Eigen aanlok van jong
rundvee noodzakelijk
Merkwaardige menschen
in ons gewest
Een zilveren wagen rijdt door
Anna Paulowna
„Ouwe Jan Otto" van Koedijk
Zaterdag 7 September 1940
Tweede blad
SCHUITENMAKER EN HISTORICUS.
85 jaar en... nog werken
als een jonge kerel
Het recept; „Ze moeten mij geen
snert verkoopen. Leve het
werk en leve de leut.
EEN VADERLANDSCHE GESCHIE
DENISLES, DIE GOUD WAARD WAS!
(Van onzen eigen verslaggever.)
Ouwe Jan Otto? 't Mócht wat!
Een jongkerel van véértig, als hij
daar voor je zit. in z'n stoel, z'n felle
oogen in de jouwe boort, schater
lachend een goeie mop vertelt over
één van z'n vrienden van vóór
veertienhonderd, om dal. plots óp te
veeren en in z'n hoekkast te gaan
strunen naar een ouwe munt, een
relekwie of een kakebeen uit z'n
kostelijke verzameling Een jong
kerel van dertig als hij buiten op
z'n scheepshelling, de kromhouten
voor z'n pramen in elkaar prakki-
zeert, of met z'n breeuwhamer en
teerkwast het weerbarstige hout van
katoen geeft.
Jan Otto is in z'n vijf en tachtigste.
Jan Otto is vijf en zeventig jaar
schuitenmaker.
Jan Otto heeft zoo tusschen z'n histo
rische studiën door in de laatste paar
maanden een boerepraam of vier af
geleverd.
Zelf gemaakt, héélemaal alleen.
Wat een kerel!
Jan Otto heeft twee lijfspreuken:
a. ,Ze moeten me geen snert verkoopen".
b. „Leve het werk en de lol is me lief'.
Hij kan er die twee lijfspreuken op na
houden, want wat moe zijn is, weet hij
niet. Of zooals hij 't zelf noemt: ,,'k Hew m'n
heele leven nog nooit gaapt van loufte.
Maar verder is hij slecht aan 't. praten te
krijgen over z'n werk buiten. Wie met hem
over de oudheid wil gezelsen, heeft hem
gauwer op z'n praatstoel, en .Tan Otto laat
graag es opsteken, tapt rijkelijk koffie en
om de vriendschap te verstevigen, als 't moet
nog een beste borrel ook. Naar oud-vader-
landschen aard, voor de vrienden en de
knechts, als 't zoo voorkomt.
Er had een gróót historicus kunnen groeien
uit dezen Koedijker ouderling, een groot
docent ook, want zooals Jan Otto de historie
van .Tan van Avenes, Bestevaer Tromp, Wil
lem II, Jan I, Floris V, Jacoba van Beijcren,
en andere roemruchte plagers van kinder-
hersentjcs in een vloek en een zucht behan
delt, met rijen jaartallen en geboortedatums-
op-den-dag-af, zal geen échte leeraar het hem
nadoen. Dat sprankelt en dat lééft Als
voor de klas de geschiedenis van het Gou
den Engelfeest, het festijn op Nieuwjaars
dag, dat de Koedijkers inplaats van Sinter-
klaasvieren eens zóó werd verteld:
„Ze moete main gien snert verkoupe
'k M as een paar jaar leden bai ien met een
briefke voor ripperasie an een praam en die
fcaid, toch aardig dat Gouwen Engelfeest,
as herinnering dat Koedijk vissehersdorp
was en de visscliers precies op nieuwejaar
thuiskwamme en kedootjes meenamme.
Nou, ik en de ouwe dokter van Balen Blan
ken hewwe dat onderzocht, we skreve al
lang leden nei de menistcr en in den Haag
is alles ófzocht, maar ze skreve dat ze niks
vinde konnc van 't ontstaan van de Gouwen
Engel en van Koedijk as vissehersdorp. Ik
Jan Otto, de jeugdige vijf en tachtig-jarige.
(foto Fred Groot.)
zaide deerom teugen die man, je zeurc kerel,
't moet aars weze. Eerst spookte hier Jan
van Avenes rond, en toen Jan II, die is in
1302 doodgaan. Toen kwam Willem III en
dat was een beste kirrel. Die had veul op
met 't. zieleheil van de mensche hier, en die
gaf Koedijk 'n eigen kerk. Der wazze hier al
wat huize, ze denke wel dat er een paar
keetcn stonde met vluchtelingen van 't ouwe
Vrone, dat 27 Maart 1291 verbrand weze zou.
