Een reis vol avonturen en wederwaardigheden TARZAN en de vuren van Tohr WAAROM TREUR JE, Groote Clown? door Edgar Rice Burroughs Met de vluchtelingenstroom naar het Zuiden van Frankrijk-Hongeren angst -Dwars door een vluchtend leger Spannende avonturen kan men in c oorlogvoerende wereld nog zeer goed bele ven, maar dat de heer M. van Stijgeren, con troleur van den Plantenziektcnkundigen Dienst te Heiloo, een reis tegemoet ging, zoo vol aan belevenissen en wederwaardigheden dat deze hem zijn leven lang zal blijven heugen, had hij zeker niet gedacht, toen hij op 9 Mei uit zijn rustige Heiloo vertrok om zijn vrouw uit Zwitserland te gaan halen, die om gezondheidsredenen een tijdlang in Lugano had vertoefd. Het eerste deel van mijn reis, aldus de hr. van Stijgeren, was nog betrekkelijk weinig bewogen, althans wanneer men het verdere verloop in aanmerking neemt. Dat ik in den nacht van 9 op 10 Mei te Brussel werd ge wekt door het geraas van tallooze vliegtui gen, door het gedonder der bombardemen ten en van het afweergeschut, was een sen satie, die talloozen in ons land ook hebben meegemaakt. Intusschen verhinderde dit mij niet de laatste naar Parijs vertrekkende trein te pakken en het eenige wat ik voorloo- pig van den oorlog bemerkte, was, dat deze trein, waarin zich reeds verschillende vluch telingen bevonden, alsmede opgeroepenen voor den Franschen dienst, onder weg door Duitsche vliegtuigen werd gevolgd. Betrek kelijk gemakkelijk werd Zwitserland bereikt, waar werd besloten, niettegenstaande het onweer, dat plotseling over Europa was los gebarsten, toch de terugreis te aanvaarden in de hoop Nederland nog te kunnen be reiken. De kwestie was dat in Zwitserland natuurlijk ook di;uk werd gesproken over eventueole kansen, dat dit land in den oor log zou worden betrokken. Mocht: dit geschie den, dan was te voorzien, zoo rekende men, dat de tallooze tunnels in het land zouden worden opgeblazen en men zou dan inder daad zitten „als ratten in.een val". Bij aankomst te Bazel bleek echter, dat de gewone route niet meer mogelijk was. De weg werd daarom gekozen via Lausan- ne en Dijon en in een zoo goed als ledige trein de vluchtelingenstroom was ver moedelijk in de tegenovergestelde richting reeds begonnen bereikte men Parijs. Hier bleek intusschen, dat de weg naar Nederland; definitie/ versperd-, was. en, aan gezien de order was afgekomen, dat alle vreemdelingen Parijs binnen twee dagen moesten verlaten, werden wij hier, aldus de heer van Stijgeren. ingelijfd in het leger der „réfugiés", der vluchtelingen. Wat dit beteekende, zouden we weldra gaan besef fen v Omdat we toch ergens heen moesten, be sloten we, op aanraden van den Holland- schen consul, de trein naar Bordeaux te nemen. Deze trein, die om 12 uur uit Pa rijs moest vertrekken, vertrok juist ander half uur later, afgeladen met angstige, op gejaagde menschen, die in allerijl het noo- digste hadden bijeengezocht en die ver trokken zonder in het minst te weten waar heen. Een uur buiten Parijs bleef de trein een 'uur of vier staan en langzamerhand begon zich overal de honger te doen gevoe len. Te krijgen echter was er niets. Einde lijk op een klein stationnetje waren ver pleegsters van het Roode Kruis, die droge hompen brood en water uitdeelden, ingre diënten intusschen, die door de vluchtelin gen werden verslonden. FEUILLETON DOOR A. H KOBER 27 Bumps zat niet ledig. Weliswaar oefende hij nooit. Maar in zijn gemeubileerde kamer las hij alle artistentijdschriften van Europa en Amerika door. Op de meeste daarvan was hij geabonneerd 'en hij doorzocht' ze systematisch naar eenig bericht omtrent de Eagletroep. En eindelijk na maanden van vruchteloos zoeken, vond hij den naam Eagle in het Amerikaan- sche vakblad „Bill board." Daar stond onder tallooze heel fijn gedrukte programma's uit de heele wereld ook dat van het reizende circus Santigo y Artas, dat op liet oogenblik