Liefde op het ijs De typische West-Friesche Boerenhoeve Het verleden behoeft niet te worden afgebroken UIT DE HISTORIE VAN WESTFRIESLAND Britsche bomaanvallen op Noord-Italië Dr. Colijn: VERANDERING RADIOZENDTIIDEN Haco tot f 3000 - boete veroordee'd WILLKIE DAAGT ROOSEVELT UIT OUDE VERWANTSCHAP MET HET EIGENLIJK FRIESLAND. Er gaat een zonderlinge bekoring uit van een echte Noord Hollandsche boerderij. Ik weet niet, waaraan ik de aantrekkings kracht, die ze op me uitoefent, moet toe schrijven. Is het de wijze, waarop ze juist geheel 'schuil gaat in het haar omringende groen? Is het het rieten dak-, dat in sier lijke krullen aan de voorzijde is weggesne den en glinsterende blauwe pannen laat zien, die schitteren en tintelen in de zon? Of zijn het- de twee schoorsteenen, die van voren en van achteren uit het dak oprijzen, juist op de plaats waar dit het geval be hoort te- zijn', oiii aan het geheel een schoon en harmonieus aanzien te.geven. Die schoor steenen vooral vind ik prachtig. Slank en forsch en tooh ook weer niet te groot. Het Noord-Hollandsche boerenhuis heb ik in zijn eenvoudige schoonheid vaak gezien als de drager van de echte Noord-Holland- sche geest. En waarom zou dat niet het ge val zijn? Want is het niet een schepping van het volk, dat hier sedert eeuwen het platteland heeft bewoond? En zou het mo gelijk zijn, dat deze typische bouwtrant kon ontstaan, zonder dat de bewoner er iets van zijn wezen in neerlegde? Dat moet zoo zijn, het kan niet anders. De gedachte echter, dat thans veelal een van die twee fraaie schoorsteenen niet echt meer is, loos is, omdat ze, sedert de kazerij geen deel meer uitmaakt van het Noord- Hollandsche boerenbedrijf, overbodig en nutteloos is geworden, heeft soms een tikje weemoed in mij weten op te wekken. On willekeurig drong zich de idee bij mij op, dat, gelijktijdig met zijn woning ook de boer iets onechts had gekregen. Ik geloof niet, dat ik mij daarin geheel heb vergist. Er is de laatste jaren zooveel gesproken en geschreven over de opheffing van het plat te land, dat er nauwelijks twijfel aan kan bestaan of er was met onze Noord-Holland sche boerenstand iets niet in orde. En, men mag het vreemd vinden of niet, de looze schoorsteen op het achterdak van onze boerderij is voor mij geworden tot iets als een symbool. De tweede schoorsteen is ontegenzeggelijk bezig te verdwijnen. Eigenlijk gezegd doet mij dat genoegen. Want ze behoort tot het verleden, ze is in het heden slechts schijn. En schijn heeft maar al te veel het wezen verborgen. Slechts hoop ik, dat er iets anders voor in de plaats zal komen. Iets, dat nuttig en noodig is en dat voor mij het symbool zal zijn van het ontwaken van het platteland. Het boerenhuis behoort tot de legende van ieder land. Het is een stuk cultuur, dat in zichzelf de geschiedenis belichaamt van een groep van bewoners, die in ons gewest de kern heeft gevormd der bevolking. Onder deze omstandigheden is het eigen aardig, dat over het boerenhuis in het al gemeen weinig is geschreven. Het eenige werk, dat we er over hebben kunnen vin den is van prof. Gallée en dit is nog be trekkelijk beknopt. We vinden in Nederland vier verschillen de typen van boerderijen, n.1. het Friesche type, het Saksisch-Frankische halle-huis, het Zeeuwsche type en het Keltische of Ro- meinsch-Limburgsche type. Het kenmerkende van het Friesche type is, dat de hooi- of graan bergplaats het mid den vormt van het gebouw. Daaromheen liggen de stallen, de dorschvloer en de mel- kerij-inrichting. Dit middenvak, in Noord-Holland vaak de tas genaamd, bestaat uit één of meer