Erdal doet schoenen langer meegaan Om een tweeden predikant in de Wieringermeer Helder's nood bracht Callantsoog brood „Modernen offeren te weinig" De historische ontwikkeling van Westfriesland Een nieuwe bron van motorbrandstof Fabrieksarbeiders trouw aan bun bood Vrijdag 9 Augustus 1940 Tweede blad KERKELIJKE GEMEENTE EEN KIND DAT IN ZIJN EIGEN BELANG MET GELD MOET LEEREN OMGAAN Hoofdelijke omslag een juri disch probleem. Zooals wij dezer dagen uitvoerig hebben gemeld, heeft de Synode der Ned. Hervormde Kerk, voor dit jaar afwijzend beschikt over het verzoek van den kerkeraad van Slootdorp en de Evangelisatievereeniging te Wieringermeer, gelden te voteeren voor een tweede predikantsplaats. In het desbetreffende rapport ter Synode uitgebracht door ds. G. Oort- huys, trok de volgende passage on ze aandacht: „De Synode heeft den indruk, dat een deel der gemeente ongetwijfeld in staat zal blijken tot méér bijdragen voor de kerk, indien de zaak van den hoofdehjken om slag forscher wordt aangepakt". Dat was één der motieven waarop Dor drecht een hoogere bijdrage afwees en het js een merkwaardig motief. De hoofdelijke omslag, d.i. de verplichte kerkelijke belas ting, met bijbehoorende waarschuwingen, aanmaningen, dwangbevelen, deurwaar- dersexploit, heeft niet zonder slag of stoot zijn intrede gedaan in de godsdienstige ge meenschap. Ér is héél wat strijd gestreden en héél wat leed geleden vóór en aleer het vrijwillige offer het veld ruimde voor de verplichte bijdrage, welke al de schrikke lijkheden van den burgerlijken fiscus in zich droegEn nu deze voorzichtig en toch met gezag gestelde waarschuwing aan het adres der Hervormde Wieringermeer- ders.... Wij vonden in een en ander voldoende aanleiding een vooraanstaand man in het Kerkelijk leven van de Wieringerwaard te vragen, hoever deze Synodale vermaning strekt. Tijdens het gesprek bleek ons, dat de aangelegenheid degelijk een theologischen kant had. „W apens tilst and". Tot een goed begrip van zaken willen we in het kort even nagaan hoe het met het Hervormde leven in de Wieringermeer staat. De Ned. Herv. Gemeente heeft één mo dernen predikant, terwijl de Evangelisatie vereeniging, dies de orthodoxen slechts over een hulpprediker beschikten. Er zijn onge veer evenveel vrijzinnigen als orthodoxen in den polder, waarbij eerstgenoemden een kleine meerderheid bezitten. De Evangeli satievereeniging moet, indien zij van het officieele kerkgeouw gebruik wil maken, hetgeen bij Doop en H. Avondmaal ge schiedt, kerkhuur betalen: zij is dus niet „thuis" in de „moederkerk". Niettemin is d« verhouding tusschen beide geroepen zeer schappelijk. Nu is er den laatsten tijd een" geheel nieuwe toestand ingetreden. De rechtzinni- gen spraken nl. den wensch uit tot het be roepen van een tweede predikant van hun richting. Na lang over en weer praten kwam kortgeleden met de vrijzin nige gemeente een overeenkomst tot stand, waarbij de Evangelie vereen. een eigen leeraar beloofd werd, mits de orthodoxen zich van kerkelijken strijd zouden onthouden tot het jaar 1951 (op welken datum de tienjaarlijksche stemming plaats heeft, welke beslist of de nieuwe predikanten en ouderlingen door den kerkeraad of door de ge meente via een kiescollege nl. beroepen zullen worden). Daar tegenover zouden in den kerkeraad een paar leden (een minderheid) der rechtzinnig geloovigen worden opgenomen alsook een dergelijk lid in het college van kerkvoogden. Een soort wapenstilstand dus. Het besluit tot het aanstellen van een tweeden predi kant moet nu nog de goedkeuring ontvan gen van het classicaal bestuur. Dit laatste ging wel accoord. doch wensch te, teneinde zich zekerheid te