Bijeenkomst van den Raad van Voorlichting NEDERLANDSCHE PERS Hevormingen in Frankrijk Musaid bereikt Duitschlands econom sche beteekenis De Japansche controle in Indo China Frankrijks herhaald verzoek om hulp Japan wenscht de Burmaroute af te s'uiten Dn Goedewagen over doel en taak van den Raad IN ENKELE WEKEN TLJDS REEDS ZEER BELANGRIJKE RESULTATEN BEREIKT. Te 's-Gravenhage heeft op uitnoodiging den raad van voorlichting: der Neder- ndsche pers een koffietafel plaats gevon- an in de oude doelen. Aanwezig waren de den van den raad van voorlichting: Dr. Goedewaagen, A% Meijer Schwencke, drs. Goed'huys, P. J. van Megchelen, Dr. Alb. de Poel en Mr. M. Rost van Tonningen, i een 50-tal belangrijke figuren uit de lan- alijke en provinciale pers. Van Duitsche jde gaven van hun belangstelling blijk de eeren Oberregierungsrat Hushahn, presse- W. Janke en H. J. Speriing. Tijdens den maaltijd, die een zeer eenvou- ig karakter droeg, werd een inleiding ge- ouden door den voorzitter van den raad van dr. T. Goedewaagen (hoofdre- van „De Waag"), uit Haarlem, waar- hij doel en werkwijze van den raad uit- enzette. In de zaal, die met groen was versierd, aren Dietsche vlaggen aangebracht. Spreker begon met eraan te herinneren, at in de eerste weken na de capitulatie, e situatie der pers vrij moeilijk was, zoo- uiterlijk als innerlijk. Men zocht naar 3n houding, een perspectief. Jarenlang had men zich in Nederland met ïiskenning der werkelijkheid eenzijdig inge Men leefde in een schijnwereld van makelij. Men wist niet wat er in uropa geschiedde, welke wereldhistorische aanstaande waren. Men be- eek alles door den bril der Westersche lachten en was, toen de werkelijke situa- zich manifesteerde, zijn houvast, zijn hou- ing kwijt. Juist in die dagen vond het ini- atief plaats, waarvan de raad van voor- chting het gevolg was. Op den voorgrond an het streven van den raad stond van he in af aan het Nederlandsche belang, maar aarom tevens de juiste en met de werkelijk- eid overeenkomende verhouding van ons and t.a.v. de Duitsche volksgemeenschap en aar -cultuur. Tweede kernpunt was daarbij het herstel er Nederlandsche pers, haar hervorming en pbouw. Spr. sprak er zijn vréugde over uit, dat dit aitiatief door de Duitsche autoriteiten met ooveel begrip en waardeering is ontvangen n dat de raad haar moeilijken arbeid in het ezit dier volle 'sympathie kon aanvangen. Als taak van den Raad noemde Dr. Goe- drieërlei: voorlichting onzer pers, tusschen haar en de overheid, van de werkers der pers. Hoewel wij aldus spr. van meening ijn, dat de oude organisaties zooals zij ge- porden zijn, in den smeltkroes moeten, roe wij de werkers der pers tot medewerking n samenwerking op. En ziet: sneller en in- dan wij verwachten konden, is die medewerking en samenwerking ge- Ilc kan u meedeelen, dat in de lut- ele weken, dat wij aan den arbeid zijn en tnze raar bestaat, reeds zeer veel werk kon vorden verzet. Belangstelling en medewer- van de zijde van de journalisten, zoowel van die der uitgevers waren van dien dat veel eerder dan aanvankelijk ver reeds tot uitbreiding van de werk- ;aamheden kon worden overgegaan. Het ver- leugde spreker zeer, dat hij de aanwezigen nededeeling kon doen van het feit, dat twee eidende vereenigingen van uitgevers van en periodieken, nl. de Neder- andsche periodieke pers en de vereeniging Provinciale Pers", over opheffing dier vereenigingén tcft volledige overeen- itemming zijn gekomen. Daarvoor in de jlaats komt de „vakgroep de Provinciale en Periodieke