Ik zie, ik jij met zie wat zie Visschen vechten op leven eo dood! Wat mag blinken? Verdere beperking van het benzineverbruik De verhouding Engeland-Egypte BOMMEN OP WpERT AMERIKA en de Werelddiamanthandel r Derde distributieperiode tol 6 Oc- tober verlengd. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart., in overleg met den secretaris generaal, waarnemend hoofd van het depar tement van waterstaat, maakt bekend: De huidige benzinesituatie in ons land maakt een nog verdere beperking dringend noodzakelijk. Niet alleen zal deze beperking gevonden moeten worden in een verminderde toewij zing voor de Octoberperiode, doch ook zal liet voor icderen benzineverbruiker noodza kelijk zijn zich zelf daar waar mogelijk uit eigen beweging beperking in het verbruik van benzine op te leggen. Het is de plicht van iederen staatsburger, dat hij zooveel mo gelijk bijdraagt tot het in stand Kouden van het economische leven. Men zal zich dus keer op keer weer hebben af te vragen vóór men met zijn auto rijdt: ,,Is het wel drin gend noodzakelijk, dat ik dit doe". Van overheidswege moeten in dit verband tevens de volgende maatregelen genomen worden: Het bij beschikking van 14 Augustus 1940 aangewezen tijdvak van 1 tot en met 30 Sep tember 1940, zijnde de derde motorbrandstof- distributiepcriode, wordt verlengd tot en met G October a.s. Als -4de distributieperiode wordt niette min aangewezen het tijdvak van 1 tot en met 31 October 1940. Als gevolg hiervan zullen wedcrverkoopeVs van 1 tot en met 6 October a.s. zoowel de thans geldende coupons met groenen opdruk op grijzen ondergrond, welke bevestigd zijn aan de op grijzen ondergrond gedrukte ver gunning, o.m. voorzien van het groene cij fer 3, mogen accepteeren als de voor October ontworpen coupons met gelen opdruk op lichtgrijzen ondergrond, bevestigd aan een op lichtgrijzen ondergrond gedrukte vergun ning, waarop o.m. in gele kleur het cijfer 4 voorkomt. j LANGE AVONDEN EN GEZELSCHAPSSPELEN. Kent gij het spel der hopla - bom poëzie? Zóo is het altijd geweest en zoo zal het ook altijd wel blijven: men kan een zaak van den somberen en men kan hem ook van den zonnigen kant bekijken en ten faveure van onze zielerust, is het laatste toch altoos nog het meest aan te bevelen. De winter is op komst en het is waarlijk niet te verwonde- ren, dat velen reeds nu in het dagelijksch i gesprek het naargeestig beeld oproepen van een periode vol ontberingen met veel kou, veel duisternis en veel narigheid. Nu behoeft men natuurlijk ook weer geen overdreven op timistische gevoelens te koesteren en mét 1 den dichter Shelley bedenken dat „de lente nabij is, wanneer de winter komt", want 1 vooral in ons land is de winter nu niet be paald een jaargetijde, dat nien maar even „voonbijdenken" kan. Maar - en daarop mag In deze dagen toch wel eens gewezen wor- den, er bestaat toch ook nog zoo iets als echt Hollands-huiselijke gezelligheid, die in wintersche dagen nu eenmaal meer kans krijgt zich te ontplooien d^n op andere tij den, wanneer wij het huis ontvluchten en het is juist die gezelligheid binnenshuis, die nu meer dan ooit een goede kans maakt. Onze landgenooten in Den Haag, Rotterdam, Alkmaar en tientallen andere plaatsen in de z.g.n. „kust strook" hebben er op het oogenblik al een voorproefje van: de 'deur uit gaan des avonds na 10 uur is taboe en zelfs de meest verwende „uitloo- per" of uitgaander ziet zich nu ge- i dwongen zijn uren binnenskamers door te brengen en... de bekoringen van de huiselijke gezelligheid te leeren kennen. Of dat nu wezenlijk zulk een straf is? Wij ikunnen ons voorstellen dat velen ongerief onder vinden van de jongste bepalingen, maar