De Duitsche weermacht
N1PPER EN PELLE
Hooge Raad verwerpt
cassatieberoep
beleedigd
Hef meisje
in de taxi
Voor Artis
Radioprogramma
Meisjes in Enschedé vespeidden
schimpvers.
VOOR MAANDEN IN DE CEL.
Voor het Feldkrieggericht, dat daartoe
zitting hield in het gebouw van het kan
tongerecht te Eschedé diende een zaak te
gen vijf emplové's van een textielfabriek,
die ervan werden verdacht een gedicht, dat
van zeer beleedigcnden inhoud was voor het
Duitsche Rijk en voor het luchtwapen in
het. bijzonder, te hebben verspreid. Terecht
6tonden de 34-jarige controleur D. S., de 33-
jarige drukmeester P. M. en drie vrouwe
lijke kantoorbedienden, de 20-jarige mej. P.
H.. de 19-jarige mej. B. C. en de 22-jarige
mej. E. N,
Uit het verhoor kwam vast te staan, dat
mej. E. N. op een morgen in de brievenbun
van haar woning een getypt gedicht had
gevonden. Dit gedicht hari ten doel de eer
en het aanzien van de Duitsche weermacht
te schaden en was van een uitermate kren-
kenden inhoud. Het meisje liet het epistel
zien aan haar collega mei. H., die het mee
nam naar huis en des avonds op de schrijf
machine van haar vader een afschrift
maakte. Zij toonde het aan eeniee personen
In de fabriek, o.a. mej. B. C., die het mee
nam naar haar afdeeéling en er een af
schrift van maakte.
Juist toen zij daarmede klaar was,
kwam de controleur D. S. in het
kantoor, die het pamflet meenam
en het toonde aan iemand, die in
zijn afdeeling werkzaam was. Deze
laatste stelde een Duitsche afclee-
lïngschef van het geval in kennis,
die daarop een onderzoek instelde,
waarna hij medecleeling deed aan
de Sicherheitspolizei.
De chef ontkent
Bij het verhoor der verdachten verklaar
de D. S., dat hij het papier van het meisje
had weggenomen, toen hij haar afdeeling
passeerde. Hij is haar chef en zag toeval
lig, dat zij iets had, dat hem naar zijn
zcgr"m niet aanstond. Het papier toonde
hij, zoo verklaarde hij verder aan Ter W.,
iemand uit zijn afdeeling. die hij als zeer
Duitschgezind kent, met de bedoeling dat
deze zou zorgen, dat de zaak verder zou
komen, aangezien hij dergelijke geschriften
niet in de fabriek wenschte te zien. Ter
W.. als getuige gehoord, zelde den indruk
te hebben gehad, dat S. hem het papier
liet zien bij wijze van grap. Toen echter
bleek, dat hij met den Duitschen afdeelings-
chef over het geschrift had gesproken, voeg.
de S. hem toe: „Als je zegt, dat ik het ding
had. sla Ik je in het ziekenhuis".
De verdachte P. M. zeide het „ge
dicht" van mej. H. te hebben ont
vangen. Hij had het aan een an
der getoond zonder eenige bijbedoe
ling. De president maakte hem er
echter opmerkzaam op dat hij het
ook aan zijn vrouw had laten
zien, die hem had geadviseerd het
onmiddellijk weg te doen, welke
verstandige raad hij echter in den
wind had geslagen.
„Een mooi gedicht".
Uit het verhoor van de meisjes kwam vast
te staan, dat mej. P. H. zich het meest had
beijverd om het pamflet te verspreiden. Zij
zeide het aanvankelijk een mooi gedicht te
hebben gevonden en niet te hebben inge-
FEUILLETON
door
F. G. WODEHOUSE
HOOFDSTUK IX.
