over nationale
eenheid
Naar Oostland
Herhaalde
waarschuwing
Molestverzekering
willen we rijden..»
Het Nederl. rechtsfront
dei N.S.B.
Pro/, van Poelje
vindt verdere toepassing
Schip met dooden gelicht
OPLICHTING IN DE
DUISTERNIS
Onze Oost in de Groot
Aziatische ruimte
De oorlog en het
theeverbruik
Zaterdag 3 Augustus 1940
Derde Tjlad
Men streve naar een eigen
nationale structuur
Een eisch van
overwegende beteekenis
Prof. Dr. G. A. van Poelje, secre
taris-generaal van het Departement
van Onderwijs, heeft een vertegen
woordiger van het A.N.P. een onder
houd toegestaan, opdat deze in groo-
te lijnen zou kunnen kennis ne
men van diens denkbeelden om
trent de aangevangen en alom
voortschrijdende concentratie op al
lerlei gebied, en omtrent het stre
ven en de noodzakelijkheid om te
komen tot meer, zoo mogelijk tot
volkomen nationale eenheid.
In het algemeen aldus Prof. Dr. van
Poelje is en was het mijn overtuiging,
nu en vroeger, dat de kracht van ons volk
voor een groot deel gegrond is op de mo
gelijkheid, dat ieder zijn eigen levensbe
schouwing beleven kon. Maar te veel werd
dikwijls vergeten, te streven naar het op
bouwen van een nationale eenheid. Te veel
werd over het hoofd gezien, dat tusschen
de verschillende standpunten en tusschen
de verschillende onderdeelen der maat
schappij wisselwerking gewenscht is. Om
dat deze wisselwerking werd verwaarloosd
en te veel het eigene van iedere groep in
het licht werd gezet, ging dikwijls de een
heid en de verscheidenheid verloren. Hoe
zeer men ook vertrouwen kan hebben in
alle menschen individueel, zoo moet toch
het geheel overzien worden. Hoe meer men
daarvoor oog heeft, des te beter begrijpt
men ook hoe het kon gebeuren, dat er
dikwijls in een bepaalde richting werd ge
werkt, totdat dan op een gegeven oogenblik
het zwaartepunt elders bleek te liggen. Men
kan hier de vergelijking trekken met
iemand, die een beperkt inkomen heeft te
besteden en die moet uitmaken, welke ver
langens hij wel en welke hij niet zal kun
nen bevredigen. Zou elk belang los van het
geheel worden bezien, dan zou deze man
zeer onevenwichtig te werk gaan. Noodig
is een centraal punt van beoordeeling.
Het is de overtuiging van Prof. van
Poelje, dat op het oogenblik een eisch is
van overwegende beteekenis aan nationale
eenheid op elk gebied zooveel mogelijk aan
dacht te schenken.
Maar ook is Prof. van Poelje overtuigd,
'dat in het algemeen geen dwang moet
worden toegepast. De meerdere eenheid kan
jn vrije overtuiging verkregen worden, al
zal dikwijls eenige aarzeling moeten wor
den overwonnen.
Prof. van Poelje gelooft, dat tot een ster-
PROF. VAN POELJE
kere nationale eenheid is. te komen, als
men uitgaat van het bestaande en de waar
heid in het bestaande erkent, en niet gaat
aantasten hetgeen in een reeks van jaren
met moeite soms in nood werd opgebouwd.
Dit alles is mogelijk op korten termijn.
We zullen moeten komen tot een
eigen, zuiver nationale structuur,
waarmede we in de wereld wellicht
anderen ten voorbeeld kunnen zijn,
zooals we ten aanzien van ons kolo
niaal beleid reeds tientallen van
jai'en anderen ten voorbeeld zijn
geweest.
