NIPPER EN PELLE
Taak
en positie
van den journalist
Het lokkende
Sterven tusschen
40 en 80 jaar
Radioprogramma
Verbond van Nederlandsche
journalisten hield constitueeren-
de vergadering. Belangwek
kende mededelingen over dc
reorganisatie van het perswe
zen.
In aanwezigheid van de leden van den
raad van voorlichting der Nederlandsche
pers, de lieeren A. Meyer-Schwcncke, Drs.
W. Goedhuys, Dr. A. v.d. Poel en P. J. van
Megchelen, alsmede van ruim 150 journalis
ten, heelt de president van den raad van
voorlichting, Dr. T. Goederwaagen, tot voor
zitter van het verbond van Nederlandsche
journalisten benoemd den heer P. J. van
Megchelen, hoofdredacteur van het A.N.P.,
en tot waarnemend-voorzitter den heer Drs.
W. Goedhuys, commissaris der redactie van
de Arbeiderspers.
In zijn installatierede schetste dr. T. Goe
derwaagen de wijze, waarop de raad van
.voorlichting tot stand is gekomen.
Spr. licht de samenstelling van den raad
toe, waaromtrent veel misverstand heersclit.
Het gezichtspunt van den raad is niet poli
tiek geweest, doch zuiver ideëel en wel in
den geest van het nieuwe Europa. De leden
van den raad konden uiteraard geen verte-
genworodigers van het oude systeem zijn.
Van de zes leden zijn er twee aanhangers
yan de N.S.B.
Men verwijt den Raad, dat hij de pers dic
tatoriaal wil ordenen, liet ideaal van den
raad is echter niet de dictatuur, doch het
leiderschap, dat berust op liet ethisch be
ginsel van het vertrouwen.
De Raad heeft gepoogd de Nederlandsche
journalistenkring in den nieuwen geest lei
ding te geven, door aanvulling van het be
stuur, waardoor een geleidelijke overgang
mogelijk zou zijn. Het bestuur van den kring
heeft dit voorstel echter afgewezen en
draagt daarom dc verantwoordelijkheid van
de splitsing onder de journalisten.
Spr. deelt tenslotte mede, dat reeds meer
dan 250 journalisten zich als lid van het
yerbond hebben aangemeld.
Vervolgens nam de voorzitter van het ver
bond van Nederlandsche Journalisten, de
heer P. J. van Megchelen, het woord,
Spr. schetste de situatie hier te lande
yoor den oorlog, waar de gedachte, dat men
geestelijke resoluties met prikkeldraad aan
de grenzen kon tegenhouden, overheerschte.
liet Nederlandsche volk bewoonde een ren
teniershuis op den rand van een vulkaan
en alle pogingen om dit huis te doen ontrui
men mislukten. Nu is plotseling de groote
.ommekeer gekomen.
De organisatie van het verbond is inge-
fteld op goed en effectief handelen. Aan den
jvoorzitter wordt groote bevoegdheid gege
ven, maar tegelijkertijd zal uit alle kringen
jie stem der journalisten kunnen worden ge
hoord. Naast den voorzitter staat een raad
van advies, als onderdeel van een raad van
toezicht, waarin ook gewestelijke of plaat
selijke vertegenwoordigingen en vakver-
tegenwoordigingen zitting hebben. Het ver
heugd spr. een aantal vooraanstaande jour
nalisten als leden van den raad van advies
te kunnen benoemen, nl. dc heeren H. van
clcn Broeck, hoofdredacteur van Limburger
Kcorier, Maastricht. Dr. A. dc Graaf, hoofd
redacteur van het Utrechts Nieuwsblad, J.
ter Haar, hoofdredacteur van liet Agrarisch
Nieuwsblad tc Meppel, Mr. J. Huijts, redac
teur Nieuwe Rottcrdamsche Krant, F. Pri
mo, chef-redacteur Oprechte Haarlemsche
Courant, L. Thijssen, hoofdredacteur Nc-
derlandsch Dagblad te Den Haag en H.