Terwijl George en Bellie Dore naar den
rozentuin wandelen, om 'n praatje met den
tuinman te maken, zat Maud nog een honderd
yards van hen af in haar speciaal lievelings
hoekje, een steenen koepeltje, vol scheuren,
uit den tijd van het-Regentschap, dat aan den
oever van een kleinen vijver met waterlelies
stond. Zij las Albert, den chasseur verzen
voor.
Albert, de chasseur was sedert kort toege
voegd aan Maud's direct gevolg. Een paar
maanden geleden was zij zich met hem gaan
bemoeien, eenigszins op de wijze van den ge
vangene uit den toren, die het bekende muisje
tam maakt en liefkoost. Albert te onderwij
zen, hem boven zijn dagelijksch sleurleven te
verheffen, zijn ziel te ontwikkelen, scheen
haar romantische natuur een nobele taak en
bovendien een goede tijdpasseering.
Het zou nog de vraag zijn, of Albert er wel
een ziel op nahield, een vraag, die in het
sousterrain beslist ontkennend beantwoord
zou worden. Het eenige, wat met zekerheid te
zeggen viel. was, dat hij er wel naar uitzag.
Iemand die hem zag, als hij met zijn donker
blauwe oogen droomerig om zich heen keek,
zou hem een kleinen engel gevonden hebben.
Hoe kon een toeschouwer ook weten, dat de
gedachte, welke achter dien peinzenden blik
verborgen lag, eenvoudig berekening was, of
de vogel in den cederboom, al of niet, binnen
het bereik van zijn catapult was. Maud al
thans vermoedde niets van dien aard. Zij ar
beidde vol hoop dag aan dag, om Albert ge
voel voor de hoogere dingen des levens bij te
brengen.
Maar het was geen geringe taak. Dat
moest zg toegeven. Alberts ziel verhief zich
Nlpper speelt de rol van don
dergod, dat had h{| maar niet
moeten doen.
1. „Mag ik t eens proberen de
bliksem te gooien!"
„Ja, maar wees voorzichtig,
want hij kaatst terug."
2. „Heb je al afscheid van je
familie genomen, mjjn beste
draakje, want nu is 't met
je gedaan!"
3. „Maar, beste jongen, daar
vliegt mijn dondersteen in
de afgroi d."
Wat nu?
1. „Zonder mijn dondersteen
zgn we verloren. We zullen
hem op de bodem van de
diepe afgrond nooit weer
terugvinden."
2. .Kaast jullie, kinderen,
gauw naar beneden, in de
druipsteengrot.
zién, dat het voor de Duitsche weermacht
van een zéér beleedigende inhoud was.
Eerst later was zij tot dat inzicht gekomen.
President en openbare aanklager zeiden
deze verklaring onmogelijk te kunnen aan
nemen. Een kind kan direct constateeren
wat de bedoeling van het -fraaie „vers'"
Mej. C. zeide het geschift alleen te heb
ben meegenomen om het voor zich zelf over
te tikken. Zij heeft het aan niemand gege
ten.
Verd. S. heeft het haar afgenomen. Ook
zij beweerde het gedicht mooi te hebben
gevonden en er aanvankelijk niets in te heb
ben gezien welke verklaring ook verd. mej.
N. aflegde. Deze laatste zeide het „gedicht"
in den brievenbus van de ouderlijke wo
ning te hebben gevonden.
Nadat eenige getuigen warén gehoord,
hield de openbare aanklager een uitvoerig
requisitoir,'waarin hij er o.a. op wees, dat
„gedichten" als het onderhavige van een
zoo verregaanden beleedigenden inhoud zijn
dat hiertegen niet kracht moet worden op
getreden.
De Duitsche weermacht heeft na de bezet
ting in Nederland gehandeld op een wijze,
welke eeuig is in de geschiedenis. Zij heeft
niemand een haarbreed in den weg gelegd
en zich op een uitermate correcte wijze ge
dragen. Het kan echter niet worden getole
reerd, dat diezelfde weermacht op gemeene
wijze wordt beschimpt. Daartegen zullen alle
maatregelen, zoonoodig de doodstraf, wor
den genomen.