Kaik, dit kakement zou nog van een Vroner
vluchteling weze. 't was een vrouwe-bakkes
docht dokter de Harlog, maar as je 't main
vrage, ken 't ok wel van ien van de bai-
waive van Floris I weest hewwe, want de
vrouwe gonge vroeger voorop met 't leger
mee.
Maar die Wullem III nou, die gaf een
kerk en een pastoor.
Maar zokke pastoors konne heel wat an.
die kwam met z'n traktement niet uit. Das
duidelijk, want kaik, hiér is nag een ouwe
rekening van een priestcrmaaltijd. zooveel
schape, zooveel fleskes wain, ja die kirrels
vratte as daikers. Dat Wullem gaf cm af en
toe een fooitje derbai. As 't Xuwëjaar was.
Een lieve man, een engel van een man, zal
die pastoor teugen de kerkgangers zaid
hewwe. Voel je em? Hou je gróót van je
vrouw? Vanzelf. Houd. ze gróót van jou?
Vanzelf. Nou, jij hewwe een engel van een
vrouw, zai een engel van een man, en die
die Willem dat was zoon best, dat wier een
Gouwen Engel! Koedijk vissehersdorp? Wel
nei! As er al visschers ware. konne ze toch
niet. krek op Nuwjaarsdag binnevalle
Waaruit de schuitemaker-historicus z'n
wijsheid put?
Op 't tafelzeiltje ligt. zoo een stapeltje lec
tuur, waar hij vanmorgen, vóór 't mid-
dag-tokje mee bezig is gewe.est.:
Ilislorie van de Abdij van Egmond.
De Iheorie van Darwin,
Historie van Otto von Bismark.
De Joden in Nederland.
■Vondels Palamedes.
Kracht en Stof van Ludwig Bühner.
Brands Historie der Reformatie.
Hoofts Nederlandsche Historiën.
En zoo zijn er nog een zestig, zeventig fo
lianten in solied kalfsleer.
,,'k Heb m'n heele leven nog geen roman
gelezen", zegt Jan Otto, mijn meester, mees
ter Nottelman, zei al dat ik alleen van boe
ken hield, die dropen van 't bloed, maar
daar ging 't niet om.
Ja, m'n vader was schuitenmaker en ik
werd schuitenmaker, maar anders
Inderdaad, anders
Jan Otto, de schuitenmaker-historicus aan z'n dagelijkschen arbeid.
(foto Fred Groot.)
In negentien vier en twintig, toen Jan
Otto dus een brave zeventiger was, heeft ie
een mooi avontuur beleefd, met den oud
burgemeester van Bergen.
Ja, dat zat zóó
„M'n teertonne gonge met de skipper nei
Alkmaar, ik denk nei de Kuipcrssteeg (Ach-
terdam) en ik vong een shclling 't stik en
deer most de vracht nag of.' 'k Had hoorei,
dat in Bergen woue ze een vuur make, dat
ik op de burgemeester an. Nou ik kwam.
en ik most in een mooie kamer, maar deer
was zooveul te zien. dat ik vergat men heele
tonne. Allegaar oudhedes uit Noordholland.
„Hé je deer verstand van", zegt die bur
gemeester.
„Een beetje al", zeg ik.
En deer begon ik met meneer te waiden
over dut en over dat, maar oplesten zaid
icwat koste de tonne
Nou een daalder 't stik. zeg ik en meheer
vond dat ik een lieve man was.
In de are kamer zat op de kanepee een da
me, nou 't was een ouwe jongejuffer... maar
dat" wist ik niet, maar ik gong er met eer
biedige bewegings op an, 'k was ja re rede-
raiker, dus de houdings kon ik. En deer ok
mee an de praat. Op 't vuurwerk most ik
ok komme, nou de lol is me lief, dat Janus
de Louw nvn de beerd er of, in t trempie
en na Bergen an Zee. Met de burgemeester
en de ouwe jongejuffer. Bovenop duin
Een mooi feest en ik had een vuurtoren
maakt van die tonne. Dat was in '22.