Wijffels, hoofdredacteur van liet Huisgezin
te 's-Iiertogcnbosch.
Spr. geeft een verder overzicht der organi
satie van het verbond in het kader der Ne-
derslandsche perskamer, naast het inmid
dels lot stand gekomen verbond der provin
ciale en periodieke pers en nog andere te
stichten verbonden.
Breedvoerig weidt spr. uit over den stand
iVan den journalist, welke meer .waardee-
FEUILLETON
Naar hel Engelsch van:
OTTWELL DAVIS
Dacht je dat ik zoo gek was om me in
zoo'n orf'derneming te wagen, zonder behoor
lijk voorzorgsmaatregelen genomen te heb
ben? Dacht je niet dat ik verwachtte dat er
een aanslag op mij zou worden gepleegd op
mijn weg naar de kust? En den je inlandsche
bedienden niet inderdaad hun best om mij uit
den weg te helpen? Niet, dat ik eenigen
wrok koester. Ik wil je wel eerlijk zeggen,
dat als de dingen anders geloopen waren ik
getracht zou hebben, jou er tusschen uit te
wippen. Op het goede moment verdween ik
discreet en liet ik het voorkomen alsof ik om
gekomen was in de wildernis. Maar mijn ge
waardeerde compagnon, dat was niet het ge
val. Ik ging terug naar de plaats van de ver
woesting om te zien wat ik erzelf kon uit
halen.
Je vpnd niets, snauwde Flower.
—Absoluut niets, bevestigde de Hollander
goedmoedig. Je had je maatregelen goed
genomen. Maar de goederen zijn er, en jij
weet waar ze zijn. Dat is de reden waarom ik
vannacht hier ben. Ik wil dat je met me mee
gaat voor een laatste reis waarna we allebei
voor ons leven binnen zijn. Er zijn geen in
boorlingen meer om iets te vertellen en we
zouden met weinig inspanning schatrijk kun
nen zijn. Maar bedenk je wel. je kunt niets
doen zonder mij en ik ben machteloos zonder
jou. Laten we een aanvallend en verdedigend
verbond sluiten. Wat is je antwoord hierop?
Jansen warmde met een genoegelijke uit
drukking op zijn gezicht, zijn handen boven
Een strijd op leven en dood.
1. „Dat noem ik met open
armen ontvangen worden!"
2. „We moesten ze allebei mee
naar huis nemen en ze in
het circus laten optreden
we zouden daarmee een
vermogen kunnen verdie
nen!"
De gorilla laat zien wat hy kan.
1. „Bewaar je rode peper
maar voor een volgende
keer!"
2. „Die was goed!!"
3. „Ja, maar nu gauw er van
door!"
ring bij ons volk moet vinden. Een journa
list moet bij ontvangsten niet geduid wor
den, maar als gast worden behandeld.
Spr. deelt tenslotte mede. dat de aanmel-
ling tot het lidmaatschap van het verbond
binnenkort zal worden gesloten, daar het
verhond alleen de goedwillenden en niet le
weifsknoedigen in zich vereenigd wil zien.
Deze aanmelding kan geschieden aan het
voorloopig secretariaat van het verbond,
postbus 310, Den Haag.
Onder de pauze, welke na dc rede van den
voorzitter volgde, meldden zich ruim 50
nieuwe leden aan, zoodat het verbond thans
meer dan 300 leden telt.
De president van den Raad, Dr. T. Goe
derwaagen zegt tenslotte, naar aanleiding
van een desbetreffende vraag, dat de pre
sident der Nederlandsche perskamer iemand
moet zijn, die het Nederlandsche volkska
rakter door en door aanvoelt, die weet, dat
het godsdienstig leven in Nederland de
eerste plaats inneemt, die het bestaan der
verschillende confessies eidcent en een
standpunt inneemt, hetwelk recht laat we
dervaren aan de uitingen en de belevenis
der confessies. Dit is zoo belangrjjk voor ons
volk, aldus Dr. Goederwaagen, dat zonder dil
inzicht een Nederlandsche perskamer abso
luut onmogelijk moet worden geacht.
