Di Nedeflandsche Unie JAPAN en ENGELAND NIPPER EN PELLE Het lokkende Radioprogramma Een Duitsch oordeel Uit den muur naar het Oostten is een venster gebroken. De Deutsche Zeitung in den Niederlanden schrijft onder den titel „Gedeconcentreerde Concentratie" het volgende: Nadat de verstarring, welke als gevolg van ide oorlogsgebeurtenissen over het binnen- flandsch-politieke leven in Nederland geko- was. met de vorderende "normalisatie van de uiterlijke levensvoorwaarden afgelaten heeft, begint op het veld d*>r partijen een uiterst levendige bedrijvigheid. De waarnemer met Duitsche oogen verwondert zich niet slechts over de snelheid, van deze reactie, maar voor al over de stee*3& veelvuldiger herhaling van het woord coivbentratie. Het schijnt inderdaad alsof uit den muur, dien Nederland wat ge zindheid bfetreft naar het Oosten had opge richt, door de gebeurtenissen een venster ge broken is, waardoor nu een frissche wind waait. Maar van dezen wind heeft men hier acMj/nbaar slechts een zucht bespeurd. Iedereen in Duitschlajid weet, met welk 'n eindeloozen detailarbeid gedurende vele ja- flén de latere kentering is voorbereid. Man voor man, vrouw voor vrouw zijn door de eerste verkondigers gegrepen en overtuigd. Ook na de overneming van de macht door den Führcr zijn er nog verscheidene jaren van inwendigen arbeid noodig geweest, voor dat bet geheel van bet Duitsche volk door de macht van de beweging is meegesleept en tot datgeene aaneenbesmeed, wat wij thans de volksgemeenschap noemen. Met de ervaring in deze dingen staat de Duitsche waarnemer verbaasd terzijde van de binnenlandsch-politieke bemoeiingen, die zich op het oogenblik in Nederland afspelen. De roep om concentratie schijnt hier klaar blijkelijk niet te. beteekenen, dat tegenover bet groote doel van een nationale aaneen sluiting de kleine partijaangelegenheden moeten verdwijnen. Hun arbeidsveld schijnt slechts verplaatst te zijn, ten aanzien van de uitwerking is het echter volkomen onver schillig, of de tactische afspraken van be langhebbenden gisteren in de wandelgangen van liet parlement, van daag in een vertrou welijke vergadering en morgen aan de haard yan een bekend industrieel gemaakt worden. Een groep Nederlanders wenscht politiek actief te worden, waarbij niet steeds vast staat, of het initiatief van hen zelf afkom stig is of uit bronnon spruit, die niet ter stond herkend wenschen te worden. Er wordt omgezien naar tijdgenooten met der gelijke plannen, er wordt contact gezocht en afzonderlijke belangen worden uit en terna behandeld. Men doet zijn best zich op breede basis te stellen en tracht broeders, die tot dusver zeer verschillende kappen droegen onder een nieuwen hoed te van gen. Iloopt men, dat de gelaatstrekken on der dezen nieuwen hoed niet op het eer ste gezicht als de oude welbekende herkend jworden? De geboorteacte van een nieuwe politieke concentraties is het manifest. In welover wogen zinnen, die men door de zorgvuldig ste redactie tegen aanvallen van alle kan ten tracht te beschermen, stellen de nieuwe candidatcn zich aan het Nederlandsche volk voor met argumenten, die iedereen iets moet geven. Wien zal het verwonderen, wanneer in ons de herinnering aan de op richting van de vele partijen in 191S wak ker wordt, toen de toenmalige profeten van uiterst rechts tot uiterst links voor iederen beroepsstand een patentoplossing in hun programma voorhanden beloofden te heb ben? De muur naar het Oosten