Spr. was van meening dat mej. P. H. de
hoofddaderes is en eischte tegen haar een
gevangenisstraf voor den tijd van één jaar.
Mej. C. achttte de openbare aanklager on
schuldig, aangezien zij niets heeft gedaan
ont het pamflet te verspreiden. Tegen do
drie andere verdachten eischte spr. zes
maanden gevangenisstraf. a(len met aftrek
van de preventive hechtenis.
Het Feldkriegsgericht veroordeelde daar
op mej. H. tot acht maanden gevangenis
straf, mej. N. tot zes maanden gevange
nisstraf en de beide mannelijke verdachten
S. en M. tot zes maanden gevangenisstraf,
alles niet aftrek der preventieve hechtenis.
Slachtofters van de
duisternis
Twee vrouwen en een man ver
dronken.
Het te Delft wonende 21-jarige dienstmeis
je Van der Meer geraakte Zaterdagavond te
Delft ten gevolge van de duisternis te wa
ter. Zij werd gered en aanvankelijk liet
haar toestand zich gunstig aanzien, doch
later is zij aan de gevolgen overleden.
Zondagmorgen is uit een sloot nabij haar
woning het lijk van de 68-jarige mej. A. v.
d. W„ wonende in het Kooi park te Leiden,
opgehaald. Zij had zich om zeven uur ter
kerke begeven, doch is niet teruggekeerd.
Voorts is uit het water van den Rijn het
lijk van een 63-jarigcn J. R„ opgehaald, die
sedert 23 November werd vermist.
Maximum f 23.000 provinciale
subsidie voorgesteld.
Ged. Staten deelen aan Provinciale Staten
mede, alle vertrouwen te hebben in de toe
komst van Artis te Amsterdam.
Daarom stellen zij voor aan artis tot dek
king van het tekort dat de exploitatiereke
ning over het boekjaar 194(^—1941 zal aan
wijzen, (voor zoover dit niet eventueel door
het rijk zal worden gedekt) een subsidie te
verleenon ten bedrage van 1/3 van dat te
kort tot een maximum van f 23.000 onder
voorwaarde, dat de ijverige 2/3 van dat te
kort tot een maximum van f 46.000 door de
gemeente Amsterdam zal worden gedekt.
De moord te Le'dscliendim
Levenslange gevangenisstraf tot
in hoogste instantie bevestigd.
De hooge raad heeft gisteren ar
rest gewezen in de zaak van den 29-
jarigen Rotterdamschen koopman
R. A., die ter zake van moord op
den veekoopman C. G. van der Horst
te Leidschendam door het gerechts
hof te 's-Gravenhage is veroordeeld
tot levenslange gevangenisstraf.
De hooge raad heeft heden liet
cassatieberoep verworpen.
In ziin arrest gaat de hooge raad eerst
de getuigenverklaringen na. welke door het
hof tot bewijs gebezigd zijn. Het college
zegt dan. dat het ten laste gelegde en be
wezen verklaarde door het hof terecht is
gekwalificeerd als „moord", te weten met
opzettelijk en met voorbedachten rade
iemand van het leven berooven.
De opzet om Van der Horst van het le
ven te berooven heeft het hof kunnen af
leiden uit het ernstige karakter van de op
/.oo gevaarlijke plaatsen als hals en schedel
toegebrachte verwondingen.
„De gefingeerde Arie."
Wel is terecht betoogd zegt de hooge
raad dat niet alle door requirant aan
„Arie" toegeschreven handelingen door re
quirant kunnen zijn gepleegd, doch deze
onnauwkeurigheid in de weerlegging van re
quirants verweer kan de bewezenverkla
ring en de daarop gegronde veroordeeling
geenszins aantasten.
WOENSDAG 4 DECEMBER 1940.
Hilversum I, 415 m.
Nederiandsch programma. VARA.
8.00 Nieuwsberichten ANi gramofoonmuziek
(In de pauze: VARA-Wandkrant).
