Weer bommenregen op Nederland Bij de Mazareeuwers op visite Pétain dictator van Frankrijk Een familiekerk met twintig kerkgangers! Er komt leven in de brouwerij Kleine kinderen door jeugdige dievegge opgelicht Zaterdag 13 Juli 1940 Vierde blad DUIDELIJK IS ONS GEWORDEN, DAT EEN WERELDSCH MENSCH ZOOALS WIJ, VELE ZORGVULDIG HEDEN DES LEVENS MIST In ons artikel over Opperdoes en zijn Kerkelijk Leven noemden wij met een paar woorden de sekte der Mazereeuwers. Wij wisten van dit merkwaardig kerkgenootschap toen wel wat meer, maar hielden dit in de pen. -Liever gingen we eens zélf met de Mazereeuwers praten. Een onzer redacteuren heeft dat gedaan, en vertelt nu iets over de opvattin gen van deze eerlijke, eenvoudige en diepvrome menschen. 's Is heusch geen wonder, dat toen Jan Mazereeuw, de Opperdoezer landbouwer, die zichzelf „de geroepene" noemde, zijn oor dcel over de domin.e's en hun scharen als volgt weergaf: ,Zij die zich Christenen noemen „En op de waarheid roemen „Dat uiterlijke volk „Die maar een letter kennen ,En zich niet laten mennen „Door 's Hemels Heil'gen Tolk, de predikanten van een honderd jaar gele den héél boos waren. Een dominee Kok van Bedum beschuldigde hem, Mazereeuw, van allerlei leelijke dingen, tot valschheid in geschrifte toe, een andere schriftgeleerde, van Campen, wist nóg meer fraais te ver tellen. Professor Knappert, die „het geval Masereeuw" vele jaren later in een studie samenvatte, kwam tot de volgende conclu sie: Des nachts placht hij over zijn pro fetieën gebogen te zitten, en ze in duistere, langdradige verklaringen van Daniël, de Openbaring, Matth. 24 toe te passen op zijn eigen tijd, vloek en verdoemenis aanzeggend aan dit boos en overspelig geslacht. Hij hield zich zelf in zijn verwarde en vertroebelde geest voor den twee den Elia, die komen zou. Zijn volge lingen kwamen des Zondags van acht tot twaalf bijeen en stichtten zich met gebed en psalmgezang, luisterend naar de fantastische, maar door oud-gereformeerde nuchterheid, getemperde bijbelverklaring als pro feten, alles onder een pijp tabak en een kop koffie. ,En daar is nou allemaal precies niks van waar, zegt juffrouw Bart, en 't is jam mer dat al die menschen niet meer leven, want je mag iemand zoo maar niet be kladden..." Juffrouw Bart is de huisvrouw van Jan Bart, landbouwer aan het Eksterpad te Enkhuizen Jan Bart is de waarnemend voorganger van de thans nóg bestaande sekte der Mazereeuwers. En gaat U maar mee naar boven, dan zal ik 't. wel anders vertellen... 't Is allemaal leugen, van die koffie en die pijpen, van dat 's nachts waken, alles, alles leugen. Er is maar één waarheid, dat is de Bijbel, en de menschen die dat over Mazereeuw schre ven, zijn geen menschen van de waarheid geweest. Da's alles om 't geld, en Maze reeuw was maar een arme werkman en die mocht het niet zeggen. Maar hij wist het, 't komt allemaal uit... Wij zijn met twintig over. maar 't zit hem niet in 't aan tal, dat zegt de Schrift ook en ze komen niet naar ons, omdat ze liever fietsen en voetballen. Maar m'n meisjes willen ze graag hebben, we hebben wérk genoeg. Is 't niet?? V V We zijn pratende voort in de huiskamer gekomen en juffrouw Bart stapelt boek na ■boek over Mazereeuw vóór ons op 't witte tafelzeiltje naast de de borden voor 't wach tend' twaalfuurtje, waartoe wij met West- Het „Mazereeuwekerkje", zooals de volks mond het gebouwtje aan het Westeind te Enkhulzen noemt, waarin