wij willen toch niet de oogen sluiten voor de verdiensten die een dergelijke gang van zaken onbewust met zich brengt. Intusschen zullen wij ons dus moeten voor bereiden op vele langs uren die wij in goed- afgeschermde en geen straaltje licht doorla tende kamers zullen doorbrengen en het spreekt vanzelf dat wij trachten zullen die avonden op de meest aangename en onder houdende wijze door te brengen. Lezen? Na tuurlijk, wintertijd is leestijd en ware het niet dat wij ditmaal aan het gezelschaps spel wilden herinneren, zonder twijfel zou den wij een vurig pleidooi voor het toch al zoo verwaarloosde boek houden, Maar ge'ijk gezegd, wij willen voor ditmaal eens geen lans breken voor de litera tuur die, daarvan zijn wij zeker, dit jaar wel aan haar trek" zal komen en wij willen nu eens teruggrijpen naar de gulden dagen on zer voorouders, die nog altoos een reputatie genieten vanwege hun bedrevenheid in ge zelschapsspelletjes! Vroeger Men beweert zelfs dat er vroeger een be duidend 'grooter verscheidenheid in huiselij ke spelen was dan tegenwoordig en dat nu kunnen en willen wij niet beoordeelen, maar zooveel is wel zeker, vroeger als nu beston den er altijd drie soorten gezelschapsspe len, die, waarbij veel intelligentie noodzake lijk is; die, waarbij men 't vernuft geheel ontberen kan en ten slotte de tusschenvor- men. Tot de eerste categorie behoort natuurlijk het zoo langzamerhand als klasieke tradi tie gevestigde bridgen, zonder kennis waar van men tegenwoordig „niet voor vol" wordt aangezien. Booze tongen beweren, dat nien. om dit spel goed te beoefenen, ook goed getraind moet zijn in het ruziemaken en verwoéde bridgers zouden zelfs gansche reeksen onvriendelijke uitdrukkingen uil hun hoofd leeren om op bepaalde ooerenbli- ken niet down te gaan. Hoe het zij, het kaartspelen vcreischt in het algemeen, een al te flauw spelletje daargelaten, vrij veel inzicht en een helder opmerkingsver mogen. Het behoeft geen betoog, dat wij het scha ken-en het dammen hier buiten beschou wing laten. Het ware een dwaasheid deze. in hoe breede kring ookbeoefende spelen, onder gezelschapsspelen "te rangschikken en wij gelooven den overtuigden dammers en schakers zelfs recht te doen wedervaren, wanneer wij hun spel tot de wetenschappe lijke hersenproeven rekenen. Spelletjes zonder verstand Van de oude „spelletjcs-zonder-ver- stand" is in werkelijkheid niet zoo heel veel overgebleven. In den Bie dermeiertijd moet het. „veertje bla zen" een drukbeoefende bezigheid zijn geweest, die niet zonder hila riteit werd beoefend, maar of er van dit „spel" heden ten dage nog wat overgebleven is. hetwijfelen wij sterk. Tusschen het intelligente kaartspel en het geestelooze doodslaan van den tijd liggen evenwel tientallen ande re, genoeglijke, eenige schranderheid en handigheid en veel geluk behoe vende gezelschapsspelen, waarmee in den aanstaanden winter nog me nig uur zal worden doorgebracht. Wij denken nu niet in de eerste plaats aan de vele bekende spelletjes als „Mensch erger je niet", „Halma", sjoelbakken en het meer of minder tot de sport behoorende ta- feitennis en tafelbiljard, maar meer aan die typische gezelschapsspelen, waaraan het gehcele huisgezin deel neemt en die veelal zonder materiaal beoefend worden. Zoo dateert uit een betrekkelijk jongen tijd het maken van een zoogenaamd „protocol". De geestigste persoon uit het gezelschap neemt daarbij potlood en papier ter hand. waarop de aanwezigen om beurten een mannennaam, een vrouwennaam, een werk woord, een bepaling van plaats, een pro duct of gevolg enz. enz. noemen. Genoemde geestigaard mengt nu de gegevens naar goedvinden, maar zoodanig dat hij: even veel zinnen/ krijgt als er deelnemers zijn. in deze geest: ..Hendrik en Maria schom melden in een hutkoffer; het gevolg was, dat zij tot minister benoemd werden en de wereld vond het al lang goed'' of welke an dere onzinregel ook. Maar er zijn nog heel andere „protocol-schema's" mogelijk. Aardi ger zullen velen misschien de „hopla-bo&i" poëzie vinden, waarbij men werkelijk kan laten" zien wat men weet en of men com bineeren kan. een spel, voor lieden met eenige ontwikkeling en intelligentie. Natuur lijk hebt ge op de lagere school en op an dere onderwijs-inrichtingen veel poëzie te verteren gekregen en de vraag is nu. of ge die nog kent. Wie de meeste goede beurten piaakt, heeft gewonnen. Hier volgt een voor beeld: „Jan Bom zegt: ik ben 'n hopla preparaat. Vriend hoplahoplabom maakt zich (deswegep bom. Ik bom, mij docht al al lang voor hopla, Wat zou zoo'n hopla toch wel hopla". Waarvan de oplossing het volgende vers je van De Genestet is: „Jan Rap zegt: 'k ben een chemisch (preparaat. Vriend spiritualist maakt zich deswegen x (kwaad. Ik niet, mij docht al lang voor dezen: Wat zou zoo'n smeerpoes toch wel wezen". Onnoodig te zeggen dat bij dit poüzie- spellctje een ongekend aantal variaties mo gelijk zijn. En dan te bedenken dat wij nog zoo veel uren kunnen doorbrengen met het klassieke „Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet!", een spel dat in Amerika naar men zegt. zelfs met geestdrift door de ouderen wordt beoefend onder den naam „Funny question" KINDERWAGEN DOOR AUTO VERPLETTERD. Woensdagmiddag reed een vrachtauto te Drachten achteruit. De bestuurder zag niet, dat achter de auto een juffrouw met een kinderwagen stond, waarin een tweejarig kind zat. De kinderwagen werd onder den auto plat gedrukt, waarbij het kind om het leven kwam. TWEEHONDERD GULDEN VERMIST. Een onderwijzeres uit Amsterdam-Zuid heeft bij de politie aangifte gedaan van den diefstal van ruim tweehonderd gulden. Zij droeg dit geld hij zich in haar handtaschje. In hel schoolgebouw, waar zij werkzaam is, was toen plotseling het geld verdwenen. De verdenking rust op een 9-jarigcn jongen, die zegt geld te hebben gevonden. Hij is kort daarop bij een horlogemaker gekomen met het gezegde voor een bedrag van honderd gulden aan horloges en klokken te willen koopen. VERNUFTIGE GEVECHTSMETHODES. De visschenoorlog in Siam. Meer amusant dan afzichtelijk. Het ligt in de menschelijke natuur anderen te zien vechten, andere menschen of dieren, De Romeinen vergastten zicli aan het schouwspel, geboden door strijdende gladia toren. De Chineezen vischtcn en wisschen nog met aalscholvers, dc oude Egyptenaren ge bruikten op de jacht snelle luipaarden, de valkeniers in den riddertijd (en later) roof vogels. Dc Engelsche aristocratie schept be hagen in de achtervolging van een vos door een groot aantal honden. In den slaventijd in de V. St, werden gedroste slaven opge jaagd met bloedhonden, de Javanen en an dere inlanders in Ned. Indië smulden aan hanengevechten; de inlandschn adel arran geerde gevechten tusschen buffel en tijger. In onzen tijd, in Europa, gaan wij kijken naar boksmatches. In Siam gaat men kijken naar vech tende visschen en waarom zouden zij dat niet doen Gaan er ook niet menschen naar de bios coop om „gangsters" en g-men het met el kaar te zien uitvechten en vallen in de opera de dooden niet bij bosjes. Het moet een merkwaardig schouwspel zijn, de vechtende visschen elkaar in de vinnen te zien bijten. In de Septemberafleve ring van „Natuur en Techniek" levert H. M. Smit een belangwekkende bijdrage hierover. Klein maar dapper! De vechtende visch is het kleinste lid van do groote Oostersche