te Matanzas in Cuba zijn tenten had opgeslagen. En één nummer op dat pro gramma was van de Eagle-groep... Bumps wist wel, dat Cuba duizenden kilo meters van Sofia waar hij op het oogenblik met Pellini's reizend variété was aangeland verwijderd was. Niettemin, nam hij onmiddellijk het besluit om naar Cuba te reizen. Hij zond den naastbijzijnden agent Plack in Weenen een expressebrief, waarin hij hem zijn Bumps-nummer beschreef en zich voor Middel-Amerika, bijzonder Cuba aanbood. Het antwoord kwam per omgaande „Eer ik uw nummer gezien heb, kan ik tot mijn spijt niets voor u doen." Noch dienzelfden dag verzocht Bumps zijn directeur om zijn engagement te mogen ver breken. Tegen een kleine schadeloosstelling wilde de Levantijn hier in toestemmen. Bumps betaalde, pakte zijn koffers en reisde haastig naar Weenen. Plack verzocht' de directie van „Ronacher" om Bumps op een avond als tusschennummer te laten optreden, zoodat hij zich eenig oordeel zou kunnen vormen. Dien avond had „ue vroo- lijke huisknecht" bijna ernstig pech. Bij zijn tour van de tafelpyramide het eenig gevaar lijke oogenblik in het heele nummer werd hij een seconde eer hij het salto moest maken onzeker en kon zijn aarzeling slechts nog door Des nachts om 4 uur werd eindelijk Bordeaux bereikt, maar de aanblik van het station met naaste omge ving deed ons weldra begrijpen, dat. het leed en de narigheid pas waren begonnen. Duizenden en nog eens duizenden zittende, liggende en soms slapende menschen en kinderen bedekten de perrons, de -stationshal en zelfs de heele naaste omgeving. Buiten op straat stonden daar tusschendoor lange colonnes auto's, ossen- en paardenwagens, be laden met koffers en kisten, dekens, matrassen, enz. enz. We vonden een plaatsje, aldus weer de heer van Stijgeren, op een steenen trap en we hebben gepoogd daar te slapen. Bij het krieken van den dag al gingen we op stap om ergens onderdak te vinden, maar het eeuwige antwoord, dat we plachten te ont vangen: „tout e-st plein", werd ons ten slot te tot een obsessie! (Tout est plein alles is vol). Gelukkig verzeilden we ten slotte bij. een „centre d'accueil" (ontvangbureau), al weer ingericht door het Roode Kruis, dat ons twee kamers bezorgde -bij een Bor- deausche familie. We zouden een boekwerk kunnen vullen, met tafereeltjes, die we meemaakten 'en die vermoedelijk typeerend zijn voor chaotische toestanden, als die, waar we midden in za ten. Het waren er blijde, als van de Belgi sche familie, die haar moeder en vrouw, in België reeds verloren, terugvond en ook waren het soms diep-tragische, als met een vijftal Hollandsche soldaten, afkomstig uit Brabant, die horloge en trouwring verkoch ten om aan eten te komen. Een oogenblik hoopten we naar Neder land te kunnen terugkeeren., Want we ont dekten twee Hollandsche-booten in de ha ven. Maar de hoop bleek ij-del, want, de ka piteins wachtten op instructies. Dat deze ech ter een bestemming voor Nederland zouden inhouden, daaraan geloofden ze geen oogenblik. Intusschen bleek, dat er in Bordeaux mas sa's Belgische auto's waren en aangezien mijn schoonouders ook inBelgië, ,in- -de buurt van Antwerpen'wonen, bègonncn we te zoeken naar hun autonummer. Te mid den van de duizenden wagens was bet een bijna hopeloos werk en we vonden dan ook niets. Te Bordeaux hadden we het, betrekkelijk goed en zoo we geweten hadden, hoe de toestand elders was, we zouden zeker niet zijn vertrokken. Nu echter meenden we kans te hebben mijn schoonouders te Pau te kunnen treffen en we Èesloten dus daar heen te trekken.. Hadden we het maar nooit gedaan! Want nu begon de ellende, die echter misschien toch ook langzamerhand te Bordeaux zou zijn gekomen Na de misère van stampvolle treinen en onderdak zoeken te Pau de eerste nacht sliepen we tusschen GO of 70 andere zwervers in een muziekschool na een eindeloos aantal malen weer te heb ben moeten hooren: „tout est