Pers" (P.P.P.), welke, als later ie Nederlandsche perskamer tot stand is ge- de belangen van alle niet dagelijks kranten en alle voktijdschrif- en overige periodieken zal behartigen. vakgroep is corporatief gedacht. Als leider zal optreden de heer II. J. Kerkmees ter, als plaatsvervangend leider de heer B. Th. Roosenboom uit Cuyk, terwijl algemeen wordt Mr. M. J. C. Vrij uit Am- De vakgroep provinciale en pex'io- pers wordt onderverdeeld in drie on nl. die der nieuwsbladen, die vaktijdschriften en die der overige pe riodieken. Spreker meende een woord van lof te moe ten uiten jegens de besturen van beide ver- eenigingen, die door dezen daad blijk heblben de geest des tijds te hebben verstaan. Dr. Goedewaagen voegde hier nog aan toe, dat ook van de zijde van uitgevers van dag bladen reeds plannen beslaan om tot stich ting van de vakgroep „dagbladen" te gera ken. Deze plannen hadden den bijval van den raad van voorlichting, doch waar de reeds bestaande organisatie „de Nederland sche Dagbladpers" tal van jaren nuttig werk heeft verricht, meende spreker, dat men de ze vereeniging eerst in de gelegenheid dien de te stellen zich zelf om te vormen en als vakgroep „dagbladen" bij den Raad aan te sluiten. Dit moet dan echter spoedig geschie den, daar wij nu eenmaal in een tijd leven, waarin het dynamische overheerscht. Als derde verrassing deelde de voorzitter mede, dat het initiatief was genomen voor de oprichting van een „verbond van Neder landsche journalisten". De belangstelling voor dit nieuwe instituut, dat alle Neder landsche journalisten van goeden naam als „vakgroep journalisten" .zal vere'enigen, is Binnen zeer korten tijd zullen nadere me- dedeelingen hierover worden gedaan en o.m. worden vermeld, uit welke personen cle lei ding van deze zoo uiterst belangrijke groep bestaat. Het verbond heeft o.m. de taak een rege ling te treffen tot verbetering van de sociale positie van den journalist, zoo zette in zijn boeiend betoog dr. Goedewaagen uiteen. Het is gebleken, dat de bemiddelende taak van den Raad door de bladen ten zeerste ge waardeerd wordt. Het uitvoerigst stond dr. Goedewaagen stil bij wat hij lipt einddoel van de voorbe reidende werkzaamheden van den Raad van voorlichting noemde: „Den opbouw eener Nederlandsche perskamer. Werkelijke ordening der pers is alleen mogelijk als boven alle particuliere belangen het welzijn van het gehecle volk overweegt, wanneer een lichaam met publiekrechtelijke bevoegdheid op den duur werkelijk de ge- heele pers omvat Zulk een lichaam zal met het Volksche beginsel als uitgangspunt, de pers kunnen ordenen op een wijze, die tot nu toe als onmogelijk werd beschouwd. Deze ordening der pers zoo merkte spr. op is reeds van zelf aan den gang. Tenslotte kan niets worden op- gelegd, maar moet alles uit ons zelf komen. De perskamer zal streng in haar oordeel omtrent bevoegdheid en betrouwbaarheid zijn een strengheid, die zij ontleent aan haar volksche instelling. Maar in die gebondenheid zal de man van de pers zich juist in zijn ware vrijheid voelen: zijn verantwoordelijkheidsgevoel zal hem sterker en vrijer maken, juist in de bin ding aan het geheel. Spr. eindigde met een beroep te doen op de werkkracht van ieder, die van goeden en va- dcrlandschen wille is. „Wat wij in deze dagen doen is een zaak van onze vrijheid. Maar het is mede een zaak, waarin een hooger macht., ons als zijn, hopen wij edele instrumenten bestiert." (Toejuichingen.) Na de rede van den voorzitter, sprak Dr. Alb. van de Poel nog enkele woorden over het Volksche