Onverantwoordelijk zou het dan ook zijn,
slechts aan afbreken te denken. Voor we
zenlijke nationale belangen is hét noodig,
een sterkere organisatie op te bouwen dan
verkregen wordt, wanneer we slechts pro-
beeren over te nemen, wat in een ander
land met het oog op de verhouding aldaar
naar eigen behoeften is gegroeid en tot
stand gebracht.
Men is hier te lande reeds druk bezig.
Maar in zoo korten tijd kan men nog geen
eindresultaat verlangen. Wel resultaten,
waarop men verder kan werken en dan
ook wérkt. Daarbij moet geen partijpolitiek
voorzitten, ofschoon er wetenschappelijk
geen bezwaar is tegen het woord politiek, in
den zin van den vorm waarin onze natio
nale belangen staatkundig worden gekris
talliseerd.
Op een vraag hoe Prof. van Poelje zich
de plaats dacht van de jeugdbeweging, luid
de het antwoord, dat ook zij haar plaats
moet kunnen vinden in het staatkundig be
stel. Bij de op gang zijnde strevingen naar
concentratie van de jeugd, geeft op ver
zoek van Prof van Poelje de centrale jeugd
raad leiding. Daarin vindt de jeugdbewe
ging haar centraal orgaan. Reeds jaren is
de centrale jeugdraad, welke bestaat sinds
April 1920, het regeeringsorgaan voor de
geheele jeugdbeweging. Zijn taak ontwik
kelt zich nu verder met de overheidstaak.
Intusschen zal hij wel weer actief moeten
optreden. Tevoren had de centrale jeugd
raad een meer passieve rol.
En zoo zullen de verschillende organen
tezamen meer coördineerend kunnen func-
tionneeren in het algemeene streven naar:
nationale eenheid.
Prof. van Poelje merkt op, dat een fede
ratie, die naar den vorm niet sterk was,
van 1579 tot 1798 een der grootste krachten
in de wereld is geweest. Men moet dus ook
hier niet te veel aan een woord hechten,
vooral geen woorden van anderen over
nemen zonder zich op de eigen nationale
waarde te bezinnen.
Nederlandsche arbeiders in
Duitschland.
Het Nederlandsche perskantoor schrijft:
Wij zijn eens te Hohenneuendorf naar on
ze landgenooten gaan kijken die, naar wij ver
jnomen hadden, Vrijdag j.1. alda,ar waren aan
gekomen om mee te werken aan den bouw
van een ziekenhuis te Frohnau.
Hohenneuendorf draagt zijn naam terecht,
want het is hoog en nieuw, een der hoog
ste punten in de omgeving van Berlijn en
tevens een der gezondste punten. Op een af
stand van nog geen tien minuten ligt de
'herberg „Waldschaenke" midden in het
bosch. Hier zijn de meeste Nederlanders
ivoorloopig ondergebracht. In een andere her
berg in de buurt heeft de rest der 142 Neder
landsche bouwvararbeiders onderdak gevon
den. Deze 142 Nederlanders nagenoeg al
len Amsterdammers, waarbij zich enkele
Haarlemmers en Edammers hebben aange
sloten zijn vrijwillig naar Duitschland ge
komen. In Nederland waren ze allen sinds
geruimen tijd werkeloos. Zij waren blij in
Duitschland werk te kunnen vinden. De
meesten van hen zijn timmerlieden, doch er
zijn ook metselaars, schilders en monteurs
bij. De bemiddeling geschiedde door het mi
nisterie van economische zaken te Den Haag,
dat als loon 60 tot 90 pf. per uur had opge
geven. Het was voor de bouwvakarbeiders
een aangename verrassing te hooren, dat het
minimumloon voor menschen zonder vak
kennis reeds 72 pf. bedroeg, terwijl het voor
vaklieden zelfs 1.08 ito. moest bedragen.
Wordt er echter op tarief gewerkt, en dat
ligt in de bedoeling, dan zal voor vaklieden
een loon van 1.40 tot 1.50 zonder moeite
kunnen worden bereikt. Dé arbeiders hebben
het recht, alles wat van hun loon overblijft,
naar huis te sturen. Men verwacht, dat dit
zeer aanzienlijke bedragen zullen zijn.