is inderdaad zeer hoog geweest, want men krijgt niet den indruk, dat iemand van de huidige ini tiatiefnemers de ontwikkeling in Duitsch- FEUILLETON Naar het Engelsch van: OTTWELL DAVIS Neen, zei Wilfrid na eenige oogenblikken, tenzq uw agent op Borneo zelf... Uitgesloten, viel Flower hem in de rede. Dan had hij daarop in zrjn brief wel een toe speling gemaakt of een verklaring gegeven. Ik ken dien man door en door. Maar eerlijk gezegd, het spijt me dat u mij geen nadere inlichtingen kunt verschaffen. Laat ik u niet langer ophouden, Dr. Mercer. Ik zou nog wel even uw hand willen zien, voordat ik wegga, zei Wilfrid, het lijkt mij veiliger. Een oogenblik dan, zei Flower. Ik ga even zien of Cotter klaar ia en dan ben ik tot uw dienst. Het was Wilfrid niet onaangenaam om even alleen te zijn, en rustig te kunnen denken. Er dreigde gevaar, dat was zeker, maar uit welken hoek was onmogelijk te zeggen. Wil frid was overtuigd dat het noodlot zijn hand dreigend op dit huis liet rusten en dat alle rijkdommen van Flower dezen niet zouden kunnen beschermen tegen de komende ge varen. De tijd verstreek inmiddels en Flower liet nog steeds op zich wachten. De wijzers van de klok op den schoorsteenmantel kropen traag vooruit; eindelijk sloeg het twaalf uur en Flower was nog niet terug gekomen. Opeens kwam het Wilfrid voor alsof de zachte geur van de bloemen in de hall sterker en door dringender de billardkamer binnenkwam; dat de atmosfeer dikker, nevelachtiger werd en het heldere electrische licht als met een blauw waas omgeven was. Een bijna onweerstaan bare neiging tot slapen kwam over hem. Hij sloot de oogen en leunde achterover in zijn stoel. Waar had hij dat parfum toch eerder geroken, dacht hij slaperig. Met een schok sprong hjj eensklaps overeind en met klop- l>e volgende morgen. 1. „Zeg, jo! Wie heeft de boot losgemaakt Drommels, we zitten op de open zee!" 2. „We zullen eerst de zee- roversvlag moeten strij ken 3. want anders ko men we nog een oorlogs schip tegen, dat ons mis schien dan in de grond boort!!" Thuis en op zee. 1. „Wat vind ik dat aardig van U, juffrouw Van Za niken, dat U mij eens komt opzoeken, om me eens wat op te vroolijken! Ik zal werkelijk blij ziJn» wan neer Uw vermoeden juist is, dat de boot bij het on weer de zee opgedreven is wat een avontuur voor de jongens! Ze kunnen al lebei zwemmen, dus ze zul len zich er altijd wel uit redden, ook al zou de boot lek geslagen zijn!" 2. „Ik geloof vast, dat juffr. van Zaniken op 't ogenblik bezig Is Moeder over ons ongerust te maken!" land gevolgd heeft, om op deze wijze tot het inzicht te komen, dat de huidige vorm en de inhoud van het Duitsche Rijk een zeer logisch gevolg van de toenmalige toe standen zijn. En hier schijnt klaarblijke lijk een tegenstrijdigheid te bestaan. Ter wijl eenerzijds de dagelijks geuite concen- tratiebehoeftc ontleend wordt aan het sys teem, waartegenover de Nederlander tot- dusver iedere innerlijke betrekking loochen de, anderzijds tracht men de concentratie zelf door te voeren met middelen, waarvan men thans in de gchecle wereld begint te erkennen, dat zij verouderd zijn. Goed dan! Een concentratiebeweging is aan den dag getreden cn wat niet in do programmapunten gelezen mag worden, kan men wellicht in de uiterlijke opmaak van de aanplakbiljetten aanduiden. I)c be- langsteling van de omstanders richt zich op deze mannen met initiatief, nieuwe groepen sluiten zich aan, andere schieten