vierkanten. Het aantal daarvan houdt meestal verband met den aard van het be drijf. Waar wc te doen hebben met grocn- of greidland is het aantal meestal beperkt, en vinden we het echte „stelphuis". In bouwstreken is het aantal vierkan ten vaak grooter en ontstaat een langere schuur. De oogstgewassen worden altijd in de schuur opgeborgen. Oorspronkelijk kwamen bijgebouwen en hooibergen niet voor. De woning is altijd aan de voorzijde. Tn Noord-Holland is ze steeds onder het groote dak aangebracht, in Friesland staat ze niet zelden los daarvan, doch altijd is ze door een korte gang met de eigenlijke boerderij verbonden. De koestal bevindt zich altijd aan één der langszijden, de koeien staan met den kop naar den muur, een voedergang ontbreekt. Dat dit type oud is, wordt bewe zen door het feit, dat men het, met kleine onderlinge afwijkingen vindt zoowel in Friesland, als in West- Friesland. In Friesland vindt men het. overal, behal ve in de Oostelijke gemeenten Opsterland, Schoterland en Stellingwerf. In Noord- Holland treft men het^aan Oostelijk van de lijn EgmondCastricumBeverwijkPola- nen. Vroeger schijnt het type Zuidelijk tc zijn voorgekomen 'tot Abcoude en Diemen. Dit voorkomen ter weerszijden van de Zuiderzee wijst er met overgroo- te waarschijnlijkheid op, dat de oor spronkelijke vorm dateert van vóór de negende eeuw, toen Immers door de groote vloeden en overstroomin gen onze binnenzee ontstond en Friesland van West-Friesland werd gescheiden. Deze scheiding had plaats nu reeds meer dan 1000 jaar geleden en het is hoegenaamd niet verwonderlijk, dat de boerenhuizen ter weerszijden van de Zuiderzee sedertdien een eigen ontwikkelingsgang hebben doorge maakt. In het boterberéidende Friesland ontstonden de boterkelders, de versiering aan het dak werden de uileborden, die een fraaie onderbreking vormen van de daklij nen. In het. kaasmakende Noord-Holland ontstonden de twee schoorsteenen, die aan onze boerderij zulk een, heel eigen cachet geven. Maar de hoofdvorm bleef dezelfde, ja de onderdeelen dragen niet zelden dezelfde namen. Grappig ook is de voorliefde voor schelle kleuren: helblauw, wit, groen en soms rood. Men vindt deze in West-Friesland, ook ech ter in het Westen van Friesland. Ze zijn aangebracht op vensterkozijnen, deuren en houten voorgevels en het feit, dat men ze hier, zoowel als ginds aantreft, wijst al weer op een zekere stamverwantschap. Waarvan overigens wel zeer weinigen zullen twijfe len. De moderne architectuur verdringt het oude. Ook op het platteland heeft deze ar chitectuur zich haan gebroken. Een der opgaven ervan is het nuttige met het schoo- ne te vereenigen. Wat ook gebeurt, er zal wel geen kwestie van zijn of het oud-Friesche type zal zich 'in deze gewesten weten te handhaven. Maar ontwikkeling zal er blijven. Zonder ontwik keling is er geen leven. Wat uit ons hedendaagsche boerenhuis zal groeien, vermag niemand te zeggen. We mo gen echter slechts hopen, dat de eigenaar dige schoonheid er van zal weten te heko ren, zooals de oude West-Friesche hoeve dat heeft weten te doen. Want waar schoonheid is, daar is ook een bloeiende, gezonde bevol king, die haar eigen geest weet neer te leg gen in de doode materie. Duitsch weermachthericht BRITSCHE HULPKRUISER TOT ZINKEN GEBRACHT Het* opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Een onderzeeboot heeft een Britschen hulpkruiser van ruim 10.000 b r.t. tot zinken gebracht. Door de deelneming- van hun duikbooten aan de vernietiging der beide Britsche konvooien heeft de luitenant ter zee eerste klasse Bleichrodt de resultaten van zijn tocht naar den