.Over de behandeling is men vol lof. Men
heeft volkomen vrijheid van beweging. Ook
behoeft men zich niet zooals de Nederlan
ders die reeds vóór 10 Mei in Duitschland ge
ivestigd waren, eens per week bij de politie
te melden. De Duitsche kost is nog wel een
beetje vreemd, maar men neemt aan, dat
dit wel spoedig zal wennen. Deze Nederlan
ders hadden zich Duitschland anders voor
gesteld. Zij hadden aangenomen, dat de
Duitschers er haveloos met uitgeteerde ge
zichten zouden bijloopon en dat Berlijn ten
gevolge van Engelsche luchtaanvallen ten
deele in puin zou liggen.
Groot was hun verwondering, toen zij ont
dekten, dat te Berlijn en zijn voorsteden een
welvaart heerschte, die in ieder geval niet
voor die van Nederland onderdeed, terwijl
hun nu bleek, dat alle Engelsche berichten
omtrent luchtaanvallen op Berlijn tot het
rijk der fabelen moeten hebben behoord.
Onder de Nederlanders bevinden zich jon
ge en oude arbeidskrachten. De ouderen, die
hun gezin in Nederland hebben achtergela
ten, voelen zich hier in den vreemde. De
vrijgezellen zijn echter reeds geheel thuis en
velen van hen hopen, dat zij nog eens hier
een eigen huisje zullen hebben. De dynami
sche kracht van het nationaal-socialistische
Duitschland, dat bouwt en nieuwe plannen
maakt, werkt op hun verbeelding. Zij bemer
ken den snellen polsslag van het Derde
Rijk en raken ervan onder den indruk. In
Amsterdam, aldus een jonge timmerman,
hebben wij drie jaar lang met onze ziel on
der den arm geloopen.
Uit hetgeen wij thans van Duitschland ge
zien hebben, is ons gebleken, dat er hier
bouwwerk voor een menschenleeftijd is. Wat
waren wij verkeerd over Duitschland inge
licht!. Men mag over het nationaal socialis
me oordeelen, zooals men wil, maar het
staat vast, dat het nationaal socialisme uit
Duitschland den Jansaliegeest verdreven
heetf. Had de Nederlandsche overheid zich
wat meer aan het nat. socialistische Duitsch
land gespiegeld en had zij het goede, dat in
het nat- socialisme aanwezig is overgeno
men, dan was de renteniers- en Jansaliegeest
ook uit Nederland verdreven, dan was er
van werkloosheid geen sprake ge\feest, al
thans niet in de bouwvakken. Dan hadden
wij op Nederlandschen bodem kunnen blij
ven. Nu zitten wij hier. Maar wij tobben er
niet over, wie weet, waar het goed voor is.
Bij de laatste woorden stralen zijn oogen.
Een aardig meisje stapt voor de herberg van
haar fiets. De jongeman loopt haar tege
moet en schijnt een praatje met haar te be
ginnen. En wij neuriën het oude lied:
„Naar Oostland willen we rijden... daar
woont er mijn zoetelief".
DE GEZINNEN VAN NEDERLANDSCHE
ARBEIDERS.
Het Nederlandsche perskantoor meldt:
De Nederlandsche arbeiders, die thans in
Duitschland te werk gesteld zijn% zullen hun
gezin mogen laten overkomen, zoodra vast
staat, dat zij als arbeidskracht voldoen en
zij in Duitschland een woning gevonden
hebben.
IEDERE DEMONSTRATIE TIJDENS
DE KOMENDE GEDENKDAGEN
VAN HET HUIS VAN ORANJE ZAL
MET DE VEREISCHTE GESTRENG
HEID WORDEN VERVOLGD.
