Erdal doet schoenen langer meegaan
Om een tweeden predikant in de
Wieringermeer
Helder's nood bracht
Callantsoog brood
„Modernen offeren
te weinig"
De historische ontwikkeling
van Westfriesland
Een nieuwe bron van
motorbrandstof
Fabrieksarbeiders trouw
aan bun bood
Vrijdag 9 Augustus 1940
Tweede blad
KERKELIJKE GEMEENTE EEN KIND DAT
IN ZIJN EIGEN BELANG MET GELD
MOET LEEREN OMGAAN
Hoofdelijke omslag een juri
disch probleem.
Zooals wij dezer dagen uitvoerig
hebben gemeld, heeft de Synode der
Ned. Hervormde Kerk, voor dit jaar
afwijzend beschikt over het verzoek
van den kerkeraad van Slootdorp
en de Evangelisatievereeniging te
Wieringermeer, gelden te voteeren
voor een tweede predikantsplaats.
In het desbetreffende rapport ter
Synode uitgebracht door ds. G. Oort-
huys, trok de volgende passage on
ze aandacht: „De Synode heeft den
indruk, dat een deel der gemeente
ongetwijfeld in staat zal blijken tot
méér bijdragen voor de kerk, indien
de zaak van den hoofdehjken om
slag forscher wordt aangepakt".
Dat was één der motieven waarop Dor
drecht een hoogere bijdrage afwees en het
js een merkwaardig motief. De hoofdelijke
omslag, d.i. de verplichte kerkelijke belas
ting, met bijbehoorende waarschuwingen,
aanmaningen, dwangbevelen, deurwaar-
dersexploit, heeft niet zonder slag of stoot
zijn intrede gedaan in de godsdienstige ge
meenschap. Ér is héél wat strijd gestreden
en héél wat leed geleden vóór en aleer het
vrijwillige offer het veld ruimde voor de
verplichte bijdrage, welke al de schrikke
lijkheden van den burgerlijken fiscus in
zich droegEn nu deze voorzichtig en
toch met gezag gestelde waarschuwing aan
het adres der Hervormde Wieringermeer-
ders....
Wij vonden in een en ander voldoende
aanleiding een vooraanstaand man in het
Kerkelijk leven van de Wieringerwaard te
vragen, hoever deze Synodale vermaning
strekt.
Tijdens het gesprek bleek ons, dat de
aangelegenheid degelijk een theologischen
kant had.
„W apens tilst and".
Tot een goed begrip van zaken willen we
in het kort even nagaan hoe het met het
Hervormde leven in de Wieringermeer
staat.
De Ned. Herv. Gemeente heeft één mo
dernen predikant, terwijl de Evangelisatie
vereeniging, dies de orthodoxen slechts over
een hulpprediker beschikten. Er zijn onge
veer evenveel vrijzinnigen als orthodoxen in
den polder, waarbij eerstgenoemden een
kleine meerderheid bezitten. De Evangeli
satievereeniging moet, indien zij van het
officieele kerkgeouw gebruik wil maken,
hetgeen bij Doop en H. Avondmaal ge
schiedt, kerkhuur betalen: zij is dus niet
„thuis" in de „moederkerk". Niettemin is
d« verhouding tusschen beide geroepen zeer
schappelijk.
Nu is er den laatsten tijd een" geheel
nieuwe toestand ingetreden. De rechtzinni-
gen spraken nl. den wensch uit tot het be
roepen van een tweede predikant van hun
richting.
Na lang over en weer praten
kwam kortgeleden met de vrijzin
nige gemeente een overeenkomst
tot stand, waarbij de Evangelie
vereen. een eigen leeraar beloofd
werd, mits de orthodoxen zich van
kerkelijken strijd zouden onthouden
tot het jaar 1951 (op welken datum
de tienjaarlijksche stemming
plaats heeft, welke beslist of de
nieuwe predikanten en ouderlingen
door den kerkeraad of door de ge
meente via een kiescollege nl.
beroepen zullen worden). Daar
tegenover zouden in den kerkeraad
een paar leden (een minderheid)
der rechtzinnig geloovigen worden
opgenomen alsook een dergelijk lid
in het college van kerkvoogden.
