over nationale eenheid Naar Oostland Herhaalde waarschuwing Molestverzekering willen we rijden..» Het Nederl. rechtsfront dei N.S.B. Pro/, van Poelje vindt verdere toepassing Schip met dooden gelicht OPLICHTING IN DE DUISTERNIS Onze Oost in de Groot Aziatische ruimte De oorlog en het theeverbruik Zaterdag 3 Augustus 1940 Derde Tjlad Men streve naar een eigen nationale structuur Een eisch van overwegende beteekenis Prof. Dr. G. A. van Poelje, secre taris-generaal van het Departement van Onderwijs, heeft een vertegen woordiger van het A.N.P. een onder houd toegestaan, opdat deze in groo- te lijnen zou kunnen kennis ne men van diens denkbeelden om trent de aangevangen en alom voortschrijdende concentratie op al lerlei gebied, en omtrent het stre ven en de noodzakelijkheid om te komen tot meer, zoo mogelijk tot volkomen nationale eenheid. In het algemeen aldus Prof. Dr. van Poelje is en was het mijn overtuiging, nu en vroeger, dat de kracht van ons volk voor een groot deel gegrond is op de mo gelijkheid, dat ieder zijn eigen levensbe schouwing beleven kon. Maar te veel werd dikwijls vergeten, te streven naar het op bouwen van een nationale eenheid. Te veel werd over het hoofd gezien, dat tusschen de verschillende standpunten en tusschen de verschillende onderdeelen der maat schappij wisselwerking gewenscht is. Om dat deze wisselwerking werd verwaarloosd en te veel het eigene van iedere groep in het licht werd gezet, ging dikwijls de een heid en de verscheidenheid verloren. Hoe zeer men ook vertrouwen kan hebben in alle menschen individueel, zoo moet toch het geheel overzien worden. Hoe meer men daarvoor oog heeft, des te beter begrijpt men ook hoe het kon gebeuren, dat er dikwijls in een bepaalde richting werd ge werkt, totdat dan op een gegeven oogenblik het zwaartepunt elders bleek te liggen. Men kan hier de vergelijking trekken met iemand, die een beperkt inkomen heeft te besteden en die moet uitmaken, welke ver langens hij wel en welke hij niet zal kun nen bevredigen. Zou elk belang los van het geheel worden bezien, dan zou deze man zeer onevenwichtig te werk gaan. Noodig is een centraal punt van beoordeeling. Het is de overtuiging van Prof. van Poelje, dat op het oogenblik een eisch is van overwegende beteekenis aan nationale eenheid op elk gebied zooveel mogelijk aan dacht te schenken. Maar ook is Prof. van Poelje overtuigd, 'dat in het algemeen geen dwang moet worden toegepast. De meerdere eenheid kan jn vrije overtuiging verkregen worden, al zal dikwijls eenige aarzeling moeten wor den overwonnen. Prof. van Poelje gelooft, dat tot een ster- PROF. VAN POELJE kere nationale eenheid is. te komen, als men uitgaat van het bestaande en de waar heid in het bestaande erkent, en niet gaat aantasten hetgeen in een reeks van jaren met moeite soms in nood werd opgebouwd. Dit alles is mogelijk op korten termijn. We zullen moeten komen tot een eigen, zuiver nationale structuur, waarmede we in de wereld wellicht anderen ten voorbeeld kunnen zijn, zooals we ten aanzien van ons kolo niaal beleid reeds tientallen van jai'en anderen ten voorbeeld zijn geweest. Onverantwoordelijk zou het dan ook zijn, slechts aan afbreken te denken. Voor we zenlijke nationale belangen is hét noodig, een sterkere organisatie op te bouwen dan verkregen wordt, wanneer we slechts pro- beeren over te nemen, wat in een ander land met het oog op de verhouding aldaar naar eigen behoeften is gegroeid en tot stand gebracht. Men is hier te lande reeds druk bezig. Maar in zoo korten tijd kan men nog geen eindresultaat verlangen. Wel resultaten, waarop men verder kan werken en dan ook wérkt. Daarbij moet geen partijpolitiek voorzitten, ofschoon er wetenschappelijk geen bezwaar is tegen het woord politiek, in den zin van den vorm waarin onze natio nale belangen staatkundig worden