ie T ARZAN en de Japan over Fransch IND0-CHINA vuren van Tohr De Duitsche op volle toeven WAAROM TREUR JE, Groote Clown? De ondergang van de „Glorious" Maakt gebruik van het generaal=pardon Na 15 Juli te laat door Edgar Rice Burroughs Radioprogramma De grondstoffen-positie verbeterd Het Instituut voor Conjunctuuronderzoek der Duitsohe bladen, heeft zoo juist zijn nieu we halfjaarbericht over den economischen toestand onder den titel: „Negen maanden Duitsche oorlogseconomie" gepubliceerd. De oorlog, aldus dit bericht, heeft de Duitsche economie tot de grootste krachts inspanning opgevoerd. Was de laatste jaren reeds een groot deel van de productiekracht dos lands op de behoeften van de meermacht gericht, sinds September 1039 zijn nieuwe be slissende pogingen ondernomen, waarvan de uitwerking op elk gebied van de productie, welke voor de oorlogseconomie van belang is, te bespeuren valt. In de eerste plaats is het van csscntieele beteekenis, dat er on danks de diep ingrijpende wijzigingen als ge volg van het uitbreken van den oorlog, geen storingen in de werkverschaffing zijn ont staan. In Duitschland was en is er practisch geen werkeloosheid meer. Integendeel, de behoefte aan arbeidskrachten van allerlei soort is thans grooter dan ooit. Ook in den oorlog wordt de productie met succes voort gezet. Duitschland zal het tweede oorlogsjaar ingaan met reserves aan broodtarwe, welke even groot zijn als bij het begin van den oorlog. De voorraden boter, kaas en eieren zijn grooter dan bij het uitbreken van den oorlog. Zeer grootc voorraden varkensvleesch zijn in koelhuizen opgeslagen. Op 't gebied van de industriebedrijvcn is de productie in liet gehecle jaar 1939 met vier oorlogs maanden naar hoeveelheid en waarde grooter geweest dan in eenig ander jaar te voren. De liereeniging met Oostelijk Opper-Sile- zic heeft het vermogen van de Duitsche eco nomie met belangrijke grondstoffen en in- dustriecle ondernemingen versterkt. De sa menwerking op het breede terrein van het Groot-Duitsche rijk en zijn invloedgebieden (protectoraat Bohemen-Moravië, het Pool- sche gouvernement generaal) blijkt steeds meer uiterst vruchtbaar te zijn. Duitschland beschikte reeds bij het begin van den oorlog over industricele capaciteiten, welke grooter waren dan die van Frankrijk en Groot-Brit- tanie tezamen. Inmiddels zijn vele deelen der Fransche industrie door de oorlogshande lingen op Fransch gebied vernield, anderen - evenals in Noorwegen, Nederland, Luxem burg en België vielen in Duitsche handen. Ook de grondstoffenbasis (steenkool, hout, erts) werd door de oorlogvoering uitgebreid. Daarnaast wordt intensief aan de toeneming der binnenlandsche productie van grond stoffen gewerkt. Prijzen en loonen worden welbewust in toom gehouden, hetgeen slechts mogelijk is omdat bij de regeling van prij zen en loonen de straffe controle komt van productie, belegging en verbruik. In tegen stelling tot de ontwikkeling in Duitschland, treedt de prijsstijging in Engeland zeer sterk aan het licht. De credietmarkten toonen een beeld van buitengewone ruimte, ten gevolge waarvan de geldtarievcn sterk gedaald 'zijn. Het disconto van de Rijksbank kon van 4 op 3'/2 procent verlaagd worden. De spaar gelden en bankdeposito's yertoonen een voort durende stijging. De openbare financiën vol doen volkomen aan tun taak om de oorlogs uitgaven te financieren. De opbrengst van de belastingen is gestegen. De Duitsche buiten- landsche handel is ongebroken, zooals het voortduren zelfs van den expórt van oorlogs materiaal (vliegtuigen) bewijst. De resultaten van de Duitsche oorlogseco nomie zouden niet mogelijk geweest zijn wan neer niet de nationaalsocialistische econo mische politiek de voorwaarden daartoe ge schapen had. In dit verband moeten vooral