10.00 VPRO: Morgenwijding.
10.20 Voor Arbeiders in de continubedrijven.
12.00 Gramorooiunuziek.
12.15 Esmeralda 12.30 VARA-Wandkrant)
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Sylvia-Amusementsorkest en solist.
I.45 Gramofoonmuziek.
2.CD Voor de vrouwen.
3.00 Gramoföonmuziek.
3.15 Voor de kinderen.
5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten
ANP.
5.30 De Ramblers.
6.00 „Zorg voor het achterlijke kind," lezing.
6.15 VARA-orkest.
6.43 VARA-Wandkrant.
6.45 Actueeie reportage of gramofoonmuziek.
7.007.15 Economische vragen van den dag
en nieuwsberichten ANP en sluiting.
Hilversum II, 301,5 m.
NCRV.
S.00 Nieuwsberichten ANP.
8.10 Schriftlezing en Meditatie.
8.25 Gewijde muziek (gr.pl.).
9.00 Celesta-ensemble en gramofoonmuziek.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
II.00 Gramofoonmuziek.
11.35 Pianovoordracht en gramofoonmuziek.
12.15 Reportage.
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Zang en piano.
1.30 Gramofoonmuziek.
1.45 Jac. Stoffer's sextet en gramofoonmuziek.
3.20 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
traag. Zij weigerde, zich van de aarde los te
maken. De wijze, waarop de jongen op de
verzen, die zij hem voorlas, inging, was nu
juist niet aanmoedigend.
Maud eindigde met flauwe stem en tuurde
peinzend over het beplekte water in den vij
ver. Een zacht windje wiegelde de waterlelies,
die schenen te zuchten.
„Vond je dat niet mooi, Albert. vroeg ze.
Er kwam leven in Albert's blauwe oogen
Zijn lippen openden zich verlangend.
„Dat is de eerste horzel, die ik van 't jaar
gezien heb." zeide hg wgzend.
Maud voelde zich een beetje ontnuchterd.
„Heb je niet geluisterd, Albert?"
„Jawel, m'lady! En wat een dikkerd is 't."
„Let nu maar niet op dien horzel, Albert."
„Om u te dienen, m'lady."
„Je moet liever niet zeggen, om u te dienen,
m'lady. 't Klinkt zoo... e
Zij hield op. Ze was op het punt geweest
van te zeggen, zoo butlerachtig, maar ze had
wat spijtig bedacht, dat vermoedelijk Alberts
grootste wensch was butlerachtig te doen.
,,'t Klinkt niet zooals het behoort. Zeg lie
ver alleen „Ja mylady."
„Ja, m'lady."
Maud had niet altgd geheel vrede met
Albert's manier van spreken, maar ze liet het
gaan. Ze wist feitelijk zelf niet precies hoe ze
de verhouding van Albert jegens haar
wenschte. Graag had ze gewild dat hij zooveel
mogelijk zou gelijken op een page uit de mid
deleeuwen, een van die in zijde en satijn ge-
kleede schatjes, waar ze wel van gelezen had
En vermoedelijk zouden die wel van mylady
gesproken hebben. En toch had ze het gevoel
niet voor de eerste maal dat het in
onzen eigenaardigen, tegenwoordigen tijd niet
gemakkelijk was de middeleeuwen na te boot
sen. Pages, evenals andere dingen, waren
sindsdien verander.
„Dat vers is gemaakt door een groot dich
ter. die met een bet-oud-over-grootmoeder van
mij getrouwd is geweest. In de zeventiende
eeuw is hij van dit kasteel uit met haai weg-
geloopen."
„Guns" kwam genadig van Albert's lippen,
inaar al zijn aandacht gold de horzel.
„In de oogen der wereld was hij ver haar
mindere, maar zij kende zijn groote gaven en
bekommerde zich niet om het oordeel dei
menschen."
„Net als Susan, toen ze met den politie
agent trouwde."