gekris talliseerd. Op een vraag hoe Prof. van Poelje zich de plaats dacht van de jeugdbeweging, luid de het antwoord, dat ook zij haar plaats moet kunnen vinden in het staatkundig be stel. Bij de op gang zijnde strevingen naar concentratie van de jeugd, geeft op ver zoek van Prof van Poelje de centrale jeugd raad leiding. Daarin vindt de jeugdbewe ging haar centraal orgaan. Reeds jaren is de centrale jeugdraad, welke bestaat sinds April 1920, het regeeringsorgaan voor de geheele jeugdbeweging. Zijn taak ontwik kelt zich nu verder met de overheidstaak. Intusschen zal hij wel weer actief moeten optreden. Tevoren had de centrale jeugd raad een meer passieve rol. En zoo zullen de verschillende organen tezamen meer coördineerend kunnen func- tionneeren in het algemeene streven naar: nationale eenheid. Prof. van Poelje merkt op, dat een fede ratie, die naar den vorm niet sterk was, van 1579 tot 1798 een der grootste krachten in de wereld is geweest. Men moet dus ook hier niet te veel aan een woord hechten, vooral geen woorden van anderen over nemen zonder zich op de eigen nationale waarde te bezinnen. Nederlandsche arbeiders in Duitschland. Het Nederlandsche perskantoor schrijft: Wij zijn eens te Hohenneuendorf naar on ze landgenooten gaan kijken die, naar wij ver jnomen hadden, Vrijdag j.1. alda,ar waren aan gekomen om mee te werken aan den bouw van een ziekenhuis te Frohnau. Hohenneuendorf draagt zijn naam terecht, want het is hoog en nieuw, een der hoog ste punten in de omgeving van Berlijn en tevens een der gezondste punten. Op een af stand van nog geen tien minuten ligt de 'herberg „Waldschaenke" midden in het bosch. Hier zijn de meeste Nederlanders ivoorloopig ondergebracht. In een andere her berg in de buurt heeft de rest der 142 Neder landsche bouwvararbeiders onderdak gevon den. Deze 142 Nederlanders nagenoeg al len Amsterdammers, waarbij zich enkele Haarlemmers en Edammers hebben aange sloten zijn vrijwillig naar Duitschland ge komen. In Nederland waren ze allen sinds geruimen tijd werkeloos. Zij waren blij in Duitschland werk te kunnen vinden. De meesten van hen zijn timmerlieden, doch er zijn ook metselaars, schilders en monteurs bij. De bemiddeling geschiedde door het mi nisterie van economische zaken te Den Haag, dat als loon 60 tot 90 pf. per uur had opge geven. Het was voor de bouwvakarbeiders een aangename verrassing te hooren, dat het minimumloon voor menschen zonder vak kennis reeds 72 pf. bedroeg, terwijl het voor vaklieden zelfs 1.08 ito. moest bedragen. Wordt er echter op tarief gewerkt, en dat ligt in de bedoeling, dan zal voor vaklieden een loon van 1.40 tot 1.50 zonder moeite kunnen worden bereikt. Dé arbeiders hebben het recht, alles wat van hun loon overblijft, naar huis te sturen. Men verwacht, dat dit zeer aanzienlijke bedragen zullen zijn. .Over de behandeling is men vol lof. Men heeft volkomen vrijheid van beweging. Ook behoeft men zich niet zooals de Nederlan ders die reeds vóór 10 Mei in Duitschland ge ivestigd waren, eens per week bij de politie te melden. De Duitsche kost is nog wel een beetje vreemd, maar men neemt aan, dat dit wel spoedig zal wennen. Deze Nederlan ders hadden zich Duitschland anders voor gesteld. Zij hadden aangenomen, dat de Duitschers er haveloos met uitgeteerde ge zichten zouden bijloopon en dat Berlijn ten gevolge van Engelsche luchtaanvallen ten deele in puin zou liggen. Groot was hun verwondering, toen zij ont dekten, dat te Berlijn en zijn voorsteden een welvaart heerschte, die in ieder geval niet voor die van Nederland onderdeed, terwijl hun nu bleek, dat alle Engelsche berichten omtrent luchtaanvallen op Berlijn tot het rijk der fabelen moeten hebben behoord. Onder de Nederlanders bevinden zich jon ge en oude arbeidskrachten. De ouderen, die hun gezin in Nederland hebben achtergela