Strijd aan bet Westfront gaat weer beginnen TARZAN Koning Leopold geen verrader Heï GeHeim unn naar en de vuren van Tohr 7 orrance Esdale Groote Goudzending naar Amerika Dr. N. M. Josephus Jitta overleden Radioprogramma Toestand was voor de Belgen onhoudbaar GEEN VERDRAG OF OVEREEN- KOMST MET DEN VIJAND OE- SLOTEN. Het „Dagblad van Noord-Brabant" publi ceert den tekst van een herderlijken brief dien Kardinaal Van Roey, de aartsbisschop van Mechelen ter verdediging van de hou ding van Koning Leopold aan de pastoors .van zijn diocees heeft gezonden. Teneinde, zoo mogelijk, het noodlottig mis verstand op te helderen en uit allereerste bron de noodige opklaringen te putten, heb ben wij aldus de kardinaal, het tot onzen plicht gerekend te beproeven onzen vorst in persoon te ontmoeten. De Koning heeft ge- waardigd ons te ontvangen en heeft ons toe gelaten de volgende verklaringen open haar te maken: I. De beslissing de wapens neer te leggen, die hij in den morgen van '28 Mei heeft moe ten treffen, werd opgedrongen door den toe stand, die voor het Belgische leger absoluut onthoudbaar geworden was. Reddeloos om singeld, zonder hoop op doelmatige hulp vanwege de verbondenen, waren onze troe pen, indien zij den strijd hadden voortgezet eenvoudig blootgesteld aan volledige uit roeiing, zonder dat de krijgsverrichtingen er eenig baat bij vonden. Hun lot zou boven dien onontwijkbaar het aandeel geworden zijn van de honderduizenden vluchtelingen op dat uiterst kleine strookje grond samen gepakt. II Deze beslissing van hoofdzakelijk mili tair belang werd door den Koning getroffen als Opperhoofd van het Belgische leger met algeheele instemming van het Hoofd van den Gfeneralen Staf, naar wiens aanwijzingen hij heeft gehandeld. Hij heeft geen enkele daad gesteld van poli tieken aard, hij heeft met den vijand geen enkele overeenkomst zelfs geen militaire - gesloten. Op geen enkele wijze heeft hij dus de Bel gische grondwet geschonden. Gehandeld heeft hij in de overtuiging waarin hij door de eensluidende meening van drie uitste kende Belgische juristen werd versterkt dat zijn optieden gewettigd was krachtens de machten, die de Grondwet den Koning op dit stuk toekent. Overigens was het hem on mogelijk geworden het oordeel in te winnen van zijn ministers, waarvan de laatste vier het Belgische grondgebied den 25en Mei .verlaten hadden. III. Het is in strijd met de y^Lg.r-,. hcid te beweren, dat het opperbevel der verbonden machten niet op de hoogte werd gebracht van den on- houdbaren toestand waarin het Bel gische leger zich bevond en van de noodzakelijkheid waarin het verkeer de den strijd te staken. „De hatelijke beschuldiging van verraad valt hierdoor als volkomen ongegrond weg. „Op het laatste oo- genblik zou de Koning, zooals som migen er hem toe aanzetten, langs de lucht naar den vreemde hebben kun nen vluchten. Hij heeft verkozen het lot van zijn soldaten en het lijden van zijn volk te deelen, hetgeen, dunkt ons, meer ridderlijk is pn gansch tot zijn eer strekt. door: Roy Vicker» FEUILLETON 41. Torrance ontdekte, dat ze dit beaamde. „Het zal natuurlijk alleen maar een forma liteit zijn." ging Annabelle voort. „Ik weet, je bent nu overtuigd, dat ik je op alle ma nieren geluk toewenach, wat het mij ook kosten mag. Zoo gauw als we uit het ge drang zijn, zal ik hem naar je toe sturen. Waar zal hy je kunnen vinden?" „O, maak je daar maar niet bezorgd over!" zei Torrance, „hy vindt me wel. Dag!" HOOFDSTUK XLI. Een reclamezoen. „Ik