De vergadering juichte deze uitspraak
van dr. Goederwaagen langdurig toe.
Nadat nog verschillende aanwezigen vra
gen hadden gesteld, ging de vergadering
uiteen.
Nieuwe leden.
Naar men ons mededeelt, neemt 'het aan
tal journalisten, dat zich heeft aangemeld,
voor het zoo juist opgerichte Verbond van.
Nederlandsche Journalisten, snel toe. Gis
termorgen bedroeg het aantal verzoeken om
toelating reeds 350. Blijkbaar waren velen
nog niet in de gelegenheid zich op te geven
door vertraging met de post. Verschillende
telegrafische verzoeken van groepen journa
listen kwamen binnen om de lijst van aan
melding nog niet te sluiten en den termija
te verlengen.
Hoe staat het met de kansen?
Dr. M. G. Neurdenberg schrijft in de Ver
zekeringsbode eenige artikelen over sterfte
kansen. Na verleden week een inleiding te
hebben geschreven geeft hij thans een ta
bel, waarin het aantal overlevenden bij het
begin van elke 5-jarige periode (40—44, 45
49 enz. tot en met 75—79 jaar) op grond van
een negental sterftetafels van 1888/'89 tot
1937/'38, van welke hij er eenige zelf geheel
uit het grondmateriaal berekende, is ver
meld.
Uit de sterftetafels blijkt, dat in 1880/'89
van 100.000 veertigjarige mannen slechts 17
pet. (17.370) den leeftijd van 80 jaar bereik
ten. Dat aantal is steeds grooter geworden
én was voor de periode 1937/'38 ruim 30 pet.
(30.206).
Met andere woorden: tegenwoordig is het
aantal overlevende mannen van 80 jaar
173.9 pet. van dat van de periode 1880/'89.
Bij de vrouwen voltrok zich in iets meer
dan een halve eeuw een dergelijke verande
ring van ruim 21 pet. overlevenden uit elke
100.000 veertigjarigen tot bijna 22'A pet., maar
deze toeneming is niet zoo sterk als bij dc
mannen, daar het aantal tachtigjarige vrou
wen niet tot 173.9 pet., doch slechts tot 153.4
toenam van het aantal der tafel van 1880/89.
Bovendien houde men in het oog, dat van
de levendgeborenen tegenwoordig omstreeks
88 pet. het punt van uitgang van het onder
zoek (40sten verjaardag) bereikt, in plaats
van slechts 57 59 pet. in 1880/89. (Uit de bi]
het artikel afgedrukte statistiek blijkt nl.
tevens dat in 1880/89 van de 100.000 geboren
mannelijke personen slechts 57.253 den vèer-
tigjarigen leeftijd hadden bereikt: voor de
vrouwen was dit getal 59.117. Wel ontbreken
nog de cijfers voor 1937/38, maar uit die van
1931/35 blijkt, dat er van de 100.000 geboren
mannelijke personen nog 87.092 in leven
waren en van de vrouwen 88.460). Het punt
van uitgang ligt dus tegenwoordig op een
veel hooger (ongeveer de helft hoogcr) plan.
Volgens de sterftetafels van heden is de
kans de gezinsvaders en -moeders van 40
jaar om den grootvaderlijken en grootmoe
derlijken leeftijd (men kan eerder zeggen
overgroot vaderlijk en overgrootmoederlijk)
te bereiken aanzienlijk toegenomen, en de
cijfers geven nog niet den indruk, dat het
toenemen van die kans in de naaste toe
komst zal ophouden.
Op onvereenkomstige wijze kan men dé cij
fers van andere leeftijden beschouwen, b.v.
het 65ste levensjaar, dat in vele gevallen
den „pensioen-gerechtigden" leeftijd aan
geeft. Van de veertigjarige mannen en vrou
wen wordt tegenwoordig ongeveer 78 pet.
65 jaar, tegenover amper 61 pet. der mannen
en ruim 66K pet. der vrouwen in 1880
18S9.