Een soort wapenstilstand dus. Het besluit
tot het aanstellen van een tweeden predi
kant moet nu nog de goedkeuring ontvan
gen van het classicaal bestuur. Dit laatste
ging wel accoord. doch wensch te, teneinde
zich zekerheid te verschaffen over het trac-
tement, een betere financieele basis. In
verband met deze wenk richtten de kerk
besturen in het Nieuwe Land zich tot de
Synode met een tweeledig verzoek: le. Ook
voor een tweeden predikant een vaste toe
lage uit de Synodale fondsen; 2e. De hulp
der Synode tot het verkrijgen van een
Rijkstractement, teneinde tot een goeden
financieelen ondergrond te geraken.
Collecte peilschaal der kerke
lijke belangstelling.
Het antwoord der Synode is in groote
bekken, den lezer bekend.
Het hoogste instituut der kerke
lijke hiërarchie heeft den kerkeraad
van Wieringermeer doen weten:
„Uw financieele toestand is veel
beter dan uw begrooting 1940 zou
doen vermoeden".
Thans kómen we op ons interview terug.
Onze zegsman, het officieele rapport on
derstrepend, wijst er op, dat de Synode de
Wieringermeer wel wil steunen, indien de
begrooting van het volgend jaar dit zou
toelaten.
„Maar mien moet ook zelf naar behooren
bijdragen, dan komt het in orde. De ker
kelijke belangstelling is nul.
„Slaat dat zoowel op de „rechtsche" als
op de „linksche" kerkgangers?
Het eigenaardige verschijnsel doet zich
in de Wieringermeer voor, dat de recht-
zinnigen aan collecten, vrijwillige bijdra
gen, enz. wel tienmaal zooveel opbrengen
als de vrijzinnigen! Trekt U dus zelf Uw
conclusies! En dat, terwijl alle rijke pach
ters in den Polder modern zijn en de meer
eenvoudige boeren tot de orthodoxe groep
behooren. De modernen willen wel hun
eigen dominee behouden, maar ze hebben
er niet zóóveel voor over!"
De collecte bij de Orthodoxen brengt
2000.op, de collecte bij de Vrijzinnigen
nog geen 200.
Kerkelijke fiscus een juridisch pro
bleem.
„Bestaat, er ook een verschil tusschen
beide richtingen, wat het betalen van den
hoofdelijken omslag betreft?"
„Hiervan is niets te zeggen, slechts brengt
de hoofdelijke omslag in het algemeen
niet dat op, wat hij kan opleveren".
„Doch de kerk heeft nu toch een dwang
middel om de nalatigen tot betalen aan te
sporen?" luidt onze vraag.
Dit is nu juist de moeilijkheid;
in de practijk komt er van dit
dwangmiddel niet zóóveel terecht.
Ons is bekend, dat in de hoofdstad al heel
wat kerkelijke processen zijn gevoerd, de
laatste uitspraak viel in het nadeel van den
kerkeraad uit.
Onze zegsman was van meening, dat in
derdaad de Kerkvoogdij wel wat straffer
kan optreden, want het, moest toch niet
voorkomen, dat goedgesitueerde pachters,
die lid van de Ned. Herv. Kerk zijn, eenvou
dig niet worden aangeslagen. Bij de Ortho
doxe groep is de administratie punctueel,
hoe die bij de Vrijzinnigen was, wist onze
interviewgever natuurlijk niet.
„Gelooft U, dat daaruit de financieele
zwakte van de Hervormde Kerk in de Wie
ringermeer is te verklaren?" zoo vragen
wij.
„Ik acht het inderdaad mogelijk, dat de
verklaring schuilt in het feit, dat de or
thodoxen èn kerkelijk èn financieel een
grootere belangstelling toonen."
Een eigenaardige situatie.
Men kan uit het bovenstaande besluiten,
dat er héél wat problemen vastzitten aan
het beroepen van een tweeden predikant,
Ons houdende aan de feiten, komt het er op
neer. dat een meerdere offervaardigheid
van de modernen den kansel voor een
conservatieven dienaar des Woord©
moet openstellen! Dit is iets wat zich niet
laat dwingen, het geldelijke offer komt
immers voort uit een geestelijke belangstel
ling voor de zaak, die het offer waard moet
worden geacht. De orthodoxen hebben de
concessie gedaan, gedurende tien jaar den
kerkelijken strijd te staken; de modernen
beloofden hun best te doen voor een leeraar
van den ouden stempel. Theoretisch staan
beide partijen dus zeer loyaal tegenover
elkaar, doch practisch is er wel een eigen
aardige situatie ontstaan.
Onze zegsman wees in dit verband nog op
het feit. dat de Orthodoxe kerkvoogd nog
steeds niet benoemd was, ofschoon men dat
wederzijds in Mei reeds was overeengeko
men.