de navolgers van Jan Mazereeuw Zondags hun diensten hou den. In de week zijn de luiken zorgvuldig voor de ramen. friesche hartelijkheid worden uitgenoodigd. Op 't laatste „Is 't niet" knikken twee blonde hoofden overtuigend van ja. De twee dochters des huizes, frissche deerns van een jaar of twintig, die de plichten des geloofs blijkbaar blijmoedig dragen en vroo- lijk de wereld inkijken. Bij 't lange, zéér lange gebed vóór den maaltijd, buigen de hoofden dee moedig neder, de jengelende radio van de benedenburen is de valsche noot bij dé devote aandacht voor 't allerhoogste. Juffrouw Bart gunt zich haast geen tijd om te eten, over haar wat strak gezicht ligt de glans van haar overtuiging, die ze tol de onze wil maken. Bijbeltekst na bijbel tekst, spreuk na spreuk wordt aangehaald, nóg hebben we het eene „gezicht" van Ma sereeuw niet overgeschreven of het andere ligt. al weer voor ons. Een man, die dit boek las „Gezichten van Daniëlen de Profeten" staat op het titelblad had daar zooveel genoegen mee, dat hij er een vers over schreef in de Ba nier van dominee Kersten. Een móói vers, lees maar... Twee coupletten van de sehoone poëzie kunnen we inderhaast neerkrabbelen: ,,'k Las nog slechts heel kort geleden, Een geschrift van Mazereuw, O, hoe wijst ook deze Ziener, Op de wijsheid dezer eeuw. Vlucht uit 't Babel dezer tijden En ontgaat het nakend wee, Want een ster wordt opgeheven En geworpen in de zee... Mazereeuw zei het precies zooals 't wds, mijnheer, en zooals 't nóg is, maar dat mag niet.... Inderdaad, Mazereeuw zei 't vrij onge zouten en hij gaf ze van katoen, de eer waarde dominees van honderd jaar terug. „Er is geen bewijs meer noodig waar om men zoo beestachtig verzopen ligt in de brandende begeerte naar het genieten der schepselen. Men neemt dit als steunpunt voor het vertrouwen, voor welke betiteling wij gehaat en door valsche na- schreeuwers en aanwijzers geban nen worden." Bittere woorden van een blijkbaar tijdens zijn leven door weinigen geëerde, door velen verguisde leeraar! En is 't nog net zoo, zegt juffrouw Bart, heerscht nog in de kerk niet het geld en de politiek? Daarom waren wij vroeger in de verachting. Wij doen daar niet aan mee. Onze voorganger verdient niets, wij zoeken samen in volle overgave, 't. goede, dat is Gods Woord... Is 't niet? Wéér knikken de blonde hoofden aan de overzijde van de tafel... Maar, gaat onze gastvrouw voort, wij zijn daarom geen rari teiten, en dat hebben de menschen gaande weg ingezien. Wij gaan stil onzen gang en bij de kerkgang groeten de wereldsche mon-schen ons gewoon- en wij hen. De „we reldsche" menschen dat zijn dan o.a. ook de Gereformeerden! Weerlegd. In een heel dik boek heeft zekere heer C. A. Sluijs, een oud-oom van juffrouw Bart, die Mazereeuw zelf nog gekend moet hebben en voorts zijn beweringen staaft met getuigenissen van andere Opperdoezers, Andijkers en Enkhuizers, uiteengezet dat om den persoon van Mazereeuw héélemaal geen geheimzinnigheid beeft geheerscht. De boeken en brochures met de venijnige aan vallen der booze gereglementeerde theolo gen worden van alinea tot alinea uiteen gerafeld en gecommentarieerd. Kort, zake lijk, scherp en soms spottend. De weerleg ging dateert van 1931. „Mazereeuw heeft er niets meer aan, die is al lang dood, en zijn vijanden ook niet, die zijn er ook al lang niet meer", herhaalt juffrouw Bart maar 't is mooi, dat 't uitgezocht is". Jan