De nalatenschap van Dr.Mannerheim „ARTIS" NAZOMER kan trots zijn Gift van f 100.000 voor bakkers Bommen bij Roozendaal Zaterdag 21 September 1940 Vierde blad nog altijd welvoorzien is en representatief, wat soorten-aantal betreft. Zoo zal hij naast de kolossale Rhodesia- giraffe in het giraffen- en antilopenhuis nu in het bijzonder den prachtigen mannelijkcn koedoe bewonderen, een der mooiste en in drukwekkendste verschijningen onder de van schoonheid toch allerminst gespeende antilopen. Kort voor liet uitbreken van don oorlog als jong exemplaar uit Zuid-Oost-Afrika ge- importeerd, is het zeldzame dier, dat zich voortreffelijk heeft ontwikkeld, nu nage noeg volwassen en op kleur, en uitgegroeid tot een waar pronkstuk. Slank en toch krachtig van postuur, de fijngevormde kop met de „sprekende" donkere oogen, machtig gekroond door opvallend grootc, spiraalvor mig geNvonden horens, het lichaam sierlijk geteekend met fijne witte strepen op grauw bruinen ondergrond 011 bovendien met in het oog vallende verlengde witte beharing aan hals en rug, kortom een nobele figuur en stellig een der mooiste zoogdieren uit het Zuid-Afrikaansche sleppengchied. „Artis" mag. op deze primus jnter pares zijner an tilopen-verzameling te meer trotsch zijn, waar koedoes zoowel de groote als de kleine soort betrekkelijk maar zelden in dierentuinen tp zien zijn en den naam heb ben van moeilijk in leven te houden kost gangers te zijn. Onder antilopen mag in het bijzonder ook gewezen worden op de heide spiesbok- of heisa-soorten, op den witbaardgnoe, op de Livingstone's eland-antilopen en op den kerngezonde'n gems, een geschenk ter gelegenheid van liet. honderdjarig bestaan van „Artis" in Mei 1938 van den zoölo- gischen tuin te München welke kieskeurige Alpenbewoner het hier in ons laaglandkli maat bijzonder goed uithoudt, evenals de stoere Alpensteenbok., eveneens een geschenk ter gelegenheid van liet honderdjarig be staan van het genootschap, en wel van den zoölogischen tuin te Rome. „Gina", het jonge olifantje, is nu hard aan den groei; evenzoo de beide Afrikaan- sche neushoorns en de heide, hier geboren Een geruchtmakend faillissement TOT DE BEZITTINGEN BEHOORDE EEN VERZAMELING KUNST SCHATTEN MET EEN INKOOP WAARDE VAN EENIGE MILLIOE- NEN. Waardevolle kunstvoorwerpen aan den boedel onttrokken Men zal zich de geruchtmakende zaak herinneren, welke in het leven werd geroepen, toen op den 9en Augustus 1939 te Vaucresson in Frankrijk na een langdurige ziekte overleed dr. Fritz Mannheimer, in le ven beheerend vennoot van de com manditaire vennootschap op aandee- len Mendelssohn en Co te Amster dam. Daags na het overlijden staakte de vennootschap haar betalingen, en diende kort daarop een verzoek in tot 't bekomen van surseance van betaling. In overleg met de, naar aan leiding van dit verzoek door de rechtbank benoemde bewindvoer ders, is door de vennootschap het faillissement der nalatenschap aan gevraagd, dat bij vonnis van 28 Augustus 1939 is uitgesproken. Aan de zeer uitvoerige beschouwingen van den curator, uitgebracht in een der lokalen van het paleis van justitie te Amsterdam is het volgende ontleend: Allereerst een beschrijving van den inboe del in de woning van dr. Mannheimer aan de Hobbemastraat te Amsterdam, welke door zijn groote omvangrijkheid zeer langdurige werkzaamheden vereischte. Er was hier spra ken van een kunstverzameling welke was gekocht voor 6.35 millioen gulden, maar waarvan een groot deel niet meer aan den overledene behoorde. Tot de nalatenschap behoorden verder on roerende goederen in Nederland, Duitschland en Frankrijk Roerende goedren in dezelfde landen, Belgic en —volgens het dezerzijds ingenomen