N1PPER EN PELLE
De Mascotte
Mi Mi
Medelijdende jongedames
opge'icht
De Zaterdagavond
Ambt neergelegd
Geen gemeente ijke
distributie-regelingen
Radioprogramma
OOK VOOR KLEINE TUINDERS
EN BOEREN.
Aan de gemeentebesturen is een schrijven
gezonden, waarin wordt medegedeeld!, dat
van 13 October 1940 tot en met 12 April '41
aan ondersteunde en bij de werkverrui
ming geplaatste werkloozen, waaronder
begrepen de tewerkgestelde „hoofdarbei
ders", alsmede aan personen, die een tege
moetkoming ontvangen wegens verkorten
werkduur, een brandstoffenbijslag mag wor
den verstrekt. Deze zal gedurende het tijd
vak van 13 October tot en met 23 Novem
ber e.k. ten hoogste f 1.— per week en van
24 November 104-0 tot en met 8 Maart 1941
maximaal f 1.30 per week mogen bedragen,
terwijl nadien wederom geen liooger bedrag
dan wekelijks f 1.mag worden toegekend
Voor dezen bijslag komen in aanmerking
gehuwd en ongehuwde kostwinners, als
mede zij, die steun voor alleen wo
nenden ontvangen. Voorts kan nog
mits het gemeentebestuur hiervoor termen
aanwezig acht in eerstvermcld tijdvak
een brandstoffenbijslag, gelijk aan de helft
van dien voor kostwinners, worden uitge
keerd aan degenen, die bij anderen een ka
mer hebben gehuurd, zonder huiselijk ver
keer. daarbij zelf de zorg dragen voor hun
voedsel en voor het verkrijgen van brand
stoffen op zichzelf zijn aangewezen. Laatst
bedoelde bijslag mag alleen worden uit
gekeerd. indien in de kamer een. in bruik-
baren toestand verkecrendc stookgelogen-
heid aanwezig is. waarvan ook regelmatig
gebruik wordt gemaakt.
Aan hen. die bij anderen inwonen en
aan vorengenoemde voorwaarden niet vol
doen, zooals kostgangers en zoogenaamde
slaapgasten, mag geen brandstoffenbijslag
worden verstrekt.
De ondersteunde of bij de werkver
ruiming geplaatste werkloozen. die
reeds een zoogenaamden kolénbon
hebben ontvangen, kunnen eerst dan
voor brandstoffenbijslag in aan
merking wor.den gebracht, wanneer
zij, te rekenen van 13 October af. 6
weken in zorg zijn.
Een kostwinner, respectievelijk kamer
bewoner. kan dan over de 6e zorgweek een
brandstoffenbijslag ontvangen respectieve
lijk van f 0.25 en f 0.15. terwijl aan hen de
daaropvolgende weken normaal de boven
vermelde bijslag kan worden toegekend.
Uiteraard zal, indien inmiddels de ver
hooging van den brandstoffenbijslag tot
f 1.30 per week van kracht is, dan met
deze wijziging rekening mogen worden ge-
hauden.
De toekenning van brandstoffen bijslag
aan ondersteunden mag wederom in zoo
verre tot gevolg hebben, dat de maxima
van de schalen overschreden worden, dat
bij geheele werkloosheid de som van steun
bedrag en brandstoffenbijslag en hij ge
deeltelijke werkloosheid, de som van l;et
loon van den onderstounde. het "Steunbe
drag en den brandstoffenbijslag. ten
hoogste bedraagt 95 van liet loon,
dat de betrokken arbeider ten tijde van de
ondersteunning in hef vrije bedrijf zou
kunnen verdienen, indien hij niet werk
loos of gedeeltelijk -werkloos was.
Zij. die in periode van drie maanden acht
weken bij de werkverruiming zijn ge
plaatst. kunnen over de dagen c.q. weken,
•dat zij niet tewerkgesteld zijn (de zooge
naamde wandeldagen of -weken) de helft
ontvangen van het bedrag, dat hun aan
brandstoffenbijslag zou worden uitgekeerd,
indien zij over bedoelde dagen c.q. weken
wel tewerk gesteld waren geweest.
