VOOR DE VROUW
Het practische element
domineert
Nieuw land na 3 jaar arbeid
Oudejaarsnachtrondgang
te Oostmarsum
De oplichter Veth tot
vier jaar veroordeeld
Landarbeiders en de
Ontslagverordening
Kerstgave aan ondersteunde
werk'oozen
9 Waar eens zes dorpen
9 zullen staan
EEN LANDSTREEK DIE OROOTE
VRUCHTBAARHEID BELOOFT.
Op Vrijdag 13 December jl.
een merkwaardige datnm: Vrij
dag en de 13eI werd de ring
dijk die den Noord-Oost of Ur-
kerpolder omringen zal, geslo
ten. De eerste mijlpaal in het 2e
gigantische werk naar het voor
beeld van den Wieringermeer-
polder, is daarmee bereikt.
In de inleiding tot het bekende, instruc
tieve boekwerk „Zuiderzeeland" van Mr.
A. F. Kamp, den Wieringermeerkenner en
burgemeester van Texel, komt de volgende
zinsnede voor; „De innige liefde voor de
Wieringermeer zal komen van hen, die er
leven en werken".
En hieruit zou volgen, dat van innige
liefde voor de Urkerpolder nog geen spra
ke zou kunnen zijn, tenzij men liefde koes
teren kan „voor wat nog in wording is,
voor wat groeit, voor wat geboren staat te
worden. Er is een tijd geweest, waarin twij
fel rees aan de wenschelijkheid de Zuider-
zee-inpoldering voort te zetten. In tijden
van depressie, die dikwijls geest- en initia-
tiefdoodend zijn, zocht en vond men be
zwaren, die het Zuiderzeewerk weliswaar
niet remden, maar de geestdrift daartoe
toch een geduchte knauw toebrachten. Ge
lukkig is het nog nooit gekomen tot sta
king van den arbeid; het werk is en wordt
nog immer voortgezet. Dat van den Noord-
Oostpolder werd dezer dagen met de vol
tooiing van den dijk bekroond.
Het spreekt van zelf, dat er heel wat stu
die en voorbereiding voor noodig was, al
vorens men een dergelijk groot plan ten
uitvoer kon brengen: het inpolderen en
droogleggen van de Noord-Oost- of Urker
polder, waarover bij de begrooting van 1933
een uitvoerige nota. aan de Kamers werd
voorgelegd. Tal van deskundigen bestu
deerden de ontwerpen en brachten voort
durend wijzigingen in de plannen aan. Van
zelfsprekend bemoeiden ook de menschen
zich er mee, die er het meest bij betrokken
waren: de omwonenden, die sinds men-
schenheugenis gewend zijn hun blikken
over het golvende Zuiderzeewater te laten
weiden en die met eenige afgunst bemerk
ten, dat het weldra andere gelukkigen zou-
-den zijn, die van het heerlijke gezicht op
de wijde vlakte zouden mogen genieten.
Eenerzijds vreesden zij een groote werke
loosheid onder de visschersbevolking lanas
de boorden van de Zuiderzee, anderzijds
verheugden zij zich over het groote werk,
dat naar hun meening èen economische
opleving teweeg zou brengen.
Ten opzichte van dit laatste mogen de
verwachtingen evenwel niet te hoog ge
spannen'worden. Men kan zich hierbij spie
gelen aan het voorbeeld van de Wieringer
meer, waar men, in de randgemeenten Wie-
ringen en Medemblik nog langen tijd met
een groot aantal werkloozen te kampen
had. die in de Meer geen plaats meer kon
den vinden.
Maar al te vaak kwam het voor, dat
arbeiders, die meegeholpen hebben aan
den aanleg van dijken, na afloop van de
werkzaamheden, ten laste van de kleine
gemeenschap bleven, waardoor men van
zelf steuntrekkers kreeg. Voor de toekom
stige Urkerpolder zien de toestanden er
wat beter uit, daar het randgebied bier niet
zoo'n dichte arbeidersbevolking heeft en er
dus krachten van buiten betrokken zullen
moeten worden. Daarvan zal slechts een
gedeelte in de polder komen te wonen en
eerst, wanneer deze geheel cultuurrijp is
en er een vaste bevolking voor moet wor
den aangeworven, dan zal er een selectie
plaats vinden uit landarbeiders, afkomstig
uit het geheele land.
