Watermannetjes
op de huwelijksreis
ïnvulplaatje
ïieAle. ianqeni en meiijel.'
Deze maal weer meer briefjes dan
de vorige week. Dat gaat de goede kant
op. Ik vind het leuk. Het bewijst, dat
de animo voor onze club nog steeds
gi-r end ia.
Het raadsel viel ook al in de smaak,
want jullie vonden het over het algemeen
makkelijk. Dus... van de week een paar
extra moeilijke!
Ik zal nu maar meteen vertellen wie de
gelukkige winnaar van het boek Is.
Dat is:
IZA DE REGT,
Kolhorn.
En nu de briefjes:
Ltetske Boomsraa. Ja, we hebben een
heel mooie na-zomer Lietske, en ik ben het
roerend met je eens, dat we het zo nog
maar een paar weken en zo mogelijk nog
langer moeten zien te houden. Fijn dat jij
morgen jarig bent Lietske. Ik feliciteer je
vast bij voorbaat, dan ben ik vast niet te
laat. Veel plezier morgen met je vier vrien
dinnen.
Tiets van de Cappelle, Schagen. Ik ge
loof, dat jij een heel lieve grootvader hebt,
Tiets. Nu, dat wist ik al veel langer. Daar
over schreven wij meen ik al eens eerder.
Was het leuk wandelen in Alkmaar? Mooie
winkels heb je daar hé? Ja, als je een goed
gevulde portemonnaie in je zak hebt kun je
daar heel wat moois kopen. Dag!
Jack v. d. Cappelle, Schagen. Dat was
een onaangenaam avontuur Jack, dat van
die vriend van jou die over het slootje wilde
springen en er toen precies middenin terecht
kwam. Zoiets is mij ook eens overkómen. Ik
weer nog goed dat ik toen voor de eerste
dag in de lange broek was. M'n pak, waar
ik zo verschrikkelijk gtoots op was was
meteen bedorven. Toen stond me thuis wat
te wachten. Mijn bovenbenen hebben ge
gloeid...!
Tryny Wormsbecher, Oudkarspel. De
cijfers voor vlijt en gedrag zijn altijd op een
rapport heel belangrijke cijfers Trijny. En
daar jij voor beide een 8 had, vind ik dat
nog lang niet zo gek. De andere cijfers wor
den misschien bij het volgende rapport wel
wat hoger. Overigens had je geen onvol
doendes. Dag!
Nellie Pauw, Kolhorn. Ja Nellie, mijn
vrouw heeft die mooie kaart van jou wel
degelijk ontvangen. Ik begrijp niet goed hoe
het komt dat je daar nooit iets van gehoord
hebt. Maar als we het verzuimd hebben dan
dank ik je alsnog heel hartelijk voor die
vriendelijke attentie. Die vonden we heel
aardig. Zo, smaakte het eten dat jij en vader
klaargemaakt hadden, goed?.Knap zo! Tot
volgende week!
Wim Schroevers, Schagen. Dat maken
van een hardrijderskarretje vind ik leuk
weik Wim, maar minder leuk vind ik die
hardloopwedstrijden die jij en je vrienden
organiseren met slakken. Wie heeft ooit zo
iets gehoord. Dat je slakken tegen elkaar
laat hardlopen. Nee, ik vind dat een wonder
lijk spel!
Lienke en Grietje Ferwerda, Kolhorn.
Daar krijg ik me een geweldige grote brief
van fle Ferwerdatjes. En een brief met heel
veel 'nieuws er in ook. Dat doet je goed als
zoo'n oude vriendin maar steeds blijft schrij
ven. Ja, de dahlia's waren goed overge
komen. Ze heben een heel lange tijd in de
vaas gestaan. Jullie hebben heel wat inge
maakt lees ik. Nu. dat zal Zondag*s dikwijls
een fijn toetje worden met clle appelmoes en
die peren. En jam hebben jullie ook. Nu, dat
is een heel bezit tegenwoordig. Tot volgende
week beste vriendinnen. Krijg ik dan weer
zo'n dikke brief
Piet Schroevers, Schagen. Jij maakt
dus een paardenleidsel van kastanjes? Leuk
werk lijkt rpe dat. Ik heb de jongens het
vroeger ook wel eens zien doen Heel mooie
konden ze soms maken. We zijn nu zeker
zo ongeveer compleet met de lanen hé?
Dat waren er heel wat Piet! Tot weer-
schrijven!