Bovenstaande reqelinq voor het verstrek
ken van een hrandstoffenbijslan qeldt. voor
zoover morelijk, ook voor de kleine boeren
en kleine tuinders, gerangschikt in de
groep B.
Pelle houdt de zwartjes een
beetje voor den gek.
1. „Nu zullen jullie eens wat
zien, Pelle grote tovenaar"
2. „Pelle tovert groot mon
ster te voorschijn, dat jul
lie zal verslaan, wanneer
jullie niet lief zyn"
Pelle blaast maar door.
1. Pelle heeft bijna geen adem
meer.
2. Het gaat er nu maar om,
hoe lang hij zijn toehoorders
nog met zijn fratsen kan
bezighouden.
3. Pang!! daar barst het
monster en dodelijk ver
schrikt verdwijnen de dap
pere krijgers in het duister
van het oerwoud.
Feuilleton
Door
H* de Vere Stacpoole
27.
Een uur later verzocht hy den Portugees
bij hem in de kajuit te komen en daar ver
telde hij hem de geheele geschiedenis van het
begin tot' het einde.
Malora luisterde vol belangstelling en ge
loofde zonder voorbehoud alles wat de jonge
nian hem vertelde. Alleen het verhaal van
Carnahan's dood door malaria, trók hij in
twijfel, maar daarvoor interesseerde hij zich
weinig of niets. Het was hem voldoende te
weten, dat er, behalve dan Cray, geen leven
de ziel was, die eenig recht op den schat kon
doen gelden.
Doende alsof hij er geen idee van had van
welken aard de gevonden schat was, vroeg
bij dien te mogen zien en Cray voldeed on
middellijk aan dit verzoek, haalde het kistje
te voorschijn en toonde de juweelen aan zijn
nieuwen partner. Malora, de grootste verba
zing veinzend, nam de juweelen een voor een
in de hand en onderwierp ze aan een grondig
onderzoek. Het parelsnoer vooral bewonderde
hij uitbundig. Hij liet het door zijn vingers
glijden, hield het tegen het licht en drukte
het bijna liefkoozend tegen zijn' wang. Hij was
niet alleen parelkoopman, hij hield van
parels.
Zuchtend legde hij eindelijk het snoer weer
op het zijden bedje', dekte het voorzichtig toe
en hielp Cray xie andere juweelen in het
kistje leggen.
Wel, mijn vriend, zei hij, nadat alles
weer veilig in het kistje was geborgen,
je hebt hier inderdaad een schat van zeer
groote waarde gevonden. Er ligt daar een
groot fortuin, m'n waarde. Maar hoe zal je
dat fortuin ooit in bezit krijgen?
Wat bedoelt u?
Je hebt immers geen eigendomsakten!
Je kunt misschien al die steenen een voor
een verkoopen, maar daarvoor zal je een
juweelenhandelaar moeten zoeken die daar
voor te vinden is. Als hij een eerlijk man is,
zal hij willen weten van waar ze afkomstig
zijn en is hij niet eerlijk," dan wordt je zoo
Onder de sedert Mei in Delft verblijvende
Rottordamsche vluchtelingen bevond zich
de 39-jarige straatzanger V„ die als jongen
van negen jaar tengevolge van een ongeval
hef linkerbeen had verloren. Van deze in
validiteit heeft V. gebruik gemaakt om een
aantal jongedames op te lichten. Hij bestu
deerde namelijk ijverig de in dagbladen en
tijdschriften voorkomende advertenties,
waarin door jongedames correspondentie
werd verzocht met jonge knappe oud-solda-
ten van het voormalige Ncderlandsche le
ger. V. kocht een aantal soldalenfoto's,
waarop vier soldaten voorkwamen. Onder
den knapsten soldaat schreef hij: „dat ben
ik".