Waarom de Vrijzinnigen zoo talmen is
den Orthodoxen niet duidelijk. Wanneer
de tweede predikant benoemd zou zijn,0
worden de Vrijzinnigen er finantieel niet
slechter van, want de totaalopbrengst der
collecte komt dan ook hun ten goede.
Onze zegsman had den indruk, dat de
Synode nog eeuigszins Wieringermeer als
een kind beschouwt, een kind, dat zelf met
geld moet leeren omgaan in het belang
van zijn ontwikkeling tot zelfstandig
mensch. Als het gegeven subsidie naar het
oordeel van de Synode werkelijk goed en
ook economisch was besteed, zouden de be
zwaren vermoedelijk niet zoo overwegend
zijn geweest.
Nu is de toestand -voor de Orthodoxe
groep waarlijk niet bijzonder prettig. Een
situatie, welke nog een belangrijke wijzi
ging kan ondergaan door de wijze waarop
zich de bevolkingstoename in de Wieringer
meer voltrekken zal. De godsdienstige
groepeering van de nieuwe pachters zal
immers de figuur van de Hervormde ge
meente, welke nu nog niet bepaald is, een
beslissende lijn geven.
De tijd zal ook in deze echt-Noordhol-
landsehe aangelegenheid de beste leermees
ter blijken!
Rede van den heer U. G. Dorhout
tijdens den West-Friezendag te
Hoorn,
DE STEDEN LUTJEBROEK, TEXEL EN
EN WIERINGEN.
Spreker, die juist als Fries veel gevoelt
voor deze landouwe, die eens een deel heeft
uitgemaakt van het aloude „Heitel&n", deelt
mede tal van gegevens te hebben ontleend
aan het werk van dr. M. de Jong Hzn, ge
titeld „West-Fryslan".
Hij begint met de eigenschappen aan te
geven, waarop een stam is gebaseerd. Het is
het eigenaardige „volksche", het zijn de my
thologische en historische voorstellingen,
de eigen aard, zeden en gewoonten, maar
niet in het minst de taal. Ook hier heeft
eens het oude Friesche in zijn zuivere vor
men geklonken.
In den langen strijd tegen de Holland-
sclie graven, waarbij West-Friesland, vrij
zeker zonder de hulp van de Oostelijke
Friesen, alleen de slagen moest opvangen,
heeft het zijn zelfstandigheid verloren,
waarbij ten slotte ook de taal verloren is
gegaan. Voor deze laatste kwam het Hol-
landsche in de plaats. Spreker neemt dan
als uitgangspunt het jaar 1288, toen West-
Friesland door Floris V werd onderworpen.
Bij hun komst hier vonden de Hollan
ders de West-Friesche omringdijk, die
thans nog aanwezig is, doch die reeds lang
voor dien bestond Ze was le gelijker tijd
de staatkundige begrenzing en de natuur
lijke beschermer. Deze omwalling zelf mag
gelden als een beeld van de gemeenschaps
zin en de stoere volharding van de bewo
ners. In deze aloude landouwe heerschten
geen graven en hovelingen, hoorigen en lijf
eigenen hoorde men er niet. Steden beston
den evenmin, slechts eenvoudige dorpen
van boeren en visschers.
In tegenstelling met Ooster-Friesland
heeft men hier oudtijds geen terpen gekend,
vermoedelijk wel „werven", zooals die op
Marken.
Na de geweldige watervloed uit de 9e
eeuw, werd de strijd tegen het water zeer
zwaar. In dit verband wijst spr. op de be-
teekenis van de oude binnendijken, deels
voormalige binnendijken en de zoogenaam
de „indijken" als de Zwaagdijk, de Spier
dijk, de Bobeldijk en de Lagedijk.
Uit den ouden aijd stamt ook de verdee
ling van West-Friesland in vier, op zich
zelf staande „kriten", welke in 1288 den
naam van ambachten ontvingen: Drechter-
land, Hooghoutswoud, 't Niedorp en Geest-
in er ambacht.
Deze „kriten" worden gescheiden door
wateren of dijken, nl. de Leek, de Wijzend
en de Groene dijk.
Het oorspronkelijke stuk met de vier ze
gels van de Ambachten wordt heden ten
dage nog bewaard in het Rijksarchief te
den Haag. Wanneer dr NL de Jong zich
echter afvraagt of de lange strijd der West-
Friezen tevergeefs is geweest, luid sprekers
oordeel ontkennend.
