Mode-revue HUISVROUWEN De oude gemeenschap Een blik op de Herfstmode ii UIT DE HISTORIE VAN WESTFRIESLAND der vrije buren DIEREN. die historie maken weet U waar U het zoeken moet? Zaterdag 7 September 1940 Vierde blad li Het kleine kapothoedje staat ongetwijfeld zeer goed en is bijzonder geschikt om in den overgangs tijd te worden gedragen. Gecombineerd met de fel kleurige violette doek van georgelte, welke stijf om het hoofd is gewonden, terwijl de losse uiteinden ongedwongen om den hals worden geknoopt, is het een sierlijke dracht. Het handtaschje is van solied geitenleer en doet heel lang mee, vooropgezet dat het natuurlijk niet altijd tot den rand toe volgepropt is met allerlei mo gelijke en onmogelijke dingen^die de meeste dames m e e n e n, dat ze ze overal met zich mee moeten rondsleepen. De fraaie mantel tenslotte rechts onder op de afbeelding, is licht getailleerd, en heeft drie diepe plooien in den rug. Nieuw zijn de wijde raglan- mouwen en de in een punt toeloopende opgelegde zakken. Het verloren gaan der oude stadsrechten LANDELIJKE STEDEN Behalve door het feit, reeds in een vorig artikel door ons uitvoerig beschreven feit, dat men kort na 1100 in West-Friesland geen landelijke gemeenten meer aantrof, doch slechts steden, kenmerkte dit gewest zich door iets anders, dat misschien even verwon derlijk was en daarom zeker de moeite waard om ook eens afzonderlijk te worden vermeld. Zeer wel mogelijk is het trouwens, dat de alom verleende stadsrechten daarmee nauw verband hielden. We bedoelen de omstandigheid, dat men .hier geen standen verschil kende. Er was in West-Friesland slechts sprake van vrije poorters, die aanvankelijk den naam droegen van „buren". Edelen en hoorigen waren er blijkbaar niet, alle bewoners hadden dezelfde rechten en plichten, het waren vrije burgers, zon der meer. Natuurlijk heeft men zich dik wijls afgevraagd, hoe deze toestand, die men elders nergens aantrof, wel kon zijn ont staan. Een afdoend antwoord zal wel nimmer ge geven kunnen worden. Er zijn er, die er nog de zuiver-democra- tische gemeenschap in mcencn terug te vin den, gelijk, volgens sommigen, de Germaan- sche samenleving zou zijn. geweest. De eeu wen, welke aan de veertiende eeuw vooraf gaan, zijn, voor zoover West-Friesland be treft, goeddeels teruggezonken in den nacht der tijden. Men weet er iets van door schrij vers uit andere streken, doch dit is heel heel weinig. Wel is het goed te bedenken, dat tot 1299 West-Friesland nimmer had gestaan onder de graven, die in andere streken van ons land groote bezittingen plachten te hebben en die dit land in allerlei vormen in de han den van anderen hadden overgedragen. Ze gaven het in leen of in erfpacht, ze hadden cijnsplichtigen, kortom er ontstonden bevoor rechten, die weliswaar in soms heel verschil lende verhouding tot den graaf stonden, maar die gezamenlijk een heel afzonderlijke Stand vormden.. Van West-Friesland, dat nimmers onder 'n graaf had gestaan, was ook geen land op deze wijze uitgegeven en 't kan zeer wel zijn dat dit mede van invloed is geweest. Het zou natuurlijk mogelijk zijn geweest, dat onafhankelijk van den gang van zaken in de overige deelen van de lage landen, hier een soort gelijke ontwikkeling had plaats gehad, waarbij een Westfriesche vorst de positie van den graaf kon hebben ingenomen. Maar evenzeer blijft de mogelijkheid open, dat hot. land een eigen ontwikkelingsgangs heeft ge kend. Het land lag betrekkelijk ver ver wijderd, het was moeilijk toeganke lijk, vermoedelijk zeer arm en dun bevolkt. Is het zoo ongerijmd 'te ver onderstellen, dat het volkje, dat hier woonde, aan zijn lot overgelaten en daarnaast één in den strijd tegen de steeds opnieuw aanstormende zee, zich onderscheidde van anderen? Kasteelen, zoowel als kloosters schijnen hier vreemd te zijn geweest. Die welke er zijn, dateeren eerst uit latcren tijd. In deze laatste omstandigheid echter is wellicht tevens de hoofdoorzaak te vinden, waarom zoo weinig