plein", be landden we ten slotte in een hotelletje. Hel eten was echter heel. heel magertjes. We zwierven van de prefecture naar het poli tiecommissariaat en'van dit. commissariaat meestal om weer wat moed en nadere aanwijzingen op te doen naar het Ne- derlandsch consulaat. Administratief was de boel in Frankrijk al heel slecht in orde! Hoewel we, zooals reed gezegd, weinig te eten kregen, hadden we het gevoel, dat we aan alle kanten gesneden werden hij het aankoopen van levensmiddelen. Wel waren er voorschriften, die het opdrijven der prij zen verboden, men hield zich echter wei nig daaraan en toen ik mijn middelen eens natelde, begreep ik, dat we bet zoo niet zoo heel lang meer zouden kunnen vol houden. Wat doet men onder zulke om standigheden? Men zoekt werk. De consul bracht mij in connectie met een Hóllander, die ergens in de buurt woonde op een groot landgoed, waar hoofdzakelijk het bouwbe drijf werd uitgeoefend en daar enorme be hoefte bestond aan mannelijk personeel, was er niet. bet minste bezwaar mij te werk te stellen. Bepakt en beladen en gezeten op kinderfietsjes! trokken we er heen. Gedurende een week hadden we het er uil-' stekend. Het bedrijf leverde voldoende voe dingsmiddelen en wij waren plotseling uit 'de volgepakte steden terecht gekomen in de bekorende eenzaamheid van het platteland.; De natuur was er prachtig, maar wel was' het. er verbazend heet. Misschien ook kwam dat door het. werk, want we hebben er ste vig aangepakt. Echter, onze gouden tijd duurde slechts 7 dagen. Italië kwam in oorlog, in onze omgeving lagen een aantal vliegvelden en alle vreem delingen moesten daarom vertrekken. Nu hadden we geregeld aan het hotel in Zwitserland ons adres opgegeven ter door zending van evcntueele brieven en zoo kregen we van een kennis uit Bordeaux bericht, dat daar een brief was aangekomen, via Zwiteserland uit een hotel te Lourdes. We begrepen, dat deze brief van mijn schoonouders moest zijn en we besloten dus, waar we toch weg moesten, naar Lourdes te gaan. Het was betrekkelijk dicht bij. We vonden er mijn schoonouders inder daad, zoo verdiept in een spelleltje bridge, dat zc ons nog niet hadden gezien, toen ik hen vroeg of we niet mee zouden kunnen spelen. Te Lourdes zijn we veertien dagen geble ven en het was er slecht, heel erg slecht. Er hecrschte practisch hongersnood. In het stadje, dat normaal een 10.000 inwoners telt waren er nu ver over de 100.000 samenge pakt. Dat de levensmiddelenvoorziening gezien de chaotische toestanden, die elders in Frankrijk hecrschten, in het gedrang moest geraken, is niets verwonderlijks. We hadden een foureeringsgroep geformeerd van 2G personen, die gezamenlijk levens middelen. inkocht. Des morgens vroeg reeds trokken we er op uit, maar de oogst, die we konden binnenhalen, was heel erg schraal meestal. Eén maal moesten we het samen doen met 8 K.G. doj> erwten, soms aten we een, rauwe wor tel, in schijfjss gesneden, een andere maal waren het 1 of 2 aardappelen per hoofd. Soms wisten wc wat vies uitziend, zwartgrauw brood te be machtigen. Bij gebrek aan gist, was het gebakken in witte wijn, dat. ook een gistende werking - heeft. Eens hadden we per hoofd een twintigtal paardenboonen, waar de schillen van afgedopt. waren omdat ze anders te •taai waren! Hot was hongersnood! Daar tusschendoor was de angst. Angst voor revolutie, voor moord en doodslag dooi de morrende massa, die ten deele bestond uit duizenden fabrieksarbeiders uit de Fau- ■jbourg. van Parijs.-, Het, was alles zoo erg, dat we nauwelijks meer gegrepen werden door allerzonder lingste ontmoetingen. Zoo stond er een vuilnisauto uit Breda! Het personeel van de Brabantsc.he tramwegmaatschappij, dat er mee gekomen was, had achter de stalen pla ten van de overkapping een goede bescher ming gehad tegen het mitrailleurvuur, waar mee het onder weg was bestookt. 