Miekje Mink, Schagen. Ja Miekje. dat
ik dat de Koning der Zeeridders. Janus
Kuiper, In Schagen woont. Geef hem, als je
hem eens ontmoet, maar een hand. Het is
een heel aardige man.
Zo, vond jij Tarzan nog mooier dan Nip-
per en Pelle? Tjaaaa smaken verschillen.
De een vindt DIT en de ander weer DAT
verhaal mooier. Maar... misschien komt er
nog wel eens een Tarzan-verhaal. Maar dan
moet eerst de oorlog voorbij zijn. Was het
maar vast weer zo ver he?
Agatha Swager, Noord Scharwoude.
Ik vind je rapport, eerlijk, heel goed Agatha
en ik zou zeggen: houdt het zo. Als je hier
en daar een heel of half puntje bij kunt
krijgen is dat natuurlijk fijn, maar zo heb je
in ieder geval een heel goed rapport, dat je
aan ieder kan laten zien. Ja, de Neder
landse taal is een moeilijke taal, met al die
regels en uitzonderingen. Maar daar is niets
aan te doèn. Dag!
Pietertjc Kleimeer, Heerhugo waard.
Laat Grietje Kleimeer uit Winkel me vol
gende week ook eens een brief schrijven!
Dat "wordt dus een nieuwe vriendin. En wat
schrijf je me daar Pietertje! Dacht jij dat
ik meende dat jij een jongen was? Nee, dat
heb ik wel beter geweten. Het was een ge
zellige brief Pietertje, krijg ik er volgende
maar weer zo een
Niesje Westdorp, Texel. Dat was niet
zo mooi Niesje, dat je in die sloot terecht
kwam. Een andere vriend is dat vorige week
ook al overkomen. Als het koud is valt het
echter lang niet mee om dan met een bloot
been naar huis te wandelen! Soms ben je
zo verkouden!
Gerrit Westdorp, Texel. Dat is dus af
gesproken Gerrit, zodra je tijd hebt en de
tentoonstelling is achter de rug, dan krijg
ik eens een mooie tekening van je. Die kan
dan bij de verzameling die ik van jullie heb.
Hoe is het op Texel Gerrit? Hoor je daar
veel vliegtuigen overtrekken
Iza de Regt, Kolhorn. Je mag natuur
lijk de raadsels op een briefkaart sturen
Iza,'daar is niets tegen hoor. Vooral nu de
briefport zo duur geworden is. Ik kan me
heel goed voorstellen dat het thans voor
menige raadselvriend en vriendin een be
zwaar is om iedere week een brief van
cent weg te zenden. Hebben jullie 10 jonge
ltónrjnen? Dat belooft wat met Kerstmis!
Houden jullie ook zo van Konijnenbout. Ik
wel!
Elly Kweldam, Schagen. Hier een
nieuwe vriendin. Welkom in ons midden
Elly! Hartelijk welkom! Krijg ik volgende
week al een grote brief van je? Nu, ik ben
benieuwd. Want zoals jeweet houd ik erg
veel van lange brieven. Schrijf maar' eens
wat over de school. Tot volgende week!
Willem Boontjes, Stilpen. Ja, dat zijn
akelige gewaarwordingen, met,die bommen
Willem. Ja kunt ze beter niet zien. Bij jullie
zullen ze zeker ook wel blij zijn als alles
met die nare oorlog achter de rug is. Wat
zal het dan een feest worden!
Bep Tysen, Wieringermeer. Nee maar,
Bep eindigt haar (grote!) brief met het be
sluit: meneer, schrijft U een verschrikkelijk
grote bx-ief terug?' Ik zal het proberen Bep,
maar of het luiken zal.dat weet ik
niet. Ja, Bergen is in de zomer mooier dan
in de winter, dat spreekt. Maar als er
sneeuw op de bomen ligt is het er ook
prachtig. Het boek Lijsje Lorresnor ken ik
toevallig. Dat is eeii* uitstekend meisjesboek.
Wel een van de mooiste die ik de laatste
jaren las. Je mag het wel zuinig bewaren.
Zo is de brief nu lang genoeg? Ik eindig,
anders worden alle andere vriendinnen en
vrienden boos op me dat ik jou extra-lange
brieven schrijf. En DAT wil ik met!
Trien Tijsen, Wieringeriverf. Zo, krijg
ik van jou de volgende maal een langere
brief, Trien? Ik houd je aan je woord, hoor.