's-GRAVENHAGE. In opdracht van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied wordt bekend gemaakt:
Met het oog op de in de komende
weken vallende gedenkdagen van
leden van het Huis van Oranje wordt
de bevolking van het bezette Neder
landsche gebied, er met den meesten
nadruk op gewezen, dat iedere de
monstratieve gedraging, welke ook,
en iedere betooging van afzonderlijke
personen of van groepen van perso
nen, welke direct of indirect, hoe
ook tegen de bezettende macht ge
richt is, met de vereischte gestreng
heid zal worden vervolgd.
Als demonstraties en betoogingen, gericht
tegen de bezettende macht, worden ook aan
gemerkt demonstraties en betoogingen voor
de koningin of andere leden van het Huis
van Oranje, dat de oorlog tegen het Groot-
Duitsche rijk hardnekkig voortzet. Derhalve
kan het opspelden en dragen van insignes,
bloemen, kleuren en dergelijke, die een sym
pathie voor het Huis van Oran'e tot uitdruk
king brengen, evenmin geduld worden, als
het uitsteken van vlaggen of het aanbrengen
van andere versieringen aan gebouwen ter
eere van een lid van het Huis van Oranje.
Hetzelfde geldt voor iedere andere gedra
ging, welke kan dienen voor het genoemde
doel.
Degene, die tegen den inhoud van deze be
kendmaking handelt, wordt streng gestraft,
in het bijzonder indien hij demonstraties of
betoogingen in den zin van deze bekendma
king uitlokt, veroorzaakt of begunstigt. Spe
ciaal wordt nog herinnerd aan het bepaalde
in par. 2 van de verordening no. 52/1940
van den Rijkscommissaris, betreffende de
Duitsche rechterlijke macht voor strafzaken.
Naar qelanq van de omstand'"heden zal de
verordeninn no. 33/1940 betreffende het ver
beurdverklaren van vermogens worden toe
gepast.
Aan de Duitsche en de Nederlandsche poli
tic is opdracht gegeven voor de naleving van
deze bekendmaking te waken.
Mr. H. M. Fruio, rechter
te Alkmaar, leider.
De leider der N.S.B. heeft dezer dagen
het Rechtsfront gesticht, een organisatie, die
drie onderafdeel in gen omvat, n.1.: 1. justitie,
2. politie, 3. vrije beroepen (advocaten' en
notarissen).
De bedoeling is, dat het rechtsfront alle
ambtenaren, beambten en geëmployeerden
van hoog tot laag worden ingeschakeld.
Als leider van het rechtesfront is be
noemd: mr. H. M. Fruin, rechter te Alk
maar, die zal worden terzijde gestaan door
mr H. de Brufeys Tack als secretaris.
Tot hoofden der onderafdeeling zijn aan
gewezen:
1. voor justitie: mr. H. M. Fruin
(voorloopig)
2. v o o r p o 1 i t i e: de heer C. Ch. Wal
raven, commissaris van politie te Alkmaar;
3. voor vrije beroepen (advocaten
en notarissen): mr. R. van Genechten te
Utrecht.
Het rechtsfront wordt vooral wat de
groep „politie" betreft plaatselijk georga
niseerd
Zoo is, met name in Amsterdam, de groep
„politie" met haar arbeid reeds ver gevor
derd. Hier berust de leiding bij den beer L.
J. Ponne. Bronckhorststraat 12, inspecteur
van politie aldaar.
Hoewel het Rechtsfront een schepping
der N.S.B. is, staat toetreding voor allen,
die bij de handhaving van het recht be
trokken zijn, open.
Door de stichting van het rechtsfront
naast die van het arbeidsfront, boerenfront
en middenstandersfront, voltrekt zich in ons
land een snelwerkend proces van samen
bundeling in den nieuwen geest van die
talloozc bonden, vereenigingen en broeder
schappen, welke tot dusverre de volksge
meenschap verdeeld en de beroepsgenooten
machteloos hielden.