beginsel. Dit beginsel betee- kent een teruggrijpen naar dë natuur en haar schepper, welke beide liooge waarden door de Fransche revolutie en de hierna ko mende tijden in discrediet zijn gebracht. Wij zijn kinderen, van ons volk. Wat wij aan cultureele waarden bezitten hebben wij te danken aan ons volk. De taal die wij spreken is de taal onzer moeders uit dui zenden vorige geslachten. Naast die taal heb ben wij onze gcdaohtenwereld en ons volks karakter, welke ons van onze geboorte zijn ingeprent. Wij zijn krachtens dit alles en daardoor krachtens het volksche beginsel kinderen van écn volk, kinderen van de Dietsche gemeenschap. Dit Dietsche volk heeft- in de middeleeuwen een leidende rol gespeeld. Door ons gebrek aan staatsvormen de kracht echter zijn wij niet geworden wat wij naar ons wezen moesten zijn. De heer M. M. Rost van Tonningen, lid van den Raad van voorlichting, hierna spre kende, constateerde, dat de basis der samen werking tusschen de Nederlandsche persor ganen bestaat in de volksche verbondenheid, welke tenslotte het begrip der vrijheid is, Wij zijn in den bloede aan elkander verbon den, wij moeten ons één groole fapiilie voelen. De volksche verbondenheid be.teckent daarom, dat wij allen eerlijk streven naar de eenwording van een gelukkig volk. Alles hangt daarbij af van de eerlijkheeid onzer dienstvaardigheid. Alleen met volstrekte eerlijkheid van overtruiging kan men een volk veroveren. „Ik heb zooveel vertrou wen in ons volk, dat ik zeker ben dat deze roep weerklank vindt". De besten van ons volk moeten aan de spits der natie marcheeren. Ik heb thans vele vroegere tegenstanders ontmoet, maar wij moeten over het verleden een spons ha len. Het verleden heeft afgedaan, wij moe ten vooruit zien. Uit liefde voor ons volk moeten wij daarom den eerlijken tegenstan der van vroeger eerlijk tegemoet treden. Wij die zoo -verdeeld waren in de Nederlandsche pers, aldus spr., zitten thans aan één tafel. Er zijn vele tintelingen en botsing van mee ningen in het volksleven. Zij moeten er zijn, zij vormen wat wij beweging noemen. In eerlijkheid moet de geheele Nederlandsche pers eendrachtig samenwerken aan de toe komst van ons volk. Na de toespraak van Mr. Rost van Ton ningen, nam als laatste Presse-Dezernent W. Janke het woord. De heer Janke dankte al lereerst, mede uit naam van Oberregierings- rat Hushan, voor de uitnoodiging tot deel name aan dezen maaltijd. In het Nederlandëch voortgaande, zei de heer Janke dat hij reeds vele jaren het ge luk had gehad in dit, land te mogen wonen en met vele journalisten goede relaties heeft mogen onderhouden. Spi\ zeide volledig be grip te hebben voor de moeilijkheden en zor gen, waarmede de Nederlandsche pers thans te kampen heeft, maar verklaarde ook van zijn kant met de meeste intensiteit te zullen medewerken aan de oplossing dezer proble men, waarbij hij zich echter niet wilde men gen in zaken welke uitsluitend behooren tot het gebied der Nederlandsche pers zelf. Nieuwe organisatie-vormen moeten niet onder dwang of pressie maar uit innerlijke overtuiging geboren worden, die strookt met den nieuwen koers en. den nieuwen tijd. Het doet spr. veel genoegen te kunnen constatee- ren, dat de Raad van Voorlichting reeds zoo veel tegemoetkoming en medewerking heeft ondervonden en hij vertrouwt dat de raad een volledig succes zal kunnen bereiken. De heer Janke besloot met de hoop uit te spreken, dat de taak die de Raad op zich genomen heeft vervuld moge worden in een gezonde en harmonisch moeilijke organisa tie der