verschaffen over het trac- tement, een betere financieele basis. In verband met deze wenk richtten de kerk besturen in het Nieuwe Land zich tot de Synode met een tweeledig verzoek: le. Ook voor een tweeden predikant een vaste toe lage uit de Synodale fondsen; 2e. De hulp der Synode tot het verkrijgen van een Rijkstractement, teneinde tot een goeden financieelen ondergrond te geraken. Collecte peilschaal der kerke lijke belangstelling. Het antwoord der Synode is in groote bekken, den lezer bekend. Het hoogste instituut der kerke lijke hiërarchie heeft den kerkeraad van Wieringermeer doen weten: „Uw financieele toestand is veel beter dan uw begrooting 1940 zou doen vermoeden". Thans kómen we op ons interview terug. Onze zegsman, het officieele rapport on derstrepend, wijst er op, dat de Synode de Wieringermeer wel wil steunen, indien de begrooting van het volgend jaar dit zou toelaten. „Maar mien moet ook zelf naar behooren bijdragen, dan komt het in orde. De ker kelijke belangstelling is nul. „Slaat dat zoowel op de „rechtsche" als op de „linksche" kerkgangers? Het eigenaardige verschijnsel doet zich in de Wieringermeer voor, dat de recht- zinnigen aan collecten, vrijwillige bijdra gen, enz. wel tienmaal zooveel opbrengen als de vrijzinnigen! Trekt U dus zelf Uw conclusies! En dat, terwijl alle rijke pach ters in den Polder modern zijn en de meer eenvoudige boeren tot de orthodoxe groep behooren. De modernen willen wel hun eigen dominee behouden, maar ze hebben er niet zóóveel voor over!" De collecte bij de Orthodoxen brengt 2000.op, de collecte bij de Vrijzinnigen nog geen 200. Kerkelijke fiscus een juridisch pro bleem. „Bestaat, er ook een verschil tusschen beide richtingen, wat het betalen van den hoofdelijken omslag betreft?" „Hiervan is niets te zeggen, slechts brengt de hoofdelijke omslag in het algemeen niet dat op, wat hij kan opleveren". „Doch de kerk heeft nu toch een dwang middel om de nalatigen tot betalen aan te sporen?" luidt onze vraag. Dit is nu juist de moeilijkheid; in de practijk komt er van dit dwangmiddel niet zóóveel terecht. Ons is bekend, dat in de hoofdstad al heel wat kerkelijke processen zijn gevoerd, de laatste uitspraak viel in het nadeel van den kerkeraad uit. Onze zegsman was van meening, dat in derdaad de Kerkvoogdij wel wat straffer kan optreden, want het, moest toch niet voorkomen, dat goedgesitueerde pachters, die lid van de Ned. Herv. Kerk zijn, eenvou dig niet worden aangeslagen. Bij de Ortho doxe groep is de administratie punctueel, hoe die bij de Vrijzinnigen was, wist onze interviewgever natuurlijk niet. „Gelooft U, dat daaruit de financieele zwakte van de Hervormde Kerk in de Wie ringermeer is te verklaren?" zoo vragen wij. „Ik acht het inderdaad mogelijk, dat de verklaring schuilt in het feit, dat de or thodoxen èn kerkelijk èn financieel een grootere belangstelling toonen." Een eigenaardige situatie. Men kan uit het bovenstaande besluiten, dat er héél wat problemen vastzitten aan het beroepen van een tweeden predikant, Ons houdende aan de feiten, komt het er op neer. dat een meerdere offervaardigheid van de modernen den kansel voor een conservatieven dienaar des Woord© moet openstellen! Dit is iets wat zich niet laat dwingen, het geldelijke offer komt immers voort uit een geestelijke belangstel ling voor de zaak, die het offer waard moet worden geacht. De orthodoxen hebben de concessie gedaan, gedurende tien jaar den kerkelijken strijd te staken; de modernen beloofden hun best te doen voor een leeraar van den ouden stempel. Theoretisch staan beide partijen dus zeer loyaal tegenover elkaar, doch practisch is er wel een eigen aardige