Hij verzond de foto's aan de jonge
dames en schreef daarbij: „ik ben
twintig jaar oud, heb blauwe oogen,
blond haar, goed verzorgde handen
en een opgeruimdhumeur. Ik heb
gestreden aan de Grebbelinie als een
Leeuw, doch helaas werd ik daar
ernstig gewond aan mijn been,
waar een bomsplinter, kogels en au*
dere voorwerpen in zitten. Tenge
volge hiervan is dit been geampu
teerd. Ik ben nog lang niet beter.
Oh. wat heb ik èen pijn! Ik moet
eincjigen, want mijn toestand is ern
stig. Ze hebben mij in een afzonder
lijke kamer gelegd. Mijn vader en
zuster zijn bij het bombardement
van Vlissingcn gedood. De volgende
weck ben ik jarig, maar dat zal wel
een droeve (lag worden, omdat ik
alleen op de wereld ben."
De harten van de jongedames werden tot
medelijden bewogen en weldra bracht van
Gend en Loos het eerste pakket voor den
„Leeuw van de Grebbelinie", inhoudende
heerlijke appelen en druiven. Verdér kwa
men er een kist sigaren, nog meer druiven,
een zilveren boekenlegger, potten met jam,
roepen chocolade, enz., kortom „dc held"
werd verwend en de correspondentie nam
een enonnen omvang aan. Er werden 160
brieven gewisseld.
Maar toon kwam de kink in de kabel. Een
van V.'s bewonderaarsters had een vrien
din. in Delft en zij verzocht deze hem een
een bezoek te brengen. De vriendin gaf daar
aan gehoor. Toen zij eindelijk het adres ge
vonden had, bleek, dat V. naar den Haag
was om daar op straat te zingen. De vrien
din sprak' met don postcorninandant van
het evacuatiebureau, die het raadzaam acht
te, de recherche te waarschuwen.
Bij zijn thuiskomst werd V. gearresteerd
en werd1 proces-verbaal terzake oplichting
tegen hem opgemaakt. De wensch, die geuit
werd door een van zijn bewonderraarsters,
namelijk, „mocht uw moed beloond worden"
kwam dus niet uit.
Het. kerkblad der Christelijke Gerefor
meerde gemeenten te 's-Gravonhage, in
welke gemeente met het oog op de vervroe
ging der avondbeurten de dienst op Zon
dagmorgen op half tien werd gezet, schrijft
in verhand daarmede het volgende: „Oogen-
schijnlijk lijkt half tien voor een groote
stad vroeg genoeg, vooral wanneer men de
gewoonte heeft om 's Zondags iets langer
uil te slapen. Daar staat echter tegenover,
dat men nu s Zaterdagsavonds niet zoo
laat naar bed hoeft te gaan als anders daar
men voor tien uur binnen moet zijn. Waar
men anders den Zaterdagavond wel ge
bruikte om te winkelen en dan meest wat
laat thuis -kwam. daar is men nu op tijd
thitis. Een lichtzijde aan de verordening,
die ons doet denken aan den raad. dien
Brakgl gaf. Brakel ging uit van het stand
punt dat er op den Zaterdagavond reeds
een voorbereiding moest zijn voor den ko
menden Sahath. en daarom wekte hij de
gezinnen op om thuis te zijn en stichtelijke
lectuur te lezen of anderszins. In onze sa
menleving kwam daarvan niet veel meer
terecht, er werd de Zaterdagavond al meer
een drukke uitgaansavond, met al de na-
deelen daaraan verbonden. Moe van al de
drukte ging men naar bed en veelal stond
men 's Zondagsmorgens niet friscli op.
Sommigen bleven rustig uitslapen en lie
ten de kerk roepen. En anderen hadden
vaak geen hoofd om de. prediking te vol
gen. Het is onze vaste overtuiging dat het
moderne leven schadelijk werkte voor den
dienst des Woords. Daarom kan het geen
kwaad als men den Zaterdagavond weer
eens rustig met het gezin doorbrengt en
zoo den Zondag tegemoet gaat. Wat dat
betreft, is dus half tien niet te vroeg voor
onzen morgendienst"
Dr. Van der Vaart Smit geen
lid meer der Gereformeerde
gemeente.