Is Wim Barneveld nog te jong? Nu, dan
volgend jaar maar bij de club. Dag Trien!
Corrie Keyzer, Schagen. Ja, Amster
dam is een mooie stad. Ik zelf houd ook
veel van onze hoofdstad, meer dan vati
Rotterdam of Den Haag. Maar dat er nu
zo geschoten en met bommen geworpen
woi'dt, vindt ik minder leuk. Jij zeker ook,
hé? De brief ziet er weer keurig uit, Cor
rie en veel fouten heb je er ook niet in
gemaakt. Trouwens, de brieven van jou
zien er altijd goed verzorgd uit.
Sjaantje Zeeman, Schagerbrug. De een
vindt het raadsel makkelijk en de ander
moeilijk, daar'is helaas niets aan te veran
deren. Maar ik ben blij dat jij het deze week
makkelijk vond Sjaantje. Ja, het kan in
deze maanden van het jaar hard waaien,
vriendin. Als je op de wind kón zitten,
zweefde je zo het land uit, denk ik
Grietje Kleimeer, Winkel. Alweer een
nieuwe vriendin. Leuk dat je meedoet.
Grietje, en dat we.' maar goede vrienden
mogen worden. Maar ik denk dat dat wel
zal gaan.
Krijg ik volgende week de eerste groote
brief al
Beste vrienden en vriendinnen, ik ben er
door. Tot volgende week.
KindeMiAiend
Oplossing raadsel vorige week
I. hoogmoed.
n. oud.
Goede oplossingen ontvangen van i
Grietje K., Winkel; Trien T., Wieringer-
werf;; Willem B., Stolpen; Iza de R., Kol
horn, Gerrit W., Texel; Niesje W., Texel;
Pietertje K., HeerhugoWaard; Agatha S.,
Nooi-dscharwoude; Piet S., Sch.agen; Grietje
F., Kolhorn; Lienke F., Kolhorn; Wim S.,
Schagen; Nellie P., Kolhorn; Trijny W.,
Oudkarspel, Jack v. d. C., Schagen, Tiets
v. d. C., Schagen.
Nieuw Raadsel
witte drank.
jongensnaam.
dier met stekelige huid.
zwarte lekkernij.
dorpje aan het IJsselmeer.
een kleur.
De beginletters van deze woorden vormen
samen iemand, waarvan jullie allemaal Viel
houden.
EEN VOGEL MET EEN LANGE STAART.
Een bijzondere vogel met een extra-lan
ge staart, die je op het erf van een boer
of in de dierentuin kunt zien, kun je best
zelf maken. Je hebt er niets anders voor
nodig dat een korenaar, waarvan je aan
het einde waar de steel zit. een paar kor
rels hebt afgehaald en door draaien en
drukken van het kale stukje, een kopje
hebt gemaakt. De poten bestaan uit een
paar dunne halmpjes, di'e je van onderen
uj snijdt en dan vastmaakt. De vogel blijft
in evenwicht door zijn lange staart. Deze
ene korenaar mag je wel van 'n korenveld
plukken. Natuurlijk zal geen mens deze
waardevolle halmen, nutteloos afplukken.
Een sprookje door Gerrie Koenraads.
Er was in de storm een schip vergaan.
Gelukkig waren alle mensen gered, maar
het schip zelf zonk dieper en dieper in de
diepte. Eindelijk stootte het tegen de bo
dem van de zee en bleef daar stil liggen.
Een patrijspoort, zo heten de kleine ronde
raampjes van een schip, stond open, zo
dat het water daar direct binnenstroomde.
En wie nog meer naar binnenstroomde,
dat was Watermannetje. Je hebt toch wel
eens van waternymfen gehoord? Nu, dit
was een watermannetje. Hij had de patrijs
poort open zien staan en had zich met het
water mee laten sleuren. Toen hij in de
kajuit stroomde, waar' hij, dank zij zijn
speciale ogen. die in het donker konden
zien, alles onderscheiden kon-, vond hij dat
dit net een huiskamer voor hem was en
besloot meteen maar alles in te richten. De
langwerpige wasbak leek hem een fijn bed,
hij sleepte allerlei waterplanten naar bin
nen en maakte een geriefelijke rustplaats.
Aan de muur hing een bord, dat hem op
een luisterrijk idee bracht. Hij hing er al
lemaal oesters aan, want Watermannetje
was dol op oesters en hij at ze dikwijls ais
hij lui in bed lag.