Twee jaar latei' wéér tonne levcre en wéér
hene Toen had ik 'n heele poert maakt met
kantëelen er in. Maar net staan ik met
Strooker, die ouwe kattebaier, van Skoorl.
er boven op. of vlak in de buurt ploft 't heele
vuurwerk uit mekear... 't Zai iniensen
bom'k Was er mooi mee een splin
ter in m'n arm en een skroef in m'n kleere-
Twee dokters en een zootje liefdezusters ben
der an te pas kommen, 'k Kon wel in brokke
weest hewwe.
Weer wipt de 85-jarige kwikstaart van z'n
plaats voor de zooveelste keer duikt in
de kast, kijkt en passant in- de keuken of
't petrumsteltje niet te hoog gaat. en komt
met een volgend pronkstuk aandragen. Net
jes in een lijstje-achter-glasde splinter
en de schroef.
Blijde herinnering aan de dertiende Au
gustus 1924, zegt de oolijkerd.
Dat is Jan Otto!
RESULTAAT: HOOGERE PRODUCTIE
DUS MEER GELD.
Uit het jaarverslag van De Eens
gezindheid te St. Maartensbrug.
Meerdere jaarverslagen' van Coöp. Zuivel
fabrieken in N.H; bevatten leerzame méde-
deelingen en cijfermateriaal, betreffende fok
kerij-aangelegenheden. Zoo ook het onlangs
verschenen verslag van de Coöp, Zuivelfa
briek „De Eensgezindheid" te Sint Maartens
brug. In dit verslag vinden wij naast de ge
bruikelijke mededeelingcn over bestuursmu-
taties, vergaderingen, exploitatie, wenken
met het oog op de melkwinning enz. enz., een
zeer lezenswaardig verslag van de controle-
vereen.
v De zuivelfabriek te St. Maartens
brug is de voornaamste fabriek in de
Zijpe, een polder met lichte tot zelfs
zeer lichte grond, telde het afgeloo-
pen boekjaar 171 leden. Van deze
171 leden blijken er 13 lid te zijn van
de rundveefokvereen, te Schagerbrug
terwijl ruim 100 leden waren aange
sloten bij de contrölever. Van deze
ruim 100 leden zijn er een 30-tal, die
zelf de monsters nemen, en 70 krij
gen de monsternemer thuis. Van alle
leden van deze fabriek zijn er dus in
totaal een 114 of pl.m. 67% die in een
of andere vorm doelbewust maal-
regelen treffen om de veestapel te
verbeteren, terwijl plm. 33% meenen
het zonder eenige organisatorische
maatregelen te kunnen stellen. Deze
cijfers zijn zeer gunstig als wij ze
vergelijken met de voor geheel N.H.
of zelfs voor vele andere fabrieken.
Toch verbaast men zich er over, dat
33% van de melklevcrancicrs zelfs
de eenvoudigste vorm van melk-
contröle, n.1. via een contrólevereen.
nog als overbodig beschouwen, een
vorm van controle, welke slcchls
f 1 per koe per jaar kost of bij een
gemidd. productie van 4000 kg. melk
per koe, slechts 1/40 cent per Kg.
melk bedraagt. Een uitgaaf, welke
een 40-jarige lange ervaring in de
praktijk wel bewezen heeft, bij ver
standig gebruik van de verkregen
gegevens een hooge tot zeer hooge
rente oplevert.
Een veehoudersbedrijf waarin door eigen
aanfok van jongvee gezorgd wordt voor de
noodzakelijke jaarlijksche vernieuwing van
de veestapel, kan met bet oog op de se
lectie van het jongvee, dat aangehouden
moet worden, alsmede bet vee. dat moet wor
den afgezet, alsmede de keuze van den
stier, de melkcontróle als allereenvoudigste
maatregel van veeverbetering niet missen.
WaaTom niet?
Het is onbegrijpelijk, dat er in N.H. nog
zooveel veehouders zijn, die hiervan niet
overtuigd schijnen te kunnen worden. Van
af 1900 tot pl.m. 1915 is er in ons land, ook
in onze provincie, een intensieve propagan
da gevoerd voor de melkcontróle, een propa
ganda, waaraan door zeer vele personen en
instellingen is medegewerkt (landbouwvoor
lichtingsdienst, landbouwonderwijs. land-
bouworgan., landbouwpers, zuivelorganisa-
ties enz. enz.) De oogst van deze jarenlange
propaganda om de veehouders-fokkers de
overtuiging bij te brengen, van de noodzaak
voor een economische bedrijfsvoering van
een zoo buitengewoon eenvoudige veeverbe-
teringsmaatregel als de melkcontróle is, is in
vele provincies bevredigend tot zeer goed ge
weest, in andere helaas teleurstellend. Tot
deze laatsten» behoort ook onze provincie.