ben acht en veertig jaar. hetgeen een rijpe leeftijd is on^over de andere sexe, tot een eenvoudige conclusie te komen". Torrance was op deze opening van de con versatie niet zoo vlug met haar antwoord, als zij had moeten zijn. Haar blikken waren op den chauffeur gericht, en zy trachtte hem zoo te dwingen, hoe langer hoe vlugger naar de gevangenis van Brixton te rijden. „Ik ben namelijk tot de ontdekking ge komen, dat een intelligente vrouw even on begrijpelijk kan zijn als één, die het niet is. En hiermee bedoel ik jou, Torrance. Waar voor zijn wij nu op weg? Alleen maar om een jonge kerel uit een buitengewoon leelijk gebouw te zien komen". „Ik denk dat het symbolisch is", zei Tor rance droomerig. „Alles wat jij voor hem gedaan hebt?" „En alles wat U voor hem gedaan heeft, meneer Maasiter". „Ik heb niets voor dat jongmensch ge daan en dat weet je best." Meneer Masslter zat op zijn praatstoel. „Dit ia een van die sentimenteelc oogenblikken ach ja waarop de menschcn elkaar de waarheid zeggen. Ik werd op jou verliefd, toen je naar mij toekwam, den dag nadat Oom Julius in Torquay afscheid van je genomen had". Wat ons betreft, wetend dat wij accoord gaan met de gevoelens die de bijna eensge zinde massa van het Belgische volk bezielen wij behouden voor onzen Koning onzen eer bied, onze gehechtheid en ons vertrouwen. Wij vragen aan onze priesters voort te gaan met het opzeggen van d liturgische gebeden voor den Koning voorgeschreven. Wij zetten met nadruk de geloovigcn aan zonder ophou den de zaak van den Koning'en tegelijkertijd het heil van het Vaderland en hun gebeden en communiën aan God aan te bevelen. Wij zouden willen, dat alle Belgen zich, bewust van het belang van het huidige uur vereenigd en solidair blijven aan de zijde van den Koning, de hoogste verpersoonlij king van het in gevaar verkeerende Vader land." DAGORDER VAN HITLER AAN DE WEERMACHT. De Fuehrer en Opperbevelhebber van de weermacht heeft den volgenden darorder uit gevaardigd: „Soldaten van het Westelijk front! Duinkefken is gevallen. 40.000 Franschen en Engelschen zijn als laatste rest van eens groote legers gevangen genomen. Een on overzienbare hoeveelheid materiaal is buit gemaakt. Daarmede is de grootste slag der wereldgeschiedenis ten einde. Soldaten! Mijn vertrouwen in u was gren zen loos. Ge hebt mij niet teleurgesteld. Het stoutste plan der oorlogsgeschiedenis werd door uw voorbeeldige dapperheid, door uw kracht tot het verdragen van de grootste in spanningen, de zwaarste beproevingen en moeite verwezenlijkt. Soldaten! In enkele weken tijds hebt gij in den zwaren strijd tegen vaak bijzonder dappere tegenstanders twee staten tot capi tulatie gedwongen, de beste divisies van Frankrijk yèrnietigd, het Britsche expedi tiecorps verslagen, gevangen genomen of van het continent verjaagd. Alle eenheden van de weermacht te land en in de lucht zijn met elkander een edelen wedijver aangegaan in den strijd voor ons volk en het Groot- Duitsche rijk. Dappere mannen van onze oorlogsmarine namen aan deze feiten deel. Soldaten! Velen van u hebben hun trouw met het leven bezegeld. Anderen zijn gewond De harten van ons volk verwijlen in diepe dankbaarheid bij hen en bij u. De plutocra tische bestuurders van Engeland en Frank rijk echter, die gezworen hadden het opbloei en van een nieuwe betere wereld met alle middelen te verhinderen, wenschen de'voort zetting van den oorlog. Hun wensch zal in- vervulling gaan. Soldaten! Met den dag van heden begint de strijd