Het Hsbl. heeft een onderhoud gehad met
den heer C. J. van Marle, commissaris der
Noordelijke Onderlinge Waarborgmaat
schappij tegen Molestrisico, die eenige inte
ressante dingen vertelde over deze onder
linge dekking tegen schade door oorlogsge
weld, burgeroorlog, binnenlandsche onlus
ten, oproer en relletjes, val of noodlanding
van luchtvaartuigen of vliegtuigen, het la
ten vallen van voorwerpen uit de lucht en
ander oorlogshandelingen.
Reeds vóór dem oorlog, om juist te zijn in
October 1939, zijn wij; aldus de heer Van
Marle, begonnen met het afsluiten van der
gelijke verzekeringen. Toen de oorlog uit
brak, hebben wij het toetreden van nieuwe
leden stopgezet.
Principieel accepteerden wij geen objec
ten, die in de nabijheid van belangrijke in-
dustrieele bedrijven zijn gelegen, in de buurt
van electrische centrales, gasfabrieken, mu
nitiefabrieken, scheepswerven, stationsem
placementen en spoorbruggen, of in kust
plaatsen.
Bovendien verzekerden wij geen objecten
in gebieden waarin gevechtshandelingen,
waarschijnlijker waren te achten dan elders,
zooals in de nabijheid van de Peel-, Grebbe-.
Water- en IJssellinie, en in de nabije omge
ving van vliegvelden.
Dit werd daarom gedaan, omdat wij van
meening zijn, dat de verzekering van eigen
dommen in zulke gebieden geen taak voor
een particuliere maatschappij is, doch eer
der een kwestie van gemeenschapszorg.
Wij achten het onjuist om elk object, van
welken aard ook, te accepteeren.
Ook beperkten wij, vanaf het begin het be
drag waarvoor een voorwerp zou kunnen
worden verzekerd.
Deze bedragen zijn ten hoogste: f 100.000
bij een door de maatschappij in totaal verze
kerd bedrag van f 10-mill.. f200.000 bij een
idem van f 10 tot f25 mill., f300.000 bij f25
tot 150 mill. en f500.000 bij een verzekerd
bedrag boven f 50 mill.
Na afloop van den korten oorlog bleek er
nog verdere behoefte te bestaan aan Molest-
risicovcrzekering on daar, om begrijpelijke
reden niemand vrijwillig het risico van
reeds geleden schade zou willen me-
dedragen, hebben wij een Tweede Noor
delijke Onderlinge gesticht.
Hier konden wij ten aanzien van de maat
staven volgens welke de objecten worden
geselecteerd, van de de opgedane ervaring
profiteeren. Zoo golden bij de Eerste Noor
delijke de normen, dat het te verzekeren ob
ject op een afstand van 500 meter van mili
taire versterkingen of belangrijke indu
strieel e risico's moest zijn gelegen en min
stens 1000 meter van een vliegveld. Voor
de Tweede Noordelijke zijn deze afstanden
verdubbeld. Ten tweede worden thans hui
zen in Baarn en Laren geaccepteerd, omdat
wij van meening zijn, dat de aanwezigheid
van de waterlinie vrijwel geen rol meer
speelt".
Wij vinden het aldus de heer van Marle
verder, noodig om een behoorlijke voorschot-
premie te vragen, welke gemiddeld 2 per
mille bedraagt. Daardoor wordt de schade
regeling niet geheel overgelaten tot hot tijd
stip van den vrede.
Zelfs zijn wij mede daardoor i nstaat om
sommige gevallen, waarin de voortzetting
van een bedrijf er van afhangt, reeds thans
een voorschot te verleenen op de later te
behalen uitkeering.
Wij moeten echter, aldus de heer van
Marle, hiermede zeer voorzichtig te werk
gaan.
Over den gang van zaken was hij zeer goed
te spreken. Per dag verzekert de maatschap
pij ongeveer één millioen gulden.
Voorwaar geen kleinigheid!