ten, voelen zich hier in den vreemde. De vrijgezellen zijn echter reeds geheel thuis en velen van hen hopen, dat zij nog eens hier een eigen huisje zullen hebben. De dynami sche kracht van het nationaal-socialistische Duitschland, dat bouwt en nieuwe plannen maakt, werkt op hun verbeelding. Zij bemer ken den snellen polsslag van het Derde Rijk en raken ervan onder den indruk. In Amsterdam, aldus een jonge timmerman, hebben wij drie jaar lang met onze ziel on der den arm geloopen. Uit hetgeen wij thans van Duitschland ge zien hebben, is ons gebleken, dat er hier bouwwerk voor een menschenleeftijd is. Wat waren wij verkeerd over Duitschland inge licht!. Men mag over het nationaal socialis me oordeelen, zooals men wil, maar het staat vast, dat het nationaal socialisme uit Duitschland den Jansaliegeest verdreven heetf. Had de Nederlandsche overheid zich wat meer aan het nat. socialistische Duitsch land gespiegeld en had zij het goede, dat in het nat- socialisme aanwezig is overgeno men, dan was de renteniers- en Jansaliegeest ook uit Nederland verdreven, dan was er van werkloosheid geen sprake ge\feest, al thans niet in de bouwvakken. Dan hadden wij op Nederlandschen bodem kunnen blij ven. Nu zitten wij hier. Maar wij tobben er niet over, wie weet, waar het goed voor is. Bij de laatste woorden stralen zijn oogen. Een aardig meisje stapt voor de herberg van haar fiets. De jongeman loopt haar tege moet en schijnt een praatje met haar te be ginnen. En wij neuriën het oude lied: „Naar Oostland willen we rijden... daar woont er mijn zoetelief". DE GEZINNEN VAN NEDERLANDSCHE ARBEIDERS. Het Nederlandsche perskantoor meldt: De Nederlandsche arbeiders, die thans in Duitschland te werk gesteld zijn% zullen hun gezin mogen laten overkomen, zoodra vast staat, dat zij als arbeidskracht voldoen en zij in Duitschland een woning gevonden hebben. IEDERE DEMONSTRATIE TIJDENS DE KOMENDE GEDENKDAGEN VAN HET HUIS VAN ORANJE ZAL MET DE VEREISCHTE GESTRENG HEID WORDEN VERVOLGD. 's-GRAVENHAGE. In opdracht van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied wordt bekend gemaakt: Met het oog op de in de komende weken vallende gedenkdagen van leden van het Huis van Oranje wordt de bevolking van het bezette Neder landsche gebied, er met den meesten nadruk op gewezen, dat iedere de monstratieve gedraging, welke ook, en iedere betooging van afzonderlijke personen of van groepen van perso nen, welke direct of indirect, hoe ook tegen de bezettende macht ge richt is, met de vereischte gestreng heid zal worden vervolgd. Als demonstraties en betoogingen, gericht tegen de bezettende macht, worden ook aan gemerkt demonstraties en betoogingen voor de koningin of andere leden van het Huis van Oranje, dat de oorlog tegen het Groot- Duitsche rijk hardnekkig voortzet. Derhalve kan het opspelden en dragen van insignes, bloemen, kleuren en dergelijke, die een sym pathie voor het Huis van Oran'e tot uitdruk king brengen, evenmin geduld worden, als het uitsteken van vlaggen of het aanbrengen van andere versieringen aan gebouwen ter eere van een lid van het Huis van Oranje. Hetzelfde geldt voor iedere andere gedra ging, welke kan dienen voor het genoemde doel. Degene, die tegen den inhoud van deze be kendmaking handelt, wordt streng gestraft, in het bijzonder indien hij demonstraties of betoogingen in den zin van deze bekendma king uitlokt, veroorzaakt of begunstigt. Spe ciaal wordt nog herinnerd aan het bepaalde in par. 2 van de verordening no. 52/1940 van den Rijkscommissaris, betreffende de Duitsche rechterlijke macht voor strafzaken. Naar qelanq van de omstand'"heden zal de verordeninn no. 33/1940 betreffende het ver beurdverklaren van vermogens worden toe gepast. Aan de Duitsche en de Nederlandsche poli tic is opdracht gegeven voor de naleving van deze bekendmaking te