vijand tot 53.300 b.r.t. en luitenant ter le klasse Schepke tot 40.565 b.r.t. verhoogd. In de avonduren van 20 October hebben óorpedovliegtuigen aan de Engelsche oostkust drie krachtig beschermde koopvaardijschepen van geza menlijk 20.000 b.r.t. tot zinken gebracht. Lichte formaties gevechtsvliegers hebben ook gisteren vergeldingsaanvallen op de Britsche hoofdstad en de steden in Zuid en Midden-Engeland ondernomen. Docks en havencomplexen alsmede vitale centra van bevoorrading werden doeltreffend met bommen bestookt. In de groote benzineop slagplaats van Thameshavcn braken na de aanvallen tot ver zichtbare nieuwe bran den uit In den loop van den dag en den nacht ontstonden er verscheidene voor ons succesvolle luchtgevechten. Des nachts verscherpten zware formaties gevechtsvlie gers de aanvallen op Londen en wierpen groote hoeveelheden bommen van allerlei kaliber omlaag, die op de beide-oevers van de Theems talrijke nieuwe branden en ernstige verwoestingen verwekten. Fabrie ken der wapenindustrie in Midden-Enge land en havencomplexcn aan de Britsche westkust waren eveneens het doel van de krachtige bomaanvallen. Zooals reeds gemeld, heeft zware artil lerie van het leger en de marine twee groo te vijandelijke koopvaardijschepen in de haven van Dover beschoten. De schepen en de havenwerken werden met een reeks van salvo's bestookt, welke groote vernielingen aanrichtten. In aansluiting hierop beschoot een vijandelijk stuk verdragend geschut de Fransche kanaalkust met enkele scho ten zonder eenige. schade aan te richten. Voortgegaan werd met het leggen van mijnen voor Britsche havens. Vijandelijke vliegtuigen vlogen vannacht Duitschland binnen en wierpen bommen op de Rijks Om imi oenhaal: door JOHN SIMSON Zwierig zwaaiden ze samen over de baan, Dolf en Stien Ze kenden elkaar al jaren, gingen heel vertrouwelijk met elkaar om. Samen hadden ze nog op de schoolbanken gezeten en sindsdien elkaar nimmer uit het oog verloren. Samen hadden ze geten nist en gehockeyd Beiden hadden Amcrikaansche kunst schaatsen onder, laveerden in sierlijke boch ten heen en weer, van den oenen kant naar den anderen. Hij verstond de kunstrijderij uitstekend; zij was daarin echter nog niet zoo bedreven, had van tijd tot tijd wel een steuntje noodig, waarvoor Dolf dan maar al te graag zorgde. Ja, hij mocht Stien bij zonder graag En nu ze zoo zij aan zij krui selings over de baan- .zweefden, nu drong het plotseling tot hem door, dat hij er heel geen spijt van zou hebben, als hij zijn ge- heele leven zoo bij baar zou zijn Lang dacht hij na, wilde haar zoo gaar ne dadelijk vertellen, wat hij daar zo op eens bedacht had. Maar durfde niet. En peinsde zich suf, hoe hij het haar vertellen zou .Nu eehs wilde hij dit, dan weer wilde hij dat zeggen Maar verwierp tenslotte ei ken aanloop. De kwestie was namelijk, dat hij van natuur erg verlegen was. Zoodat hij tenslotte heelemaal niets zei. „Wat ben je toch stil!" zei Stien opeens. hoofdstad en op andere plaatsen. Als eenig militair doel is een spoorlijn in West- Duitschland getroffen, zonder dat daardoor stagnatie in het verkeer ontstond. Overi gens werden bij aanvallen op woonwijken eenige huizen verwoest en verscheidene burgers gedood. De vijand verloor gisteren 19 vliegtuigen, waarvan in luchtgevechten 16, en door luchtdoelartillerie drie. Hiervan werd er een boven Berlijn neergeschoten. Vier eigen toestellen worden vermist. Italiaaosch weermachthericht Het opperbevel van de Italiaansche weer macht maakt bekend: In Noord-Afrika bedrijvigheid van verken ners. Ecnnge vijandelijke luchtaanvallen veroorzaakten