aan het Westelijk front opnieuw. Talloozc nieuwe divisies, die voor de eerste maal den vijand zullen zien en verslaan, trek ken naar u toe. De strijd om de vrijheid van ons volk, om zijn-of-niet-zijn voor thans en voor de geheele toekomst, wordt daarmede voortgezet tot aan de vernietiging van die vijandelijke machthebbers in Londen en Pa rijs, die ook thans nog gelooven in den oor log het beste middel te kunnen zien om hun aan de volkeren vijandig gezinde plannen tot uitvoering te brengen. Hun historische voorlichting zal onze over winning zijn. Geheel Duitschland is echter in den geest weer bij u." De Federaal Reserve Bank te New York heeft via Canada uit het buitenland naar schatting 200 millioen dollar goud ontvan gen, meerendeels gouden staven. Dit is een der grootste ooit in de Vereenigdc Staten aangekomen goudzending. Ambtenaren van de bank weigerden te zeggen waar het goud vandaan kwam. Volgens Associated Press vermoedt men in financieelc kringen, dat het grootste deel van dit goud uit Engeland komt en voor oorlogsaankoopen dient. Zoo noodig vordering. Liefst ech ter vrijwillig aanbod. ONS KOSTBAAR FOKMATERIAAL ER BUITEN. Ten einde te kunnen voldoen aan de oogen blikkelijke behoefte aan paarden in Duitsch land, zullen deze ook in ons land worden aan gekocht, zegt de Tel., Duitschland wil deze koopen van onze landbouwers bij vrijwillig aanbod en indien het aanbod niet groot ge noeg zal zijn, zal men misschien overgaan tot vordering door een aantal Duitsche com- missionnairs. Door de Warmbloed Stamboek organisaties is geprobeerd .bij de voorberei ding dezer vorderingen ons kostbaar fokma- teriaal zoo mogelijk daarbuiten te houden, en met succes. Bij de gevoerde besprekingen bleek geluk king, dat men ook van Duitsche zijde over tuigd was van het groote belang de goede fokdieren te doen behouden door de fokkers. De waarschijnlijke gang van zaken zal on geveer als volgt zijn: Op de verschillende vor deringsplaatsen zullen de paarden van4 jaar en ouder (minimum maat 1.52 M.) getoond moeten worden, zoowel warm- als koudbloed en de kruisingsproducten. De aankoopen of vorderingen zullen aan vangen in de Noordelijke provincies om dan geleidelijk Zuidelijker af te zakken. Veulenmerries met veulens jonger dan maand mogen van de vordering thuis blij ven, mits de eigenaar eene door den burge meester van zijn woonplaats geteekende verklaring toonen kan, waarin vermeld is, het aantal paarden van 4 jaar en ouder, wel ke de eigenaar heeft en hoeveel merries met de omschreven veulens daarbij zijn. Alle andere paarden van 4 jaar en ouder moeten getoond worden, opdat de comahissies een overizcht kunnen krijgen van 't voorradige materiaal. Het plan is om alle stamboekmer- riën (die dus wel getoond moeten worden) vrij te laten; hulpstamboe- kers kunnen echter aangekocht, resp. gevorderd worden. Hengsten vallen geheel buiten de vorde ring. In de eerste plaats zullen de vrijwillig aan geboden paarden gekocht worden daarna wordt tot vordering overgegaan voor de gewenschte doeleinden. De betaling der overgenomen paarden ge schiedt contant met Reichskrcditkasscn- scheine. Voorts werd bij de besprekingen medege deeld, dat getracht zal worden door de Duit sche legcrautoriteiten, hier te lande uitge rangeerde Duitsche legerpaardcn, welke zich hier bevinden, zoo mogelijk beschikbaar te stellen voor den landbouw in die provinciën, waar een gebrek »aan werkpaarden zal op treden. Te 's-Gravenhagc is overleden op 82-jari- gen leeftijd