Hoe dit zelfs in de laatste jaren nog ver
beterd is, blijkt bijv. uit de vergelijking met
het tijdvak 19211930; toen was het nog
slechts 75 pet. De mannen hebben een groo-
tere winst geboekt dan de vrouwen, want
65-jarige mannen zijn er nu 28 pet. méér
over dan in 18801889, doch 65-jarige vrou
wen slechts 18 pet. meer.
Als men de vergelijkingsgetallen ten op
zichte van 1880—1889 nagaat voor alle in de
tabel opgenomen leeftijden, dan blijkt het
aantal overlevenden van elk volgend tijdvak
weer grooter te zijn geweest dan dat uit het
vorige tijdvak. Slechts één kleine uitzonde
ring is er, zoowel bij de mannen als bij de
vrouwen, in het tijdvak 19271931 voor de
overlevenden van 80 jaar (Men herinnere
zich den kouden winter van 1929!)
Uit liet slot van de tabel blijkt, dat voor
het meerendeel der vermelde cijfers die voor
de vrouwen gunstiger zijn dan die der man
nen (er is dus een vrouwen-overschot). Een
uitzondering was er na 1920 voor de jongere
leeftijdsgroepen, dooli in 1937—1938 blijven
bij de vrouwen overal een gelijk óf grooter
aantal overlevenden over dan bij de man
nen. Het aantal overlevenden van 80 jaar
is voor de vrouwen zelfs 7'A pet. meer.
WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1940.
Jaarsveld, 414,4 m.
KR O-Uitzendlng.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.05 Wij beginnen de dag.
10.00 VPRO: Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig-halfuur.
12.00 Berichten.
.12.05 Gramofoonmuziek.
12.15 Rococo-octet.
12.45 Berichten ANP en gramofoonmuziek.
1.15 KRO-Melodisten en solist.
2.00 Voor de vrouw.
3.00 Musiquette.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 KRO-Melodisten en solist.
4.30 Voor de kinderen.
5.15 Berichten ANP.
5.30 Gramofoonmuziek.
5:45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.05 Gramofoonmuziek.
6.15 KRO-Melodisten en solist.
7.00 Vragen van de dag (ANP), i
7.15 Berichten.
7.20 KRO-orkest.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-orkest.
8.45 Reportage.
9.00 KRO-orkest.
9.20 Cyclus: „Uitingen van Nationale cultuur".
9.40 KRO-Kamerorkest.
10.10 Wij besluiten de dag.
10.1510.30 Berichten ANP, sluiting.
de vlammen. Hy scheen een bevestigend ant
woord op zijn voorstel als een uitgemaakte
zaak te beschouwen.
Flower bleef plotseling stilstaan brj den
haard en keek op zijn bezoeker neer.
Een heel gezellig programma, zei hy
scherp, een uitgezocht programma. We
zullen samen een expeditie uitrusten naar
Noord-Borneo en al de onwaardeerbare schat
ten ophalen, waarvan het wonderbaarlijke
Chineesche porselein en het gegraveerde glas
alleen al een fortuin vertegenwoordigen.
Het klinkt verrukkelijk, maar er is maar
een bezwaar dat jij niet kent. Jij verkeert in
de meening, dat er geen levende ziel gespaard
bleef toen de stad werd weggespoeld. Maar
dat heb je mis. Er waren wel enkele over
levenden en voor zoover ik weet zijn twee er
van hier in Engeland. Weet je nu dat my'n
leven geen moment veilig is? Weet je dat er
al een aanslag heeft plaats gehad die mislukt
is? Maar dc volgende zal meer succes heb
ben! En als ik van het tooneel verdwenen zal
zijn, zal de schat nooit door een sterfelijk oog
gezien worden. Buitendien, weet je wel of
jijzelf veilig bent? Jy hebt buitengewone
voorzorgsmaatregelen genomen, maar we
hebben te doen met mannen die oneindig veel
slimmer zyn en veel scherper zien dan wy
kunnen vermoeden. En nu, na alles wat ik je
verteld hebt, ben je nu nog van plan te
gaan?