situatie ontstaan. Onze zegsman wees in dit verband nog op het feit. dat de Orthodoxe kerkvoogd nog steeds niet benoemd was, ofschoon men dat wederzijds in Mei reeds was overeengeko men. Waarom de Vrijzinnigen zoo talmen is den Orthodoxen niet duidelijk. Wanneer de tweede predikant benoemd zou zijn,0 worden de Vrijzinnigen er finantieel niet slechter van, want de totaalopbrengst der collecte komt dan ook hun ten goede. Onze zegsman had den indruk, dat de Synode nog eeuigszins Wieringermeer als een kind beschouwt, een kind, dat zelf met geld moet leeren omgaan in het belang van zijn ontwikkeling tot zelfstandig mensch. Als het gegeven subsidie naar het oordeel van de Synode werkelijk goed en ook economisch was besteed, zouden de be zwaren vermoedelijk niet zoo overwegend zijn geweest. Nu is de toestand -voor de Orthodoxe groep waarlijk niet bijzonder prettig. Een situatie, welke nog een belangrijke wijzi ging kan ondergaan door de wijze waarop zich de bevolkingstoename in de Wieringer meer voltrekken zal. De godsdienstige groepeering van de nieuwe pachters zal immers de figuur van de Hervormde ge meente, welke nu nog niet bepaald is, een beslissende lijn geven. De tijd zal ook in deze echt-Noordhol- landsehe aangelegenheid de beste leermees ter blijken! Rede van den heer U. G. Dorhout tijdens den West-Friezendag te Hoorn, DE STEDEN LUTJEBROEK, TEXEL EN EN WIERINGEN. Spreker, die juist als Fries veel gevoelt voor deze landouwe, die eens een deel heeft uitgemaakt van het aloude „Heitel&n", deelt mede tal van gegevens te hebben ontleend aan het werk van dr. M. de Jong Hzn, ge titeld „West-Fryslan". Hij begint met de eigenschappen aan te geven, waarop een stam is gebaseerd. Het is het eigenaardige „volksche", het zijn de my thologische en historische voorstellingen, de eigen aard, zeden en gewoonten, maar niet in het minst de taal. Ook hier heeft eens het oude Friesche in zijn zuivere vor men geklonken. In den langen strijd tegen de Holland- sclie graven, waarbij West-Friesland, vrij zeker zonder de hulp van de Oostelijke Friesen, alleen de slagen moest opvangen, heeft het zijn zelfstandigheid verloren, waarbij ten slotte ook de taal verloren is gegaan. Voor deze laatste kwam het Hol- landsche in de plaats. Spreker neemt dan als uitgangspunt het jaar 1288, toen West- Friesland door Floris V werd onderworpen. Bij hun komst hier vonden de Hollan ders de West-Friesche omringdijk, die thans nog aanwezig is, doch die reeds lang voor dien bestond Ze was le gelijker tijd de staatkundige begrenzing en de natuur lijke beschermer. Deze omwalling zelf mag gelden als een beeld van de gemeenschaps zin en de stoere volharding van de bewo ners. In deze aloude landouwe heerschten geen graven en hovelingen, hoorigen en lijf eigenen hoorde men er niet. Steden beston den evenmin, slechts eenvoudige dorpen van boeren en visschers. In tegenstelling met Ooster-Friesland heeft men hier oudtijds geen terpen gekend, vermoedelijk wel „werven", zooals die op Marken. Na de geweldige watervloed uit de 9e eeuw, werd de strijd tegen het water zeer zwaar. In dit verband wijst spr. op de be- teekenis van de oude binnendijken, deels voormalige binnendijken en de zoogenaam de „indijken" als de Zwaagdijk, de Spier dijk, de Bobeldijk en de Lagedijk. Uit den ouden aijd stamt ook de verdee ling van West-Friesland in vier, op zich zelf staande „kriten", welke in 1288 den naam van ambachten ontvingen: Drechter- land, Hooghoutswoud, 't Niedorp en Geest- in er ambacht. Deze „kriten" worden gescheiden door wateren of dijken, nl. de Leek, de Wijzend en de Groene dijk. Het oorspronkelijke stuk met de vier ze gels van de Ambachten