dr. N. M. Josephus Jitta, oud voorzitter van den gezondheidsraad. Dr. Josephus Jitta is 16 Mei 1958 te Amster dam geboren. Na het gymnasium bezocht te hebben werd hij ingeschreven als student in de medicij nen aan de gemeentelijke universiteit in de hoofdstad. Na zijn promotie werd hij assistent van den hoogleeraar in de oogheelkunde W. M. Gunning, in welke functie hij twee jaar werk zaam bleef. Oogheelkundige studie maakte hij ook in Berlijn en Parijs. Dr. Jitta vestigde ich als oogarts te Amsterdam in welke kwa liteit hij al heel spoedig zeer gezien was. In medische commissies van den volken bond heeft hij belangrijk werk verricht. Toen in de hygiënische commissie het tra- choom-vraagstuk aan de orde kwam, heeft men van zijn ervaringen veel profijt gehad. Dr. Josephus ging zich meer en meer in het maatschappelijke leven bewegen. In 1905 werd hij wethouders van openbare gezondheid en armwezen te Amsterdam en legde hij zijn oogheelkundige praktijk neer. Hoewel wars van politiek gedoe, was Dr. Jit ta de liberale beginselen toegedaan. Tot 1917 bleef hij wethouder. Toen stelde hij zich niet meer verkiesbaar. De regeering legde onmiddellijk beslag op hem en benoemde hem met ingang van 1 Ja nuari tot voorzitter van den toenmaligcn centralen gezondheidsraad. Later werd de gezondheidswet gewijzigd en dat college ver vangen door den gezondheidsraad, advisce- rend college voor de rcgecring. Dr. Jitta werd ook hier weer de voorzitter. door Edgar Rice Burroughs 117. Rutang hield zyn handen als een tang om de keel van den zoo zeer door hem gehaten Perry geknepen. Even later zou hfj hem zeker den nek gebroken hebben, doch plotseling vervulde de kreet der mensapen de lucht. De aapman, die Kailuk en de anderen, die met dezelfde ketting vastzaten, meetrok, sprong zijn vriend te hulp. Terwijl hij op de rug van den Tohriaanschen reus sprong, wrong Tar- zan z(jn gespierden arm om de nek van den man als een stalen veer en sloot zoo de lucht toevoer af. Rutang's ogen puilden uit hun kassen. Hy hijgde naar lucht. Het hoofd rolde achterover, zijn grote, gele handen, die de keel van Perry omkneld hielden, lieten los. Perry, duizelig van benauwdheid, trachtte zichzelf te bevryden van het zware lichaam van den reus, die hem tegen den grond ge- VRIJDAG 7 JUNI 1940. Jaarsveld. 414,4 m. VARA-Ultzending. 10.0010.20 v.m. VPRO. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Cello en piano. 10.50 Declamatie. 11.10 Gramofoonmuziek. 11.30 Orgelspel. 12.00—1.45 VARA-orkest (12.45—1.00 Be richten ANP). 2.00 Gramofoonmuziek. met toelichting. 2.30 Fragmenten uit de operette „Boccaccio" (opn.). (3.304.00 Officieele berichten, eventueel gramofoonmuziek). 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Rosian-orkest. 6.30 Causerie over Rubens. 6,50 Gramofoonmuziek. 7.00 De Ramblers. 7.30 Officieele berichten, eventueel gramo foonmuziek. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Esmeralda. 9.00 Reportage. 9.20 VARA-orkest. 10.00 Berichten ANP, sluiting. Kootwfjk. 1875 m. AVRO-Uitzending. 11.15—11.30 n.m. Be richten. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.00 Berichten (Fransch). 9.