Mazereeuw moet een mooi, maar een moeilijk leven hebben gehad. Als voorrede tot een van zijn boeken schrijft hij: „Wedom en beving overvallen mij en grijpen mij aan, nu de Heere Heere, die ook zijn doel zal oordee- len door mij, wie benauwdheid toont, naar zijn gekerm doet hoo- ren". Ergens anders stort hij de phiolen zijns toorns uit over Koning Lodewijk XVI, die hij goddelooze prachtlievendheid verwijt. Hij stoort zicha an niéts en niemand, dat kan hij ook niet. Hem is immers geopen baard: „Hier zal, kan cn mag ik ook nu niet te „rade gaan met de menigvuldige uitlegschrif „ten der menschen, noch mijn eigen zondig „vernuft, maar met het getuigen der onver anderlijke waarheid aan mijn God, die de „eerste en de laatste is door Zijnen Geest „die in mij gewerkt heeft cn dat niet al- „leen voor mij, maar voor allen die dat in „waarheid zoeken." „Voor allen, leest u dat goed, legt 's voor gangers huisvrouw uit Voor allen zocht hij waarheid... En zoo'n man hebben ze be klad en belasterd... 't Is niet waar wat die knappe professor Knappert schrijft, dat Mazereeuw achteruit geboerd is, omdat hij niet bij zijn zaken was, 't, is niet waar dat de boeren hun land ver kochten tegen spotprijs, omdat de wereld zou vergaan, 't is alles niet waar Dat wij niet aan doop en avondmaal doen is, om dat er bij zooveel menschen toen, in de tijd van Mazereeuw en nu nog, te veel gebeurt tusschen Doop en Avondmaal. Moeten wij wij met dezulken aan tafel komen? Even werden de geschriften van „DE VROUW" nog behandeld. Jane Lead, Johanna Le-ad, verbetert juffrouw Bart, niet „lied" maar „le-ad", een Engelsche profetes, stichtster Lebrun treedt af als president Uit Vichy wordt officieel gemeld: Tijdens een onderhoud tnsschen den President der Fransche repu bliek Lebrun, en maarschalk Pétain heeft deze den President der Fran sche republiek meegedeeld, dat hij het voornemen heeft, van heden af met het voorzitterschap van den mi nisterraad ook het ambt van hoofd van den Franschen staat uit te oefenen om in de buitengewone om standigheden welke Frankrijk door maakt, persoonlijk de verantwoor ding voor de leiding der openbare aangelegenheden op zich te nemen. De President der Fransche republiek Albert Lebrun, heeft voor deze ver klaring terstond begrip getoond en met een onbaatzuchtigheid, welke het land zal weten te waardeeren, de gevolgen uit den nieuwen stand van zaken getrokken en zijn bevoegd heden aan maarschalk Pétain ter beschikking gesteld. Als gevolg van dit besluit heeft Maar schalk Pétain drie wetgevende besluiten in het „Journal official", het Fransche staats blad, doen opnemen, waarbij hij verklaar' de bevoegdheden van „Chef van den Fran schen Staat" op.zioh te nemen, hetgeen bc- teekent, dat hij het regeeringsgezag in vol len omvang zal uitoefenen. Daartoe benoemt en ontslaat hij ministers MAARSCHALK PÉTAIN. en staatssecretarissen, die tegenover hem verantwoordelijk zijn. Hij oefent de wetgevende macht uit in den ministerraad, tot de vorming van nieuwe wetgevende lichamen. Na de vorming van deze lichamen even eens in geval van groote buitenlandsche spanning of bij binnenlandsche crises op eigen gezag en op dezelfde wijze. Onder dezelfde omstandigheden kan hij besluiten uitvaardigen over de begrootin gen en de belastingen. Hij vaardt de wetten uit en verzekert de uitvoering daarvan, hij benoemt de burgerlijke en militaire ambte naren, voor wie de wetten geen andere wij ze