waken. Mr. H. M. Fruio, rechter te Alkmaar, leider. De leider der N.S.B. heeft dezer dagen het Rechtsfront gesticht, een organisatie, die drie onderafdeel in gen omvat, n.1.: 1. justitie, 2. politie, 3. vrije beroepen (advocaten' en notarissen). De bedoeling is, dat het rechtsfront alle ambtenaren, beambten en geëmployeerden van hoog tot laag worden ingeschakeld. Als leider van het rechtesfront is be noemd: mr. H. M. Fruin, rechter te Alk maar, die zal worden terzijde gestaan door mr H. de Brufeys Tack als secretaris. Tot hoofden der onderafdeeling zijn aan gewezen: 1. voor justitie: mr. H. M. Fruin (voorloopig) 2. v o o r p o 1 i t i e: de heer C. Ch. Wal raven, commissaris van politie te Alkmaar; 3. voor vrije beroepen (advocaten en notarissen): mr. R. van Genechten te Utrecht. Het rechtsfront wordt vooral wat de groep „politie" betreft plaatselijk georga niseerd Zoo is, met name in Amsterdam, de groep „politie" met haar arbeid reeds ver gevor derd. Hier berust de leiding bij den beer L. J. Ponne. Bronckhorststraat 12, inspecteur van politie aldaar. Hoewel het Rechtsfront een schepping der N.S.B. is, staat toetreding voor allen, die bij de handhaving van het recht be trokken zijn, open. Door de stichting van het rechtsfront naast die van het arbeidsfront, boerenfront en middenstandersfront, voltrekt zich in ons land een snelwerkend proces van samen bundeling in den nieuwen geest van die talloozc bonden, vereenigingen en broeder schappen, welke tot dusverre de volksge meenschap verdeeld en de beroepsgenooten machteloos hielden. Het Hsbl. heeft een onderhoud gehad met den heer C. J. van Marle, commissaris der Noordelijke Onderlinge Waarborgmaat schappij tegen Molestrisico, die eenige inte ressante dingen vertelde over deze onder linge dekking tegen schade door oorlogsge weld, burgeroorlog, binnenlandsche onlus ten, oproer en relletjes, val of noodlanding van luchtvaartuigen of vliegtuigen, het la ten vallen van voorwerpen uit de lucht en ander oorlogshandelingen. Reeds vóór dem oorlog, om juist te zijn in October 1939, zijn wij; aldus de heer Van Marle, begonnen met het afsluiten van der gelijke verzekeringen. Toen de oorlog uit brak, hebben wij het toetreden van nieuwe leden stopgezet. Principieel accepteerden wij geen objec ten, die in de nabijheid van belangrijke in- dustrieele bedrijven zijn gelegen, in de buurt van electrische centrales, gasfabrieken, mu nitiefabrieken, scheepswerven, stationsem placementen en spoorbruggen, of in kust plaatsen. Bovendien verzekerden wij geen objecten in gebieden waarin gevechtshandelingen, waarschijnlijker waren te achten dan elders, zooals in de nabijheid van de Peel-, Grebbe-. Water- en IJssellinie, en in de nabije omge ving van vliegvelden. Dit werd daarom gedaan, omdat wij van meening zijn, dat de verzekering van eigen dommen in zulke gebieden geen taak voor een particuliere maatschappij is, doch eer der een kwestie van gemeenschapszorg. Wij achten het onjuist om elk object, van welken aard ook, te accepteeren. Ook beperkten wij, vanaf het begin het be drag waarvoor een voorwerp zou kunnen worden verzekerd. Deze bedragen zijn ten hoogste: f 100.000 bij een door de maatschappij in totaal verze kerd bedrag van f 10-mill.. f200.000 bij een idem van f 10 tot f25 mill., f300.000 bij f25 tot 150 mill. en f500.000 bij een verzekerd bedrag boven f 50 mill. Na afloop van den korten oorlog bleek er nog verdere behoefte te bestaan aan Molest- risicovcrzekering on daar, om begrijpelijke reden niemand vrijwillig het risico van reeds geleden schade zou willen me- dedragen, hebben wij een Tweede Noor delijke Onderlinge gesticht. Hier konden wij ten aanzien van de maat staven volgens welke de objecten worden geselecteerd, van de de opgedane ervaring profiteeren. Zoo golden bij de Eerste Noor delijke de normen, dat