erbij, maar het zijn altoos groepen, klieken, gemeenschappen, welke tot dusver een be paald eigen doel gediend hadden. Nu con centreert. dat alles zich. Niemand zal aannemen, dat wij Duit-, schers zonder belangstelling tegenover dit alles staan. Wij weten zeer wel, hoe" be langrijk deze' gebeurtenissen "eenmaal bij het in elkaar zetten Vaii het hieuwe'Euro pa zullen blijken. Wij weten echter ook, dat ons huidige Rijk ontstaan is uit den strijd om hart en ziel vari ons volk en niet uit een nieuwe ver pakking van constructies, welke hun tijd gehad hebben. Duitsche strooibiljetten boven Engeland De groote belangstelling van tic Engelsche bevolking voor de strooibiljetten die Duit sche vliegtuigen boven verscheidene streken van Engeland hebben uitgeworpen, schildert de correspondent van do „New York Times" die meldt, dat boeren en andere kringen dei- bevolking van het zuiden en zuidwesten van Engeland alsmede van Wales in de sti-a len van de schijnwerpers liecle wolken strooi biljetten zagen, waarvan zij zich meester maakten. De biljetten bevatten znoals bekend, uittrok» seis uit de jongste rijksdagrede van Adolf Hitier. Tot in den namiddag van 2 Augustus waren de Engelsche regeeringskringenn nog niet in het bezit van deze strooibiljetten en werd gepoogd deze door de politie cn luclit- wacht te doen verzamelen. Iemand die een' heel pak biljetten gevonden had. was begon.- ncn ze te verkoopen.' Algemeen hoorde men de teleurstellende opmerking: Hitier heeft niet genoeg gestuurd. Men neemt aan, zoo besluit de correspondent, dat vele personen in afwachting van nieuwe biljetten, slapeloo ze nachten zullen hebben. Groeiende Anti-Britsche gezindheid De Britsche ambassadeur, Craigie, hoopt op een vriendschappelijk bijleggen van de spionnagezaak, zoo meldt de welingelichte Tokio Asalii Sjimboen met betrekking tot den inhoud van de gedachtenwisseling tus- schen den Japanschen, minister van buitlen- landsche zaken, Matsoeoka en Craigie. Laatstgenoemde zou Matsoeoka dringend hebben verzocht, dat de Japansche regeering zou medewerken aan de vriendschappelijke oplossing van de spionnagc aangelegenheid Tegelijkertijd heeft Craigie uiteengezet, dat de'arrestaties der Japanneezen door de Brit sche autoriteiten verricht zijn in overeen stemming niet de wet op de landsverdedi ging. Craigie zou verder hebben beweexji, dat liet van Engelsche zijde niet ging om r e p i-esh i 11 e 111 aa t rege 1 en. Matsoeoka heeft daarop den eisch gesteld, dal de Japanneczen terstond moesten worden vrijgelaten en dat garanties v. d. toekomst moesten worden gegeven. Tevciks gaf hij uit drukking aan de vcrwachttlng. dat geen vei*" dcre arrestaties zouden verricht worden. Ofschoon de. Japansche regecring, zoo zou hij verder hebben verklaard reeds definitieve besluiten genomen heeft ten aanzien van de verdere houding van de Britsche regeering is Japan voornemens de ontwikkeling van den toestand eenigen tijd rus tig waar te nemen. De perscommentaren toonen verder een uitgesproken Anti-Kngelsche houding. Zij handhaven den eiscii tot onniiddeiijke vrij lating der gearresteerde Japan neezen. De Myako Sjimboen schrijft: „het is duidelijk, dat de Engelsche weerwraakmaatrogelen ten doel .hebben een nauwere aansluiting bij de spilmogcndhoden te verhinderen, hetgeen naar het schijnt bereikt moet worden door economische dreigemcntsmaatregelen". Het blad meent echter, dat de versterking van den „driehoek Berlijn-Rome-Tokio"" een