van benoeming vaststellen, hij beschikt over de gewapende macht, hij heeft het recht van gratie en amnestie, terwijl de ge zanten en ambassadeurs van vreemde mo gendheden bij hem zijn geaccrediteerd. Bo vendien voert hij onderhandelingen en ra tificeert verdragen, en hij kan voor een of •neer deelen des lands den staat van beleg afkondigen. Oorlog kan hij slechts met toestemming van de wetgêvende vergaderingen verkla ren. der Philadelphianen, in den tijd van 1623— 1704. Voor die vrouw heeft Mazereeuw groote vereering gehad, hij spreekt daarvan in zijn boekje „De onderlinge bijeenkomst" véél en graag. Eigenaardig genoeg telt thans de sekte der Mazereeuwers... niemand meer die Ma zereeuw heet. Een familie Bart., een familie Groot en nog een paar bekende namen uit de buurt, samen een twintig, houden nog hun diensten Zondagsmorgens in het kleine kerkje op 't timmermanserf van de Jong aan 't Westeinde te Enkhuizen. Ze bidden, ze zin gen psalmen (gezangen zijn natuurlijk uit den booze) ze collecteeren voor instandhou ding van 't gebouwtje, en waarvoor men ver der in een kerkdienst pleegt in te zamelen. De meïskes zijn alweer naar beneden ge gaan, in de bollenschuur zitten ze te pellen. En neurieën af en toe een stichtelijk liedje: „Komt toch, o Engelen „Wil door uw lang vertoeven „In 's Hemels Paradijs ons „Langer niet bedroeven „Daalt weder en vertoont „Uw aanschijn op de aard „Die gansch in onmacht leeft „En steroogt hemelwaart... Afweergeschut tegen de nu jazzplegende radio van de benedenburen? Dan wil juffrouw Bart nog weten, waar om we nu heelemaal van Schagen op de stoomfiets naar Enkhuizen zijn gekomen. Het leidbeginsel van den krantenman „co- pie in" wordt door ons omzichtig verklaard, „de lezers willen ook wel wat anders lezen dan oorlog, en ze dachten misschien, dat de Mazereeuwers menschen zijn als die een Amerikaansche schrijver heeft beschreven. Die openbaringen krijgen, en dan de Heili ge Geest op ziel» voelen dalen en «raan rollen en spreken in tongen - zooals de Bijbel zegt En dat wij 't ze nu beter kunnen vertellen... Dat we bij toeval van den dominee van Op perdoes hoorden, dat... enzoovoort. De juffrouw schudt haar hoofd: „Geen toe val U is gezonden..." „U moet die hoeken van Mazereeuw lezen..." Ook ons verhaal dat we in ons vak maar weinig rijpe vruchten van den boom der kennis kunnen plukken en we geen tijd heb ben een ladder te halen om de hoogste tak ken te hereiken wil er niet in... „Zondags dan..." „Zondags... ook Maandags komt er een krant uit, vaak niet vrij..." Een diepe stilte... we beginnen ons bepaald onbehaaglijk te voelen... „Broeder, U mist véél zorgvuldigheden des levens"... is dan de les die we ter overpein zing op den terugweg mee krijgen. We kunnen 't niet anders dan met een zuchtend „ja juffrouw" beamen... (Nadruk verboden.) Tal van slachtoffers onder de burgerbevolking ln den vorigen nacht omstreeks half vier zijn in de omgeving v. Rotterdam weer ver scheidene Engelsche bommen geworpen. Een bom viel op een houten zomerhuisje bij Sohiebroek, staande in het land achter een woning, waarin drie menscihen sliepen, die het in eigen huis te Hillegersberg niet veilig hadden geacht en van de eigenaresse van het huisje toestemming hadden gekre gen, daar 's nachts te slapen. Dit uit drie menschen bestaande gezin kwam aldus op tragische wijze om het leven. De overige bommen vielen in het open land, terwijl een bom nog in een