De Hollandsche graven hadden de West-
friesche geest en volkswoorden leeren ken
nen en waardeeren en hebben deze steeds
ontzien, veel meer dan bij de Kennemers.
Ongetwijfeld heeft het centraliseerende
bestuur later belangrijke vruchten afge
worpen.
In 1355 en '56 ontvingen Enkhuizen en
Hoorn stadsrechten. Met Medemblik, de
oudste, werden ze de groote steden ge
noemd. 't Oude gewest werd hierdoor in
het wereldverband ingeschakeld; vooral dé
handel kon tot ontwikkeling komen. Hoorn
werd dan ook reeds spoedig een plaats van
beteekenis.
Spr. behandelt dan de verdere organisatie
in West-Friesland waarbij in 1364 en 1402
Grootebroek. Bovenkarspel, Lutjebroek
Hoogkarspel tot stad werden verheven.
In 1413 werd het geheele platteland van
Drechterland en Hooghoutswoud in steden
ingedeeld; twee jaar later had hetzelfde
plaats in het Geestmer en Niedorper Am
bacht; ook Texel en Wieringen werden ste
den.
Bij de centralisatie werden belangrijke
rechten toegekend, welke de ontwikkeling
van het gewest ten goede kwamen.
Aan het slot van zijn voordracht behan
delt spr. nog in 't kort de beteekenis van
West-Friesland tijdens den 80-jarigen oor
log.
Spr. beëindigt zijn historische beschou
wing over het West-Friesche land, dat zelfs
heden ten dage in zijn cultuur, zijn oude
zeden en gewoonten, zijn volksaard en zijn
taal nog zooveel herinneringen aan den
ouden Frieschen stam heeft bewaard met
een krachtige opwekking het streven der
vereeniging, waarvoor hij heeft mogen
spreken, krachtig te steunen.
DE KLAP VAN 't KAPOTTE SEI-
ZOEN KWAM NIET ZOO HARD
NEER ALS GEVREESD WERD.
Een schoone toekomstdroom...
een groote weg naar het Kanaal
in verbinding met Friesland.
Aan het lijntje hangt op dezen Dins
dag een helder Heldersch waschje.
Het wit, het rose en het zalm wap
pert vroolijk en de dame, die al dat
schoons etaleert zingt er een lustig
liedeke bij, voor de deur van 't zomer
huisje, waar ze geadeld door den ar
beid van zooeven een korte poos in
rust staat te roesten.
Echt roesten, want degene die ze het bruin
ste bakt, de Zon, is er in drie weken al in-
geslaagd telkens in zoo'n kwartiertje tus
schen twee taken, 't bleeke huismoedertje bij
te kleuren, al maar een tintje donkerder en
nu is 't zoowat roest Straks zal 't koffie zijn.
Met de kinderen ging 't gauwer.
Daar zijn er bij, die geen papje meer hoe
ven te maken van een schrapseltje van een
gegapte baksteen, om zich tot Snelvoet, 't
hoofd der Sioux Indianen te maken, ze hou
den 't midden tusschen een roodhuid en een
Congoneger.
De Callantsooger Zee, de Callantsooger zon,
het Callantsooger zand heeft den Helder
sch en gasten deugd gedaan!
Zevenhonderd zijn er, en dat is voor Cal
lantsoog héél aardig, vindt burgemeester Re-
horst.
En 't mooiste is, dat er maar een paar me-
nagegeld krijgen, de rest is in staat zelf z'n
onkosten te betalen. Dus...
Met welgevallen monstert Callants-
oogs burgervader een plaatselijken
kruidenier, die op z'n wél geladen
bakfiets langs de ramen van 't raad
huis balanceert.
Lied zonder woorden...
En hervat dan: Dus, de neringdoenden
hebben toch nog wat, zevenhonderd monden
meer op duizend inwoners is niet weg te cij
BURGEMEESTER REHORST.
feren, al kunnen ze niet raak doen door de
rantsoeneering. De verstandhouding?
Opperbest, de Callantsoogers zijn gewend
met vreemde menschen om te springen, en
bovendien 't is hier
geen vreemdelingenexploitatie
,,'t Seizoen" bleef altijd nog min of meer
bijzaak, dus naast nemen wat ons toekomt,
geven we ook...
Nee, al met al mogen we tevreden zijn tot
dusverre. U weet wel van de raadsvergade
ringen, hoe we 't inzagen...