familie, der Anabanti- dae, die zulke bekende soorten als den pa- radijsvisch en den „loopenden visch" om vat. Opvallende familiekenmerken zijn het maken van schuimnesten en het ademen van dampkringslucht ter aanvulling van de zuurstof, die zij door middel van de kieuwen uit het water opnemen. De wetenschappelijke naam, gegeven door Schade beperkt zich tot vernielde ralten en dakpannen. Woensdagavond om half twaalf zijn bo ven Weert zes bommen omlaag* geworpen. Deze vielen grootendeels in achtertuinen van perccelen aan den Singel, welke om de oude kom van de stad loopt. De schade be perkte zich tot het vernielen van ruiten en dakpannen. Persoonlijke ongelukken vielen niet voo'r. Ook Wageningen moest het ont gelden. In d envorigen nacht hebben Engelsche vliegers zeven bommen geworpen nabij Wa geningen. Een bom was van zwaar kaliber. Zij kwamen terecht in boomgaarden nabij Nude. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. De matericele schade is gering en bepebkt zich tot enkele gesprongen ruiten van het instituut voor veredeling van land bouwgewassen. Demonstratie met een nieuwe drijvende brandspuit te Zaandam Morgen zal in Zaandam een grooto brand weerdemonstratie worden gegeven, waarbij niet alleen de gemeentelijke brandweer op zal treden, doch waaraan ook de vrijwillige en fabrieksbrandweren haar medewerking zullen verlcencn. o.a. zal men er de nieuwe drijvende brandspuit van Bruynzeel's fabrieken in .actie zien, welke den toepasselijkcn naam Van „Vuurvreter" voert en bestemd is om bij groote houtbran- den in te grijpen. De door vele kleine wa teren omgeven en doorsneden fabriekster reinen zijn een uitstekend operatieterrcin voor de „Vuurvreter", die met haar capa citeit van 6.000 liter per minuut bij acht atmosfeer en van 10.000 liter bij twaalf at mosfeer overal ingezet kan worden. Vanzelfsprekend is het in verband met den geringen diepgang van vele wateren een platbodcmvaartuig. Het heeft een lengte van 15^ meter en is voorzien van een acht meter hoogen toren, van waaruit men ook branden in hooge gebouwen kan bestrijden en welke het tevens mogelijk maakt, dat over hooge hindernissen heen gespoten kan worden met zekere trefkans. Het zwaarste stuk van de „Vuurvreter" liet waterkanon dat bovenvermelde capaci teit heeft, staat opgesteld op het voors'te bordes, en kan onmiddellijk in bedrijl wor den gesteld. Ook op een tweede bordes is een waterkanon opgesteld. Behalve van deze zware stukken is de boot nog voorzien van 700 meter aan- slangen, waarmede ver van het water gelegen gebouwen bereikt kun nen worden. De groote capaciteit van den motor, welke 150 p.k. bedraagt, is cr borg voor, dat de slangen steeds voldoende druk hebben. Deze krachtige motor wordt ook ge bruikt voor de voortbeweging, waardoor het schip een snelheid kan halen van 15 km per uur. Bovendien is het nog voorzien van een speciale schroef. De commandant van de boot voert het bevel over acht man, van wie er zes spuit gasten zijn, die gcrequireerd worden uit het technische personeel van het bedrijf. De ze bezetting kan nog worden uitgebreid met afdcelingen der fabrieksbrandweer. die on der normale omstandigheden liet brandweer- net. dat een lengte kan bereiken van 2 km en over het geheele bedrijf verspreid is. bedient. En tenslotte kan de „Vuurvreter" ook speciale branden met schuim blusschen met een speciaal schuimkanon, dat per mi nuut 2.00 liter schuim in de vlammen kan werpen. Er is slechts één drijvende brandspuit in Nederland, die grooter is en dat is de „Ja- son" van de Amsterdamschc brandweer welke in tiet IJ voor de kazerne in de cle Ruyterkade ligt. De bekende „Jan van der Heyden" is