Maar als men rekent, dat één enkele ver
keerd geworpen bom het bezit in één se
conde kan vernielen, dan is het succes be
grijpelijk.
vierjarig zoontje van den ponton.knecht de
Korte uit Vlissingen. alsmede de scheeps-
pensionhouder Eekraian uit Vlissingen. De
ze laatsten hadden toen tijdens het bombar
dement oen goed heenkomen aan boord van
het schip gezocht.
Donderdag is het schip achter in de
nieuwe haven tegen den berm gezet en
wérd met de berging van de slachtoffers
begonnen, 's Avonds waren daarbij gevon
den de hofmeesters F. van der Pijl uit. Neu
zen en J. de Ronde uit Vlissingen, de da
mes Plasschaert en Besien, het kindje de
Korte en de heer Eekman.
Voor de tweede maal in een week heeft
de waterrijke omgeving van de gemeente
Vlissingen een der oorlogsdrama's onthuld,
die zich in de eerste dagen Van Mei hebben
voltrokken. Donderdag werd in de Vlissing
sche buitenhaven door een drijvende bok
het zvvaarbeschadigde stoomschip „Luctor
et Emergo" opgehaald, dat 12 Mei tot zin
ken werd gebracht. De „Luctor" was een
der passagiers- en vrachtschepen van den
provincialen stoombootdienst op de West er-
Schalde, die de verbinding Vlissingen—
Neuzen onderhield.
Aan boord bevonden zich zeven man van
het schecpspersoneel, die mede omkwamen,
alsook de dames Plasschaert uit Oostburg
en van Besien uit Aardenburg, die zich
van de kostschool naar huis begaven, het
Zich uitgegeven voor controleerend
ambtenaar inzake de verduiste
ring. Slachtoffers lieten zich
beetnemen.
In den nacht van Woensdag op Donderdag
j.1. heeft een onbekend gebleven man, die
gekleed was in een blauw uniform, ge
tracht twee bewoners van Rotterdam geld
af te persen, onder voorwendsel, dat de
verduistering van hun woning niet afdoen
de was. De man bediende zich van de Duit
sche 1aal en liet een kaart zien, waarop een
foto was bevestigd. De slachtoffers lieten
zich beetnemen en meenden met. een con
troleerend beambte te doen te hebben. Het
eerste slachtoffer was een bewoner van den
Langen Hilleweg te Rotterdam, van wien de
oplichter vier gulden boete eischte. De man
kon dit niet betalen, hetgeen voor den z.g.
ambtenaar aanleiding was als compensatie
uit een wapenrek in de gang een Indische
pijl en boog mee Ie nemen. Met deze attri
buten begaf hij zich naar don Groenen
Hilledijk, waar hij hetzelfde kunstje uit
haalde en van een winkelier 35 gulden
eischte. Hij kreeg dit bedrag, maar toen
een agent van politie op de woordenwisse
ling afkwam en inlichtingen verzocht, ver
dween de oplichter in de duisternis.
De woordvoerder van het Japansche de
partement van buitenlandsche zaken ver
klaarde gisteren, dat het gebied van de
Zuidzee zooals Fransch Indochina en Ne-
derlandsch Indië. belmoren tot de groote
Oost-Aziatische ruimte van gemeenschappe
lijke welvaart, zooals aangekondigd door
rien minister van buitenlandsche zaken
Matsoeoka in zijn verklaring van Donder
dag.
Op de .vraag of de Philippijnen daartoe
ook behooren, antwoordde de woordvoerder,
dat het moeilijk is de landen op te noemen,
die in de bedoelde ruimte moeten worden
opsenomen en dat dit daarom tot een latere
eelesenheid zal worden uitgesteld.
Op de vraag of de grondslagen van de
nationale politiek, zooals door de regeering
uitgevaardigd, uitloopen op een volteface
van de Japansche buitenlandsche politiek
wees de woordvoerder erop. dat de continuï
teit van de Japansche nationale politiek
blijft bestaan en dat deze derhalve funda
menteel geen categorische wijziging onder
gaat.