wordt heden ten dage nog bewaard in het Rijksarchief te den Haag. Wanneer dr NL de Jong zich echter afvraagt of de lange strijd der West- Friezen tevergeefs is geweest, luid sprekers oordeel ontkennend. De Hollandsche graven hadden de West- friesche geest en volkswoorden leeren ken nen en waardeeren en hebben deze steeds ontzien, veel meer dan bij de Kennemers. Ongetwijfeld heeft het centraliseerende bestuur later belangrijke vruchten afge worpen. In 1355 en '56 ontvingen Enkhuizen en Hoorn stadsrechten. Met Medemblik, de oudste, werden ze de groote steden ge noemd. 't Oude gewest werd hierdoor in het wereldverband ingeschakeld; vooral dé handel kon tot ontwikkeling komen. Hoorn werd dan ook reeds spoedig een plaats van beteekenis. Spr. behandelt dan de verdere organisatie in West-Friesland waarbij in 1364 en 1402 Grootebroek. Bovenkarspel, Lutjebroek Hoogkarspel tot stad werden verheven. In 1413 werd het geheele platteland van Drechterland en Hooghoutswoud in steden ingedeeld; twee jaar later had hetzelfde plaats in het Geestmer en Niedorper Am bacht; ook Texel en Wieringen werden ste den. Bij de centralisatie werden belangrijke rechten toegekend, welke de ontwikkeling van het gewest ten goede kwamen. Aan het slot van zijn voordracht behan delt spr. nog in 't kort de beteekenis van West-Friesland tijdens den 80-jarigen oor log. Spr. beëindigt zijn historische beschou wing over het West-Friesche land, dat zelfs heden ten dage in zijn cultuur, zijn oude zeden en gewoonten, zijn volksaard en zijn taal nog zooveel herinneringen aan den ouden Frieschen stam heeft bewaard met een krachtige opwekking het streven der vereeniging, waarvoor hij heeft mogen spreken, krachtig te steunen. DE KLAP VAN 't KAPOTTE SEI- ZOEN KWAM NIET ZOO HARD NEER ALS GEVREESD WERD. Een schoone toekomstdroom... een groote weg naar het Kanaal in verbinding met Friesland. Aan het lijntje hangt op dezen Dins dag een helder Heldersch waschje. Het wit, het rose en het zalm wap pert vroolijk en de dame, die al dat schoons etaleert zingt er een lustig liedeke bij, voor de deur van 't zomer huisje, waar ze geadeld door den ar beid van zooeven een korte poos in rust staat te roesten. Echt roesten, want degene die ze het bruin ste bakt, de Zon, is er in drie weken al in- geslaagd telkens in zoo'n kwartiertje tus schen twee taken, 't bleeke huismoedertje bij te kleuren, al maar een tintje donkerder en nu is 't zoowat roest Straks zal 't koffie zijn. Met de kinderen ging 't gauwer. Daar zijn er bij, die geen papje meer hoe ven te maken van een schrapseltje van een gegapte baksteen, om zich tot Snelvoet, 't hoofd der Sioux Indianen te maken, ze hou den 't midden tusschen een roodhuid en een Congoneger. De Callantsooger Zee, de Callantsooger zon, het Callantsooger zand heeft den Helder sch en gasten deugd gedaan! Zevenhonderd zijn er, en dat is voor Cal lantsoog héél aardig, vindt burgemeester Re- horst. En 't mooiste is, dat er maar een paar me- nagegeld krijgen, de rest is in staat zelf z'n onkosten te betalen. Dus... Met welgevallen monstert Callants- oogs burgervader een plaatselijken kruidenier, die op z'n wél geladen bakfiets langs de ramen van 't raad huis balanceert. Lied zonder woorden... En hervat dan: Dus, de neringdoenden hebben toch nog wat, zevenhonderd monden meer op duizend inwoners is niet weg te cij BURGEMEESTER REHORST. feren, al kunnen ze niet raak doen door de rantsoeneering. De verstandhouding? Opperbest, de Callantsoogers zijn gewend met vreemde menschen om te springen, en bovendien 't is hier geen vreemdelingenexploitatie ,,'t Seizoen" bleef altijd nog min of meer bijzaak, dus naast nemen wat ons