kleiner. dr. Tate Regan van de Brilish Museum, is Betta splendens. Het gevechtsinstinct is kenmerkend voor het mannetje en is zoo sterk, dat een nor male visch het bij elke gelegenheid en onder alle omstandigheden vertoont. Men zou kun nen veronderstellen, dat het gevechtsinstinct bij het naderen van de volwassenheid tol ont wikkeling zou komen. In werkelijkheid komt de neiging tot den strijd reeds op zeer jeug digen leeftijd tot uiting; en in aquaria moe ten visschen van nog geen twee maanden oud en minder dan half volwassen geschei den worden gehouden om voortdurende on- ecnigheid te vermijden. Omdat zij altijd be reid zijn een gevecht aan te gaan, moeten volwassen mannetjes niet alleen in afzonder lijke aquaria worden gehouden, maar als zij mededingers in aquaria in de buurt zien, zou dat hun vitaliteit en gevechtsvermogen door voortdurende vruehtelooze pogingen ernstig schaden, zoodat het geraden is hen met karton van eventueele andere aquaria af te schermen. De vechtende visch heeft uitstekend ge reageerd op de pogingen om variaties te kweeken, teneinde aan de vraag te voldoen. Zelfs in handen van menschen, die niets van de wetten der erfelijkheid weten, zijn opmerkelijke verbeteringen in vorm. kleur, grootte en gevechtsvermogen tot stand ge bracht; en er is reden aan te nemen, dat men nog niet aan het eind is van de mo gelijke verbeteringen. In Siam. In Siam, evenals in de verschillende lan den. waar de visch is ingevoerd, gaat men bij het ai rangeeren van een visschengevecht ge vvoonlijk zoo te werk, dat men twee manne tjes van ongeveer dezelfde grootte in afzon derlijke glazen bij elkaar brengt. Als zij hun vinnen uitzetten en hun kleuren vertoonen en koppige pogingen doen om bij elkaar te komen, worden zij samen in eenzelfde bas sin gedaan. Onmiddellijk gaan de visschen op elkaar af en zetten bij wijze van voor bereiding hun vinnen op en hun kieuwla mellen uit. terwijl de kleuren in golven over hun lijf trekken. Een veel voorkomende ge- vechtshoudine is naast elkaar met de kop pen in dezelfde richting, de eene visch iets achter den andere. Deze. houding duurt van enkele seconden tot verscheidene minuten Daarna vallen de visschen elkaar slag or> slag aan en hun bewegingen zijn daarbij zoo snel, dat men het eigenlijke toebijten van de tanden met het oog nauwelijks kan vol- TUINMAN DOOR AUTOBUS AANGEREDEN EN GEDOOD. Gisterenochtend omstreeks zeven uur is bij de Hoeksterpoortbrug tc Leeuwarden, een verkeersongeval gebeurd, waarbij de 44-jari- ge tuinman J. Nauta, werd gedood. N. kwam per rijwiel van den kant van den Gronin ger straatweg. Achter hem aan reed een auto bus uit Murmerwoude mot arbeiders, die te Leeuwarden werkzaam zijn. De wielrijder veranderde van richting zonder een teeken te geven. Het gevolg was. dat hij werd aan gereden en op slag dood was. De bestuurder van de alitobus remde uit alle macht, tengevolge waarvan de bus slip te, hantelde en nog eenige meters op 't weg dek voortschuurdc. Dc inzittenden kwamen er nog al goed af. Eenige werklieden wer den door glasscherven gewond. Schuur roet graan door brand verwoest Vermoedelijk door het achteloos wegwer pen van een brandende sigaar of sigaret is brand ontstaan in de groote vcldschuur van den landbouwer Eskes in den Ooyerhoek te Warnsvold De schuur, waarin de geheele graanoogst van zes h.a. grond was opgesla gen. ginc verloren. De boerderij zelf kon be houden blijven. PERSCHEF VAN DE „NEDERLANDSCHE UNIE". Tot perschef van „De Nederlandsche Unie" is benoemd de heer H. J. Kraus, tot nu toe verbonden aan de redactie van het „Algemeen Handelsblad". gen, terwijl de aanvallen worden voortgezet alleen met de korte