Nederlandsche pers, waarin alle on derdeden deel zullen hebben ook de uit gevers daarin begrepen en tevens dat de Raad moge bijdragen tot de goede verstand houding tusschen het Duitsche en het stam verwante Nederlandsche volk. Na aflopp van den maaltijd volgde nog een uur van samenzijn, waarbij vragen wer den gesteld en van gedachten werd gewis seld. Beroepsvertegenwoordiging in het Parlement. Het agentschap Havas meldt uit Vichy, dat de Fransche regeering het voornemen heeft het parlement voor een nationale ver gadering bijeen te roepen. De regeering wil het parlement de noodige volmachten vra gen om Frankrijk een nieuwe constitutie te geven onder het hoogste gezag van maar schalk Pétain. De grondwetsherziening zou geschieden binnen het kader van de be staande republikeinsohe beginselen en van de staatswetten. De nieuwe constitutie zal, naar verklaard wordt, door de nationale vergadering worden geratificeerd of door de vertegenwoordigers van de nationale verga deiing. Men voegt hieraan toe, dat voor beroepsorganisaties een groote vertegen woordiging wordt gereserveerd. De Italiaansche ochtendbladen schenken veel aandacht aan de conslitutioneele her vorming welke inFrankrijk is aangekon digd en welke ten doel zou hebben den fou ten weg te nemen van het parlementaire stelsel en van de parasitaire plutocratie. De „Popoio di Roma" wijst er op, dat deze staatsrechtelijke hervorming zou moeten worden goedgekeurd door een nationale ver gadering, die tot dit doel bijeen geroepen zou dienen te worden en die op doortasten de wijze het wetgevende lichaam moet ver anderen door in het toekomstige parlement beroepsvertegenwoordiging in te voeren Het zelfde blad merkt op„ dat volgens een arti kel in de „Times" men ook in Engeland „doortastende sociale hervormingen" onder het oog zou zien, in totalitairen en anti plu- tocratischcn zin. De „Popoio di Roma" be sluit, dat zich hierin de eerste gevolgen van den oorlog doen voelen. Fransche pers over mingen. de hervor- Naar uit Clermont-Ferrand wordt gemeld, wordt de aangekondigde hervorming van de staatkundige organisalie die den snellen heropbouw van Frankrijk mogelijk moet maken, door de bladen toegejuicht. Het „Journal" schrijft dat werkelijk niemand ernstig zal willen beweren, dal de instel lingen en het regiem in Frankrijk onveran derd kunnen blijven. De „Petit Parisien" schrijft dat de openbare meening in Frankrijk met vertrouwen en vastbesloten wacht op elk besluit, dat maarschalk pé tain te Vichy zal nemen. De „Figaro" wijst op de noodzakelijkheid de staatkundige in stellingen te reorganiseeren, door ze te ver eenvoudigen en aan te passen aan de nieu we eisc'hen des lands. Een verslagen Iand heeft voor zijn herstel geen pam>rn" - re- geeringsvertoon noodig. Ifaliaansch legerbericbt Pantser aanval afgeslagen. Het Italiaansche legerbericbt nummer 24 meldt: aan de grens van Cyrenaica heeft een onzer kolonnes Masaid bereikt. In het gebied van Sollum werd een afdeeling pant serauto,s teruggeworpen, terwijl onze lucht macht een gemechaniseerde kolonne van den vijand aangevallen en verspreid heeft. Verder in het zuiden is een hernieuwde Engelsche aanval tegen de vesting Capuzzo met succes afgeslagen. Een van onze duik- booten is niet. op haar basis teruggekeerd. In Oost Afrika hebben onze Dubats te Moiale een Engelsche versterking ingeno men, ondahks een aanval van het, vijande lijk luchtwapen, welke zonder resultaat bleef Aan dc grens van den Soedan hebben on ze escadrilles bij Acabo en Gallahat vijande lijke strijdkrachten