over Westfriesland is opgeteekend. Want kasteelen en kloosters, in het bijzonder de laatste, waren veelal cen tra van ontwikkeling. De weliswaar vrije, maar ongeletterde bevolking van West- Friesland werd te zeer opgceischt door den dagelijksclien harden strijd om het bestaan, dan dat ze zich kon overgeven aan het te boek stellen der wederwaardigheden van het land. De eigenaardige toestand der vrije steden heeft slechts korten tijd bestaan. Reeds spoe dig brak een strijd uit rondom de troonsop volging van Jacoba van Beieren, die jaren duurde en waarin zij tenslotte het onderspit dolf. De West-Friesciie „steden" bleven haar ten deele trouw en dit voerde voor de meeste tot het verlies der pas verworven rechten. Er ontstaat dan ten aanzien van deze steden een periode van vrij groote verwarring. De indeeling wordt gewijzigd, verschillende wor den weer onder baljuwen geplaatst, andere krijgen de rechten, meestal in eenigszins ge- wijzigden vorm terug; weer andere verliezen ze in naam, doch behouden ze in werkelijk heid. Deze hcele gang van zaken had tenge volge, dat omtrent het oorspronkelijk ont staan der steden zoo goed als niets meer is terug te vinden, te-meer waar de oorspronke lijke handvesten ontbreken. De verwarring1 wordt dan verder vergroot doordat langzamerhand stadsrechten in an deren vorm worden verleend. Philips van Bourgondië toch, die in 1428 Jacoba van Beieren volledig ter zijde had weten te schuiven, begon er toe over te gaan in West-Friesland verschillende „heerlijk heden" te vestigen. Men had voorheen in deze gewesten iets dergelijks nimmer gekend, doch diende zich er thans in te schikken. De heerlijkheden werden veelal overgedragen aan legeraan voerders, die hadden meegeholpen de op standen ten gunste van Jacoba te onder drukken, terwijl daarnaast niet zelden de bastaarden, waaraan hot Beijersche huis nog al rijk was, er voor in aanmerking kwa men. Het stadsrecht, dat door deze hoeren werd verleend, was uit den aard der zaak een ander als dat, hetwelk de graaf toe kende. Onder dc steden, die hun recht hadden verloren, behoorde.ook..Schagen, dat echter reeds in 1427 een handvest met stadsrecht terug ontving van Willen den Bastaard. Het werd in 1436 door Philins van Bourgondië herroepen, als zijn dg onbevoegdelijk gege ven. Het eigenaardig;feit deed,zich evenwel voor, dat' Schagen' bntkbaar toch in het 'be zit. er van. bleef^althang het stuk zelf schijnt niet in -.origine*] leigffg teruggegeven aan den graaf. Uit een stuk uit het Schager ar chief, gedatéercTvan"21" Maart 1448 'blijkt ten minste, dat het handvest toen nog gaaf en van een zegel voorzien, aanwezig was, ter wijl het ook voortdurend als geldig werd toegepast. Aldus Mr. Pols in het reeds -vroe ger aangehaalde werk over Westfriesche stadsrechten. Deze door den heer verleende handvesten waren van mindere beteekenis dan die van den graaf en Mr. Pols- noemt het Schager handvest, dat is afgedrukt in de Kroniek van Dirk Burger van Schoort, een verzame ling van bepalingen. Schagen werd weer een stad, doch geen „vrije" stad. In de practijk echter zal men van deze verschillen wel weinig hebben bemerkt. Men moet daarbij steeds weer bedenken, dat het land geen standen kende en dat er alleen vrije buren waren. Het stad zijn had slechts een staatsrechtelijke beteekenis, wijl West- Friesland feitelijk alleen plattelandsbevol king had. Ook in die plaatsen, die later, toen men ze begon te.'omgeven met wallen en versterkingen, meer steden werden in den zin-, die wij er min of meer onwillekeu rig aan plegen te geven. De muren kwamen Sedert het „Paradijstijdperk", waaraan door de slang een einde werd gemaakt, spe len de dieren in de geschiedenis een belang rijke rol. De Mystieke macht van deze schep selen wordt in menige legende uitgebeeld. De stichting van Rome is alleen door dieren mogelijk geworden; naast de wolvin, die de stichters zoogde, staat het varken, dat de plaats aanwijst, staan stier en vaarzen, die de grens