onderbrekingen, waar in dezelfde gevechtshouding wordt aangeno men. In het algemeen worden de aars staart- en rugvin het meest aangeval leu. De horst- en buikvinnen zijn dik wijls na het eind van een gevecht vrijwel onbeschadigd; maar soms hebben zij in het begin te lijden; de vertikale vinnen krijgen het ech ter altijd te kwaad. Het eerste bewijs, dat het ernst is, wordt gewoonlijk ge leverd door gescheurde vinnen. Naarmate het gevecht voortgaat, kan er heel wat van de vinnen verloren gaan en hij een gevecht tusschen vis schen, die goed tegen elkaar opge wassen zijn, blijft cr van de vinnen dikwijls niet veel meer dan stompjes over. Als zij groote stukken van hun vinnen ver liezen, krijgen zij last met hun evenwicht, het zwemmen en liet sturen en komen daar door in het nadeel; maar bij visschen, die ongeveer even sterk zijn, is dit maar zelden een beslissende factor. Een ander punt, waar op de aanvallen zijn gericht, zijn de flanken van het lijf. Soms worden er afzonderlijke of geheele rijen schubben afgerukt, maar bij vele gevechten komt deze soort van ver wondingen niet voor. Bij uitzondering bijten dc visschen elkaar in dc kieuwdeksels en komen er lichte verwondingen van de kieu wen voor. De kaken in elkaar. #Ecn belangwekkende variatie in de ge- vechtstaktiek treedt op. wanneer de vis schen met dc koppen naar elkaar toe aan vallen en hun kaken stevig in elkaar grij pen. Met de kaken stevig in elkaar en het lichaam gestrekt, worstelen de visschen, ter wijl zij geheel of gedeeltelijk om hun lengte as draaien. In mijn waarnemingen duurde dezen vorm van gevecht altijd maar kort en eindigde er altijd mee, dat de visschen naar den bodem zonken en daar tien tot twintig seconden lang volkomen stil bleven liggen. Dan lieten zij elkaar los en snelden naar de oppervlakte om lupht te happen, waarna zij bun gewone wijze van vechten weer opvatten. De positie met in elkaar grij- nende kaken belemmert de ademhaling en duurt slechts zoo lang als de visschen de be hoefte van het lichaam aan meer zuurstof Berlijn, 19 September (D.N.B.): De Frankfurter Zeitung gaat in een hoofd artikel de beperkingen na, die voor de Egyptische souverciniteit uit het Anglo- Egyptisch „bondgenootschapsverdrag" van 26 Augustus 1936 voortvloeien. In deze over- j eenkomst die ook thans nog den rechtsgrond slag van de verhouding tusschen beide sta ten vormt, daar het niet opzegbaar is, werd weliswaar de bezetting beëindigd verklaard, maar desondanks bleven Engelsche troepen in het land, de bijzondere bestemming, die zij in het land van een andere, zoogenaamd souvereine regeering hadden, was vastge legd in de uiterst rekbare bepaling, dat zij moestch blijven tot de Egyptische troepen sterk genoeg waren om „op eigen kracht de vrijheid en volkomen veiligheid van het Kanaal te waarborgen. Andere bepalingen kwamen hierop neer, dat Egypte geen overeenkomsten of verdra gen met andere landen mocht sluiten, die met het hondgenootschap in strijd waren en dat Engeland in geval van nood verplicht was Egypte tc hulp, te komen, indien het be dreigd werd. Deze 'verplichting tot hulpver leening van Groot-Brittannië aan Egypte, niet echter omgekeerd van Egypte jegens Engeland, is thans van beslissende beteeke- nis, zoo meent het blad, want tegenwoordig is de situatie zoo, dat slechts Engeland zich in oorlog bevindt, niet echter Egypte. Overigens beeft het verdrag aan het land nog grootere lasten opgelegd en Londen ver oorloofd om Egypte tot een steunpunt van zijn macht in bet Oosten van de Middelland- schc Zee te maken. Tn plaats van dichter bij de autarchie te komen en de Engelsche troe pen tc zien aftrekken, naar dc eigenlijke