De opgewekte glans was uit de oogen van
den Hollander verdwenen en zijn rood gezicht
stond ernstig. Hij staarde een heele poos in
het vuur voor hy sprak:
Ben je er zeker van? vroeg hij. Ben
je zeker dat je je niet vergist?
Als antwoord haalde Flower éen enveloppe
uit zijn zaken toonde den strik met de vijf
knoopen. Hij overhandigde dien aan zyn be
zoeker.
Je weet wat het beteekent, zei hy.
Dit werd mij toegezonden in een aangetee-
kenden brief die door myn agent Slater uit
Borneo op de post bezorgd is. De brief was
zoo voortreffelijk, dat hij alleen geschi-even
kon worden door Slater zelf! Ik zeg je, het
spel is uit! Ik ben onherroepelijk veroordeeld,
precies als iemand die een ongeneeslijke,
kwaadaardige ziekte heeft. Kom, je bent zoo'n
verstandige kerel, dr. Jansen, kun je mij
geen weg wijzen om uit deze ellende te ko
men?
Jansen speelde nadenkend met den strik.
Maar geen woord kwam over zijn lippen. Hy
was perplex.
HOOFDSTUK XXVII.
Geen vijanden van haar.
't Was nu stil en donker in huis; zelfs Beatrice
was naar bed gegaan en doodmoe als zij was,
onmiddellijk ingeslapen. Haar slaapkamer en
de kleedkamer, die daaraan grensde, waren
niet volkomen donker, daar zij aan de voor
zijde van het huis lagen en de straatlantaarns
er wat licht in lieten schijnen. Nadat ze een
poos geslapen had, ontwaakte ze ineens met
een schok. Ze kon niets hooren of zien, be
halve de wazige schaduwen van de verschil
lende meubels in haar kamer; haar oogen
begonnen echter aan de duisternis te wen
nen en nu kon ze de toilettafel in de kleed
kamer onderscheiden. Ze herinnerde zich plot
seling, dat zij haar diamanten vlinder en an
dere juweelen op tafel had neergelegd en die
herinnering werd verlevendigd door het
angstaanjagende feit, dat zich een hand ge-
ruischloos over de toilettafel bewoog. Een
oogenblik later bewoog zich een schaduwige
arm en een tweede figuur stond naast het
eerste die zich over de kostbaarheden gebo
gen had. De twee silhouetten stonden met
uitgestrekte handen in verrukking over den
vlinder. Beatrice kon zien dat de lippen van
de indringers zich bewogen als in gebed. Ze
schenen een talisman gevonden te hebben die
hun aandacht zoo in beslag nam, dat zij af
geleid werden van hun eigenlijke bezigheden.
Het meisje lag stokstijf, te geschrokken
om zich te kunnen bewegen of geluid te kun
nen geven. Langzamerhand drong de gedachte
echter tot haar door dat zooals Wilfrid haar
aannemelijk had gemaakt, héAr persoonlijk
geen gevaar dreigde.
Deze gedachte deed haar besluiten te han
delen.
Ze liet zich uit het bed gly'den en schoot
een peignoir aan.
Met een fermen stap verliet zy haar slaap
kamer en trad de kleedkamer binnen. Maar
voor zy tijd had om iets te zeggen of zich
verder te bewegen, werden een paar gespier
de handen op haar schouders gelegd en werd
ze teruggebracht naar haar bed, niet met ge
weld, maar met een beslistheid, waartegen
geen verzet zou baten. Een oogenblik later
flikkerde er een klein blauw lichtje op den
grond dat een zoete doordringenden geur ver
spreidde, die Beatrice bedwelmde. Ze viel in
een diepen slaap en wist niets meer.
Toen ze weer tot zichzelf kwam, was ze tot
haar groote verbazing wonderlijk frisch en
Helder. Als een schok kwam het over haar,
dat deze indringers dezelfde waren als de
vreemde bezoekers op Maldon Grange.