Sedert jaren is de propaganda voor de melk
DE „ROLTROMMELVUILNIS-
WAGEN" GEARRIVEERD.
Nog jaist op tijd besteld!
Als de huisvader, die met trots
kijkt naar den mooien stofzuiger,
dien hij z'n vrouw cadeau gedaan
heeft en zegt: „Nu zou ik hem maar
eens probeeren", zóó, en met min
stens evenveel welgevallen, keek
burgemeester Mijnlieff naar de
nieuwste aanwinst van het gemeen
telijk huishouden en zei Donder
dagmiddag tegen van Twuiver:
„Nou ga je maar een paar keer
oefenen in het in- en uitrijden, zoo
dat je den wagen niet beschadigd
en ook niet de deuren van de ga
rage".
En daarmee vertrouwde hij onzen werk
man van den reinigingsdienst den nieuwen
„vuilnis-rolwagen" toe en droeg hem de
zorg daarvan op.
„Vuilnis-rolwagen", die offieieele naam
'is toch eigenlijk veel te plebeïsch voor den
prachtwagen, dien we rijk zijn. geworden.
Denzilveren" wagen zouden we hem wil
len noemen. Niet om de elf duizend zilve
ren guldentjes die hij kost, want die prijs
is werkelijk een prikkie en zeker zoo laag
omdat onze vroede vaderen nog juist op
tijd besteld hadden.
Neen. 't is om de zilveren kleur
en den indruk, die de wagen
maakt, als hij langs ons komt en
doet denken aan een trotsch en
breed galjoen van de zilvervloot,
dat die naam van vuilniswagen
ons niet aanstaat. Wie denkt bij 't
zien van zoo iets moois nog aan
vuil en asch en rommel? Toch zal
hij voor 't ophalen daarvan moe
ten dienen en hoe magnifiek hij
werkt werd Donderdagmiddag voor
het raadhuis gedemonstreerd.
De hoedanigheden.
Een vertegenwoordiger van den leveran
cier, (het is een fabrikaat van Geesink en
Zonen te Weesp), vertelde nog zoo een en
ander van de hoedanigheden van den wa
gen, een 6 cyiinder Chevrolet, de buitenge
woon practischen opbouw en het puik wer
kend mechanisme. Maar burgemeester
Mijnlieff, die blijkbaar al goed op de hoog
te was en geen kat in den zak had gekocht,
Burgemeester Mijnlieff leidt den zilveren
wagen rond het raadhuisplein. De wethou
ders, de gemeente-secretaris en de gemeen
te-opzichter zien belangstellend toe.
Foto Fred. Groot
klom zelf in de cabine en voerde ook zelf
alle handelingen uit, die noodïg waren om
aan de wethouders, de heeren Keuris en
Lubbert, den gemeente-secretaris, den heer
Keijzer, den gemeente-opzichter, den heer
Hoep, liet secretarie personeel, dat natuur
lijk ook even kwam kijken en wie verder
aanwezig waren, de werking te tooncn.
Als een hondje aan een touwtje
Evenals bij onze oude vuilniswagen is in
schakeling van den motor, besturing en
remmen ook naast de wagen mogelijk, zoo
dat de werkman niet steeds in en uit de
cabine behoeft te stappen, maar de auto
„als een hondje aan een touwtje" langs den
weg kan voeren. Achter de cabine is 'een
ruimte van ongeveer 2 m3 voor groote stuk
keu die meegevoerd moeten worden en bij
de oude wagen boven werden geworpen.
De eigenlijke tank.voor de vuilnis uit onze
vuilemmers is een bak van ongeveer 10 m3
die in tweeën-gescheiden-is en-geheel af
gesloten kan worden. Achterin wórdt een
rolluik opgeschoven en het vuil uit de
emmers "Va.lt in een ruimte, dié voorloopig
een 2Vfc a 3 m3 kan bevatten. Is het zoo
ver, dan wordt in de cabine even een han
del omgezet en automatisch gaat het heele
„achterlijf" omhoog, waardoor liet vuil
naar voren in de tank rolt. Nadat deze
weer in den gewonen stand is gebracht,
kan dan achterin weer gestort worden. Als
de wagen geheel vol is cn naar de stort
plaats gereden, kunnen daar met een an
dere handel en dus weer automatisch de
twee gedeelten schuin omhoog en van on
deren van elkaar wijkend worden gezet
en als door een groote muil spuwt de
tank de inhoud uit.