po litiek is van het kabinet Konoye, waartoe vast besloten is cn die door de volksstem ming wordt gesteund. Deze politiek wordt ook niet door Engelsche represailles ge wijzigd. Overigens neemt de Anti-Britsche bewe ging in geheel Japan een nauwelijks ver wachten omvang aan. Ook voor WoenedaR zijn in de meest verschillende steden en or ganisaties betoogingen aangekondigd en re soluties ingediend. Behalve Tokio, Kobe.Osa ka. Sjimonoseki en andere steden in Japan hebben ook Hirosjima en Foekoeoka een be slist standpunt bepaald tegen de arrestatie der Japanneezen. Tegelijkertijd werden reso luties gezonden aan don Premier, den mi nister van oorlog en dien van buitenland- sche zaken. De „Tokio Asahi Sjimboen" meldt, dat de Britsche honoraire consul in Sjimonoseki is afgetreden en tegelijkertijd de door hem geleide handelsmaatschappij zal ontbinden. In Tokio is een nieuwe „Anti-Britsche ver- ecniging der burgers van Tokio" gevormd, waarvan alle gemeenteraadsleden der stad lid zijn. Alle in Tokio ontvangen resoluties eischen de onmiddellijke vrijlating van de gearresteerde Japanneezen en de opheffing van den Britschen invloed uit Oost-Azië. De nationalistische verccniging Meirinkai, die hoofdzakelijk bestaat uit vroegere offciercn onder leiding van generaal Tanaka, heeft besloten aan leden van het kabinet, van den generalen staf van het leger en den staf van de marine, benevens aan diplomatieke ver tegenwoordigingen eischen te overhandigen betreffende afweer van Britsche represailles. VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1940. Jaarsveld 414,4 m. KRO-Uitzending. 8.00 Berichten ANP. 8.05 >Wjj beginnen de dag. 8.15 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.05 Gramofoonmuziek. 12.15 W. Eberlé en zijn orkest en solist. 12.45 Berichten AN*5, gramofoonmuziek. 1.15 W. Eberlé en zijn orkest. 2.00 Orgelconcert. 2.30 Fragm. uit de opera „Boris Godounow" (opn.). 3.40 Musiquette en soliste (opn.). 4.30 Gramofoonmuziek. 5.15 Berichten ANiP. 4.50 KRO-Kamerorkest (opn.). 5.30 Ziekenpraatje. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.30 VPRO: Cyclus „Grote mannen ln bewo gen tijden". 6.45 Zang met pianobegeleiding. 7.00 Vragen van de dag (ANP). 7.15 Berichten. 7.20 Zang met pianobegeleiding. 7.30 Reportage. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP pende slapen ijlde hfl naar hetf raam. Ineens wist hij het. Het was dezelfde doordringende geur die die kerels in het bosch op het vuur verwekt hadden. Zou het doodeljjk zjjn? Eén oogenblik van aarzeling kon misschien nood lottig worden! HOOFDSTUK VII. De schaduw op den muur. Beatrice zat voor den open haard in de slaapkamer in gedachten verzonken, in het vuur te staren. Ze bezat wel alles wat een meisje van haar leeftijd gelukkig kon maken, want hoe inhalig Samuel Flower ook was. deze zjjde van zijn karakter toonde hij niet als het er op aankwam de wenschen van Beatrice in te willigen. Het vuur brandde vroolijk; de roodzijden gordijnen sloten alle nachtelijke koude buiten en het licht sprankelde over zilveren en gou den toiletartikelen en sieraden, over de flon kerende juweelen die op de kleedtafel lagen. Aan de wanden hingen kostbare schilderijen en etsen en de met zorg gekozen kunstvoor werpen getuigden van den smaak veui de be woonster. Het was een gezellig warm en be koorlijk interieur en wel de laatste plaats om aan sombere dreiging te denken. Ook Beatrice scheen de vreemde voorvallen van