Inderdaad, dat weten we. ïn den
afgeloopen winter reeds, zaten de ze
ven Edelachtbaren in arrenmoede bij
elkaar en tegen 't uur, dat veldwach
ter Koelemey en z'n theeblad in blau-
wigè verten verschimden, na een
paar uur vergaderen dus, als de rook
in de raadszaal te snijden was, was
't nog 't zelfde thema: néé-dat-wordt
niks.
De raadsleden wisten er niets op te vinden
en de burgemeester ook niet.
Pensiongasten-van-den-builen zijn niet ge
komen, bijna niet althans, dat hadden de
ALCOHOL GESTOOKT UIT „SORGO" OF
KAFFERGIERST.
Een gewas, dat ook een toekomst
heeft voor de voedselvoorziening.
(Van onzen V.P.B.-correspondent)
In Italië koestert men groote verwachtin
gen van een nieuw soort alcohol gestookt
uit wat de Italianen „sorgo" noemen (kaf-
fergierst of doerra), waarin men een ernsti
ge corcurrent ziet van de benzine. Deskundi
gen verklaren, dat deze alcohol uitstekend te
gebruiken is voor de moderne motoren met
sterke compressie.
Dit gewas behoort tot de baardgrassen. De
zaadkorrels zijn veel kleiner dan van het
gewone koren. Zij zijn rond en glanzend. Het
gras kan een hoogte bereiken van ruim 4
meter. Het is inheemsch in Afrika, alsmede
in China en Japan. Voor de bewoners van
de droge zone in Afrika vormt het 't voor
naamste voedsel van de massa.
Ook-in Europa werd het langen tijd als
volksvoedsel gebruikt; doch in de laatste
eeuwen is het langzamerhand in onbruik
geraakt. Toch is het uit de korrels bereide
meel even rijk aan eiwitstoffen als het graan
en daarenboven zeer rijk aan vet. In Afrika
en ook in Roemenië wordt er een soort
bier uit gebrouwen.
In Italië wordt de aanplant sterk
beoefend.
In Italië is men den laatsten tijd bijzon
dere aandacht gaan besteden aan dit nutti
ge gewas. Op aansporing van den Duce heeft
men talrijke proeven genomen met den aan
bouw. vooral in de Pontijnsche kolonie Litto
ria, in Terracina aan het uiteinde van de
Pontijnsche vlakte, alsmede in de omstre
ken van Rome.
Hier bevinden zich de in grootschen stijl
aangelegde model-boerderijen van „Macca-
rese", tusschen Rome en de zee gelegen. De-
ze jeggen zich speciaal op de teelt, van „sor
go" toe; zij verzenden ook het zaad naar alle
deelen van Italië. In de Romagna vindt
men rondom de stad Forli en ook bij Havan
na dereeliike aanplantingen.
Het heeft er dus allen schijn van, dat de
„sorgo" niet alleen als motorbrandstof, doch
ook in de voedselvoorziening van Italië ge
roepen zal zijn, een belangrijke rol te spe
len.
vroede vaderen goed bekeken. Maar op
venhonderd Helderschen hadden ze toch niet
gerekend.
Natuurlijk, men had ze liever onder an
dere omstandigheden gehad. Maar nu de Hel
dersche nood voor een deel het Callantsooger
brood is geworden, maakt men er het beste
van.
En... men hoopt dat straks in de Helder-
sche harten, naast Nieuwcdiep en Huisdui
nen een klein plaatsje voor Callantsoog zal
over blijven. Als wij voorzitter van de V.V.V.
te Callantsoog waren, zouden we als de tijd
daar is, zoo om en nabij paal 13 een bord
zetten met:
Den HelderCallantsoog..
Zóó gauw en zóó goed!
Langs den nieuwen weg:
Door polder Koegras.
XXX
Callantsoog is het waard veel bezocht te
worden. Naast Huisduinen, dat toch eigenlijk
meer op Den Helder zelf is aangewezen, is
het de badplaats voor Noordholland Noord,
en het zou het zelfs voor een deel van
Friesland kunnen zijn, als... de toegangsweg
iets meer óp snelverkeer berekend was.
Een schoone droom, zegt burgemeester Re-
horst, maar... een dure droom, want als er
éen weg komt rechtstreeks van de Stolpe-
vlotbrug af, gaan we dwars door 't land.
Niettemin zou de gemeente, met haar be
scheiden middelen natuurlijk graag meewer
ken.