complex volkstuintjes is terecht gekomen en het, mag een wonder heeten dat hier geen slachtof fers gevallen zijn. In deze volkstuintjes nl. heeft men ook houten huisjes gebouwd waar verschillende mgnscheh sliepen, o.a. een Rotterdamsch tramconducteur en zijn gezin. De Engelsche luchtmacht heejft haar systeemlooze bomaanvallen verder voortge zet hoven een ander stadsgedeelte van Rob terdam. Hier verscheen omstreeks vier uur een vliegtuig,, dat aan den rand der stad eenige bommen liet vallen op een aantal woonhuizen. De gevolgen waren ontzettend. Hier vonden twee vrouwen en een meisje den dood. Het waren de 35-jarige D. de Jong, de 72-jarige L. van Dijk en het 14-jarige meisje M. de Smit. Voorts werden twee per sonen ernstig gewond, nl. de 59-jarige J. de Jong en zijn 64-jarige echtgenoote J. de Jong- van Dijk, die beiden in het ziekenhuis aan den Bergweg moesten worden opgenomen. Tenslotte moest de geneeskundige dienst een achttal personen behandelen, die kwetsuren van lichteren aard hadden opge- loopen. Ook te Zwijndrecht werd luchtalarm ge maakt, toen Engelsche vliegtuigen boven de plaats vlogen. Er werden bommen uitge worpen, waarvan een op tuinland terecht kwam. Veel schade werd aangericht aan de tuinbouwgewassen en ongeveer 600 broei- kasramen werden vernield. Een tweede bom kwam op het woonhuis der familie V. terecht., dat geheel verwoest werd. De bewo ners, een man, vrouw en drie kinderen wer den gedopd. Een brandbom, die hierna werd uitgewor pen, veroorzaakte brand in een loods van de gemeentelijken reinigingsdienst. Het vuur kon worden gebluscht. Drie paarden kwa men in de vlammen om. Bommen in Zeist. Zeer hoog vliegende Engelsche vliegtuigen hebben bovendien op Zeist verschillende bommen laten vallen. Het waren zoowel brandbommen als explosieve bommen. Een huis in een der buitenwijken kreeg een vol treffer, waardoor de achterzijde volkomen werd vernield. Van de familie R., welke dit huis bewoonde, werd de heer des huizes ge dood. Zijn vrouw werd ernstig gewond naar het ziekenhuis overgebracht. De kinderen die aan de voorzijde sliepen konden wor den gered. Een andere tijdbom kwam terecht op een huis, waarvan de bewoners toevallig niet op de slaapkamer waren. Zij haden in verband met het in werking treden van het afweer geschut den kelder opgezocht. Geruimen tijd na den inslag ontplofte deze bom, waardoor ook dit huis volkomen werd vernield. Voorts werden tal van huizen door scherven en den luchtdruk zwaar beschadigd. In een andere woning, welke door een brandbom werd ge troffen, kon de bewoner door krachtdadig in grijpen het gevaarlijke projectiel onschade lijk maken. In de omgeving van deze bomin slagen waren geen militaire objecten. Verschillende bloemisten uit de nabijheid kregen aanzienlijke schade. Bommen op Woerden. Gisternacht is ook te Woerden een achttal bommen gevallen, dat aan verschillende per- ceelen belangrijke schade toebracht. Vijf van deze bommen kwamen in de weilanden terecht, waardoor alleen aan-de achterzijde van vele perceelen, de ruiten werden ver nield. De andere drie richtten aan enkele woonhuizen belangrijke schade aan. Twee bewoners hiervan, die niet ernstige verwon dingen 'hadden opgeloopen door glasscher ven, werden naar het ziekenhuis overge bracht. Een der hommen kwam in een tuin terecht maar explodeerde niet. Aan de ande Het binnenlandsch-politieke stre ven in Nederland. Nu op verschillend gebied, zooals