Dr. H. W. van der Vaart Smit te 'sGra
venhage, heeft, aan de desbetreffende ker
kelijke instanties het volgende schrijven
gezonden:
„Aangezien ik mij principieel niet ver
eringen kan met de politieke besluiten, die
de synode der Gereformeerde kerken in
1936 te Amsterdam om. tegen het natio-
naal-socialisme nam en mij thans aan de-
zo besluiten niet moer houden* kan, zie ik
mij tot mijn leedwezen genoopt u te be
richten, dat ik mijn predikantsambt in de
Gereformeerde kerken neerleg en mijn ge
zin en ik u verzoeken ons niet meer als
leden der Gereformeerde kerk te beschou
wen. Belijdenisverschil heb ik inmiddels
met u niet".
De gemeente als landbouwer.
In verband met de plannen van verschei
dene gemeenten om akkerbouwgewassen
te telen zooals bruine en witte boonen,
heeft het departement van binnenlandsche
zaken aan üe gemeentebesturen een circu
laire gericht waarin de gemeenten gewaar
schuwd worden, dat. zij, voor wat de be
stemming der verbouwde, producten be
treft, als normale telers beschouwd zullen
worden en aan de voor dezen geldende
voorschriften gebonden zullen zijn. Ge
meentelijke distributieregelingen naast de
landelijke distributie moeten als nitgeslo-
ten worden beschouwd. Ook inzage het ge
ven van speciale bestemmingen aan de
verbouwde producten zullen de gemeenten
aan een rijksregeling zijn onderworpen.
DONDERDAG 17 OCTOBER 1940.
Jaarsveld, 414,4 m.
A V RO-ui tzending.
8.00 Nieuwsbericht ANP, gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30. Voor de vrouw.
10.35 Georg Stefanescu's Roemeensch orkest
(1.101.30 Cyclus „Vrouwenberoepen in
Nederland").
12.15 Orgelspel.
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Puszta-orkest.
1.30 Gramofoonmuziek met toelichting.
2.00 Omroeporkest en soliste 2.402.55
Cyclus „in de schijnwerper". In een pauze:
Gramofoonmuziek)
4.00 Gramofoonmuziek.
zeker als wat bedrogen; hij betaalt je geen
tiende van wat ze waard zijn.
Maar u bent toch ook een juweelen
koopman, is het niet?
Zeker, en ik geef je de overtuiging dat,
wanneer een vreemdeling mij deze s'eenen
aanbood, zonder eigendomsakte... wel je zult
begrijpen, dat men'betaald moet worden vooi
de risico welke men hierbij loopt
Welnu, als deze steenen aan- u toebe-
hooren, zou u dan als koopman den prijs van
hun werkelijke waarde kunnen bedingen bij
een of meerderen van uw zakenvrienden
O zeker! Ik heb verscheidene goede re
laties onder de juweelenkooplieden en geen
van hen zou op het idee komen om tegen mij
te zeggen: Senor Malora, hóe komt u aan
die steenen. Maar, mijn vriend, toevallig be-
hooren deze steenen niet aan mij, maar
aan u.
Juist. Maar het is mijn bedoeling u te
vragen mijn partner te worden. Ik zie de
moeilijkheden, waarvoor >k kom te staan
wanneer ik deze zaak alleen in orde moet
maken, maar al te duidelijk. Ik ben niet zoo
erg gebrand op veel. geld. Ik verlang slechts
genoeg om een onbezorgd leven te kunnen
leiden. Wilt u mijn voorstel aannemen en mijn
partner worden
Senor Malora fronste zijn voorhoofd en
deed alsof hij ernstig nadacht. Ik wil eens
over uw voorstel nadenken. zei hij ten
slotte. Ik mag toch aannemen, dat het
geen u mij verteld hebt de waarheid is?
Absoluut. Ik geef u mijn woord van eer,
dat alles wat ik u verteld heb over het vin
den van den schat waar is.
Goed, ik geloof u. Maar ik moet even
den tijd hebben om de zaak fce overwegen. Ik
zal u mijn besluit kenbaar maken, vóór wij in
Sandabar zijn aangekomen.