De har-mat, waar de matrozen in ge
slapen hadden, werd als schommel gepro
beerd. Ja, dat ging best, al was hij wel een
beetje te groot voor zo'n klein lichaam als
Watermannetje had. Maar alles bij-elkaar
was een te grote schommel, beter dan een
te kleine en de hoofdzaak was dat je fijn
kon schommelen. Verder plantte hij een
paar zeeanemonen voor de patrijspoort,
zodat het er eer beetje gezellig uitzag en
riep een paar poliepen, met wie hij grote
vrienden was. Die moesten voor de deur,
dat was dus de patrijspoort, gaan liggen
en oppassen dat er geen ongewenste gasten
naar binnen kwamen. Als er toch zo'n bru
taal iemand mocht kómen, mochten de po
liepen hem dadelijk met hun lange vang
armen grijpen en als beloning opeten. Ja,
op de bodem van de zee, gaat het een
beetje wild toe. Maar haaien en meer van
die grote roofvissen konden toch niet door
de kleine patrijspoort en als ze hun kop er
door zouden steken, zouden ze een flinke
tik met de vangarmen van de poliepen op
hun snuit krijgen en zouden ze wel maken
dat ze weg kwamen.
Nadat het Watermannetje alles rietjes
ingericht had, vond hij dat hij een vrouw
nodig had, maar in zijn kennissenkring was
er maar één die hij aardig vond. Vissen
keken zo dom, oesters waren alleen maar
goed om op te eten, zee-egels vond hij te
stekelig en zeesterren te opvallend van
uiterlijk, maar hij dacht graag aan de doch
ter van het zeepaardje, die achter het ko
raalgebergte woonde. Na er nog een dag
over nagedach* te hebben, stond Water-
mannetje's besluit vast: hij zou de dochter
van het zeepaardje ten huwelijk vi-agen.
Hij zei tegen de ene poliep dat hij zich
klaar moest maken, want Watermannetje
wilde natuurlijk deftig aankomen en op de
poliep rijden. Natuurlijk moest de andere
poliep nu dubbel goed opletten, dat er geen
indringers binnenkwamen.
De poliep, die ook Inktvis heette, keek
na of hij nog genoeg inkt bij zich had,
want die had hij noodig voor het geval dat
ze aangevallen werden. Bij zulke gelegen
heden spoot hij namelijk in 't water, zodat
dit zwart en troebel werd en hij er onge
merkt van door kon gaan. Daar kwam Wa
termannetje. De inktvis vouwde z'n grijp
armen dicht en maakte zich dun, zodat
Watermannetje gemakkelijk op kon stij
gen en weg waren ze!
In hét koraalgebergte waren ze haasl
verdwaald, maar gelukkig troffen ze een
kreeft die hen de weg wees. zodat ze toch
goed aankwamen.
Ze waren ondertussen erg moe geworden
er besloten even uit te rusten en tegelij
kertijd een paar oesters naar binnen té
werken. In een van die oesters vond het
Watermannetje een parel, die hij met een
vergenoegd gezicht bij zich stak. Die zou
hij als huwelijksgeschenk aan het zee
paardje geven. Toen er een paar vissen
langs kwamen, vroeg Watermannetje voor
de zekerheid nog eens precies waar het
zeepaardje woonde. De vissen waren nog
al nieuwsgierig en na lang praten kwamen
ze er achter dat Watermannetje de dochter
van het zeepaardje ten huwelijk wilde vra
gen. Een paar seconden keken ze dom voor
zich uit, toen schudden ze hun hoofd en
vertelden dat Watermannetje wel een har
de dobber zou hebben, want, -eiden ze, me
neer de zeeëgel wou de dochter van het
zeepaardje hebben en hij vertelde al over
al rond, dat de zaak in orde was. Nu moet
je weten dat meneer de zeèegel een ge
vaarlijk heerschap is. Hij is eigenlijk maar
een ronde bal met allemaal stekels er op,
zodat zelfs een poliep er met z'n vangar
men niets mee kan doen.
Het WatTermannetje keek sip voor zich
uit. Wat nu? Op zo'n. gevaarlijke mededin
ger had hij niet gerekend. Maar de poliep,
die overal raad op wist, sprak hem moed
in en zei dat ze de dochter van het zee
paardje dan wel door list zouden krijgen.