geen materieele schade. Twee personen werden gewond. In Oost-Afrika werd de vijand bij een-bot sing van een Italiaansche patrouille met vijandelijke colonnes vrachtauto's aan de grens van Eritrea tot den aftocht genoopt. Het Italidansche luchtwapen bombardeerde de vijandelijke militaire stellingen bij Hab- bas Wein (Kenya), de luchthaven Wajir, gemotoriseerde troepen op den weg Wajir- Gherille en in de omgeving van Arbo alsme de in de Roode Zee een door oorlogsschepen vergezeld vijandelijk convooi. Bij den in het weermachtsbericht van verleden week Donderdag vermelden lucht aanval op het Engelsche steunpunt Perim zijn, naar achteraf bekend wordt, twee kleine aldaar gelegen oorlogsschepen tot zin ken gebracht. Vijandelijke vliegtuigen bom bardeerden Decamere waarbij onder de in- landsche bevolking een persnon gedood en elf gewond werden. Er werd lichte schade berokkend aan barakken. Voorts werden bommen lukraak geworpen op Asmara. Goera, Agordat. en Massoea. Komende van Zwitserland, heeft de vijand luchtaanvallen ondernomen op plaatsen in boven-Italië. In Verona, werd een particulier huis en een instelling van weldadigheid beschadigd waar in zestig wezen en 150 armen waren onder gebracht. Drie personen werden gedood en 12 gewond. In de provincie Pavia werden twee woonhuizen verwoest, waarbij vier personen gedood werden en een persoon ge wond werd. In de provincie Alessandria werden drie huizen verwoest. Een persoon werd gedood pn twee gewond, van wie een ernstig. Tn het plaatsje Borgi Verrezzi Savona) werd in een boschje brand veroorzaakt. Een kerk werd ernstig getroffen en de belendende huizen werden licht beschadigd zonder dat er persoonlijke ongelukken voorvielen. In twee andere plaatsen werden bommen ge worpen in het open veld. Zes personen bij bomaanval op Monster gedood Zondagavond heeft een Engelsch viiegtuig drie bonnmén geworpen op Monster, waar geen militaire installaties zijn. Tijdens den bomaanval bevonden zich nog verscheidene personen op straat, ter wijl bovendien nog eenige personen zoo zwaar werden gewond, dat voor hun le ven wordt gevreesd. Een bom kwam in de Molenstraat terecht, vlak voor een bus van de Westlandsche stoomtramwegmaatschap pij, welke geheel vernield werd. De drie in zittenden werden gedood. Van een groep van vijf personen, die op den weg liep, werden een drietal op slag gedood. Verder moesten een vijftal pewonen zwaar gewond naar het ziekenhuis worden vervoerd. Een tweede bom kwam terecht in den tuin van den kweeker L. van Spronsen en vernielde een groot aantal druivenserres. De derde hom richtte in een boomgaard groote schade aan. Verscheidene personen, die licht gewond werden, zijn verhonden door plaatselijke geneesheeron en de leden van de plaatselijke afdeelineen van het Roode Kruis. De materieele schade is groot. „Ikke?" „Ja! Waar denk je toch aan?" „O ch jazie je aan een heele moeilijke puZzle!" „Een puzzle? Een rebus misschien?" „Een Jajaja. precies. Ik denk juist aan een heel moeilijken puzzle!" „Pas toch op. maande Stien dan .kijk toch uit waai' je rijdt! Zoo meteen komen we nog in botsing. En dat voor zoo een onnoo- zelt-n rebus!" „Och Stien'', zei hij zacht „Als je er lief hebberij in hebt, dan vind je dat puzzlen heusch niet onnoozel. Bovendien zijn er dikwijls mooie prijzen mee te verdienen!" „Ja Dolf. ja. dat is wel zoo. Zie je: Ik houdt er zelf ook wel van!" Toen keken zij elkaar lachend aan. „Stién!" zei hij plotseling met een kolos sale opgewektheid „StienHij voelde, dat nu het juiste moment daar was., „Ja. wat is er?" vroeg ze laconiek. „Trek toch niet zoo., en pas