Beatrice was nu heelemaal niet meer bang.
voor zichzelf niet hoefde te vreezen. Deze
griezelige creaturen hadden haar zelfs be
schermd tegen noodlottige gévolgen van haar
J ootwljk, 1875 m.
AVRO-Uitzendlng.
7.00 Berichten (Duits).
7.15 Berichten (Engels).
7.30 Gramofoonmuziek (Om 8.00 Berichten
ANP).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Renova-septet (opn.).
11.15 Berichten (Engels).
11.30 AVRO-Amusementsorkest.
12.30 Berichten (Duits).
12.45 Berichten ANP.
I.00-Ensemble Malescu.
2.00 Berichten (Duits).
2.15 Omroeporkest en solist.
3.15 Berichten (Engels).
3.50 Zang en piano.
4.00 Concertgebouw-orkest en soliste (opn.).
4.30 Gramofoonmuziek.
5.00 Berichten (Duits).
5.15 Berichten ANP.
5.30 AVRO-Amusementsorkest.
6.15 Berichten (Engels).
6.30 Onderwijs voor de Scheepvaart: „Stoom
ketels en stoommachines aan boord van
schepen", causerie.
7.00 Vragen van de dag (ANP).
7.15 AVRO-Amusementsorkest.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten (Duits).
8.15 Berichten ANP.
8.30 Berichten (Engels).
8.45 Gramofoonmuziek.
9.15 Berichten (Engels).
9.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten (Duits).
10.15 Berichten ANP.
10.3010.45 Berichten (Engels).
II.15—11.30; 0.15—0.30 en 1.15—1.30 Berich
ten (Engels).
eigen nieuwsgierigheid. Het was duidelijk, Sa-
muel Flower was den vijand op wien deze
beide kleine mannen het gemunt hadden. Ze
kleedde zich snel aan om de bedienden te
gaan wekken. Toen ze de deur naar het por
taal opende, hoorde ze het geluid van een
worsteling. Met trillende handen knipte ze het
electrische licht aan en zag aan haar voeten
een strijd op leven en dood tusschen een van
de vreemdelingen en een anderen man, dien
zij niet direct herkende. Toen de twee van de
trap naar beneden rolden, gaf ze een luiden
gil, want ze had het witte opgeheven gezicht
yan Wilfrid Mercer herkend. Maar voor het
tot haar doordrong wat er eigenlijk gaande
was, was de bruine aanvaller verdwenen, de
hemel mocht weten waarheen en Wilfrid lag
op zijn rug, bewusteloos.
Beatrice vergat alle voorzichtigheid en
vloog de trappen af en hief Wilfrid's hoofd
Ten tweede male was haar gebleken, dat zij
op, juist toen hy zijn oogen opsloeg. Hij was
gered, dat was het voornaamste en met on-
uitsprekelyke dankbaarheid hoorde Beatrice
dat hij haar naam mompelde,
Je bent niet gewond vroeg ze bezorgd.
er£' denk ik. zei Mercer. moeite
doende om overeind te komen. Maar het
had geen haartje gescheeld.
Wat is er toch gebeurd? vroeg Beatrice.
Hoe kom je hier in huis; midden in den
nacht
Wilfrid bracht zijn handen aan zijn hoofd.
Hy was te duizelig om een samenhangend
antwoord te geven. Maar langzamerhand be
gon hij zich alles te herinneren.
Ik zal het je vertellen, zei hy. Ik ben
hier omdat ik toevallig weet dat je oom in
groot gevaar verkeert. Hoe ik in huis
ii°Gt Cr °P het oogenblik
niet toe. Ik was juist bij de slaapkamer van
Mr. Flower toen ik door dezen man aangeval-
len werd en voor mijn leven vechten moest.
Maar laten we eerst eens onderzoeken hoe
het met je oom gesteld is.
Ik ben alleen bang dat wij niet in zijn
kamer kunnen komen, meende Beatrice.
Hij sluit zich altijd op en de deur van zijn
slaapkamer heeft stalen paneelen, als voor
zorg tegen ongewenschte bezoekers, zooals hij
zegt.
Wordt vervolod.1