vaststellen en de ganzen van het Kaptitool, die de stad redden. Een hertekoe toont den Frankenkoning Clovis de redding brengende rivierovergang, die hem de zege op de Westgothen mogelijk maakt. Keizer Karei wordt volgens de sage door een vogel tot aan de poorten van Kon- stantinopel geleid. Ook het paard speelt een belangrijke rol. Het paardenorakel hielp Darius 'aan de heer schappij over het Perzische Rijk. Volgens Herodotes zou de stalmeester hier de hand in het spel gehad hebben. Darius had den kwaadardigen Smerdes gedood en volgens dè traditie zou hij koning, worden, wiens paard het eerst bij zonsopgang hinnikte. De stalmeester van Darius moet nu het volgen de gedaan hebben: hij bracht den hengst van zijn meester den dag. voordat het ge zelschap met hun paarden zoo tegen zons opgang voorbij moest komen, met de lieve lingsmerrie samen. Toen het dier de beslis sende ochtend aan die plek voorbij kwam, herinnerde het zich de merrie en begon daardoor te hinniken. Het beroemdste paard is wel Bucephalos, die door den jongen Alexander getemd werd en den grooten koning menige dienst be wees. Het dier heeft talrijke nakomelingen, die meer dan, tien eeuwen tot de edelste ver tegenwoordigers van het ras gerekend wor den. De ontdekkingsreiziger Marco Polo ver telt, hoe dit geslacht verdween. De koning van Badacan verzocht zijn oom, die de na komelingen van Alexanders paard zorgvul dig hoedde, hem zulk een dier af te staan. Toen de oom dit weigerde, liet de neef hem uit wraak dooden. Opdat de moordenaar echter geen plezier zou beleven van de die ren, gaf de weduwe opdracht, de paarden te slachten. Zoo kwam aan het geslacht Buce phalos in 1230 een einde. Van het paard Cesar wordt verteld, dat zijn hoeven den vorm hadden van een men- schenvoet. De waarzeggers hadden hem, die dit paard zou berijden, de heerschappij voor speld. Het lievelingspaard van Caligula vertoef de in een stal van marmer, at uit ivoren kribben, was getooid met paarlensnoeren en omgeven door tientallen slaven en bedien den. Toen de groote Fransche veldheer Turen- echter eerst na tle periode der Westfriesche plattelandssteden. Hoezeer men inderdaad moet denken aan dorpachtig aandoende steden, blijkt uit een lijst van inwoners van Alkmaar, welke we aantreffen bij Boomkamp. In 1519 telde de stad 1477 personen, verdeeld over 46 straten of gemiddeld ongeveer 35 per straat. Wat Schagen betreft, volgens Dirk Burger van Schoorl was 't 1708 300 huizen rijk. De ze waren verdeled als volgt: In de Hoep 25 In de Molen-straat 31 Op de Hoog-zij 43 Op de Laag-zij 32 In de Heere-straat 17 Öp dc Plaats 14 ln de Nieuwe-straat 13 Op Rapenburg 6 Op 't Noord 57 Op Trent-garst 8 Op de Loet 44 Op de Bier-kay 10 Erg stadachtig zullen deze. voor dien tijd flinke dorpen er wel niet hebben uitgezien. Hoewel de Utrechtsche Jaarbeurs in het algemeen voor de heeren der schepping in teressanter is dan voor ons, vrouwen voor wie het aanschouwen vftn nieuwig heden op zakelijk en technisch gebied nu eenmaal niet zulk een sensatie beteekent kunnen wij er toch "é'én inzending aan treffen, die juist voor ons buitengewoon belangrijk is. In de lichte, moderne stand „Goede Voe ding van Eigen Bodem" kunnen wij nl. er varen „waar wij het moeten zoeken" met onze huisvrouwelijke problemen, die ons vooral door de distributie der levensmid delen op het oogenblik het leven zoo an ders maken. En ziet het mooiste van ons bezoek aan deze fleurige stand is dan stellig wel, dat ze ons het Jaarbeursgebouw beslist vroolijker-gestemd doet verlaten, dan wij het betraden, want hier zien wij, dat onze verschillende grondsoorten een keur van uitstekende, eigen producten op leveren met alsnummer één, indirect door het vele grasland, onze melk en zui velproducten waarmede met wat over leg maaltijden bereid kunnen worden, die in alle opzichten ..kunnen wedijveren met en het zelfs nog winnen van die, waarbij wij vroeger buitenlandsche. voortbrengse len gebruikten Bovendien moet het ook wel een