gebombardeerd. Een vij andelijke luchtaanval op Assab veroorzaakte slechts onbeteekenende schade. Welk nut hebben de gouden beloften der Vereenigde Staten, wanneer Duitschland de wereldmarkten verovert door het railsysteem, zoo vraagt, 't prominente Uruguayschc blad „El Debate", dat in nauw* contact staal met de Zuid-Amerilcaansche economische krin gen. Men mag niet vei'geten, zoo merkt hel blad op, dat Duitschland zich ontwikkeld heeft tot het eerste industrieland der wereld en waarschijnlijk de eerste plaats inneemt voor alle aankoopen van grondstoffen. Het blad spieekt vei'volgens de hoop uil, dat de Uruguaysche minister van Financiën reeds van deze feiten kennis heeft geno men en dal de Uruguaysche delegatie ter conferentie van Havanna zich niet de han den zal laten binden door verdragen, die reeds morgen de economische mogelijkheden van Uruguay zouden kunnen vernielen. Hartelijke samenwerking tus schen Franschen en Japanners. De Japansche inspecteurs, die naar Fransch Indo-China zijn gezonden, hebben een aanvang gemaakt met hun wei'kzaam- heden. Zij zullen er op toezien, dat het ver voer van oorlogsvoorraden naar Tsjoenking door Indo-China wordt stopgezet. Het be richt uit Hanoi, dat hiervan melding maakt, zegt dat de Fransche autoriteiten op harte lijke wijze met de Japansche inspecteurs sa menwerken. De eerste Japansche inspecteurs zijn te Haiphong aangekomen niet een Ja- pansch 'oorlogsschip, als gevolg van het aan nemen door Fr ank lijk van de Japansche voorstellen, die het instellen eenercontrole beoogden. Het tweede gezelschap inspecteurs, waaronder, zich marineeommandant Moioki bevond is Dinsdag te Haiphong aangekomen, terwijl het derde gezelschap op Woensdag wordt verwacht, üe eerste en tweede grogp Japansche inspecteurs hebben l-Ianoi Dins dag weer verlaten om met hun werkzaamhe den op 5 velschillende controleposten een aanvang te maken. De marine-inspecteurs gaan naar Haiphong en Chengyen en de militaire inspecteurs naar Laokai, Ransoii en Kaobang, waar zij hun kantoren zullen openen. Gèneraal-majoor Issakoe Nisjïhara, voorzitter van de Japansche conlrolc, zal te Hanoi blijven, waar hij zijn hoofdkwartier heeft gevestigd. Hij heeft bezoeken uitge wisseld met de Fransche autoriteiten, waar onder de aftredende gouverneur-generaal Catroux. Het gerucht rond Knox De ïiiarinecommissie in het. Huis van- Af gevaardigden heeft een formeele mededee- ling laten verschijnen, waarin wordt ge zegd, dat Knox niet als minister van marine zou zijn bevestigd indien men had vastge steld, dat hij interventionist is. Hoewel Knox zeer vei-gaande opvattingen heeft verkondigd met betrekking tot het verleenen van hulp aan de geallieerden, heeft hij zich toch te gelijkertijd nadrukkelijk uitgesproken tegen het deelnemen van Amerika aan den oor log. Hij heeft slechts gepleit voor een ino- reele en economische hulp aan de geallieer den van de zijde der Amerikaansehe bur gers, wel te ondeischeiden van een econo mische hulp van de zijde der Amerikaansehe regeering. I-Iij heeft verklaard te zijn tegen elke hulp der regeering, die Amerika in den oorlog zou verwikkelen eli de Amerikaan sehe landsverdediging zou schaden. Geen Amerikaansehe gezanten in bezette gebieden De Amei'ikaansche minister -van buitcn- landsche zaken, I-Iull, heeft op een pei'scon- ferentie meegedeeld, dat aan den Duitschen eisch tot tei'ugrocping van de diplomatieke vertegexiwoordigingen in Noorwegen, Neder- land, België en Luxemburg gevolg zal wor den gegeven. Huil heeft hier aan toegevoegd, dat