Is er meerder personeel bij den wagen,
dan kan de bestuurder in de cabine blij
ven en degeen, die de emmers leegslort
behoeft slechts achter aan den wagen op
een knopje te drukken om den.man in de
cabine te - waarschuwen, dat het achterste
deel vol is en het vuil dus naar voren ge
rold moet worden. Moet men over een lan
gen afstand rijden, dan kan de achterste
man een plank aan den wagen neerslaan
en daarop staande meerijden. Verscheide
ne bevëiligingsinrichlingeri zijn aange
bracht om ongelukken te voorkomen en we
behoeven er wel niet op te wijzen, dat al
les zoo is ingericht, dat het ophalen en het
vervoer van het vuil zoo hygiënisch mo
gelijk geschiedt!
controle verslapt, hetgeen gezien de teleur
stellende ervaring in liet verleden, alsmede
het weinige inzicht dat noodig is om de
noodzaak van deze maatregel te vatten,
ecnigermate te verontschuldigen is.
Mij zullen hierop niet verder ingaan,
maar kwamen er toe, dit neer te schrijven
als gevolg van de nadere kennismaking met
het jaarverslag van bovengen., zuivelfabriek
In het verslag van den controleur staan de
productiefste melkvaarzen, twenters, derd-
kalvers en oudere koeien vermeld. Als grens
wordt bier gebezigd de boteropbrengst, het
welk in Noordholland niet gebruikelijk is.
Als regel wordt in N.H. altijd de botervetop-
bréngst vermeld en dientengevolge komt hel
ons voor, dat het vermelden van de bolorop-
.brengst minder juist "is, het werkt ietwat
verwarrend. Van de oudere koeien slaan
vermeld de producties van de dieren met 200
kg boter en hoogcr. hetgeen overeenkomt
met ongeveer 171.5 kg. botervet. Voorts staan
vermeld de derdkalvcrs van 1S0 kg. boter en
hooger of pl.m. 154 kg. botervet; bij de twen
ters van 160 kg. boter en hooger of 137 kg.
botervet en bij de vaarzen van 140 kg. boter
en hooger of 120 kg. botervet. Het blijkt dan,
dat in totaal 223 dieren volgens bovenstaande
indeeling staan vermeld, waarvan 49 stuks
van een 10-tal fokvereen.-leden en van 68
controlevereen.-leden 184 stuks, zoodat de
fokvereen.-leden gemiddeld over tweemaal,
zooveel vermeldenswaardige koeien beschik
ken dan de contróleverecn.-leden.
Hel is bekend, dat N.H. over bet algemeen
productief vee bezit, hetgeen ook weer blijkt
uit het jaarverslag. Ondanks de slechte win
ter 19391940 met zijn ruwvoer- en kracht-
voer-tekort en ondanks het hier veelal pro-
ductie-cijfers betreft, verkregen op lichten
grond, bewijst het verslag dat vele veehou
ders in de Zijpe productieve melkkoeien be
zitten.
Dit moge blijken uit bijgaand staatje, ont
leend aan het gen. jaarverslag.
Op bon van uw dokter
Aantal
productie: vaarzen twenters dérdkalv. oudere
3500/4000 Kg. 34
4000/4500 Kg. 10 1
4500/5000 Kg. 2 22 9
5000/5500 Kg. 2 1 7
5500/6000 Kg. 1 1 22
6000/6500 Kg. 1 7
6500/7000 Kg. 5
7000/7500 Kg. 3
7500 Kg. 3
De gemiddelde opbrengsten waren als volgt:
Kg. melk Kg. boter vet.
354 vaarzen gemiddeld 3061 117 3.52
261 twenters 3644 136 3.45
175 derdkalvers 4084 152 3.43
412 oudere 4727 172 3.45
Aantal melkdagen varieerden van 280 tot
330 dagen.
Uit deze cijfers volgt wel, dat verhooging
van bet vetgehalte met behoud van de melk-
rijkhcid zeker mogelijk geacht moet worden.
De leden van de Eensgezindheid, die geen
lid van de contrólevereeniging zijn, raden
wij ten zeerste aan het verslag van de con
trólevereeniging eens rustig te lezen en te
overdenken.
De Rijksveeteelt-consulent,
Ir. L. de Vries.
Alkmaar, Landbouwhuis, September 1940.