149. Terwijl hij d'Arnot en O'Rourke met zich meenam, bracht Tarzan een afdeling Ratho- rianen snel naar het paleis om Janette te redden. De aapman wist, dat Janette, voor dat ze haar konden bereiken, verborgen zou worden in de geheime doolhof van gangen, of dat Ahtea haar kon laten doden... Op dat ogenblik keken vanuit een venster van het paleis, Janette en Dr. Wong naar het geroezemoes in de straten.. De Oosterling trok zijn mond in een breden glimlach. Als ik me niet vergis, heeft Tarzan de slaven be vrijd om te vechten en het leger der Ratho- rianen is aangekomen. Je zult gered worden." - Het meisje keek hem aan. „Het is zoo Terug naar Holland. Intusschen wilden we een poging wagen om terug te keeren naar Nederland. Ik sloot mij daartoe aan bij een Belgische familie, die per auto was gekomen en samen begon nen we benzine bijeen te koopen. Gemakke lijk was dat niet, maar ten slotte hadden wc een 60 a 70 1. bijeen en daarmee besloten we te vertrekken. We zouden zien, hoever we er mee konden komen. Het feit, dat inmid- wels de wapenstilstand was gesloten scheen onze tocht rpogejijk te maken. Op den 25sten kwam deze wapenstilstand en reeds in den vroegen morgen van den 26sten verlieten we Lourdes. We reden via Tarbes, Bergerac, Périgeux, Limoges.. Langs de Garonne had den we eenige moeite een daar door de Franschen gestelde inundatie te passeeren, doch het gelukte. Eenmaal werden we aan gehouden door Fransche gedarmerie, doch we reden door. Het, respect voor het gezag was allerwegen'tot een minimum gedaald! In de omgeving van Limoges kwamen we te midden van het terugtrekkende Fransche leger en woorden zijn niet in staat om de warwinkel, de volslagen chaos, die hier heerschte ook slechts bij benadering te bc schrijven. Het was een horde, waarin iedere discipline scheen te ontbreken. Geweren en vreemd, Dr. Wong, om te zien, dat U bly bent met het succes van onze vrienden, ter wijl U toch Ahtea zo toegedaan bent." „Ik ben steeds aan Uw zijde geweest. Er zijn dik wijls vele paden die naar hetzelfde doel lei den." verklaarde Dr. Wong wijsgerig. Zijn donkere ogen schitterden. „Van het begin af heb ik de gunst van Aheta gezocht, zodat ik invloed kon uitoefenen op haar beslissingen over het lot van jou, Tarzan en de anderen!" Terwijl hij sprak stond Ahtea stil naar hem te luisteren. Een woedende, wrede lach kwam op haar gezicht. helmen lagen hij honderden en duizenden langs de weg. We zagen een menigte veria ten auto's vrachtwagens, meestal bescha digd, maar nog volgeladen met huisraad. Te midden van stukgeschoten bosschen en langs de wegen lagen kanonnen, pantserwagens. Het was in één woord vreeselijk. Merkwaardig was het hoe dit heele Fran sche leger als het ware langs ons heen zeefde. We ontmoetten massa's soldaten, maar niemand,, die iets van ons wilde weten of ons ook maar iets wroeg. Na Limoges kwam „niemandsland". Over een groote afstand troffen we geen sterve ling. We waren tusschen de Fransche en de Duitsche legers. Te Chateauxroux ontmoeten wij de Duit- scliers. We kwamen er ongeveer half elf 's avonds aan en besloten er te overnachten, wat zonder bezwaar geschiedde, dank zij de voorbeeldige discipline en orde. De volgende dag was gewijd aan liet bij vullen van onze benzinevoorraad. Van Duit sche zijde werd deze aan vluchtelingen gra tis ter beschikking gesteld. Er waren echter zooveel liefhebbers, dat hot ons een volle dag kostte om ze te bemachtigen. We stonden in de rij van 's morgens 6 uur af en 's avonds juist om 5 uur werden ons de 10 I,, die ons waren toegewezen ter hand gesteld. Den volgenden morgen ging het verder. Onderweg' hadden, we oponthoud hij de rivier de Cher, waar de brug was opge blazen. Er werd juist een noodbrug gelegd, we moesten echter ongeveer drie uur wach ten. In dien tusschentijd groeide de rij van wachtende vehikels aan tot een lengte van circa 10 K.M., aldus vertelden ons voorbij rijdende Duitsche motorrijders. Nog