Volkomen gewettigd is nu de vraag: was
het inderdaad vanwege de kwaliteit der
gronden gerechtvaardigd, tot de inpolde
ring van den Urkerpolder over te gaan?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden,
heeft men 588 grondboringen verricht en
daarbij is men tot de overtuiging gekomen,
dat deze gronden zeer gelijkmatig zijn. Het
is daarom zeker interessant, eens even en
kele grondsoorten en wat cijfers te noe
men. Zoo heeft men tijdens de boringen on
geveer 40 °/o zware kleigronden aangetrof
fen, die een oppervlakte van 15,800 ha be
slaan. De zware en lichte zavelgronden be
slaan een oppervlakte van 22.000 ha, terwijl
er dan tenslotte nog eenige fijne en grove
zandgronden zijn. De hoeveelheid veen
grond is werkelijk zeer gering, zoodat men
over het algemeen wel zeggen kan, dat de
Noord-Oost- of Urkerpolder bijeonder,
vruchtbaar worden zal, en dat bet slechts
in het voordeel van Nederland zal zijn, dat
de gronden daar drooggelegd worden. Hoe
zullen nu de werkzaamheden verloopen?
In de allereerste plaats werd de groote
ringdijk aangelegd, eenerzijds om zoo snel
mogelijk met het in cultuurbrengen der
gronden te kunnen beginnen, anderzijds
om het risico zoo klein mogelijk te maken!
Imn^ers, zoowel in den wintere als 's zo
mers wordt een open dijk voortdurend aan
den binnen- en buitenkant door het water
bedreigd. Men heeft een tijdperk van vier
jaar uitgetrokken voor het maken van den
ringdijk en voor het aanleggen van de
sluizen en gemalen, die natuurlijk in vol
doende heeveclheid aanwezig moeten zijn,
om het land droog te houden en om den
waterstand te regelen. De dijk is gelijk
gezegd thans voltooid. In het 4e en 5e
jaar van de werkzaamheden kan dan met
het, droogmalcn een aanvang gemaakt
worden, terwijl het daaropvolgende jaar
gewijd zal zijn aan de bruikbaarmaking
van den grond. Voor het omliggende land
zijn voorts zeer belangrijk de punten van
aansluiting der polderwegen op het be
staande wegennet aan het oude land. Aan
vankelijk zullen er rijwielpaden aangelegd
worden, terwijl de2e naderhand, wanneer
de grond er goed drooR is, gedeeltelijk door
straatwegen vervangen zullen worden. Het
merkwaardigste is voorts, dat de polder
niet direct aan het oude land zal aanslui
ten. doch er door een randkanaal gedeelte
lijk van gescheiden zal blijven. Het voor
deel daarvan is. dat verschillende gemalen
het water door middel van dat kanaal in
de Zuiderzee kunnen storten. Tenslotte zul
len er tal van to.cht en kavelslooten gegra
ven moeten worden, terwijl men eerst te
gen het twaalfde jaar hoopt de geheele
polder in cultuur gebracht te hebben; toch
nog een vrij snel verloop van de zaak, vat
gedeeltelijk veroorzaak wordt door het lage
zoutgehalte van de gronden.
En wanneer dan eindelijk de gronden
drooggelegd zijn, zullen daar ook dorpen
verschijnen: zes heeft men er reeds gepro
jecteerd; een voor tienduizend en vijf voor
drieduizend inwoners. Namen weet men
nog niet, maar voorloopig wordt het hoofd
dorp aangeduid met de letter A. Daar de
ervaring, met dé Wieringermeerpolder op
gedaan, geleerd heeft, dat hetj drooggelegde
gebied zich zeer afzonderlijk zal ontwikke
len en dat de bewoners zich zeer op zich
zelf aangewezen zullen gevoelen, moet er
in dat hoofddorp alles te koop zijn, terwijl
men er voorts ziekenhuizen en instellingen
van anderen aard zal moeten aantreffen.