dien dag vergeten en wijlde met haar gedachten bij den tijd toen zij Wilfrid Mercer had leeren ken nen. Ze mocht hem graag, wellicht ook omdat hij in zoo'n sterke mate afweek van de jonge lieden uit haar omgeving. De menschen waar mee Samuel Flower placht om te gaan, waren alle handelslieden en financiers van een soort welks levensopvatting Beatrice niet sympa thiek was. Maar Wilfrid was een man, die wat van de wereld gezien had, die nog over andere dingen dan over geld wist te spreken, over city of speculaties, of over de laatste tooneel-pre- mière. Het was zijn rustig en' verzekerd op treden, het onbewust-gemakkeltjke van zjjn houding, dat Beatrice aantrok. Hij van zijn kant had zijn gevoelens voor haar niet verbor gen, maar tot dien middag had hij niet het flauwste idee gehad van wat Beatrice's maat schappelijke toestand was. In die Londensche perioden waren er enkele onvergetelijke avonden geweest, waarin hij met haar over zijn illusie betreffende zijn toe komst gesproken had. Beatrice was verheugd geweest met het besef van wat onuitge sproken het allervoornaamste in al die ver trouwelijke mededeelingen was. Zijn genegen heid voor haar. Het waren heerlijke herinneringen en Beatrice genoot ervan. Zy verborg echter haar geheim en wilde .Wilfrid niets van haar gevoelens laten merken voor zjj met haar oom gesproken had. Zij twijfelde er niet aan, dat Flower zijn toestemming zou geven. Hij had meermalen gezegd, dat. als zq wilde trouwen, hij haar op geenerlei wijze moeilijkheden in den weg zou leggen. Zij voelde zich gelukkig dat Wilfrid haar niet vergeten had en ofschoon h\j gezegd had, dat haar positie hem teleur stelde, was zij toch overtuigd dat dit geen verandering in haar gevoelens zou brengen. Hij zou er haar niet minder lief om hebben als zij hem met volle handen van drukkende zorgen bevrijdde. Plotseling herinnerde zij zich de zieke Annette en ze stond op om te gaan zien of het meisje soms iets noodig had. Ze liep de gang door die naar de kamer van het meisje voerde; de lichten waren meerendeels uit en het schemerige duister gaf haar een onaangename gewaarwording. Het kwam bij haar op dat in de donkere, sombere hoeken een heele bende zich zou kunnen verbergen, en zij werd er zich bewust van dat zij zich al den tijd dat zij op Maldon Grange woonde, nog nooit zoo angstig had gevoeld. De gebeurte nissen van dien dag hadden zeker op haar zenuwen gewerkt; opeens zag ze in haar ver beelding de lange bruine, griezelig-gerimpelde hand weer, tastend naar de deurklink. De deur van Annette's kamer stond open en het meisje lag klaar wakker in haar bed. Beatrice zag dat haar gezicht er bleek en bedrukt uit zag en dat haar oogen vol angst rondstaarden. Maar dat is te erg, Annette, zei ze vrien delijk verwijtend, dokter Mercer zei toch, dat je direct moest gaan slapen. Ik kan er niets aan doen, miss, stamelde het meisje en begon te schreien. Telkens als ik mijn oogen dicht doe zie ik die vreese- lqke beesten weer, dansend en allerlei gekke bewegingen makend. Maar je weet nu toch dat het dieren uit een circus waren. Ik ben vast overtuigd dat ze alweer gevangen zijn. Ik geloof het niet, miss, fluisterde zij met een angstige stem, ik lag hier met de deur open en de glans van het vuur scheen op den muur aan de over zq de, zooals u nu ook kunt zien. Toen ik opkeek zag ik opeens over den muur een schaduw bewegen. Natuurlijk iemand anders van het per soneel. Ik wilde wel dat u gelqk had, miss, maar 8.15 Residentieorkest en soliste. 