Teneinde evenwel het hoofd te bieden aan
de wijziging van den internationalen toe
stand. zal er een wijziging komen in de Ja
pansche buitenlandsche politiek.
Tn antwoord op een desbetreffende vraag
zeide de woordvoerder voorts, dat een spion-
nage-affaire een binnenlandsche aangelegen"
heid is. waarover andere landen geen pro
testen kunnen indienen. De Britsehe bur
gers zijn eearresteerd om binnenlandsche
nood zakelijk heid. n.1. om het behoud van l
vrede en orde in het land.
DE ENGELSCHMAN DRINKT 9
KOPPEN THEE TEGEN DE REST
DER EUROPEANEN SLECHTS
ééN. NEDERLAND ALS TWEE
DE IN DE RIJ DER GROOTE
THEEVERBRUIKERS.
De invloed in den oorlog dóet zich ook
gevoelenop het gebied van het theever
bruik. Het geheele vasteland van Europa is
als consument uitgeschakeld en Enge
land, het theedrinkende land bij uitnemend
heid, eveneens voor een groot deel. Vooral
Engeland speelde bij den theehandel een
groote rol, hetgeen wel kan blijken uit het
volgende lijstje, betrekking, hebbend op het
verbruik van thee in de verschillende lan
den van Europa.
Invoer in 1938
(in 100 kg.)
Verbr. p. hoofd
(in grammen)
Groot-Brittannië 5
>.389.072
5190
Nederland
130.130
1640
Denemarken
7.476
202
Zwitserland
8.049
198
Duitschland
(incl. de Oqstmiark)
58.509
81
Zweden
5.090
81
Noorwegen
1.696
60
Polen
17.775
55
Finland
1.374
37
België
2.949
36
Frankrijk
13.305
32
Giek onland
1.904
31
Griekenland
1.904
31
Hongarije
2.466
28
Italië, dat slechts 3 gram thee per hoofd
verbuikt, is in bovenstaand lijstje niet eens
opgenomen. In vergelijking met Groot-Brit-
tannië maakt het totale verbruik van thee
in de rest van Europa weinig meer dan
het tiende deel van het theeverbruik in
Engeland uit!
Dat de invoer in Engeland thans zoo siterk
is beperkt, bèteekent dus een gevoelige slag
voor dit. artikel. Tot dusver waren Londen
on Amsterdam de grootste markten voor
thee, in verband met het feit. dat de kolo
niën van Engeland zoowel als van Neder
land de meeste thee produceerden. Ongeveer
70 van de wereldpoductie is afkomstig
uit Engelsch-Indië en Ceylon en 17 uit
Nederlandsch-ïndië. De overige 13 ko
men uit verschillende doelen der wereld, In
de laatste jaren heeft ook Brazilië een
plaats ingenomen op de theemarkt.
„Koning" van den Zeedijk
veroordeeld
De Amsterdamsche rechtbank heeft gis
termorgen vonnis gewezen in de zaak tegen
den recidivist B„ eertijds bekend als de
„koning" van den zeedijk, die zich op 23
Februari j.1. schuldig heeft gemaakt aan
insluiping en diefstal van pl.m. 150 gulden
uit het kantoor van de, Kolenimport Maat
schappij. De verdediger, mr. J. de Vrieze,
had in een uitvoerig pleidooi on de uiterste
clementie aangedrongen, opdat B., die thans
53 jaar oud is, nog een kans zou krijgen
zijn leven te beteren.
De Officier van Justitie had drie jaar ge
vangenisstraf geëischt.
De rechtbank veroordeelde B. gistermor
gen tot één jaar gevangenisstraf met af
trek van het voorarrest, waarvan vier
maanden vooaardelijk met. een proeftijd van
twee jaar en de bijzondere voorwaarde, dat
verd. zich onder toezicht van het Leger des
Heils zal stellen.