toekomt, geven we ook... Nee, al met al mogen we tevreden zijn tot dusverre. U weet wel van de raadsvergade ringen, hoe we 't inzagen... Inderdaad, dat weten we. ïn den afgeloopen winter reeds, zaten de ze ven Edelachtbaren in arrenmoede bij elkaar en tegen 't uur, dat veldwach ter Koelemey en z'n theeblad in blau- wigè verten verschimden, na een paar uur vergaderen dus, als de rook in de raadszaal te snijden was, was 't nog 't zelfde thema: néé-dat-wordt niks. De raadsleden wisten er niets op te vinden en de burgemeester ook niet. Pensiongasten-van-den-builen zijn niet ge komen, bijna niet althans, dat hadden de ALCOHOL GESTOOKT UIT „SORGO" OF KAFFERGIERST. Een gewas, dat ook een toekomst heeft voor de voedselvoorziening. (Van onzen V.P.B.-correspondent) In Italië koestert men groote verwachtin gen van een nieuw soort alcohol gestookt uit wat de Italianen „sorgo" noemen (kaf- fergierst of doerra), waarin men een ernsti ge corcurrent ziet van de benzine. Deskundi gen verklaren, dat deze alcohol uitstekend te gebruiken is voor de moderne motoren met sterke compressie. Dit gewas behoort tot de baardgrassen. De zaadkorrels zijn veel kleiner dan van het gewone koren. Zij zijn rond en glanzend. Het gras kan een hoogte bereiken van ruim 4 meter. Het is inheemsch in Afrika, alsmede in China en Japan. Voor de bewoners van de droge zone in Afrika vormt het 't voor naamste voedsel van de massa. Ook-in Europa werd het langen tijd als volksvoedsel gebruikt; doch in de laatste eeuwen is het langzamerhand in onbruik geraakt. Toch is het uit de korrels bereide meel even rijk aan eiwitstoffen als het graan en daarenboven zeer rijk aan vet. In Afrika en ook in Roemenië wordt er een soort bier uit gebrouwen. In Italië wordt de aanplant sterk beoefend. In Italië is men den laatsten tijd bijzon dere aandacht gaan besteden aan dit nutti ge gewas. Op aansporing van den Duce heeft men talrijke proeven genomen met den aan bouw. vooral in de Pontijnsche kolonie Litto ria, in Terracina aan het uiteinde van de Pontijnsche vlakte, alsmede in de omstre ken van Rome. Hier bevinden zich de in grootschen stijl aangelegde model-boerderijen van „Macca- rese", tusschen Rome en de zee gelegen. De- ze jeggen zich speciaal op de teelt, van „sor go" toe; zij verzenden ook het zaad naar alle deelen van Italië. In de Romagna vindt men rondom de stad Forli en ook bij Havan na dereeliike aanplantingen. Het heeft er dus allen schijn van, dat de „sorgo" niet alleen als motorbrandstof, doch ook in de voedselvoorziening van Italië ge roepen zal zijn, een belangrijke rol te spe len. vroede vaderen goed bekeken. Maar op venhonderd Helderschen hadden ze toch niet gerekend. Natuurlijk, men had ze liever onder an dere omstandigheden gehad. Maar nu de Hel dersche nood voor een deel het Callantsooger brood is geworden, maakt men er het beste van. En... men hoopt dat straks in de Helder- sche harten, naast Nieuwcdiep en Huisdui nen een klein plaatsje voor Callantsoog zal over blijven. Als wij voorzitter van de V.V.V. te Callantsoog waren, zouden we als de tijd daar is, zoo om en nabij paal 13 een bord zetten met: Den HelderCallantsoog.. Zóó gauw en zóó goed! Langs den nieuwen weg: Door polder Koegras. XXX Callantsoog is het waard veel bezocht te worden. Naast Huisduinen, dat toch eigenlijk meer op Den Helder zelf is aangewezen, is het de badplaats voor Noordholland Noord, en het zou het zelfs voor een deel van Friesland kunnen zijn, als... de toegangsweg iets meer óp snelverkeer berekend was. Een schoone droom, zegt burgemeester Re- horst, maar... een dure droom, want als er éen weg komt rechtstreeks van de Stolpe- vlotbrug af, gaan we