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. drukt hield. Vandor, de zoon van Rutang, had het toneel even aangezien. Hy kon niet wer keloos toezien dat zyn vader door Tarzan geworgd werd. Ook hij haatte de vreemdelin gen. Met een nijdige kreet sprong hij boven op den aapman met het plan dezen te doden. Z\j legde haar hand in de zijne en bleef naar den rug van den chauffeur staren. „Kyk nu niet, alsof het je spijt. Het doet mij geen pijn om het té zeggen en jou niet om het aan te hooren, nu dat alles in orde is. De man waar je van houdt, komt nu weer vr|j en ik ga Vrijdag naar Amerika terug". „O! Ik was vergeten dat U eens weer weg moest. Maar dat moet natuurlijk. En ik be hoor eigenlijk bly te zijn, dat U weggaat, na wat U mij zoojuist heeft gezegd. Maar ik zal U ontzettend missen... en ik kom naar de boot om U na te wuiven. En U moet niet lachen als ik dan huil". Zij parkeerden den wagen in de buurt van de gevangenis en wachtten tusschen de men- schen, die voor de hekken stonden opgepropt. Een groote. groene wagen stopte vlak bij hen en een goed gekleede vrouw klom op het dak, om de roggen van de menschen over het onderwerp lijfstraf toe te spreken. Zij hadden nog geen tien minuten staan wachten, toen een algemeen gedrang hen zei, dat Gerald er aan kwam. De menigte drong nog meer naar voren en begon te juichen, als bij een voetbalwedstrijd. Meneer Massiter trok Torrance op de treeplank vy den groenen wagen en zij konden Gerald op die manier goed zien. „Zeg eens, waarom neemt hij die vrouw mee?" vroeg meneer Maasiter. Annabelle hing aan Gerald's arm. Zy ble ven op den trap staan en toen legde zy haar handen op zjjn schouders en kuste hem. Het publiek juichte. „Nou, de film is afgeloopen," merkte meneer Massiter op toen de politie Annabelle en Gerald in een auto zette, die langzaam tusschen de menschen door in de tegenover gestelde richting wegreed. Torrance vond. dat meneer Massiter, daar hij op den terugweg zoo stil was, te veel waarde aan de aanwezigheid van Annabelle hechtte. „Ik heb u toch gezegd, dat zij er zou zijn," merkte zij op. „Dat weet ik, en ik zeg ook niet, dat ik je niet geloofde." Zij legde uit, dat Annabelle er alleen maar was voor de verslaggevers. „O ja?" zei meneer Massiter. Zijn opgewekte geest had er op gevlast, dat het een vrooiyk en blij weerzien zou zijn. Maar een blik naar het in gedachten ver zonken meisje deed deze hoop vervliegen. „Waar moet ik je afzetten, Torrance?" „Bij mijn flat, als u wilt. Ik ben ongeveer uitgeput, meneer Massiter. en ik zou graag even willen rusten, voordat Gerald komt." „Om je weer naar dat hotelletje aan de rivier mee te nemen?" „Nee. U blijft nog maar twee dagen. Ik blijf in Londen." Gerald kwam niet voor vijf uur. En toen hy kwam, lag Torrance te slapen. HOOFDSTUK XLII. Een kaartenhuis. Binnen de vyf minuten was zy aangekleed. Zy had nog een kleur van den slaap, zy trok een mantelpakje aan en was klaar om te vertrekken, wanneer hy het wilde. Haar bagage, ingepakt en wel, lag over den grond verspreid. Toen zy stilletjes de kleine zitkamer bin nenkwam, zat hij in elkaar gedoken op de sofa. „Je moet niet zoo hopeloos kyken, jongen, alles is nu voorby," zei zy zachtjes. „Denk je?" Hy stond niet op, maar greep haar handen en kuste ze ontelbare malen. „Of begint het nu pas?" Hij stond op, liep naar het raam en speel de met het gordynkoord, een gewoonte uit zijn jongensjaren, die hy nooit was kwijtge raakt. „En wat gaan wij nu doen?" vroeg hy kort over zijn schouder. Torrance weigerde hem te begrypen. „Net wat je wilt, Gerald." „Nee." Hy maakte het koord in de war en haalde den knoop er weer uit. „Als het zoo eenvoudig was, dah zou ik je op dit zelfde oogenblik mee nemen." Dus hij nam haar niet mee! Op de een of ander? manier zaten zyn principes hem dwars. Voor haar eigen geluk moest zy te weten