Burgemeester Rehorst heeft gelijk. Op de
kaart is het makkelijk! Er loopt een groote
weg langs het Noord hol landsch Kanaal, een
groote weg van de Stolpervlotbrug naar
Kolhorn en de Wieringermeer, in het rijks
wegenplan is opgenomen een groote weg
van Stolpervlotbrug via Oudesluis door An
na Paulowna naar den Afsluitdijk, dus naar
Friesland.
Al die wegen komen aanlokkelijk dicht
bij en langs Callantsoog.
Als het eens kon
Café de Haan als Grand Hotel en café de
Waal als Badpaviljoen...
Meneer Piet Vos, de voorzitter van V. V. V.
in rok om de Friesche landadel te ontvan
gen en meneer Brussaerd de secretaris in
smoking om den geëerd en bezoeker knip-
buigend mede te deelen, dat helaas alles en
alles stampvol is, maar dat misschien vól
gend iaar...
F.r zijn gekkere dingen gebeurd.
Wij geven Callantsoog in den komenden
tijd zoo'n slechte, kans nog niet, als... het die
waarneemt, wanneer de gelegenheid er is.
Maar... daarvoor zijn burgemeester Re-
horst en Vos en Brussaerd en al die andere
voorman Duinkanters pienter genoeg.
Geloof dat!
Werkzaamheden worden voort
gezet.
De vereenigingsraad van de Nederland-
sche vereeniging van fabrieksarbeiders-
(sters) is in „Krasnapolsky" te Amsterdam
bijeengekomen.
Door den voorzitter, den heer K. de Jonge
werd de nieuwe toestand in de moderne
vakbeweging uiteengezet.
De heer De Jonge gaf daarbij een over
zicht van de gang van zaken en verdedigde
het gevoerde beleid.
Hoewel de leiding van het N.V.V. is ver
vangen, zijn de besturen der aangesloten
organisaties nog volkomen intact en wor
den de werkzaamheden op de gewone wij
ze voortgezet.
Vervolgens diende de voorzitter,
namens het Hoofdbestuur, een re
solutie in, waarbij het gevoerde be
leid goed werd gekeurd en besloten
werd de gevolgde gedragslijn, daar
bij ten volle rekening houdende
met de gewijzigde omstandigheden,
ook in de toekomst verder te vol
gen en onverzwakt de sociaal-eco
nomische belangen der fabrieks
arbeiders te blijven behartigen.
De leden werden aangespoord, de ver
eeniging trouw te blijven en met alle kracht
te ijveren aan haar uitbreding en inner
lijke versterking.
Over de inleiding en de resolutie werd
een levendige gedachtenwisseling gevoerd,
waarna de resolutie bijna eenstemmig werd
aangenomen.
BLOEMBOLLENVEILING VEREENIGING
„WEST-FRIESLAND" TE
BOVENKARSPEL
De catalogus van de eerste veiling be
stond uit 440 partijen vroege en late tulpen
en eenige partijen crocus. De belangstelling
van kooperszijde liet nog veel te wenschen
over. De exporteus hebben hun toewijzing
voor uitvoer nog niet ontvangen, waardoor
de kooplust nog gering was te noemen.
Zoodra een en ander geregeld is, zal de
kooplust ongetwijfeld komen, waardoor het
stellig beter is dat de kweekers hun hallen,
zoo mogelijk nog eenigen tijd thuis houden,
tot dat het met de export vóór elkaar is.
Wat verkocht werd ging tegen minimum
prijzen weg, doch dit kan over een maand
immers ook nog.
Besteed werd voor
Couleur cardinal 11-12 160; Duc de ber-
lin 11-12 160; Electra 12 op 190; 11-12 160;
Gen de Wet 12 op 190; Ibis 11-12 160; Mr.
van der Hoef 11-12 160; Mon tresor 12 op
190; 11-12 160; Marechal Nlel 12 op 190; 11-12
160 Oranje Nassau 12 op 190; 11-12 160; Pros-
perity 11-12 160; Progressieson 12 op 190;
Vermillon Brillant 11-12 160; 10-11 120; Vuur
haak 12 op 190; 11-12 160; Brillant star 12 op
190; 11-12 160;
Late tulpen- Bartigon 12 op 160; Corni-
foruOs 12 bp 160;
Crocus: Mont Blanc 8-9 9; 7-8 6; Paars
9 op 18; 8-9 10; 7-8 7.
Alles in centen per 100 stuks.