standpunt in Groot-Brittannië. Het faillissement, als beslag op het vermo gen .omvat echter, naar de ook hier te lan de heerschendel eer niet meer dan de goede ren binnen het gebied des rijks, en! krachtens het Nederlandsch-Belgische executieverdrag van 28 Maart 1925, die in Belgie. Het was dus zaa k, maai regelen tc beramen, waardoor de rechten der gezamenlijke schuldeischers ten aanzien van de vermogensbestanddeclen elders, voorzoover doenlijk, gewaarborgd konden worden. Het uitbreken van den oor log in September, enkele dagen na de fail lietverklaring, heeft de moeilijkheden, welke zich hierbij voordeden, in ernstige mate vergroot. Benadeelinq van schuldeischers. Reeds op 31 Augustus 1939 gewerden den curator inlichtingen, waaruit viel af te lei den, dat kunstvoorwerpen lcort voor het over lijden van dr. Mannheimer uit het perceel Hobbemastraat 20 waren verwijderd, en aan den boedel onttrokken waren. Begin Augus tus werden tal van schilderijen en teekenin- gen zoowel naar Parijs als naar Londen ver zonden en ten name van mevrouw Mann heimer— Reiss opgeslagen. Volgens verkla ringen zou een gedeelte van deze voorwer pen toebehooren aan eenige minderjarige fa milieleden van dr. Mannheimer. De curator heeft geen aanleiding, de waarheid dezer verklaringen in twijfel te trekken. Staat van baten en schulden. Het behoeft na het voorafgaande geen na dere toelichting, dat op dezen staat uitslui tend baten zijn gebracht, die vallen onder het algemeen faillissementsbeslag in Ne derland -oii België. Blijkens het verslag van den curator zijn reeds verschillende goede ren gekocht. Omtrent de waardeering van de kunst verzameling, waaraan een waarde van f 2.877.085,is toegekend met het oog op hot afsluiten van verzekeringsovereenkomsten op zoogenaamde getaxeerde polissen, kan het volgende worden gezegd; een liquidatie hier van is volstrekt nietonbereikbaarWeliswaar bestaat voor vele belangrijke onderdeelen der verzameling liier te lande geen of althans zeer beperkte vraag; daartegenover diént te worden bedacht, dat de collectie voor de wereldmarkt zeer aantrekkelijke hestanddee- len bevat, ja, zelfs een aantal stukken, die in den kunsthandel allerwcge vermaard zijn. Indien het totaal van den staat van baten van f 3.617.902.78 wordt verminderd met de waarde van ver pande zaken, kan bij voorzichtige be oordeeling der vooruitzichten voor concurrente crediteuren zeerg lobaal geschat omstreeks f 2.500.000.— be schikbaar komen, waarbij de op brengst der kunstverzameling verre weg de belangrijkste factor vormt. Schulden. De schulden in het faillissement der na latenschap zijn te verdoelen in twee groepen: de particuliere schulden en die aan credi teuren van de cömmanditaie vennootschap op aandeelen Mendelssohn en Co waarvoor dr. Mannheimer als beheerend vennoot naast de overige beheerende vennooten, hoofde lijk voor het geheel aansprakelijk was. Het totaal der particuliere schulden, met inbegrip van bijna vierduizend gulden we gens belasting, die reeds is voldaan, doch af gezien van de vordering van Mendelssohn en Co bedraagt f 58.429.16. De mogelijkheid bestaat, dat een gedeelte hiervan, in totaal bedragende f 27.24S.wordt voldaan in 't Fransche gedeelte der nalatenschap, daar het uit vorderingen van Fransche schuld eischers bestaat, in welk geval niet meer dan f 31.181.concurrent particulier pas sief bij dc uitdeeling zou overblijven. Een millioenenzaak. Ten aanzien van de omstandigheden, wel ke tot het faillissement hebben geleid, en de ongestaafde geruchten welke aan dr Mann heimer een groot persoonlijk fortuin toeschre ven wordt in de beschouwingen van den cu rator opgemerkt, dat een onderzoek naar het verloop