het te verzekeren ob ject op een afstand van 500 meter van mili taire versterkingen of belangrijke indu strieel e risico's moest zijn gelegen en min stens 1000 meter van een vliegveld. Voor de Tweede Noordelijke zijn deze afstanden verdubbeld. Ten tweede worden thans hui zen in Baarn en Laren geaccepteerd, omdat wij van meening zijn, dat de aanwezigheid van de waterlinie vrijwel geen rol meer speelt". Wij vinden het aldus de heer van Marle verder, noodig om een behoorlijke voorschot- premie te vragen, welke gemiddeld 2 per mille bedraagt. Daardoor wordt de schade regeling niet geheel overgelaten tot hot tijd stip van den vrede. Zelfs zijn wij mede daardoor i nstaat om sommige gevallen, waarin de voortzetting van een bedrijf er van afhangt, reeds thans een voorschot te verleenen op de later te behalen uitkeering. Wij moeten echter, aldus de heer van Marle, hiermede zeer voorzichtig te werk gaan. Over den gang van zaken was hij zeer goed te spreken. Per dag verzekert de maatschap pij ongeveer één millioen gulden. Voorwaar geen kleinigheid! Maar als men rekent, dat één enkele ver keerd geworpen bom het bezit in één se conde kan vernielen, dan is het succes be grijpelijk. vierjarig zoontje van den ponton.knecht de Korte uit Vlissingen. alsmede de scheeps- pensionhouder Eekraian uit Vlissingen. De ze laatsten hadden toen tijdens het bombar dement oen goed heenkomen aan boord van het schip gezocht. Donderdag is het schip achter in de nieuwe haven tegen den berm gezet en wérd met de berging van de slachtoffers begonnen, 's Avonds waren daarbij gevon den de hofmeesters F. van der Pijl uit. Neu zen en J. de Ronde uit Vlissingen, de da mes Plasschaert en Besien, het kindje de Korte en de heer Eekman. Voor de tweede maal in een week heeft de waterrijke omgeving van de gemeente Vlissingen een der oorlogsdrama's onthuld, die zich in de eerste dagen Van Mei hebben voltrokken. Donderdag werd in de Vlissing sche buitenhaven door een drijvende bok het zvvaarbeschadigde stoomschip „Luctor et Emergo" opgehaald, dat 12 Mei tot zin ken werd gebracht. De „Luctor" was een der passagiers- en vrachtschepen van den provincialen stoombootdienst op de West er- Schalde, die de verbinding Vlissingen— Neuzen onderhield. Aan boord bevonden zich zeven man van het schecpspersoneel, die mede omkwamen, alsook de dames Plasschaert uit Oostburg en van Besien uit Aardenburg, die zich van de kostschool naar huis begaven, het Zich uitgegeven voor controleerend ambtenaar inzake de verduiste ring. Slachtoffers lieten zich beetnemen. In den nacht van Woensdag op Donderdag j.1. heeft een onbekend gebleven man, die gekleed was in een blauw uniform, ge tracht twee bewoners van Rotterdam geld af te persen, onder voorwendsel, dat de verduistering van hun woning niet afdoen de was. De man bediende zich van de Duit sche 1aal en liet een kaart zien, waarop een foto was bevestigd. De slachtoffers lieten zich beetnemen en meenden met. een con troleerend beambte te doen te hebben. Het eerste slachtoffer was een bewoner van den Langen Hilleweg te Rotterdam, van wien de oplichter vier gulden boete eischte. De man kon dit niet betalen, hetgeen voor den z.g. ambtenaar aanleiding was als compensatie uit een wapenrek in de gang een Indische pijl en boog mee Ie nemen. Met deze attri buten begaf hij zich naar don Groenen Hilledijk, waar hij hetzelfde kunstje uit haalde en van een winkelier 35 gulden eischte. Hij kreeg dit bedrag, maar toen een agent van politie op de woordenwisse ling afkwam en inlichtingen verzocht, ver dween de oplichter in de duisternis. De woordvoerder van het Japansche de partement van buitenlandsche zaken ver klaarde gisteren, dat het gebied van de Zuidzee zooals Fransch Indochina en Ne- derlandsch Indië. belmoren tot de groote Oost-Aziatische ruimte van gemeenschappe lijke