„Wie is Susan?"
„Een meissie met rood haar,, dat hier keu
kenmeid was. Mr. Keggs zei tegen haar zei
d'i „je trouwt beneden je stand, Susan, zei d'i.
Ik heb het zelf gehoord. Ik heb aan de deui
geluisterd. En toen zei zij tegen hem, zij zei
„loop naar je grootje", zei ze."
Een harer geliefde romances te hooren na
vertellen in keukenmeidstaal, deed Maud het
gevoel krijgen van een koud stortbad. Ze
stapte er maar van af.
„Zou je graag veel willen leeren, Albert."
vroeg ze met flauwe hoop, „en een groot
dichter worden en mooie verzen maken?"
Albert dacht er eens over na en schudde
zgn hoofd.
„Neen, m'lady."
Het was om allen moed te verliezen. Maar
Maud gaf het niet gauw op. Een meisje, daf
geen moed heeft en niet van doorzetten weet.
kruipt in andermans taxi's in Piccadilly. Zij
n*n van de steenen bank een ander boek.
„Lees hier eens wat uit," zeide ze, „en ver
tel me dan of je er niet het gevoel door
krijgt van ook groote daden te willen doen."
Albert nam het boek voorzichtig aan. Hij
had er meer dan genoeg van. Wel is waar
kreeg hij tijdens die lessies chocolaadjes van
het ladyschip, maar dat herinnerde hem alle
maal te veel aan school. Hij keek niets vrien
delijk naar de open bladzijde.
„Ga je gang," zeide Maud, haar oogen slui
tend. ,,'t Is erg mooi."
Albert begon. Hij had een schorre stem,
een waarschijnlijk gevolg van zijn wijsneuzig
sigarettengerook en zijn voordracht liet ook
wel wat te wenschen over.
Maud intusschen had geluisterd naar de
vertolking van een harer lievelingsgedichten
met ongeveer hetzelfde wanhopige gevoel, dat
een componist met fijn gehoor moet hebben
als hij een van zijn grootste werken hoort
verknoeien door een schoolmeisje. Albert, ge
willig en bereid om indien zulks van hem ver
langd werd, zich door alle zeven coupletten
heen te werken, begon aan het tweede, maar
Maud nam hem het boek vriendelijk af. Het
was voldoende, vond ze.
„Nu Albert, zou jij ook niet graag willen,
dat je zoo iets moois kon maken?"
„Nee, nr-lady."
„Zou je niet graag dichter willen zijn, als je
groot was?"
Albert schudde zijn blond hoofd.
„Als ik groot ben, word ik slager, m'lady."
Maud slaakte een kreet.
„Slager?"
„Ja. m'lady. Slagers verdienen veel geld,"
zei hij: zijn blauwe oogen lichtten vol vuur.
want nu zat hij op zijn stokpaardje. „Ja, want
weet u m'lady. alle menschen hebben vleesch
noodig. 't Is niet als met poëzie, die heeft nie
mand noodig."
„Maar Albert," riep Maud mat. „Die arme
beesten dood te maken. Zou je dat kunnen?"
In Albert's oogen kwam een zwakke glans.
..Mr Widgem dan, van de eigen boerderij,"
zeide hij met eerbied in zijn stem, „heeft be
loofd. dat, als ik goed oppas, ik Woensdag
mag komen kijken naar het slachten van een
varken."
4.15 Gramofoonmuziek.
4.30 Voor de jeugd.
5.00 VPRO: Cyclus „Het geestelijk karakter
van ons volk".
5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten
ANP.
5.30 Berichten.
5.35 Postillons en kinderkoor „Melodia" (opn.)
5.55 Gramofoonmuziek.
6.15 Utrechts Stedelijk orkest (opn.).
6.45 Actueeie repu tage of gramofoonmuziek.
7.007.15 Prabantsch praatje en nieuwsbe
richten ANP en sluiting.
Kootwijk, 1785 m.