op die scheur daar. Kijk eens was een water daar op het ijs staat". Al zijn moed zonk opeens weer in zijn schoenen. „Stien", zei hij even later. „Als de vorst weer over iszullen we samen eehs een paar rebussen zien op te lossen en die dan samen insturen?" „Heel graag. Dolf. Dat is best. hoor! Al leen waarvoor zouden we daarvoor eigen lijk wachten tot de vorst over is?" Dien avond sprak Dolf zijn boezemvriend over het geval. „Man als je haar hebben wijt", zei deze wijs, „dan moet je haar vragen". „Ja. Piet dat begrijp ik ook. Maar hoe moet ik dat doen?" „Kom nou! Daar ben je toch zeker oud genoeg voor! Maar als je het darr absoluut weten wilt: zeg het met bloemen!" „Met bloemen?" Nederland, nam een eereplaats onder de volkeren in". Zaterdagmiddag zijn in de groote zaal van het gebouw Odeon te Rotterdam twee druk bezochte vergaderingen gehouden, uitge schreven door de centrale antirevolutionaire kiesvereeniging té Rotterdam en den kamer- kieskring Rotterdam van de Christelijk-His- torisch Uni. Als sprekers traden op Dr. H. Colijn van 's Gravenhage en Dr. S. Roze- mond van Leiden. Na de opening van de samenkomsten was het woord aan Dr. H. Colijn voor het uit spreken van zijn rede. Spr. heeft er bij vorige gelegenheden reeds uitvoerig op gewezen, dht het afbrekend oordeel over het verleden in menig opzicht volkomen onjuist moet worden geacht. Dat verleden had zeker gebreken, maar met die gebreken zijn de resultaten op bijna, elk ter rein zóó geweest,1 dat Nederland waar het niet heelemaal aan de spits stond, toch in elk geval een eereplaats onder de volkeren innam. Spr. wenschte er echter den nadruk op te leggen, dat men niet bang moet zijn voor hervormingen, die werkelijk noodzakelijk blijken. Spr. zelf althans behoort tot dege nen, die open slaan voor iedere noodzake lijke of wcnschclijke hervorming. Alleen is hij niet zoo hervormingsgezind, dat hij met het grijpen naar het nieuwe zou willen prijs geven het goede, dat het verleden ons heeft gebracht. Onder dit voorbehoud zal men de toekomst moedig onder de oogen moeten zien, ons zelf niet bedriegend door de oogen te sluiten voor wat om ons heen plaats grijpt. En dan is het duidelijk, dat er reeds nu enkele conclusiën kunnen worden getrok ken, die men zonder veel gevaar voor teleur stelling uiten kan. Een van die conclusiën is stellig, dat de toestanden op het vasteland van Europa radikaal anders zullen zijn dan Radioprogramma's omroepveroenl- gingen eindigen 's avonds om half. zeven. Er is met- ingang van Zondag 20 October een wijziging gebracht in de zendtijden van de Nederlandsche zenders Jaarsveld en Kootwijk. De radioprogramma's der om- roepvereenigingen en van het Algemeen Nederlandsch Persbureau eindigen 's av. om half zeven. De uitzending van de nieuwsberichten hebben nu om zes uur via Kootw'jk en 6.15 via Jaarsveld ((herhaling) het laatst plaats. Het praatje om zeven uur vervalt. De uit zending van kwart over vijf wordt aldus: gedeeltelijk een praatje en gedeeltelijk 'n uitzending van economisch nieuws en binnei> en buitenlandse!") nieuws. De nieuwsberichtenuitzendingen van 's morgens acht uur'en des midd-aes één uur zijn hierdoor aanmerkelijk belangrijker ge worden. Deze regeling is nog niet definitief, daar noe nadere besprekingen zullen worden ge voerd. Bij een op 16 April 1938 gewezen schrif telijk vonnis van het kantongerecht te 's Gravenhage is I.. B. ter zake van overtre ding van de loterijwet (H.A.C.O.