op dat van de pers, van de sport, en van het so ciale leven, middelpunt zoekende krachten aan het werk zijn en allerwegen het woord concentratie een bijzonder actueelen klank heeft verkregen, stellen velen zich de vraag hoe de Duitsche autoriteiten staan tegenover dergelijke pogingen op binnenlandsch poli tiek gebied. In een persconferentie heeft de pressere- ferent de heer W. Janke over dit onderwerp een belangwekkende verklaring afgelegd. Hij achtte de concentratiepogingen, d.w.z. het streven om het geheelc Nederlandsche volk onder één beweging samen te brengen, geheel liggend in de lijn van dezen tijd. Sommige lieden uit de oude doos stellen zich tegen deze stroomingen te weer, doch dit verzet zal waarschijnlijk slechts van korten duur zijn. Tegenover de concentratiebewe gingen op binnenlandsch politiek terrein nemen de Duitsche bezet tingsautoriteiten het standpunt in, dat van den aanvang af door den Rijkscommissaris tot uitdrukking is gebracht: aan het Nederlandsche volk zal een leven naar zijn eigen aard gewaarborgd zijn. Dit brengt mee, dat de Duitsche autori teiten de binnenlandsch-politieke bewegin gen zooveel mogelijk de vrije hand zullen laten en geen hindernissen in den weg zul len leggen. Dit brengt in de tweede plaats mede, dat zij geen voorkeur aan den dag zullen leggen voor enigerlei richtin. 't Be treft hier immers een Nederlandsch vraag stuk, dat het Nederlandsche volk voor zich zelf en ook op zichzelf moet oplossen. Aan Duitsche zijde zal men dan ook in dit opzicht een afwachtende houding aannemen en zien, welke krachten zich uit het Neder landsche volk ontwikkelen cn hoe zij zich gedragen. Indien zich geen bijzondere om standigheden voordoen, zullen de Duitsche autoriteiten niet tot ingrijpen overgaan In het algemeen zien zij met belangstelling en mét vreugde, dat er teekenen zijn, dat men in het volk zelf actief wordt en dat er leven in de brouwerij schijnt te zullen ko men. re zijde der stad was een begin van brand ontstaan, doordat vermoedelijk een lichtko- gel het rieten dak doorboorde. De bewoners konden zelf het vuur met een slang op de waterleiding bedwingen. Men vraagt zich allerwege af welk doel de Engelschen najagen met deze zinnelooze bombardementen op niet-militaire doelen. Dit doet de toch al geslonken symphatie voor Albion sterk afnemen en haat wegens deze laffe moorden neerrut in breede.kringén van ons volk hand over hand toe. Het 17-jarige meisje J. J. te Delft dat Donderdag door de politie werd gearresteerd in verband met diefstal van 200 gulden, bleek nog meer op haar geweten te hebben. Zij maakte er werk van om kleine kinde ren, die met een boodschappentasch liepen, aan ie spreken, en hun de portemonnaie af handig te maken. Zij zeide dan, dat zij zelf de boodschappen wel zou doen en gaf den kinderen een dubbeltje. Door vijf van haar slachtoffertjes is het meisje Kerkend. Zaterdag wordt zij voor den officier van ju stitie geleid. GEEN JODEN IN DE NIEUWE ROE- MEENSCHE PARTIJ. In aanvulling op de bepalingen over het opnemen van leden in de nieuwe Roemeen- sche staatspartij, de „partij der natie" wel ke het toetreden van Joden verbiedt, werd thans bepaald, dat ook gedoopte Joden niet mogen worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor Roemeensche vrouwen die met Joden gehuwd zijn of voor Joodsche vrouwen van Roemenen, ook wanneer zij gedoopt zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 17