Watermannetje voelde zich door deze woor
den een beetje getroost, vroeg de vissen
hun mond te hoifden en reed verder.
Eindelijk kwamen ze bij het zeepaardje,
zonder de zeeegel gezien te hebben. Het
Watermannetje, gaf direct zijn parel, die
de dochter van het zeepaardje blozend
aannam en direct Qpstak. Het was werke
lijk een allerliefst schepseltje met haar
tenger figuurtje en slank staartje en Wa
termannetje vond haar dan ook zo lief,
dat hij haar" vader voorstelde, haar direct
Bewoners van de bossen
mee te nemen. Vader zeepaardje was wat
blij dat er zo'n aardige schoonzoon was
gekomen en dat hij nu met goed fatsoen
van die akelige zeeëgel af kwam. Hij gaf
dus zij toestemming en wees het paar een
weg, waar ze de zeeëgel waarschijnlijk
niet zouden tegenkomen. Toen zeiden ze
„tot ziens" en „goede reis" tegen elkaar
en voort gingen ze.
Ondanks alle voorzorgen kwamen ze toch
de zeeëgel tegen, die grote ogen opzette en
direct probeerde het zeepaardje weer te
veroveren. Maar de inktvis spoot een la
ding inkt uit en weg waren de drie, terwijl
d-~ zeeëgel scheldend naar huis ging.
Toen het watermannetje zijn vrouw in
zijn huis leidde, was ze verrukt over de
woning en was nu dubbel zo blij, dat die
zeeëgel haar man niet was geworden. Eerst
aten ze een heerlijk oestermaal, want het
zeepaardje had honger gekregen van die
tocht. Terwijl ze zo vergenoegd bij elkaar
zaten, hoorden ze plotseling lawaai bij de
patrijspoort en toen ze keken zagen ze tot
hun grote schrik de kop van de zeeëgel
voor de deur. Dat was een consternatie. Wa
termannetje verstopte zijn vrouw in de
hangmat en liep daarna op de twee polie
pen toe, die al het mogelijke deden om
zich niet aan de stekels van de zeeëgel
te prikken. „Ik zal jullie leren bruiloft te
vieren!" schreeuwde de zeeëgel".
Plotseling hoorde Watermannetje een
daverend gelach. Hij keek op en ja, er was
werkelijk reden om te lachen: de zeeëgel
zat half in de patrijspoort, maar ko~ door
zijn stekels niet meer voor of achteruit!
Nu was het de beurt aan de poliepen. Ze
braken al de stekels van de zeeëgel af,
duwden hem de patrijspoort uit en lieten
hem zonder stekels vrij. Ze konden nog
juist horen dat de zeeëgel minder vrien
delijke dingen aan het adres vah Water
mannetje riep.
L Het edelhert is een groot hert en
houdt van de eenzaamheid van de bossen.
Een hert leidt verscheidene hinden. In Oc-
tober raken de dieren onder elkaar aan 't
vechten en kun je hun vreselijk gebrul ver
in de omtrek horen. Aan het gewei van
een hert kun je zien hoe oud hij is. Je telt
gewoon het aartal takken.
II. Het ree is een klein hert, dat graag
aan de rand van bossen en velden wandelt
om voedsel te zoeken. De reebok heeft een
gewei; een vrouwelijk reetje wordt wel
reegeit genoemd. In de zomer is een ree
mooi rood; in de winter is hij grijs.
Die vierde ondertussen aJ weer feest. En
het jonge paar leefde nog lang en geluk
kig met hun trouwe wachters, de polie
pen, want als je in een schip, dat op de bo
dem van de zee ligt, woont, heb je een huis
dat nooit verloren gaat.
Het damhert heelt een roodgele kleur
met witte vlekken; maar er bestaan ook
donkerbruine en spierwitte damherten.
Hij heeft een eigenaardig gewei. De dam
herten leven bij kudden en houden erg
veel van rijpe kastantjes.
Waar kijken het jongetje en het meisje
naar? Als je het wilt weten, moet je met
een scherp potlood de puntjes van 1 tot
42 verbinden.
Een heer maakte eens een wandeling
toen hij een herder ontmoette, aan wien
hij vroeg hoe laat het was.
„Ongeveer twaalf uur, meneer", ant
woordde de herder.
„Twaalf uur pas, hé, ik dacht dat het al
later was".
,,'t Wordt hiér nooit later", was het snug
gere antwoord, „want nu beginnen w«
weer van één af!"