de volgende maatregelen genoemd worden. Door de geheele bedrijfsleven te grondvesten op de volksgemeenschap, werden sociale twis FEUILLETON ten en wrijvingen uitgeschakeld en werden de mogelijkheden geschapen tot buitengewo ne arbeidsprestaties. Door de stelselmatige opvoering der binnenlandsche productie van grondstoffen is Duitschland's afhankelijk heid van het buitenland, vooral sinds de af kondiging van het vierjarenplan, op gebie den welke voor de oorlogvoering van essen tieel belang zijn, op beslissende wijze ver minderd. Een controle van de productie, van de l>eleggingen en van het verbruik heeft reeds lang \oor het begin van den oorlog, het bedrijfsleven tot een doeltreffend instru ment in de hand van den staat gemaakt. Het bedrijfsleven is in de politieke doelstellingen ingeschakeld en in zijn organisatie op dezen nieuwen taak ingericht. Daarbij is het van beteekenis, dat al deze maatregelen reeds sinds 1933 welbewust genomen zijn. In dezen voorsprong ligt een beslissende superioriteit tegenover de vijandelijke mogendheden, die pas thans een geïmproviseerde oorlogsecono mie trachten te stellen tegenover een tot dusver min of meer „vrij" bedrijfsleven. Op den 8en Juni gelukte het aan eenheden van een Duitsche vlootafdeeling in de Noor delijke IJszee o.a. het Engelsche vliegtuig moederschip „Glorious" (22.000 ton) tot zin ken te brengen. Tevoren hadden dezelfde eenheden reeds een Engelsche tankboot, een patrouillevaartuig en een Engelsch transport sohip van ongeveer 18.000 ton tot zinken ge bracht. Tegen den avond van den 8en Juni ontmoetten de Duitsche eenheden dan het Engelsche vliegtuigmoederschip „Glorius" dat naar raming vijftig Engelsche vliegtui gen aan boord had en door twee torpedoja gers vergezeld was. In een door het D.N.B. ontvangen ooggetuigértbericht .wordt een schildering gegeven van het verloop van den strijd waarin zoowel het vliegtuigmoeder schip als de beide vijandelijke torpedojagers in den grond geboord werden. Heel duidelijk zien wij de silhouet van het vliegtuigmoederschip, aldus het bericht Een vergissing is uitgesloten. Thans hebben zij ook ons herkend en draaien weg. Te laat. De commandant geeft bevel te vuren. De vuurmonden wordtjn op het vliegtuigmoeder schip gericht Dit verspreid rook en probeert ons thans af te leiden, de anderen tracht het kostbare schip aan het goedgerichte vuur te onttrekken. Het vliegtuigmoederschip hoont nog steeds te ontkomen.. Treffers zaaien dood en vernietiging. Maar ook in onze buurt slaan de granaten in. De Engelsche torpedo- agers willen den strijd niet opgeven. Plotse ing breken zij door en schieten hun torpe do's op de Duitsche eenheden af. Door han dig manoeuvreeren moeten deze de torpe do's ontgaan. Tenslotte wordt een torpedoja ger tot zinken gebracht en enkele oogcnblik- ken later zinkt ook het vliegtuigmoederschip De treffers hebben hun uitwerking gehad. De eenige overblijvende torpedojager brandt aan den voorsteven. Langzaam begint hij te zin ken. waarschijnlijk heeft er een ketclontplof fing plaats gehad. Dan sluiten zich ook over dezen dapperen tegenstander de golven. DOOR A. H. KOBER „Ik breng u een groet van lady Maud over. de dochter van Lord Lemalle," fluisterde Nash, die achter hem aanliep. Nu draaide de man zich om. „Ja. ik ben Golden! Wat weet u van Maud?" vroeg hij haastig, met een naieve atem, die angstig klonk. Wilson Nash, die de situatie wilde uit buiten, begon: „Lord Lemalle gaf ons journalisten van morgen een uitvoerige beschrijving van de gebeurtenissen, waarbij u, mister Golden..." „Praatjes!" riep de clown. „Over tien mi nuten vertrekt m(jn boot en u verknoeit mtfn tijd met nietigheden!" Opeens was z\jn ge zicht en z(jn heele houding weer gespannen. z(jn stem hard geworden; een heel ander mensch