men een procedure heeft gevonden voor dei-gelijke gevallen. Daarom zal deze kwes tie in orde komen. Ontevredenheid in Engeland De ontevredenheid over de slechte oi-gani- satie van de landsverdediging en het wan trouwen dat in Engeland toeneemt jegens hen, die voor het lot des lands verantwoorde lijk zijn, bi-eidt zich steeds meer uit. Zelfs leden der regeering, die tot dusverre hoog in de gunst hebben gestaan, worden nu openlijk beciïtiseerd. Onder de laatste offers van deze golf van kritiek bevindt zich de minister van oorlog, Eden. Aan zijn ministe rie wordt verweten, dat het niet genoeg ac tiviteit ontplooit. „White Hall ontwaak", luidt de titel van een hoofdartikel in de „Daily Mail", dat hierover handelt. Chineesche divisies teruggeworpen Drie divisies Chineesche troepen hebben een poging gedaan Lungehow.de belangrijk ste grensstad in Zuid-west Kwangsi te hei*- overen, maar zij werden door het Japansche garnizoen niet zware verliezen teruggesla gen. Woensdagmorgen hebben dc Japansche troepen de omgeving van Lungchow gezui verd. ENGELSCHE BOMMEN OP ROTTERDAM Gisternacht hebben Engelsche vlieg tuigen weer bommen laten vallen op het reeds zoo zwaar geteisterde Rotterdam. Gelukkig werd geen ern stige schade aagericht. Een particu liere autogarage werd beschadigd en van een in de nabijheid gelegen fabriek werden vele ruiten vernield. In een nabij gelegen weide ontplof ten eveneens enkele bommen, waar door verscheidene koeien werden ge dood. Men is in Rotterdam zeer bit ter gestemd over deze nachtelijke aanvallen der Engelschen. Stuur ons vliegtuigenl Het tiende document van het Duitsche witboek, waarin documenten worden gepu bliceerd, welke door een Duitsche pi'opagan- da-kolonne in een half vei*bi-ande trein in Frankrijk werd gevonden, is een telegram van Gamelin aan den Engelschen luehtmaar- schalk Newall, gedateei-d 15 Mei 1940. Ga melin. constateert daai'in, dat het a'antal jachteskaders die zonder verwijl moeten ge zonden worden naar de vliegvelden van het Bi-itsche luchtwapen in Champagna tien is. Daarbij moet er op gelet worden, dat in ge val Italië gaat deelnemen aan den oorlog, Frankrijk gedwongen zou zijn een deel van zijn jachteskaders te verplaatsen naar het zuidoosten van Frankrijk en naar Tunis, Frankrijk zal het noodige grondpersoneel ter beschikking stellen. Document nummer elf. Een telegram van Gamelin aan Chur- chill van van 16 Mei 1940 vorait document nummer elf. In het telegram wordt ge zegd: Ik vei'oorloof mij, mij opnieuw tot U te wenden om het onmiddellijk zenden van de tien vastgestelde jachteskaders te verzoeken. Toéstand zeer ernstig. Natuurlijk zouden deze tien eskaders gestationncerd worden aan de Benoden-Seine, waar zij dekking heb ben en vanwaar zij gemakkelijk weer kun nen worden teruggehaald. w.g. Genei-aal Gamelin. Document nummer 12. Het twaalfde, document is een aan gene i-aal Lelong voor Winston Churchil gezonden telegram van Gamelin van 16 Me'i '1940, waar in hij „opnieuw wijst op het feit, dat op het oogenblik de belangrijkste taak van de Biït- sche, evenals de Fransche luchtstrijdkrach ten erin gelegen is, haar invloed te doen gel den op de vijandelijke ti-oopen, waarbij in liet bijzonder gelet moet woi'den op de punten die zij noodzakelijk moeten passeeren." Document nummer 13. Het dertiende document, een telegram van Gamelin aan Churchill van 17 Mei 1940, eveneens via Generaal Lelong verzonden, luidt: „Ons legercorps Giraud wordt sedei't hedenmorgen in den strijd gebracht ten zui den van Maubeuge. De