter.
Annabelle hing aan Gerald's arm. Zy ble
ven op den trap staan en toen legde zy haar
handen op zjjn schouders en kuste hem. Het
publiek juichte.
„Nou, de film is afgeloopen," merkte
meneer Massiter op toen de politie Annabelle
en Gerald in een auto zette, die langzaam
tusschen de menschen door in de tegenover
gestelde richting wegreed.
Torrance vond. dat meneer Massiter, daar
hij op den terugweg zoo stil was, te veel
waarde aan de aanwezigheid van Annabelle
hechtte.
„Ik heb u toch gezegd, dat zij er zou
zijn," merkte zij op.
„Dat weet ik, en ik zeg ook niet, dat ik je
niet geloofde."
Zij legde uit, dat Annabelle er alleen maar
was voor de verslaggevers.
„O ja?" zei meneer Massiter.
Zijn opgewekte geest had er op gevlast,
dat het een vrooiyk en blij weerzien zou zijn.
Maar een blik naar het in gedachten ver
zonken meisje deed deze hoop vervliegen.
„Waar moet ik je afzetten, Torrance?"
„Bij mijn flat, als u wilt. Ik ben ongeveer
uitgeput, meneer Massiter. en ik zou graag
even willen rusten, voordat Gerald komt."
„Om je weer naar dat hotelletje aan de
rivier mee te nemen?"
„Nee. U blijft nog maar twee dagen. Ik
blijf in Londen."
Gerald kwam niet voor vijf uur. En toen
hy kwam, lag Torrance te slapen.
HOOFDSTUK XLII.
Een kaartenhuis.
Binnen de vyf minuten was zy aangekleed.
Zy had nog een kleur van den slaap, zy trok
een mantelpakje aan en was klaar om te
vertrekken, wanneer hy het wilde.
Haar bagage, ingepakt en wel, lag over
den grond verspreid.
Toen zy stilletjes de kleine zitkamer bin
nenkwam, zat hij in elkaar gedoken op de
sofa.
„Je moet niet zoo hopeloos kyken, jongen,
alles is nu voorby," zei zy zachtjes.
„Denk je?" Hy stond niet op, maar greep
haar handen en kuste ze ontelbare malen.
„Of begint het nu pas?"
Hij stond op, liep naar het raam en speel
de met het gordynkoord, een gewoonte uit
zijn jongensjaren, die hy nooit was kwijtge
raakt.
„En wat gaan wij nu doen?" vroeg hy
kort over zijn schouder.
Torrance weigerde hem te begrypen.
„Net wat je wilt, Gerald."
„Nee." Hy maakte het koord in de war
en haalde den knoop er weer uit. „Als het
zoo eenvoudig was, dah zou ik je op dit
zelfde oogenblik mee nemen."
Dus hij nam haar niet mee! Op de een of
ander? manier zaten zyn principes hem
dwars. Voor haar eigen geluk moest zy te
weten komen welke en waarom.
„Van gedachten veranderd, Gerald?"
„Over jou nee. Over Annabelle Ja. Ik
heb er gisteren, voordat zy my kwam opzoe
ken, den geheelen dag over nagedacht. Toen
zij kwam. wist ik het. Maar ik had graag,
dat jy mijn besluit omtrent één punt beves
tigde."
„En?"
„Toen jy je leven met Vanderlem waagde,
om het mijne te redden, toen wist hy niet,
dat Jij de vrouw in het huis was, wel? Hy
wist dat niet, voordat jy het op het politie
bureau had gezegd."
„Nee."
Dus daar ging het om! Zy wist nu, wat
er komen zou en het kwam ook. Zy beves
tigde openiyk zijn overtuiging, dat Annabelle
en Vanderlem niet hadden kunnen samen
werken.
Haar stem klonk koel en rustig, hoewel
zy een bonzend gevoel achterin haar hoofd
had.
10.30 AVRO-Aeolian-orkest,
11.15 Berichten (Engelsch).
11.30 Viool en piano.
12.00 Gramofooftmuziek.
12.45 Berichten ANP.
1.00 AVRO-Amusementaorkest en „The Me-
lody Sisters".
1.45 Berichten (Fransch).
2.00 Orgelspel.
2.25 Declamatie.
2.45 AVRO-Musette-ensemble.
3A5 Berichten (Fransch).
3.30 Omroeporkest.
4.15 Ensemble Jonny Kroon en gramofoon
muziek.
5.45 AVRO-dansorkest.
6.15 Berichten (Engelsch).
6.30 Gramofoonmuziek.
7.15 Concert (opn.).
8.15 Berichten (Engels).
8.30 Berichten ANP.
8.45 Gramofoonmuziek met toelichting.
9.15 Berichten (Engelsch).
9.30 Omroeporkest.
10.00 Berichten ANP, sluiting.
11-1511.30 Berichten (Fransch).
„Dus vind je, dat je by haar moet blyven,
Gerald?"
„Ik wil niet en dat weet je best. Kijk
nu eens! Ik zal mijn lot en het hare in jouw
handen leggen. <Zeg my, hoe ik uit deze ellen
dige driehoek moet komen en ik doe het."
„Je wilt, dat ik je beveel om met mij weg
te loopen?" Toen hij naar haar toekwam:
„Nee. Blyf alsjeblieft daar by het raam staan,
Gerald! Nu begrijp ik het je moet tus
schen ons tweeën kiezen. En ik vind, dat je
nu moet kiezen."
Hy draaide zich kwaad om.
„Je bedoelt, dat ik een besluit moet nemen
in overeenstemming met myn gevoelens! Dat
heb ik gedaan, toen ik met Annabelle trouw
de... En kyk nu eens, wat er van terecht ge
komen is. toen ik mij door impuls liet leiden!
Twee oude mannen en een agent vermoord.
En jij en ik en Annabelle op deze manier
verward."
Dat was zoo. Maar hy had altyd gelyk.
Maar op de een of andere manier, die zij niet
begreep, zat er altyd een fout in zyn
redenaties.
„Want zij is evenveel slachtoffer als jy of
ik," vervolgde hij. „Er bestaat niet de min
ste twijfel, dat Vanderlem het heele geval
bedacht heeft, om haar een ryke vrouw te
maken en haar daarna te laten..."
„Ja dat heeft zij my ook verteld."
„Bedoel je, dat je haar niet gelooft?"
vroeg hy.
„Zij is niet het soort vrouw, dat ik ooit
zou kunnen gelooven, zelfs wanneer het bijna
zeker is, dat zy' de waarheid spreekt."
„Omdat zy jou type niet is evenmin als
de mijne. Ik geef toe, dat ik haar eenerzijds
heb liefgehad, maar de moeilijkheid zit hem
hierin, dat zy my wel mag. En ik vrees dat
ik zeggen moet, dat zy zelfs van mij houdt.
Weet je, dat zy byna zelfmoord gepleegd
heeft toen ik gearresteerd werd, omdat zy
per ongeluk de heele boel verklapte met die
ruwe diamanten?"
Het kon waar zijn. Maar opnieuw was dat
iets, waar Torrance onmogelijk geloof aan
kon hechten. Gerald ging door met zyn toe
spraak.
„Het zou gemakkeiyker geweest zijn. als zy
niet zoo eeriyk geweest was. Vanmiddag,
toen wij de termen bespraken, stroomden
haar de tranen langs de wangen."
Wordt vervolgd.