eens een geforceerd tempo inhalen. Het had maar een haar gescheeld of hij zou met gebroken hals op het podium hebben gelegen... Toen hij zich naderhand nauwkeurig afvroeg, hoe het zoo ver had kunnen komen, ontdekte hij, dat hij weer absent was geweest, weer aan Edith en Zephora gedacht had! Hij schudde zijn hoofd over zijn eigen verstrooidheid; dat idéé fixe zou hem nog eens het leven kosten... Plack was van oordeel, dat Bumps nog niet rijp was voor de groote Europeesche variété's. „Wij hebben verschillende dergelijke nummers, die beter zijn dan het uwe," zei hij. „Maar u wilt naar Middel-Amerika en daar maakt u misschien een betere kans. Wanneer u het mij toestaat, zal ik mij telegrafisch in verbinding stellen met mijn Amerikaansche zakenvrien den en u dan wel het resultaat laten hooren, mijnheer Bumps." Drie dagen later verzocht- de agent hem telefonisch om een onderhoud. „Tja, mijn beste mister Golden, in Cuba, dat zal niet gaanbegon hij. „Wie zégt u, dat ik Golden heet Ik ben Bumps!" schreeuwde de artist. Maar Plack wees naar de deur waardoor juist iemand binnenkwam. Bumps keek op en zag Lupu Popescu in het gezicht. „Hallo Joe!" zei de Roemeen vriendelijk ter wijl hij lachend op hem toeging. Maar Golden sprong op en riep: „Dat is een doorgestoken kaart! Ik ben niet meer Golden! Niemand heeft het recht, mij zoo te noemen! Ik wil niet..." „Wees nu toch eens verstandig!" zei Lupu rustig, „mijnheer Plack zal heusch niemand verraden, dat jij vroeger Joe Golden bent ge weest, tenminste niet wanneer je daar zoo uit drukkelijk op staat. Maar luister eerst eens wat wij je te zeggen hebben!" Joe was weer gaan zitten, doch beefde nog van opwinding. „Dus mijnheer Bumps, alle Amerikaansche agenten hebben uw vroolijken huisknecht voor Middel-Amerika geweigerd," zei Plack. „Ten eerste heeft men daar in de bestaande variété' al dergelijke nummers en ten tweede zijn de reizende circussen met hun programma's com pleet. Maar ik heb een ander heel goed engage ment voor u hier bij mister Popescu!" De Roemeen nam nu het woord. „Kijk eens hier, S'tassy en ik kunnen met ons caoutehouc-nummer de prachtigste aan biedingen in Engeland krijgen. Maar zooals je weet moet er in Engeland altijd een komische cascadeur bij zijn. Wij hebben je toevallig drie dagen geleden in „Ronacher" gezien en hoor den van Plack, dat je vrij bent. Toen zijn wij natuurlijk dadelijk op de gedachte gekomen, dat jij de geschikte partner voor ons zou zijn... Nu, wat denk je ervan?" De hartelijke toon, waarop Lupu gesproken had, b.eef niet zonder uitwerking op Joe Gol den. Hij dacht een'oogenblik na en antwoordde zijn ouden partner toen kameraadschappelijk: „Het was heel aardig van jullie om aan mij te denken. Maar helaas Lupu, ik zal er niet op in kunnen gaan. Ik ben namelijk iets anders van plan, iets heel gewichtigs, dat ik niet uit kan stellen..." Hij schoof wat haderbij en zei zacht: „Edith, mijn vrouw reist in Middel Amerika rond en ik wil haar gaan opzoeken." Lupu en de agent wisselden een snellen blik. Toen, na een kort oogenblik van verlegenheid, vroeg Lupu met onzekere stem: „Zoo, je wilt dus naar Edith?" „Ja, waarom niet?" zei Golden verwonderd. Opnieuw wisselden de agent en de Roemeen een vragenden blik met elkander. Toen zei Plack tot Golden: „U weet dus nog niet, wat er bij de Eagle troep... „Neen! Heelemaal niet! Wat is er in gods naam gebeurd?" De agent nam een tijdschrift van zijn schrijf tafel, een Amerikaansch vakblad, dat Joe wel kende, bladerde ein en wees hem toen met den vinger een kort bericht aan. Joe las: „Henry Eagle, de beroemde onderman van zijn troep heeft bij het circus Santigo y Artas in Tegucicalpa (Honduras) een betreurenswaar dig ongeluk gehad. Zijn partner, een dochter van den bekenden clown Bolansky, is zonder dat men de oorzaak hiervan heeft kunnen vast stellen, van de stang gevallen en was onmid dellijk dood. Henry Eagle