-trekkingen) veroordeeld. In hoogerberoen heeft de Haag- sche rechtbank dat vonnis bevestigd. De hooge raad vernietigde echter laatstgenoemd vonnis wegens vormgebrek en verwees de zaak naar het Haagsche gerechtshof, dat „Piecies! Met rozen bijvoorbeeld!" „Met rozen?" „Of met viooltjes desnoods". „Met viooltjes? In dezen tijd van het jaar ?Waar kun je die krijgen? Ik geloof niet. dat die er nog zijn" „Nou zeg het dan met edelweiss. Maar in ieder geval zeg het. Err wacht daar niet te lang mee Over zooiets moet 'je geen gras laten groeien. Den volgenden morgen was Stien al vroeg op de ijsbaan, maar toch niet zoo vroeg, of Dolf was er al Op een apart afgeschoten gedeelte was hij in zijn eentje aan het kunstrijden. V«lcn stonden naar hem te kijken en bij hen voegde zich Stien. Dolf had haar dadelijk in de gaten en wuifde haar vriendelijk toe Dan plotseling kreeg hij een idée. Even stond hij stil en begon dan opnieuw, reed een groote S-slinger. aan het einde waarvan hij zich met vee' zwier omkeerde, om dan dezelfde S weer terug le rijden, er daarbij wel op lettend, dat hij een flinke diepe insnijding in het ijs maakte. Stien knikte Ja die S was heel duidelijk te zien. Dan opeens sprong de kunstrijder op zij en reed in rechte baan van boven naar be neden en' weer van beneden naar boven, sprong nogmaals opzij en reed in een groo te kring voortdurend rond. Stien keek, en zag: naast de S "stond nu duidelijk 't getal 10. De heteekenis van dezen rebus in zijn geheel liet zich niet moeilijk oplossen. Stien werd er stil van Daar sprong de rijder ten derde male opzij en reed een nieuwe fi guur een hart. In sierlijke lijn teekende hij dit symbool op den gladden ijsspiegel, reed het over en over en over en sneed het steeds dieper in... Stien was onder den indruk gekomen. Peinzend staarde ze voor zich uit: zag nu slechts dat groote, symbolische hart, dat ze geweest zijn. Wat daarbij voor ons. hoofd zaak is en blijft, is de vraag of ons nationaal volkseigen ongerept zal kunnen worden ge handhaafd, dan wel of ook hier inzichten veld winnen, die tegen den draad onzer historische volksontwikkeling ingaan. Vreemde inzichten, zoo is ons door den rijkscommissaris beloofd, zullen ons niet worden opgedrongen, maar daarmede is nog niet beantwoord de vraag, of ze in Nedeland niet vrijwillig aanvaard zullen worden. Wij gelooven dat wel niet, riiaar men moet de vraag toch onder de oogen zien. Wij willen allen onafhankelijk blijven, wij willen allen ons eigen vokskarakter hand haven, wij willen allen dat de band tus- schen moederland en overzeesche gewesten bewaard blijft, maar daarnaast zijn er toch ook tal van opvattingen, die niet parallel loopen. Voor een schijneenheid gevoelen wij niets, omdat er geen werkelijke kracht van kan uitgaan. Samenwerkinp met „De Unie". Na de rede van Dr. H. Colijn was het woord aan Dr. S. Rozemond. Spr. betoogde, dat het niet uit bekrom pen zelfzucht was, wanneer de Christ. part. groepen strijden voor het behoud en de ver steviging en vernieuwing van de christelijke grondslagen onzer samenleving. Zij zijn niet alleen waakzaam tot behoud van eigen gees telijke vrijheden, maar ons gaan ook de oude volksvrijheden en -rechten en de gevestigde Nederlandsche tradities ter harte. In dit streven ontmoeten zij dan de Neder landsche Unie. Het is hekend, dat tegen deze groep iri haar kortstondig bestaan reed» heel wat critiek is gelanceerd, ook van den kant van het prot. christ. volksdeel. Waar de Unie echter blijk gaf geen doodende ge lijkschakeling te willen en integendeel de overtuigingen en inzichten van het Prot. Christelijk volksdeel te willen respecteeren, daar kan niets ons in den weg staan om deze groep met welwillendheid en met den oprechten wil tot samenwei -ing