AVRO.
7 00 Berichten (Duitsch).
7.15 Gramofoonmuziek (7.S®7.45 Berichtei
Engelsch. Om 8.00 Nieuwsber. ANP).
9 00 Berichten (Duitsch).
9.15 Omroeporkest (opn.).
9.55 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Orgelconcert en zang.
11.15 Gramofoonmuziek (11.3011.45 Berich
ten Engelsch).
12.00 Berichten, eventueel gramofoonmuziek.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Berichten (Duitsch).
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 AVRO-Amusementsorkest (1.301.45
Berichten Engelsch).
2.00 Berichten (Duitsch).
2.15 Gramofoonmuziek.
2.30 Berichten (Engelsch).
2.45 AVRO-Aeolian-orkest (opn.).
3.30 Berichten (Engelsch).
3.45 Concertgebouw-orkest en solisten (opn.).
5.00 Berichten (Duitsch).
5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten
ANP.
5.30 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart:
Technische causerie.
6.00 Gramofoonmuziek met toelichting.
6.30 Berichten (Engelsch).
6.45 Gramofoonmuizek.
7.007.15 Brabantsch praatje en nieuwsbe
richten ANP en sluiting.
Hg staarde over de waterlelies heen, zijn
gedachten ver weg. Maud huiverde. Zij vroeg
zich verbaasd af of middeleeuwsche pages
zóó geweest waren.
„Ik zou nu maar gaan, Albert. Ze hebben
je misschien in huis noodig."
„Om u té dienen, mylady".
Albert stond op, inwendig dankbaar. Hij
had behoefte om rustig een sigaretje te gaan
rooken. Hg hield wel van Maud, maar man
nen kunnen toch niet aldoor bg het vrouw
volk zitten.
„Een varken schreeuwt zoo, m'lady!" ver-
lelde hij als vond hij nuttig deze wetenschap
bg wijze van afscheid, nog aan Maud's alge-
meene kennis toe te voegen.
„Je hoort ze mijlen in den omtrek!"
Maud bleef zitten droomen; Tennyson's Ma-
riana stemde haar altijd weemoedig, zelfs
voorgedragën door Albert. Als ze in een van
haar sentimenteele buiën was. die een enke
len keer haar gewone opgewektheid afwissel
den, scheen het haar toe, dat dit gedicht ge
maakt was met profetischen blik op haar
eigen geval, want het kristalliseerde in too-
verwoorden bgna haar geschiedenis.
Waarom kwam Geoffrey niet? Of schreef
hg althans maar. Zij kon hem niet schrijven.
Alle brieven van het kasteel werden 's avonds
door Rogers den chauffeur naar het dorp ge
bracht.
Het zou veel te gevaarlijk zijn om zoo'n
brief kan9 te laten loopen in verkeerde han
den te vallen, vooral nu ze op alle manieren
werd nagegaan. Andermans brieven ópen te
maken en te lezen is een laaghartige daad,
maar ze geloofde tante Caroline er best toe
in staat. Zg verlangde haar hart eens voor
Geoffrey uit te storten in een langen, ver-
trouwelijken brief, maar zij voelde geen roe
ping er een breeden kring van te laten genie
ten. 't Was al erg genoeg na dien rampzaligen
tocht naar Londen.
Op dit punt gekomen, kreeg ze een blij
vizioen George Be van. die haar broer Percy
den hoed afsloeg. Dat was het eenige pret
tige. dat ze zich sinds langen tgd kon her
inneren. En toen voor 't allereerst daalden
haar gedachten een oogenblik af naar den
bewerker van die handeling, naar George
Bevan, den vriend in nood, dien zij nog den
vorigen dag op den weg had gezien. Wat
voerde George in Belpher uit? Zijn tegen
woordigheid was niet zonder beteekenis en
zgn woorden nog veel minder. Hij had dui
delijk te kennen gegeven, dat hij haar wilde
helpen.
(Wordt vervolgd).