8.45 Cyclus „Uitingen van nationale cultuur". 9.00 Gramofoonmuziek. 9.15 Residentie-orkest. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.10 Wij sluiten de dag. 10.1510.25 Berichten ANP. klootwijk 1875 m. AVRO-Uitzending. 7.00 Berichten (Duits). 7.15 Berichten (Engels). 7.30 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Het Stefanescu-orkest. 11.15 Berichten (Engels). 11.30 Gramofoonmuziek. 11.45 Het Stefanescu-orkest. 12.30 Berichten (Duits).* 12.45 Berichten ANP, eventueel gramofoon muziek. 1.00 Omroeporkest. 2.00 Berichten (Duits). 2.15 Omroeporkest en solist. 3.15 Berichten (Engels). 3.30 Renova-septet (opn.). 4.15 Disco-causerie. 5.00 Berichten (Duits). 5.15 Berichten ANP. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 „De vrolijke Vijf". 6.15 Berichten (Engels). 6.30 Orgel en piano. 7.00 Vragen van de dag (ANP). 7.15 Gramofoonmuziek. 7.35 Cyclus „Nederlands provincieschoon", (met reportages) 8.00 Berichten (Duits). 8.15 Berichten ANP. 8.30 Berichten (Engels). 8.45 Gramofoonmuziek. 9.15 Berichten (Engels). 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten (Duits). 10.15 Berichten ANP. 10.30—10.45; 11.15—11.30; 0.15—0.30 en 1.15— 1.30 Berichten (Engels). het was een gestalte zooals niemand hier in huis heeft. Kort en dik, met reusachtige lange armen en gekromde vingers. Ik zag het een heele poos. Ik zou wel geroepen hebben, maar ik durfde niet. En toen het verschijnsel ver dween, vond ik het zoo kinderachtig om te roepen. Maar het is daar al dien tijd geweest, miss. U laat me toch niet alleen, smeekte ze fluisterend. In een mengeling van ongeduld en meege voel keek Beatrice de kamer rond en zag een glas en een medicynfleschje naast het bed staan. Ze schonk wat van het kalmeerende middel in het glas en het meisje dronk het leeg. Het duurde niet lang of Annette sloot de oogen en na een poosje was ze vast in slaap. Na het gebruik van dezen slaapdrank zou 3» wel niet eerder dan den volgenden morge* wakker worden. Nadat ze de deur achter zich gesloten had, ging Beatrice naar haar kamer terug, terwijl ze nu en dan een blik terzijde wierp, alsof ze bang voor Iets was. Er was onwillekeurig iets van den angst van Annette op haar overge gaan, maar ze trachtte dien van zich af te zetten. Ze keek even over de trapleuning en zag dat beneden in de gang de lichten nog brandden. Haar oom was blijkbaar nog niet naar zijn kamer gegaan; en daaruit leidde ze af dat Wilfrid eveneens nog in huis was. In ieder geval was het een geruststelling dat er, zoo noodig, beneden hulp was. Ik ga maar naar bed, besloot ze, en ik hoop maar dat ik morgen al die nonsens vergeten ben. In een oud huis als dit, met al die duistere hoeken, ziet het er waarachtig soms spookachtig uit. Toch bleef Beatrice nog eenigen tijd be sluiteloos voor den haard staan. De deur had zq nog niet gesloten en plotseling kreeg ze het idee om nog even naar den hond te gaan zien, of deze op zijn gewone plaats lag. Dit waaksche dier was alleen net zooveel waard als een half dozijn wachters. Toen ze aanstalten maakte om te gaan, merkte ze opeens dat de atmosfeer in de kamer zich scheen te vullen met een prikkelend parfum zooals zij nog nooit geroken had. Misschien een van haar nieuwe bloemen. Ze besloot dit even te onderzoeken, deed eenige passen in den duisteren gang en bleef toen aarzelend staan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 3