dan tevoren stond voor den journa list, en zei op strengen toon: „U noemde zooeven den naam van Maud LemalleWilt u zich nader verklaren?" „Op dezen toon zult u met mij niet verder komen, mijnheer Golden!" zei Nash even kortaf als de ander. „Het is overigens nog heelemaal niet zoo zeker, dat u met die boot zult vertrekken „Dus toch! Lemalle jaagt mij de politie op den hals?" fluisterde de clown. „Dat niet. Maar de vrouw, die u verlaten hebt „Maud „Neen, maar de vrouw, die u in Empire hebt laten zitten en die beweert, dat zij u groot heeft gemaakt, die vrouw zal hier over een paar minuten verschijnen en u vasthou den „Zoo? Dank u wel voor de mededeeling!" Golden zei dat op nuchteren toon, nam de koffer, die h(j had neergezet weer in de hand en ging naar de loopplank. De journalist bleef naast hem. Vlak voor de loopplank bleef Golden staan en strekte z(jn rechterarm uit zijn zware jas omhoog, Valt Uw arts niet lastig om wittebroodbriefjes Het oorlogsbrood is even voed zaam en licht verteerbaar als het wittebrood. De goneeskundig hoofdinspecteur voor de volksgezondheid, dr. C. Banning, ontving bij de invoering van de suikerdistributie her haaldelijk brieven, waarin werd medege deeld, dat er pressie op sommige artsen werd uitgeoefend, om extra suiker te verkrijgen, terwijl dit in de meeste gevallen niet noo- dig was. Nu brood in den handel gebracht wordt, dat iets bruiner is dan ons wittebrood was ont vangen de artsen geregeld verzoeken, om wit tcbrood voor te schrijven. Dr. Banning wijst er op, dat dit brood en ook het toekomstige „oorlogs brood" van uitstekende kwaliteit en licht verteerbaar is, zoodat men niet bang behoeft te zijn, dat ditb rood maagklachten zal veroorzaken. Er wordt dan ook een dringend beroep op het publiek gedaan, om de artsen niet om wittebrood-briefjes lastig te vallen. Slechts in zeer zeldzame uitzonderingsge vallen zal de huisarts hieraan mogen vol doen. EEN GEHEIM BRITSCH—FRANSCH— AMERI&AANSCH VERDRAG? In oen uitvoerig artikel houdt het Japan- sohe blad „Tokio Nitsji Nitsji" zich bezig met de vijandelijke houding van Fransch Indo-China door de geregelde voorziening van Tsjang-Kai-Tsjek met wapenen en mu nitie. Het. blad eischt, dat alvorens verdere maatregelen tegen Tsjang-Kav-Tsjek wor den genomen, aan deze vijandelijke hou ding van Fransch Indo-China een einde ge blaakt wordt. Ook de woordvoerder van het Japansche ministerie van buitenlarwlsche zaken heeft verklaard, dat het noodzakelijk is een einde te maken aan het transport van wapenen uit Fransch Indo-China via den spoorweg Haiphong— Joennan en den nieuw aangc- legden auto-snelweg Hij verklaarde, dat wellicht een verwoes ting van dien spoorweg te te verwachten, doch dat dit een kwestie is, die ter beoor deeling staat van de Japansche militairen in China. De BritschFransche koloniën ln den Stillen Ooeaan. Een ander Japansch blad. de „Nitsji Nit sji" houdt zich liezig met de Fransche en Engelsche koloniën in het Westelijke en Zuidelijke deel van den Stillen Oceaan en constateert daarbij, dat zij wegens de ne derlaag der Westelijke mogendheden in Eu ropa thans zonder practische contróle van haar moederlanden zijn. Daarmede, aldus het blad, is de po sitie voor deze koloniën gelijk aan die van Nedcrlandsch-lndië. Het schijnt dat tusschen Engeland en de Vereenigde Staten een geheime overeenkomst over een gemeenschappelijke verdediging van de Engelsch* en Fransche koloniën in het Zuidelijke deel van den Stillen Ooeaan, Inclusief Australië, Nieuw-Caledonië en Nederlandsch-Indië, gesloten is. Voorts meldt het blad over beweerde on derhandelingen over de mogelijkheid van een tijdelijk gemeenschappelijk beheer van Fransch-Indo-China door Engeland, de Vereenigde Staten en Frankrijk. De Japan sche regecring zal aan de