dwars door 't land. Niettemin zou de gemeente, met haar be scheiden middelen natuurlijk graag meewer ken. Burgemeester Rehorst heeft gelijk. Op de kaart is het makkelijk! Er loopt een groote weg langs het Noord hol landsch Kanaal, een groote weg van de Stolpervlotbrug naar Kolhorn en de Wieringermeer, in het rijks wegenplan is opgenomen een groote weg van Stolpervlotbrug via Oudesluis door An na Paulowna naar den Afsluitdijk, dus naar Friesland. Al die wegen komen aanlokkelijk dicht bij en langs Callantsoog. Als het eens kon Café de Haan als Grand Hotel en café de Waal als Badpaviljoen... Meneer Piet Vos, de voorzitter van V. V. V. in rok om de Friesche landadel te ontvan gen en meneer Brussaerd de secretaris in smoking om den geëerd en bezoeker knip- buigend mede te deelen, dat helaas alles en alles stampvol is, maar dat misschien vól gend iaar... F.r zijn gekkere dingen gebeurd. Wij geven Callantsoog in den komenden tijd zoo'n slechte, kans nog niet, als... het die waarneemt, wanneer de gelegenheid er is. Maar... daarvoor zijn burgemeester Re- horst en Vos en Brussaerd en al die andere voorman Duinkanters pienter genoeg. Geloof dat! Werkzaamheden worden voort gezet. De vereenigingsraad van de Nederland- sche vereeniging van fabrieksarbeiders- (sters) is in „Krasnapolsky" te Amsterdam bijeengekomen. Door den voorzitter, den heer K. de Jonge werd de nieuwe toestand in de moderne vakbeweging uiteengezet. De heer De Jonge gaf daarbij een over zicht van de gang van zaken en verdedigde het gevoerde beleid. Hoewel de leiding van het N.V.V. is ver vangen, zijn de besturen der aangesloten organisaties nog volkomen intact en wor den de werkzaamheden op de gewone wij ze voortgezet. Vervolgens diende de voorzitter, namens het Hoofdbestuur, een re solutie in, waarbij het gevoerde be leid goed werd gekeurd en besloten werd de gevolgde gedragslijn, daar bij ten volle rekening houdende met de gewijzigde omstandigheden, ook in de toekomst verder te vol gen en onverzwakt de sociaal-eco nomische belangen der fabrieks arbeiders te blijven behartigen. De leden werden aangespoord, de ver eeniging trouw te blijven en met alle kracht te ijveren aan haar uitbreding en inner lijke versterking. Over de inleiding en de resolutie werd een levendige gedachtenwisseling gevoerd, waarna de resolutie bijna eenstemmig werd aangenomen. BLOEMBOLLENVEILING VEREENIGING „WEST-FRIESLAND" TE BOVENKARSPEL De catalogus van de eerste veiling be stond uit 440 partijen vroege en late tulpen en eenige partijen crocus. De belangstelling van kooperszijde liet nog veel te wenschen over. De exporteus hebben hun toewijzing voor uitvoer nog niet ontvangen, waardoor de kooplust nog gering was te noemen. Zoodra een en ander geregeld is, zal de kooplust ongetwijfeld komen, waardoor het stellig beter is dat de kweekers hun hallen, zoo mogelijk nog eenigen tijd thuis houden, tot dat het met de export vóór elkaar is. Wat verkocht werd ging tegen minimum prijzen weg, doch dit kan over een maand immers ook nog. Besteed werd voor Couleur cardinal 11-12 160; Duc de ber- lin 11-12 160; Electra 12 op 190; 11-12 160; Gen de Wet 12 op 190; Ibis 11-12 160; Mr. van der Hoef 11-12 160; Mon tresor 12 op 190; 11-12 160; Marechal Nlel 12 op 190; 11-12 160 Oranje Nassau 12 op 190; 11-12 160; Pros- perity 11-12 160; Progressieson 12 op 190; Vermillon Brillant 11-12 160; 10-11 120; Vuur haak 12 op 190; 11-12 160; Brillant star 12 op 190; 11-12 160; Late tulpen- Bartigon 12 op 160; Corni- foruOs 12 bp 160; Crocus: Mont Blanc 8-9 9; 7-8 6; Paars 9 op 18; 8-9 10; 7-8 7. Alles in centen per 100 stuks.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 5