van het persoonlijke vermogen van dr. Mannheimer tijdens den ganschen duur van zijn verblijft hier te lande leert, dat dit vermogen na de aanvankelijke verliesbren- gende jaren, gedurende zekeren tijd wel eenigen omvang heeft gehad, maar dat het nimmer ook maar in de verste verte heeft beantwoord aan het fortuin, dat hem vrij al gemeen werd toegeschreven. Naarmate voor de vennootschap grootere zaken werden on dernomen en aan snel wassende risico's het hoofd moest worden geboden, werd de schijn van persoonlijken rijkdom van den man, op wien het crediet voornamelijk steun de, tot steeds onwaarschijnlijker afmetingen opgedreven. Zijn disposities zijn juist het buitensporigst gpweest in de laatste maan den. die vooraf gingen aan den val van de firma, terwijl deze tegenover een toenemen- den argwaan op steeds bezwarender voor waarden gelden moest opnemen, om aan haar verplichtingen het hoofd te kunnen bieden. Een dergelijke kringloop moest op den duur noodlottig worden. Naast dc mislukking van groote en ris kante zaken, die de vennootschap in 1939 heeft ondernomen, cn naast den ongunsti- gen invloed van den toenadcrend<?n Euro- peeschen oorlog op het crediet en op den gang van zaken, heeft hierbij naar de over tuiging van den curator, ook de snelle licha melijke en geestelijke achteruitgang yan dr. Mannheimer, als gevolg van zijn ziekte, een verderfelijken invloed gehad. De verbeeldingskracht, waarmede zijn vroegere successen waren tot stand gebracht moge voor een bankier een eigenschap zijn. waartegenover in alle omstandigheden terug houding en zelfbeperking van pas komen, hij wijlen dr. Mannheimer is zij in de laatste maanden, die aan zijn overlijden voorafgin gen, onlaard tot een ontstellend gemis aan werkelijkheidsbesef. De tekortkomingen in den opzet, die zich vroeg of later moesten wreken, worden er niet minder om, de ver blinding en de buitensporigheden in de uit voering vinden er een zekere mate van ver klaring in. De cijfers. Hoe allerlei dieren in den be roemden Amsterdamschen die ren tuin gegroeid zijn Wie in langen tijd niet in „Artis" is ge weest, zal verrast opkijken hij verschillen de jeugdige „oude hekendon" onder leven de have, die ondanks de moeilijke tijden, jonge nijlpaarden, die zich tot geweldige exemplaren ontwikkelen. De ionge condor bij de roofvogels, de jon ge tijgerroerdomp naast, de zilverreigers en ibissen, de pampa struisen op het gasveld bij het minangkabauschc huis zijn den kin derschoenen nog wel niet ontwassen, zooals hun respectievelijke jeugdkleedij verraadt; maar groeien als kooi en kunnen de ouder zorg al vrijwel ontberen, al blijft vooral liet condor-jong ook nog geruimen tijd in het gezinsverband mededoen. Tenslotte ga men het kalong- en koekang- kind, de leeuwen, wolfs- en jakhals-jongen cn laest not least den jongen gorilla, die nu al pl.m. 90 Kg. weegt, op liun groei ook nog eens nader bekijken. EEN ZEER MODERN SCHOENTJE. Rij het hiernaast afgebeelde geer moderne schoentje verdie nen de hakjes bijzondere aan dacht. Deze zijn n.1. van splin- tervrij glas, het z.g. Plexisglas Niet alleen dat ze buitenge woon decoratief staan, maar ze hebben bovendien het voor ideel dat ze niet scheef loopen. SPORTKLEEDING Het tweede plaatje geeft een opvallend fraai sportcostuum te zien. De geblokte stof van het rokje, dat in plooien over werkt is. leent zich daar uit stekend toe. in het bijzonder ook, wanneer daarboven een effen, goed gesneden mantel- tj'e gedragen wordt. Op onze afbeelding zijn de volgende kleuren gekozen: Het wollen .vest groen; het manteltje roestbruin, terwijl het rokje uit de tinten roestbruin, groen en beige bestaat. Een belangrijk gedeelte van dit