ontwikkeling van dit vraagstuk, vooral aan de kwestie van Indo-China. de grootste aandacht besteden. Tegen een gemeenschappelijk bestuur van Fransch Indo-China door Engeland. Ameri ka en Frankrijk zou Japan uiteraard ten scherpste protestecren. Met herhaling en aanvulling van hetgeen onlangs werd medegedeeld wordt bekend gemaakt, dat aan belastingplichtigen die over verstreken belastingjaren hun aangif ten voor de belastingen naar inkomen en vermogen niet hebben gedaan zooals het behoorde, de gelegenheid wordt gegeven hun fout te herstellen door begane onjuist heden te verbeteren zonder dat zij zich daardoor blootstellen aan de sancties welke op het doen van onjuiste aangiften staan Voor hen die hun aangiften over het be lastingjaar 1940/1941 reeds hebben gedaan, staat de gelegenheid tot het verbeteren van eventueele onjuiste aangiften open tot 15 Juli 1910. Ook zij die door de oorlogsomstandighe den of om andere redenen niet in staat zijn verbeterde aangiften vóór 15 Juli 1910 te doen, zullen op straffeloosheid aanspraak hebben, indien gij den inspecteur der di recte belastingen vóór dien datum van de onjuistheid hunner aangiften kennisgeven, met de verklaring, dat zij ten spoedigste een juiste en volledige aangifte zullen doen. Met nadruk wordt tenslotte nog de aan dacht gevestigd op het belang voor de be lastingplichtigen van dit generaal pardon gebruik te maken, mede ln verband met de spoedig te verwachten deviezenvoorschriften. De termijn zal in geen geval meer na 15 Juli 1940 worden verlengd. 127. Tarzan, O'Rourke en Kailuk «tonden daar vastgebonden aan de palen en nog steeds had Ahtea het teken niet gegeven. Het leek alsof de aapman er geheel onverschillig onder was, maar zijn ogen namen de gehele omgeving scherp op en legden iedere kleinigheid in zijn hersenen vast. Ahtea sprak tot Dr. Wong. „Ze kragen nog een laatste kans. voordat de zwe pen zullen knallen. Gaat U naar hen toe en vraag het hen. Als een van hen de naam van den aanstoker noemt, dan zullen geen van allen geslagen worden. Als geen van allen ieti wil zeggen, dan zal ik ze alle drie laten dood ranselen." Er was een geheimzinnige uitdruk king in de schuine ogen toen de Chinees zich naar de slaven haastte. „Ga weg, hier van daan, jü dubbelhartige duivel!" riep Perry. „Niemand van ons zal zijn lippen openen om jou iets te vertellen." Dr. Wong maakte een diepe, ironise buiging. „Het is waar. dat zwe gen goud is, maar in dit geval leidt het u tot niets." Oe Oosterling ging dicht op Tarzan toe en keek den aapman strak aan. „Ik weet, Tanan, dat jij de leider van 'de muiterij bent!" WOENSDAG 19 JUNI 1940. Jaarsveld 414.4 m. KRO-uitzending. 6.30—6.50 VPRO. 8.00 Berichten ANP. 8.05 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 John Kristel en zijn Troubadours (12.45 1.15 Ber. ANP en gramofoonmuziek). 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Gramofoonmuziek (ca. 3.30 Eventueel mededeelingen). 3.30 Musiquctte. 4.00 Gramofoonmuziek. 5.00 Kinderuurtje. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.05 KRO-orkest. 6.30 Jeugduitzending. 6.50 Gramofoonmuziek. (ca. 7.30 Eventueel mededeelingen). 7.30 „Hoe doe ik zuinig met gas?", vraag gesprek. Hierna gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. 8.15 KRO-symphonie-Orkest en solist. 9.15 Radio-tooneel. 9.30 KRO-symphonie-orkcst. 10.00—10.15 Berichten ANP. Kootwijk 1875 m. AVRO-uitzending. 11.1511.30 n.m. Berich ten. 8.00 Berichten ANP. 8.40 Orgelspel. 9.00 Berichten (Fransch). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Renova-septet (opn.). zoodat h(j er even als een spookgestalte uit zag. en Nash hoorde in z(jn oor fluisteren: „Ziet u die boot hier? Van daar af zal ik in zee springen! Dan ben ik ineens af van alle ellende en alle achtervolging! En ik zal m(jn geheimen met mij meenemen hier in m(jn hart en hier in deze koffer, waar ze op papier staan!" Met een paar groote sprongen wrs hij. eer Nash hem kon terughouden, aan boord van de boot gegaanNu, leunde hij over de reeling en keek op den journalist neer. De sirene loeide juist vooor de derde maal. „Geeft u mij die notities!" riep Nash hem toe. De clown nam een pakje papleren uit zijn koffer en liet het grijnzende aan den man daar beneden zien; daarna bond hij er vlug een donker voorwerp aan het scheen een bronzen presse-papier te zijn en zwenkte het over de reeling heen en weer. „Gooi het mij toe! Voor Maud Lemalle!" riep Wilson Nash, terwijl de boot langzaam van anker ging en begon te draaien. „Wat hebt u mij van Maud te zeggen?" schreeuwde de clown terwijl hij nog steeds het pakje zwaaide. Nash schreeuwde op zijn beurt zoo hard als hij kon: „Maud laat u zeggen, dat zij niet boos op u is niet boos!" De clown hing nu zoover hij kon over de reeling om elk der woorden op te vangen door het lawaai van machines en mcnschen heen. Maud... niet boos op u!" klonk steeds nog de stem van Nash. Toen hief de man daarboven zijn rechter arm met een groote zwaai op en smeet het pakje door de lucht, zoodat het over het wa ter heen op de kade vltl. Met bevende han den greep Nash ernaar. Hij hield de aantee- kenlngen, het geheim van den „clown met den gouden lach" in zijn handen. Nu voer de boot de haven al uit. Toen de .journalist terugging naar het station ont moette hij een oude vrouw, wier gebogen ge stalte de diepste teleurstelling verried: de „groene! HOOFDSTUK 2. Een leerjongen rijdt om zijn leven. Wilson Nash vond ln den trein van Dover naar Londen een leege coupé en maakte er dadelijk het pakje open, dat de clown Golden hem vanaf de boot had toegeworpen. Zooals hij verwacht had. waren het aan- teckeningen. de mémoires van een lang en moeilijk leven, waarin zeker ook de recht vaardiging te vinden zou zijn, welke Golden aan Lord Lemaille en aan zijn dochter Maud beloofd had. Maar Wilson Nash dacht er voorloopig niet aan om naar Richmond te gaan en het docu ment daar ln de handen van Lord Arthur achter te laten. Hij begon te lezen en hij las zonder op te zien voort, geboeid door de eigenaardige persoonlijkheid wier geschiede nis hier stond neergeschreven. Welk een rijk* dom van gebeurtenissen, welke fantastische wendingen van het lot en hoeveel lust en last van een sterk bewogen leven spraken uit deze bladzijden! Terwijl Nash las. groeide de clown voor zijn oogen tot een geheimzinnige, raad selachtige gestalte, omglansd door het magi sche licht van die vreemde wereld, dat half donkere rijk vol vreemde avonturen, dat zoo ver van de alledaagsche wereld der burger lijkheid afligt: het circus. De aanteekeningen van den beroemden clown worden hiermede voor het eerst in het licht gegeven. Joe Golden, de man met den gouden lach, is echter nog niet gestorven; neen, hij leeft en hij werkt nog. Juist daarom wordt zijn dagbpek, de ge schiedenis van zijn stormachtig leven, hier uitgegeven. De millioenen menschen, die in een variété of een circus ergens ter wereld om den grooten clown lachen, zullen thans gaan begrijpen, hoeveel verdriet en moeite er noodig is geweest om zulk een eenvoudigen en speelschen humor mogelijk te maken. Slechts het bericht van zijn vele en droevige ervaringen kan voldoende verklaren hoe Joe Golden de groote wereldberoemde clown is ge worden, die thans avond aan avond triomfen viert! De drie Pisiani's vormden de beste ruiter troep, die Berlijn sedert lang gezien had. De oude Renz, die in 1891 moest gaan con- curreeren met het nieuwe, circus Schumann bij het Lehrter Bahnhof, had voor zjjn pracht- gebouw in de Karlstrasse de beste artisten ge ëngageerd, welke hij had