ieder bijzonder aangenaam aan doen, dat de Overheid zich waarlijk ver rassend veel zorg en moeite getroost, om ons in deze moeilijke tijden te helpen, op alle mogelijke manieren. Hier wordt het ons eigenlijk eerst, recht duidelijk, hoevelc onderafdeeiirtgen on commissies, hoevele mannen der wetenschap en leeraresscn in de voedingsleer er y.oor ons> liet Nederland- sche volk, werken, teneinde onze gezond heid bok in dezen tijd te beschermen. Een aardig schema toont ons bijvoorbeeld de diverse commissies, die door middel van cursussen ook voor plattelandsvrou wen en geschriften raad aan de huis vrouw geven, teneinde haar het begrip bij te brengen voor de juiste, cn tevens meest economische voeding. Een zeer overzichte lijke voedingstabel, waarop men de voe dingswaarde van de meest uiteenloopende producten kan vinden, valt in het bijzon der bij de bezoeksters in de smaak, even als het zeer goedkoope maandblad „Huis houding van Nu" met wenken op voedings- en huishoudelijk gebied en o.a. knippatro nen voor het vervaardigen van kleeren. Hóé ver de Overheid met haar zorgen gaat toont wel het duidelijkst en dit even ter zijde een alleraardigst tijdschrift voor... huisvaders, waaruit ze de kunst kunnen machtig Worden, om zelf meubelen te ma ken. Een voornaam onderwerp van deze stand is verder en hoe kan het ook anders in een land, waarvan de cultuurgrond voor meer dan de helft uit grasland bestaat! Nèerland's trouwe vriendin: de koe en de melk cn indirect de zuivelproducten, die ze ons geeft. Thans behooren melk, karne melk, kaas, en voor zoover mogelijk boter, immers meer dan ooit in de dagelijksche voeding te worden opgenomen, teneinde de voedingswaarde daarvan met hun eiwit ten, vetten en vele andere waardevolle be- standdeejen op een zoo hoog mogelijk peil te brengen. Twee zuilen laten ons een vergelijking zien, die voor zichzelf spreekt. De koe le vert nl., zooals wij op de eene zuil kunnen zien, bij slachting 350 kg vleesch, waarin ne bij Salzbach door een kanonskogel werd gedood, wilde de soldaten door het paard van den gedooden bevelhebber worden aan gevoerd, want „dan zullen wij overwinnen". De Indische koning Porus bezat een lieve lingsolifant. die hem in den slag aan de Hydaspes het leven redde. Toen het reus achtige dier doodelijk getroffen werd. gleed het voorzichtig op den grond, teneinde zijn meester niet door een plotselingen val te ver wonden en nog in het sterven trok het met zijn slurf de pijlen uit de rusting en het li chaam van den koning. Merkwaardige lievelingsdieren heeft me nig-heerscher uitgekozen. Zoo hield Honorius buitengewoon veel van een kip; het was ook wel een prachtig dier. Toen de keizer den I4den Augustus 409 het bericht kreeg, dat Rome door dc Westgothen veroverd was, riep hij getroost uit: „Tenminste heb ik mijn kip nog!" En toen het teerbeminde dier wel dra stierf, zat hij mer in den put dan toen Rome veroverd werd. De profeet Mohammed bezat een witte duif, die hem als bode van den Heiligen Geest diende. Ze vloog om zijn hoofd en stak haar snavel in zijn oor. Twijfelaars beweren echter, dat de profeet voor dit doel gerste korrels in zijn oor stopte. Katten zijn voornamelijk de vriendinnen van dichters en sedert Petrarca hebben veel poëten zich met deze gracieuze diertjes be moeid. Maar ook in de geschiedenis spelen zij 'n rol. Muozza, de kat van Mohammed was hem even dierbaar als de duif. Hij ver wende haar zoo, dat hij zelfs toen zij op 'n slip van zijn boernoes ingeslapen was deze er af sneed om het dier niet wakker te ma ken. Kardinaal Richelieu was in zijn laatste le vensjaren door veertien katten omringd, die hij in. zijn testament bedacht. De dieren droe gen eigenaardige namen. Zoo heette een twee ling Racan en Pruik en wel daarom, omdat de oude dichter Racan wegens de hitte, toen hij bij hem op bezoek was, zijn pruik in een hoek gooide, waarop toen een kat haar jon gen kreeg. Dat zelfs vliegen historie maken, wordt door geschiedschrijvers