bedrag is gedekt door onderpand verstrekt door Men delssohn en Co. Anderzijds is een groot ge deelte der vorderingen op Mendelssohn en Co. waarvoor de nalatenschap mede aanspra kelijk is, niet of althans niet ingediend. Bewindvoerders van Mendelssohn en Co. hebben in hun laatste verslag het deficit der commanditaire vennootschap gesteld op f 27.437.835.99. Neemt men dit saldo als het bedrag, waarvoor de nalatenschap uiteinde lijk tegenover crediteuren van Mendelssohn cn Co. aansprakelijk zal zijn, dan komt men op een totaal van schulden der nalatenschap van f 42.003.882.38. Hiertegenover staat een bedrag aan baten van totaal f 3.667 882.78. Blijkens de faillissementsstatistiek, samen gesteld door het Centraal bureau voor de Statistiek, laatstelijk over 1938, bedroeg het toiaal der schulden van alle in 1938 afge dane faillissementen in Nederland ruim 73 millioen gulden en van die, afgedaan in 1937, ruim 83 millioen gulden. Weliswaar zijn over de drie voorafgaande jaren de totalen aan merkelijk hooger geweest, het hoogst over 1936 met ruim 160 millioen guldon, toch blijkt uit deze cijfers, hoezeer deze debacle in de financicele wereld valt huiten het hier te lande gebruikelijke kader. Te dezer plaatse kaïf met de vermelding dezer feiten worden volstaan en zijn gevolgtrekkingen overbodig. Groote gaten in den grond ge- gemaakt. Gistemiorgen vroeg om ongeveer kwart voor vijf zijn Enge'ische bom men neergekomen op een veld ge naamd de Brembosch, een gehucht gelegen tusschen Roosendaal en de Belgische grens. Vier brisantbommen kwamen tot ontploffing en maakten groote gaten in den grond, waarvan een met een middellijn van acht meter. Van de tientallen brandbom men, die werden uitgeworpen, kwam er niet een tot ontbranding. Enkele ruiten werden vernield van in de nabijheid gelegen boerderijen van den landbouwer J. van Eekelcn en van de weduwe Bak. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Septemberlicht daalt over 't wijde land, Nog is er warmte in de zonnedagen. Die gouden schijnsels langs de verten dragen. En goud doen strooien langs den waterkant, Maar langer wordt de schaduw op ons pad. En vroeger daalt de avond op de stad! We gaan vaak door de velden wat alleen. De oogst is binnen en de vruchten blozen. Een dauwdrop schittert op de late rozen. Een boerderijtje droomt, wat voor zich hoon Dan treedt een lichte weemoed ons opzij. De volle zomer is alreeds voorbij! We donk'ren onze huizen voor den nacht, En zitten eerder bij het lamplicht samen. Met de gordijnen langs de dichte ramen, Waar in een hoek een tuiltje bloemen wacht, Wat vreemde kleuren in een lichte vaas. Een laatste roos, de laaste dahlia's! En toch, al daalt de zonne op haar baan, We denken nog aan o zoovele dingen, Daar zijn zooveelzooveel herinneringen, Die met den zomer niet zijn heengegaan! Ren avond-tuintje... en een zacht gelaat, Een kinder-voetstap, die ons tegen gaat! E nop een held'ren gouden najaarsdag Doorvoelen we het wonder-mooie leven. Dat bij zijn afscheid nog zooveel komt geven In heel een blijden najaars-zonnelach! Als voor het laatst den zomer wijd en zijd Zijn licht en kleuren langs de aarde spreidt! KROES. September 1940. Nadruk verboden). Het bedrag, waarvoor crediteuren van Mendelssohn en Co., Amsterdam, verificatie in het faillissement der na latenschap hebben verzocht, bedroeg op 15 September 194q f 84.939.629.69. Hulp aan de getroffen bakkers. Verschillende meelfabrieken in Ne derland hebben gezamenlijk een be drag van f 10.060 gestort in het bak kersfonds 1940, dat ten doel heeft het verleenen van hulp aan de door krijgsverrichtingen getroffen bakkers.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 11