kunnen krijgen en hij stelde ze bij een prémière, die zoowel voor als achter het voetlicht van volmaakte ele gantie was. aan zijn publiek voor. Hij zelf zat in het parket, rechts van de manege-ingang. Hij was nu zes en zeventig jaar, een athleti- sche gestalte, die er nog onberispelijk uitzag in zijn geklecde jas met zijn dikke, zwarte snor in het energieke gezicht, terwijl hij een rechtgerande hooge hoed droeg en zijn rech terhand steunde op den ivoren knop van zijn wandelstok. Ja, dat was Renz, de groote Renz, de circuskoning van zjjn tijd, dien men elkaar met eerbied aanwees wanneer hij met strenge oogen, waaraan geen enkele bijzonderheid 11.15 Berichten (Engelsch). 11.30 AVRO-Aeoiian-orkest. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.00 AVRO-Amusementsorkest. I.45 Berichten (Fransch). 2.00 Berichten (Duitsch). 2.15 Verkorte opera „Der WildschütZ (opn.), 3.15 Berichten (Fransch). 3.30 Ensemble Rentmeester en gram.muziek, 5.00 Berichten (Duitsch). 5.45 AVRO-dansorkest. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 Omroep-orkest en gramofoonmuziek. 7.40 Cyclus „Nederlands provincieschoon" (met reportages). 8.00 Berichten (Duitsch). 8.15 Berichten (Engelsch). 8.30 Berichten ANP. 8.40 AVRO-Amusementsorkest en solist. 9.15 Berichten (Engelsch). 9.30 AVRO-Amusementsorkest en solist (opn.). 10.00 Berichten (Duitsch). 10.15 Berichten ANP, sluiting. II.1511.30 Berichten (Fransch). ontsnapte, de voorstelling bijwoonde... En wanneer de drie Pisiani's van hun paarden sprongen om voor het klaterende applaus te danken, gebeurde er iets ongehoords: de oude Renz zette z(jn wandelstok neer en klapte mee. De Pisiani's waren „barebackruiters", kunstrijders dus op ongezadelde paarden. On der de klanken van een snel gespeelde en op windende galop stoof een vurig zwart paard de manege binnen, dat een aardigen slanken jongen in een wit tricot op den rug droeg. Dit was de leerjonger, Golden, kortweg „Go" genoemd en nog niet geheel voor vol aange zien; na zijn inleidende kunststukken kwa men dan ook pas de drie Pisiani's. Met salto's en flicflac flitsten z(j over het zand en terwijl Go bescheiden naast zrjn hijgend paard stond, riepen zij gedrieën een vrooljjk „voilé!" en strekten hun armen ten groet: drie blonde mannen, gekleed ln witte tricots zonder eenige garfteering, die hun mooie, gespierde lichamen goed deden uitkomen. De muziek speelde zonder ophouden met veel belgerinkel en piccolofluiten de „Slede vaart" en nu vertoonden de drie ruiters in een meeslepend tempo hun kunststukken. Daar stonden, sprongen en dansten de Pisia ni's op den rug van hun paard, maakten in volle vaart de handstand en een salto mortale voorover of achterover. Zij balanceerden op één been. zwaaiden van 't paard af, om, zon der springplank meteen weer in de stand te springen, maakten honderd andere ongeloof lijke toeren en raasden, toen het paard ten slotte stilstond, met bliksemsnelle flicflacs door de manege tot zij weer naast elkander stonden, glimlachend: „Voilé Go, de leerjongen, was intusschen verdwe nen. Maar nadat het zarte paard den ring had verlaten, kwam h(j op een klein wild voltige- paard weer binnen. Go was met zijn vijftien jaren al een zeer goed ruiter, ofschoon hij natuurlijk nog veraf was van de enorme prestaties der drie Pisiani's. Niettemin liet hij een meesterlijke Voltige la Richards' zien, hing met het hoofd naar beneden en slechts één voet ln den stijgbeugel naast het paard, sprong dan. zes. acht, tien maal over hinder nissen, die hem in den weg werden geschoven, maakte de handstand, de hoofdstand, ging omgekeerd in het zadel zitten, wendde zich bliksemsnel om en jaagde nu met zes breede sprongen over een rij van zes barrières heen... Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 6