welvaart, zooals aangekondigd door rien minister van buitenlandsche zaken Matsoeoka in zijn verklaring van Donder dag. Op de .vraag of de Philippijnen daartoe ook behooren, antwoordde de woordvoerder, dat het moeilijk is de landen op te noemen, die in de bedoelde ruimte moeten worden opsenomen en dat dit daarom tot een latere eelesenheid zal worden uitgesteld. Op de vraag of de grondslagen van de nationale politiek, zooals door de regeering uitgevaardigd, uitloopen op een volteface van de Japansche buitenlandsche politiek wees de woordvoerder erop. dat de continuï teit van de Japansche nationale politiek blijft bestaan en dat deze derhalve funda menteel geen categorische wijziging onder gaat. Teneinde evenwel het hoofd te bieden aan de wijziging van den internationalen toe stand. zal er een wijziging komen in de Ja pansche buitenlandsche politiek. Tn antwoord op een desbetreffende vraag zeide de woordvoerder voorts, dat een spion- nage-affaire een binnenlandsche aangelegen" heid is. waarover andere landen geen pro testen kunnen indienen. De Britsehe bur gers zijn eearresteerd om binnenlandsche nood zakelijk heid. n.1. om het behoud van l vrede en orde in het land. DE ENGELSCHMAN DRINKT 9 KOPPEN THEE TEGEN DE REST DER EUROPEANEN SLECHTS ééN. NEDERLAND ALS TWEE DE IN DE RIJ DER GROOTE THEEVERBRUIKERS. De invloed in den oorlog dóet zich ook gevoelenop het gebied van het theever bruik. Het geheele vasteland van Europa is als consument uitgeschakeld en Enge land, het theedrinkende land bij uitnemend heid, eveneens voor een groot deel. Vooral Engeland speelde bij den theehandel een groote rol, hetgeen wel kan blijken uit het volgende lijstje, betrekking, hebbend op het verbruik van thee in de verschillende lan den van Europa. Invoer in 1938 (in 100 kg.) Verbr. p. hoofd (in grammen) Groot-Brittannië 5 >.389.072 5190 Nederland 130.130 1640 Denemarken 7.476 202 Zwitserland 8.049 198 Duitschland (incl. de Oqstmiark) 58.509 81 Zweden 5.090 81 Noorwegen 1.696 60 Polen 17.775 55 Finland 1.374 37 België 2.949 36 Frankrijk 13.305 32 Giek onland 1.904 31 Griekenland 1.904 31 Hongarije 2.466 28 Italië, dat slechts 3 gram thee per hoofd verbuikt, is in bovenstaand lijstje niet eens opgenomen. In vergelijking met Groot-Brit- tannië maakt het totale verbruik van thee in de rest van Europa weinig meer dan het tiende deel van het theeverbruik in Engeland uit! Dat de invoer in Engeland thans zoo siterk is beperkt, bèteekent dus een gevoelige slag voor dit. artikel. Tot dusver waren Londen on Amsterdam de grootste markten voor thee, in verband met het feit. dat de kolo niën van Engeland zoowel als van Neder land de meeste thee produceerden. Ongeveer 70 van de wereldpoductie is afkomstig uit Engelsch-Indië en Ceylon en 17 uit Nederlandsch-ïndië. De overige 13 ko men uit verschillende doelen der wereld, In de laatste jaren heeft ook Brazilië een plaats ingenomen op de theemarkt. „Koning" van den Zeedijk veroordeeld De Amsterdamsche rechtbank heeft gis termorgen vonnis gewezen in de zaak tegen den recidivist B„ eertijds bekend als de „koning" van den zeedijk, die zich op 23 Februari j.1. schuldig heeft gemaakt aan insluiping en diefstal van pl.m. 150 gulden uit het kantoor van de, Kolenimport Maat schappij. De verdediger, mr. J. de Vrieze, had in een uitvoerig pleidooi on de uiterste clementie aangedrongen, opdat B., die thans 53 jaar oud is, nog een kans zou krijgen zijn leven te beteren. De Officier van Justitie had drie jaar ge vangenisstraf geëischt. De rechtbank veroordeelde B. gistermor gen tot één jaar gevangenisstraf met af trek van het voorarrest, waarvan vier maanden vooaardelijk met. een proeftijd van twee jaar en de bijzondere voorwaarde, dat verd. zich onder toezicht van het Leger des Heils zal stellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 9