tegemoet te treden. Wij staan dus gereed tot samenwerking in den breedst mogelijken zin. zooals die met behoud van onze meest fudamenteele overtuigingen en met overeenstemming om trent de richting van het beleid zal kunnen geschieden. Wij zien dit in dezen tijd van bezetting vooral als een bereidbaarheid tot voorbereiding van practische samenwerking zoodra ons daartoe weer naar eigen aard in zelfstandigheid ruimte zal worden gegeven. toen de inleidende dagvaardiging nietig ver klaarde. Nadat .dit arrest weder door den Hoogen Raad vernietigd was, heeft het Hof het vonnis van den kantonrechter vernie tigd, de tenlastelegging ten dcele bewezen verklaard, het bewezene echter niet straf baar geoordeeld en te dier zake den verdach te gedeeltelijk van rechtsvervolging ont slagen, gedeeltelijk vrijgesproken. De procu reur-generaal kwam van deze uitspraak we der in cassatie en gisteren heeft de ITooge Raad in deze zaak voor den derden keer arrest gewezen. De Hooge Raad vernietigde het arrest van het Hof en veroordeelde den directeur \an de H.A.C.O. wegens het houden van een andere loterij dan de zoodanige, tot het aan leggen en houden waarvan de bij de loterij- wet vereischte toestemming is verleend, tot een geldboete van 3000.— subsidiair 3 maanden hechtenis. De republikeinsche candidaat voor het presidentschap, Willkie, heeft President Roosevelt Zondag opnieuw uitgedaagd met hem te debatteeren. Hij bood hem aan op 30 October met hem in Baltimore tegelij kertijd het podium te betreden. Naar uit den specialen trein van Willkie wordt ver nomen, heeft Roosevelt echter medege deeld, dat het hem onmogelijk is deze uit- noodiging aan te nemen. WOLVEN IN HONGARIJE. In het kort geleden bij Hongarije terug gekeerde gebied van Marmaros is door het koude weer een vroegtijdige wolvenplaag opgetreden. De kudden wolven hebben groote schade aangericht onder de schapen. Hier en daar zijn zij zelfs doorgedrongen in boerenhofsteden en dorpen. Daarbij wer den in één nacht 60 schapen door een kud de wolven verscheurd. aan duidelijkheid niets te wenschen over liet. En merkte nauwelijks dat Dolf zijn rit beëindigd had en nu naar haar toe kwam. „En?" vroeg hij belangstellend. Maar Stien zei niets. Zwijgend gaf ze hem een arm en even later zwierden ze samen over de haan., tot Stien plotseling stil hield vlak voor een berg van opgestapeld ijs en sneeuw „Dolf?" vroeg ze zacht, „mag ik me even aan je vasthouden?" „Maar natuurlijk!" En terwijl ze óp een schaats bleef staan, grifte ze. met haar andere schaats in den sneeuwberg dit eone woordje: „Ja". Toen werd Dolf stil. En van lieverleede begon zij de letters nog wat dieper in te griffen met haar schaats, steeds dieper... totdat de wankele berg plots in elkaar stortte en de bovenste schotsen naar bene den kwamen, waar ze te pletter vielen op het ijs, in duizend stukken... „Dolf, kijk, kijk! Het ijs is gebroken!" ...Ia Stien- dat geloof ik!" zei hij zacht en liet er met een zucht op volgen: „Den he mel zij dank!" Onderwijl trok hij Stien stilletjes naar zich toe, nam haar dan met een in zijn. armen: ze hadden elkaar vol komen begrepen. Nog dienzelfden avond sprak hij weer zijn boezemvriend. „Piet!" zei hij opgewonden. „Ik heb het gevraagd, hooren zij heeft Ja gezegd. O. Piet, je weet niet, hoe gelukkig ik me nu voel „Van harte, kerel, van harte hoor! En vertel me eens. Hoe heb je het gevraagd? Met sneeuwklokjes?" „Heelemaal niet! Je raadt het nooit!" „Nu zeg het dan maar gauw". „Met schaatsen!" „Met... met... met schaatsen?" „Precies, zoo is het.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 6