heeft zijn optreden, bg Santigo y Artas gestaakt." Joe Golden had zijn oogen met de handen bedekt, en langen tijd zaten de drie mannen zwijgend bij elkander. Eindelijk raakte Lupu voorzichtig Joe's schouder en zei zacht: „Ga met ons mee, Joe! Wij zijn oude kennis sen; bij ons ben je op je plaats. Wie weet, waar Henry Eagle naar toe is? Je zou de verre reis waarschijnlijk tevergeefs maken. Golden sprong op: „Maar Zephora! Nu moet ik zeker mijn dochter terughebben! Het arme, lieve kind!" „Wij zullen je helpen zoeken, Joe geloof dat maar! Ik beloof het je en totnutoe heb ik mijn belofte nog altijd gehouden." Toen sloeg Joe toe. „Goed! Dan ga is met jullie mee!" „Ik kan u dus in Engeland aanbieden, drie personen, caoutchoucnummer met komiek?" j vroeg Plack. Lupu knikte. Toen nam hij Golden bij den arm: „Kom mee naar Stassy, ze zal erg blij zijn." maar gelukkig voor het laatst kregen we een indruk van een menschenvlucht. Weer 'stonden ossenwagens in de rij, bela den met armelijk uitziende have en goed en toch waren dit nog de rijken, de men sehen, die een wagen hadden! Maar er stond van alles! Kinderwagens, waarvan er een voortgeduwd door een man met een houten been, die honderden kilometers moest afleggen, voor hij weer „thuis" was. En enkele plaatsen van ons af stond een auto met zijn zieke, die kunstmatig gevoed werd door een buisje naar de maag. We gingen zoo lang zitten in het gras, waarbij ik per ongeluk plaats nam op een weggeworpen, nog geladen geweer, dat tus schen het gras was blijven liggen. Scherpe patronen lagen overal in het rond. Zooals gezegd duurde het oponthoud een uur of drie, toen konden we verder en des avonds waren we in Parijs. In een Parijs, dat geen mensch zou herkennen. Er reden geen taxis, geen bussen, geen trams. En het was er stil, zóó stil, dat men dacht te zijn in een uitgestorven stad. Onze benzine was schoon op nu, maar de portier van ons hotel, wist gelijk een goed portier betaamt, raad op alles. Én zoo reden we den volgenden dag weer verder. Via Compiègnes, Noyons, Cambrai ging de. reis naar Antwerpen. Men spare mij het relaas omtrent alles, wat we in deze streken, waai de oorlog in volle hevigheid had gewoed, te aanschouwen kregen. Het was verschrik kelijk! Het was een Frankrijk, dat bloedde uit duizend wonden.1 Te Antwerpen waren onze wederwaardig heden afgeloopen. Den volgenden morgen bereikten we Heiloo en we hadden de sen satie te zijn aangekomen in een waar landje van belofte na alle leed en verwoes ting, die gedurende weken steeds rondom ons waren geweest. HOOFDSTUK 8. De wonderlijke hoedendoos. De heer Plack, variété-agent te Weenen, kon zichzelf gelukwenschen. Het door hem aange brachte nummer „De Wonderlijke Hoedendoos" sloeg bij het debuut in het Victoria-Palace in Londen zoodanig in, dat er dadelijk een reeks van uitstekende engagementen volgde ...Het alleraardigste samenspel van de ele gante Lupu en zjjn mooie zuster Stassy, daarbij de grappige onhandigheid van Golden, die als overgedienstige huisknecht over het tooneel tolde, struikelde, tafels en stoelen omverliep in zijn haast, alles met de beste bedoeling ver keerd deed en tenslotte in het orkest buitelde, werd overal in Engeland goed ontvangen. Het nummer was voorloopig geheel bezet; de dire- ties, die het voor een volgend seizoen wilden hebben, moesten tegen elkaar opbieden... ...En toen, na een jaar van groote successen, kreeg Plack een alarmeerend bericht. Hij las Lupu's brief uit Manchester wel zes maal. Waren die lui stapelgek geworden Zulk een prachtige tournee te willen afbreken, zoo moedwillig hun geluk te gaan vergooien dat was toch wel zonde en schande! „Wij willen geen engagementen meer, waar door wij lang in een zelfde stad moeten blijven, maar contracten voor korten tijd of ook met een circus, dat niet al te lang op een plaats blijft." 1 Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 18