beweerd. Zoo moet keizer Antiochus Epiphanes aan zijn einde gekomen zijn, omdat een vlieg op zijn neus ging zitten en hij bij de gewelddadige po ging om het dier te verwijderen het leven verloor. Niet minder beroemd is de vlieg, die in het glas van Paus Adrianus VI viel; hij moet daardoor gestikt zijn. Maar dat beweren al leen zijn vrienden. In werkelijkheid schijnt een keelontsteking zijn dood veroorzaakt te hebben. Katharina de Groote, de Russische Czari- na, die zoo menigeen, die hij haar in onge nade gevallen was, een gruwelijk einde be reidde, had een lievelingshondje, dat zij van den bankier Suderland cadeau gekregen had en daarom naar hem noemde. Het dier tje stierf. Den volgenden ochtend was Su- derlands huis door soldaten omsingel en de politiechef vertelde hem, dat hij een treurige taak te vervullen had. „Ben ik in ongenade gevallen?" vroeg de bankier sidderend. „Wil men mij arresteeren?" „Mijn op dracht is veel erger". „Stuurt de keizerin mij naar Siberië?" „Nog erger'. „Moet ik sterven?" „Nog erger". Suderland dacht aan de verschrikkelijke folteringen, die me nig gunsteling moest óndergaa cn viel bijna flauw van angst. „De keizerin', verkondigde thans de politie-chef, „heeft bevolen, dat U nog vanochtend moet opgezet worden". Su derland verzocht dc Czarina te mogen schrij ven, om haar als laatste genade té verzoeken gedood te worden zonder opgezet te worden. Toen kwam alles terecht. Katharina had gezegd tot een van haar dienaars: „Ik wil, dat Suderland direct opgezet wordt", en had vergeten er bij te voegen, dat zij niet den bankier, maar het hondje bedoelde. WAT MENIGEEN NIET WEET. Dr. Mencvishijan, een priester te No- visad (Joegoslavië) is onlangs op 73-jarigen leeftijd gestorven. Het eenige overgebleven lid van zijn parochie is een oude vrouw. Van de 50.000 boeken en boekjes, die door de regeering der V.S. zijn uitgegeven, is wel het aller-populairstc de brochure „Ba by-verzorging". Hiervan zijn meer dan Vfa millioen exemplaren verkocht. In Amerika is een bond ter bescherming van voetgangers opgericht. niét meer dan 30 kg vet, 70 kg eiwitten en 3.5 kg mineralen, terwijl, zooals de tweede zuil ons toont, de koe in 7 jaar 25.000 liter melk geeft, waarin o.a. 800 kg vet, 775 kg eiwitten, 1100 kg koolhydraten, 170 kg mi neralen en waardevolle vitamines A en ca- rotine, Bi, C en D. Geen wonder dus. dat de Directeur-Generaal van den Landbouw, tevens Regeeringscommissaris voor de Bo demproductie, de aandacht heeft gevestigd op de wel zeer bijzondere waarde van de zuivelproducten als bron van dierlijk vet en eiwit cn zijn conclusie heeft vastgelegd op de gulden bladzijde van het zeer lijvige boek, dat op aardige, effectvolle wijze de wetenschap symboliseert: „In den vorm van melk en zuivel levert één koe reeds in één jaar evenwel eiwit en vet, als zij oplevert, wanneer zij wordt ge slacht". De kaarten van Nederland, die in fleu rig tegen den blanken wand afstekende kleuren aangeven, hoe onze bodem is sa mengesteld, de grafieken, welke onze bo demproductie en ons voedsel verbruik la ten zien en de diverse kookboekjes in vroo- lijke omslagen, waaruit men de wijsheid kan putten, hoe onze eigen producten zoo smakelijk mogelijk in het dagelijksch me nu verwerkt kunnen worden dit alles draagt bij tot een goede voorlichting, waar aan wij zoozeer behoefte hebben. Tenslotte kan men in deze stand nog de „Tien geboden voor een goed voeding" le zen, waardoor, wanneer men ze in de prak tijk brengt, niet alleen het juiste voedsel gekozen zal kunnen worden, doch tevens door de juiste bereiding van dit voedsel niets verloren behoeft te gaan. Ja waarlijk in déze stand van de Jaar beurs moet de huisvrouw het zoeken en haar problemen, die eigenlijk slechts ont staan zijn, omdat zij thans andere maal tijden moet bereiden dan vroeger, die even wel lang niet sléchter behoeven te zijn, zullen voor een belangrijk deel opgelost worden! MANYA BEUKMAN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 11