Uitstekend. En wanneer U mocht beslui
ten niet mee te doen, mag ik er dan op reke
nen dat u niemand iets zult vertellen over
hetgeen u thans weet?
Daar wil ik mijn woord op geven.
HOOFDSTUK XXXIII.
Weer een zet in patience-spel.
Een paar dagen na het gebeurde met Jack
man zat senor Malora in de kajuit. Het liep
tegen twee uur in den middag. Senor Malora
speelde ditmaal niet zyn patience-spel, maar
l rommelde met zijn vinger op de tafel, ter
wijl hij zijn oogen op de kleine scheepsklok
gevestigd hield. Senor Malora had een af
spraak. Om twee uur zou hij Train, die even
als hijzelf geen dienst had, in het vooronder
opzoeken, om „eens te praten over die stee
nen", zooals Malora den ander den vorigen
nacht gedurende hun dienst op het dek had
toegefluisterd.
Senor Malora stond op, trok een bosje
staaldraad ±uit zyn zak, wond het uit, bekeek
het zorgvuldig en stak het weer in zijn zak.
Vervolgens verliet hij de kajuit door de ach
terdeur, welke toegang verleende tot Maya's
hut, liep door en ging via de kombuis naar
het vooronder, dat hij op deze manier onge
zien door Cray en Maya bereikte.
Train zat op zijn slaapbank op hem te
wachten en senor Malora nam naast den
man plaats.
Ik heb er al lang op gewacht eens met
je te praten, fluisterde Train. Maar je
hield je zoo blind als een mol, als ik je
wenkte...... Enfin je bent er nu en vertel nou
eens wat je van plan bent.
Ik heb nog geen plan gemaakt. Jij
wel?
Ja. Ik heb zoo gedacht, dat de eenvou
digste weg is, Cray te vertellen dat wij van
de zaak afweten en hem te pressen ons de
helft af te staan. Hy is er zelf vast en zeker
niet eerlijk aan gekomen. Jackman was er
voor, hem en het meisje de zee op te sturen,
maar daar voel ik niet veel voor, daar zijn
wij met z'n tweeën - niet meer toe in staat.
Ik voor mij ben niet zoo'n vechtjas en die
kerel is sterk en het meisje ziet er net naar
uit of ze vechten kan als een wilde kat.
Daar heb je gelijk in, maar wat jy voor
stelde zal niet vee) opleveren, denk ik. Cray
zal weigeren, vermoed ik en wat denk je
dan te doen? Je kunt hoogstens dreigen alles
aan de autoriteiten bekend te zullen maken.
Daar tegenover staat, dat hij jou en Jackman
kan beschuldigen Piroli vermoord te hebben...
O ja, ik weet het wel, de man Is in een fair
gevecht gevallen, maar hoe bewijs je dat?
Onzin! De nikker bedreigde ons met
zyn mes en ik zou wel eens willen weten wie
bewijzen kan dat hij dat niet deed.
Het zou eenvoudig jou woord zijn tegen
dat van Cray. mompelde Malora en ver
volgde: Tenslotte zou je toch niets berei
ken met dat dreigement.
Doe jy dan eens een voorstel, fluis
terde Train. - Ik heb je gezegd, dat ik er
niks voor voel om die twee de zee in te zen
den, daar blijf ik by. Jij kunt het alleen pro-
beeren als je wilt, maar ik doe niet mee. Ik
heb eenmaal in Sydney een kerel zien han
gen, die er een om zeep had gebracht en dat
gezicht was voor mij voldoende waarschu
wing om nooit zoo iets uit te halen.
Veronderstel dat we besluiten om Mr.
Cray te vertellen, dat we van de zaak af
weten. wanneer denk je het hem dan te ver
tellen?
Zoo gauw mogelyk, liefst nu direct.
4.55 Voor de jeugd.
5.15 Nieuw»- en economische berichten ANP,
5.30 AVRO-Amusementsorkest en gramofoon
muziek.