komen welke en waarom. „Van gedachten veranderd, Gerald?" „Over jou nee. Over Annabelle Ja. Ik heb er gisteren, voordat zy my kwam opzoe ken, den geheelen dag over nagedacht. Toen zij kwam. wist ik het. Maar ik had graag, dat jy mijn besluit omtrent één punt beves tigde." „En?" „Toen jy je leven met Vanderlem waagde, om het mijne te redden, toen wist hy niet, dat Jij de vrouw in het huis was, wel? Hy wist dat niet, voordat jy het op het politie bureau had gezegd." „Nee." Dus daar ging het om! Zy wist nu, wat er komen zou en het kwam ook. Zy beves tigde openiyk zijn overtuiging, dat Annabelle en Vanderlem niet hadden kunnen samen werken. Haar stem klonk koel en rustig, hoewel zy een bonzend gevoel achterin haar hoofd had. 10.30 AVRO-Aeolian-orkest, 11.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Viool en piano. 12.00 Gramofooftmuziek. 12.45 Berichten ANP. 1.00 AVRO-Amusementaorkest en „The Me- lody Sisters". 1.45 Berichten (Fransch). 2.00 Orgelspel. 2.25 Declamatie. 2.45 AVRO-Musette-ensemble. 3A5 Berichten (Fransch). 3.30 Omroeporkest. 4.15 Ensemble Jonny Kroon en gramofoon muziek. 5.45 AVRO-dansorkest. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 Gramofoonmuziek. 7.15 Concert (opn.). 8.15 Berichten (Engels). 8.30 Berichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek met toelichting. 9.15 Berichten (Engelsch). 9.30 Omroeporkest. 10.00 Berichten ANP, sluiting. 11-1511.30 Berichten (Fransch). „Dus vind je, dat je by haar moet blyven, Gerald?" „Ik wil niet en dat weet je best. Kijk nu eens! Ik zal mijn lot en het hare in jouw handen leggen. <Zeg my, hoe ik uit deze ellen dige driehoek moet komen en ik doe het." „Je wilt, dat ik je beveel om met mij weg te loopen?" Toen hij naar haar toekwam: „Nee. Blyf alsjeblieft daar by het raam staan, Gerald! Nu begrijp ik het je moet tus schen ons tweeën kiezen. En ik vind, dat je nu moet kiezen." Hy draaide zich kwaad om. „Je bedoelt, dat ik een besluit moet nemen in overeenstemming met myn gevoelens! Dat heb ik gedaan, toen ik met Annabelle trouw de... En kyk nu eens, wat er van terecht ge komen is. toen ik mij door impuls liet leiden! Twee oude mannen en een agent vermoord. En jij en ik en Annabelle op deze manier verward." Dat was zoo. Maar hy had altyd gelyk. Maar op de een of andere manier, die zij niet begreep, zat er altyd een fout in zyn redenaties. „Want zij is evenveel slachtoffer als jy of ik," vervolgde hij. „Er bestaat niet de min ste twijfel, dat Vanderlem het heele geval bedacht heeft, om haar een ryke vrouw te maken en haar daarna te laten..." „Ja dat heeft zij my ook verteld." „Bedoel je, dat je haar niet gelooft?" vroeg hy. „Zij is niet het soort vrouw, dat ik ooit zou kunnen gelooven, zelfs wanneer het bijna zeker is, dat zy' de waarheid spreekt." „Omdat zy jou type niet is evenmin als de mijne. Ik geef toe, dat ik haar eenerzijds heb liefgehad, maar de moeilijkheid zit hem hierin, dat zy my wel mag. En ik vrees dat ik zeggen moet, dat zy zelfs van mij houdt. Weet je, dat zy byna zelfmoord gepleegd heeft toen ik gearresteerd werd, omdat zy per ongeluk de heele boel verklapte met die ruwe diamanten?" Het kon waar zijn. Maar opnieuw was dat iets, waar Torrance onmogelijk geloof aan kon hechten. Gerald ging door met zyn toe spraak. „Het zou gemakkeiyker geweest zijn. als zy niet zoo eeriyk geweest was. Vanmiddag, toen wij de termen bespraken, stroomden haar de tranen langs de wangen." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 6