zóne van het Suez-kanaal, moet Egypte zich thans weer de niets ontziende militaire heer schappij van Engeland laten welgevallen. Het ligt voor de hand, dat dit niet zonder gevolgen voor de hinnénlandsche politiek van Eg.ypte kon blijven. Ook Egypte behoort tot de landen, die zich door den last van hun bondgenootschap met Engeland niet laten neerdrukken en die niet meegesleept willen worden in dc catastrofe van de Westersche mogendheden. De Frankfurter Zeitung besluit met do woorden: „De Italianen weten dit, zij zijn ook bekend met de moeilijkheden, waaraan het Egyptisèhe nationalisme blootstaat. Evenals voor Duitschland, bestaat er ook voor Italië slechts een noodzaak: Don En- gelschcn vijand te verslaan. Het is niet Ita- lië's schuld, als deze vijand ook op Egypti- schen bodem staat". De „Koelnische ZeitunR" meldt uit Was- hington: ln Washington houdt men rekening met de oprichting van een maatschappij voor het slijpen cn verkoopen van Zuid-Afrikaan- sclie diamanten. De oprichting hiervan zou geschieden door een groote Amerikaansche diamantonderneming. Volgens gegevens van het ministerie van economische zaken zal de nieuwe maatschaopii. die onder Ameri kaansche leiding zal staan, voornamelijk ruwe diamanten ter verdere bewerking in de Ver. Staten importeeren. De Amerikaan sche consul in Johanneshurg heeft over dit plan gezegd, dat de oprichting van de nieu we maatschappij een belangrijke stap zou beteekenen op den weg welke de Ver. Staten tot het centrum van den werelddiamant handel zou maken. kunnen bedwingen. Gedurende de korte on derbrekingen van het gevecht, wanneer de behoefte aan zuurstof de visschen dwingt naar de oppervlakte te gaan om lucht te hap pen, worden de aanvallen gestaakt. Ik heb het nimmer meegemaakt, dat een visch een andere in dien tijd aanviel het is in den ineest letterlijken zin een rust om op adem te komen, waarin door de spelregels der visschen blijkbaar wordt voorzien. Knock-out! De beslissing in deze gevechten hangt meer van de algemeene uit putting en het verdwijnen van den vechtlust bij de visschen af dan van een „knock-out". Vroca: of laat vertoont een van de visschen geen kracht of verlangen meer den strijd voort te, zetten en zwemt weg. wan neer zijn tegenstander een gevechts houding aanneemt. Dan is het ge vecht afgeioopen, worden de vis schen gescheiden en de wedden schappen betaald, terwijl de eige naars ieder hun weegs gaan. Het is gewoonte onder hen. die er hun werk van maken visschen voor ge vechten te kweeken, nooit een visch, die een gevecht heeft verloren, voor de kweek te gebruiken. Aan het eind van een langdurig ge vecht kunnen beide visschen er verschrik kelijk uitzien door hun gehavende vinnen, maar zij schijnen daar geen last van te hebben en als men het hun toestond, zou den zij den volgenden dag opnieuw slag leveren. De vinnen regenereeren snel en geheel en na enkele weken is niets meer van de verwondingen te zien. Ernstiger is, als zij schubben hebben verloren, want dan kan 'er schimmelvorming plaats heb ben. Volgens mijn ervaring, die zich over 12 jaar uitstrekt, en die van de meeste an dere waarnemers, zegt de schijver, is er niets ruws, wreeds of afzichtelijks in deze visschengevechtcn. De strijdenden schijnen zooveel pleizier in hun gevechten te heb ben en hun lichamelijk ongemak is blijk baar zoo gering en hun herstel zoo volle dig, dat er weinig aanleiding is medelij den met hen te hebben; terwijl hun sier lijke bewegingen, spiervlugheid, felheid, vasthoudendheid cn prachtige kleuren niet anders dan geestdrift zelfs bij den gevoe ligst entoesohouwer kunnen wekken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 6