gevechten zijn zeer zwaar. De gevolgen kunnen ei'nstig zijn en weliswaar niet alleen voor Frankrijk, maar ook voor Engeland. De richting bedreigt na- melük de verbindingswegen van het Brit- sche leger. Ik eisch opnieuw het in den strijd werpen van het Britschc luchtwapen op iedere wijze als bijdrage tot den slag. In het bijzonder zou het leggen van magnetische mijnen in de Maas zeer doeltreffend zijn om verstei-kingen cn nazending van mate- ï'iaal voor den vijand te storen. w.g. Generaal Gamelin. Tokio wacht met „ernstige be zorgdheid" Engelands antwoord. Japan verwacht met ernstige be zorgdheid en vastberadenheid het Britsche antwoord op zijn stappen betreffende staking van de verzen ding van oorlogsvoorraden naar Tsjoangking langs de Burmaroute, zoo heeft de woordvoerder van het Japansche departement van marine gisteren in de gewone dagelijksche persconferentie verklaard. Er is nog geen antwoord van Groot Borittanje ontvangen. Het verbieden van het vervoer van oorlogsvoorraden naar Tsjoengking heeft echter een belang rijken invloed op de afhandeling van de Chineesche zaak. Op cle vraag, wat precies verstaan werd onder de Burmaroute, antwoordde dc-woord voerder: deze weg omvat zoowel de verbin dingen over land als die overzee, die Hong kong en Yoennan verbinden. Op een vraag over de gi-ootscheepsche evacuatie van vrou wen en kinderen uit Hongkong, antwoordde de woordvoerder dat een groot deel der Ja pansche openbare meening gelooft, dat deze actie de gebruikelijke truc vormt van Groot Brittanje, om de aandacht te trekken van de Vereenigde Staten, teneinde zijn eigen doel te dienen: Een Amerikaansehe journalist wees op de verklaring van den Amerilcaanschen sena tor Walsli, voorzitter van dc commissie voor vlootzaken, die Dinsdag in een commissie vergadering heeft gezegd, dat volgens de meening van Amerikaansehe marine-autori teiten de. Vereenigde Staten niet met succes ooi-log zouden kunnen voeren tegen Japan zonder de hulp van Engeland en Frankrijk. De .correspondent vroeg, of deze verklaring Japans „ernstige bezorgdheid" over hét ou- treden en het program van de Amerikaan sehe vloot verlichtte. De woordvoerder ant woordde hierop, dat een verklaring van een enkelen senator geen invloed zou uitoefenen op de Japansche bezorgdheid. Japan hecht meer belang aan concrete feiten en daden dan aan woorden. Op de vraag, wat hij onder concrete feiten en daden verstond, antwoordde de woord- voerder: bij voorbeeld het laten varen van steun aan Tsjang-Kai-Sjck van 'ongepast in grijpen, of van obstructie van het Japansche streven om de Chineesche zaak af te han delen en van economischen druk op Japan van den kant van de Vereenigde Staten. De correspondent verwees vervolgens naar dc verklaring, die Knox, de nieuwe minister van marine, zou hebben afgelegd en volgens welke na den val van Frankrijk het onver standig zou zijn voor dc Vei*. Staten om' cfeel te nemen aan moeilijkheden in het Veire Oosten. Dc woordvoerder verklaarde in dit verband, dat het niet raadzaam zou zijn voor de Ver. Staten te trachten een on gepaste interventie uit te voeren in de zaken van het Verre Oosten. De vloot der Vex*- eenigde Staten moge niet in een positie zijn voor een botsing met de Japansche vloot, volgens Walsh, maar aldus de woordvoer- dei*. „Ook Japan is niet in een positie, noch heeft het eenig voornemen om de Amerikaan sehe vloot uit te dagen, omdat, de Japan sche ylootpolitiek geleid wordt door de po litiek van nonagressie",

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 6