6.15 Reportage.
6.30 VPRO: Cyclus „Lezen in den Bijbel".
6.45 Actueele reportage, eventueel gramo
foonmuziek.
7.00 Vragen van den dag (ANP).
7.15 De Wiener Philharmcniker.
8.10 Nieuwsberichten ANP.
8,25 Vraaggesprek.
8.35 De Wiener Philharmoniker.
9.15 Sluiting,
Kootwyk, 1875 m.
VARA-uitzendlng.
7.00 Berichten (Duitsch).
7.15 Berichten (Engelsch).
7.30 Gramofoonmuziek (Om 8.00 Nieuwsbé-
richten ANP. 9.009.15 Berichten Duitsch)
10.30 Esmeralda.
11.15 Bericnten (Engelsch).
11.30 Orgelspel.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Berichten (Duitsch).
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP,
1.00 VARA-orkest
2.00 Berichten (Duitsch).
2.15 Gramofoonmuziek.
3.30 Berichten (Engelsch).
3.45 Keukenpraat.e.
4.15 Fragmenten u. d. opera „Ernani (gr.pL).
5.00 Berichten (Duitsch1.
5.15 Nieuws- en economische berichten ANP.
5.30 Esmeralda.
5.55 Reportage.
6.15 Berichten (Engelsch).
6.30 Esmeralda.
6.45 Berichten.
7.00 Vragen van den dag (ANP).
7.15 Gramofoonmuziek (7.30—7.45 Berichten
Engelsch).
8.00 Berichten (Duitschj.
8.1 L Nieuwsberichten ANP.
8.25 Gramofoonmuziek.
8.30 Berichten (Engelsch).
8.45 Gramofoonmuziek.
9.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting.
Nu, misschien is dat het beste, maar...
luister, is daar iemand in het kombuis?
Train stond op, duwde het deurtje een
weinig open en stak zijn langen neus de kom
buis in.
Niemand, zei hij, na een oogenblik terug
komend en de deur sluitend.
Een minuut of vijf later slenterde Senor
Malora het dek op. Cray stond aan het wiel
en Maya zat op den vloer vlak bij hem.
Wat was dat voor geklop vroeg
Cray, Malora het wiel overgevend.
Ik weet het niet. Het komt geloof ik uit
het vooronder. Ik denk. dat Train het een of
ander aan het timmeren is, antwoordde
Malora achteloos.
Het heeft er veel van alsof hy met zijn
hielen tegen zijn slaapzak zat te trommelen...
Luister, daar is 't weer!
Inderdaad weerklonk een geluid, zooals
door Cray genoemd, eerst duidelijk, daarna
minder hoorbaar en tenslotte was het stil.
Het lijkt wel of hij aan t' dansen is.
Jammer dat hij geen muziek heeft... Er staat
een flmke bries. Ik denk dat we Sandabar
nu spoedig bereiken.
~Hebt u no% over mijn voorstel nage
dacht, Senor Malora? vroeg Cray na een
paar minuten.
Ja- Bc heb er over nagedacht en ben
besloten het aan te nemen, antwoordde de
ander.
lijkst ?°ed' En W6lke regeüng: üjkt u het eer-
Malora lachte.
Waarde vriend, ik kan wel zien, dat lil
geen zakenman bent. Er is immers nooit iets
eerlijks in een handelstransactie. Kijk eens
hier, ais ik meedoe, wil ik voor de helft de
verantwoordelijkheid dragen en dus ook voor
de helft deelen in de opbrengst.
Dus fifty-fifty?
Juist.
Goed, ik stam toe, antwoordde Crav
na een oogenblik te hebben nagedacht. De
voorwaarde viel hem tegen, maar hij begreep,
ÏL Jü m0eSt toe®eve" A's Malora een
era hehh n"^en h/d' ZOU ha het böna even
erg hebben gevonden, want het ging bii Crav
verd door*!? hmfh6t geld' Hij was als beto°-
verd door de buitengewone schoonheid van de
doen e" k0" er moeilÜk afstand van'
Wordt vervolgd.