Op ieder gebied moet daar het zwaarte
punt gelegd worden.
Daarnaast komen dan vijf andere dor
pen, die over het land verdeeld worden en
die slechts tot taak hebben te zorgen voor
de dagelijksche benoodigdheden van de
toekomstige bewoners. Daarbij zal er re
kening mee gehouden moeten worden, dat
de strook langs de dijk in het Zuiden en
Westen niet geïsoleerd mag worde'n, terwijl
omgekeerd de kustplaatsen een zekere in
vloedssfeer in de polder moeten krijgen.
Wanneer dan tenslotte alles gereed en de
geheele streek bewoond is, zal de polder
in het geheel vijftigduizend inwoners tel
len. Tienduizenden zullen dan werk vin
den bij het winnen van den grond, bij de
ontginning en den maatschappelijken op
bouw van den polder. De kolonisten, die
er zich voorgoed vestigen, zullen van ston
de af aan de mentaliteit verloonen, meer
van het voorloopig wellicht nog niet vol
maakt geoutilleerde nieuwe land dan van
het voortrefflijk uitgeruste oude te houden.
Zij zullen in zich zelf nieuwe onvermoede
kwaliteiten ontdekken, evenals in het
voorloopig nog kale land, waar evenwel
spoedig een geheel eigen sfeer ontstaan zal.
doeld teleurstelling wekken, want Oot-
marsum'8 burgerij is gehecht aan zijn tra
ditie.
Deze Oudejaarsnachtrondgang is eenig in
deri lande en men moet geboren en getogen
Oo tornar summier zijn, wil men aan deze
Oudejaarsnacht-ceremonie die waarde toe
kennen, welke haar van jaren en jaren
her toekomt. Als buitenstaander „vindt
men er niets aan", men lacht om het „ge
doe", vindt het „uit den tijd geraakt". De
rasechte Ootmarsummers daarentegen
kennen er de beteekenis van, vinden dat
ze het nieuwe jaar niet goed kunnen aan
vangen, als ze de traditioneeie gewoonte
hunner voorvaderen niet getrouw hebhen
nagevolgd Van oud op jong. generatie na
generatie, kwam de burgerij samen met
den oud-nachtwacht, aan het hoofd op het
pittoreske marktpleintje. Nauwelijks ver
kondigt de torenklok met haar sonoren
klank het middernachtelijk uur of het is
al drukte en beweging in het hartje van
Odomarus veste. Men geeft elkander de
hand onder toewenschen van heil en ze
gen. Het „twaalf uur heeft de klok, de klok
heeft twaalf" van den nachtwaker voor
een en nacht klinkt op en het „komt bur
gers, komt, nu allen terstond het nieuwe
jaar ingetreden"... weerkaatst tegen het in
renaissancestijl opgetrokken raadhuis en
houten gevelwoningen in den omtrek.
Drie coupletten van het Oudejaarsnacht
lied worden gezongen en daar trekt men
verder door straten en steegjes, steeds op
bepaalde plaatsen halt houdend den „heil
wensen zingend.
Na den gebruikelijken rondgang, op het
einde van het laatste couplet, wordt de
nachtwacht door een paar sterke armen
aangepakt en in de hoogte geheschen on
der het uitroepen van hoera-kreten. Wan
neer het eerste uur van het nieuwe jaar
verstreken is, is de rondgang beëindigd en
gaat ieder huiswaarts.
Onderbreking van een eeuwen-
oud gebruik.
In verband met de bijzondere omstan
digheden zal de traditioneeie Oudejaars-
nachtrondgang, die te Ootmarsum sinds
eeuwen ononderbroken werd gehouden, dit
jaar niet plaats hebben. De burgemeester,
de heer H. F M. Schimmelpenninck van
der Oye. heeft bet nl. wenschelijk geacht,
dat de rondgang dit jaar achterwege blijft.
Dit is de eerste keer, dat dit oeroude ge
bruik op den Oudejaarsnacht door „force
majeure" geen doorgans zal vinden, maar
zoodra de toestand zulks weer eenigszins
mogelijk maakt, zal het oude folkloristi
sche gebruik weer gehandhaafd worden.
Voor den rasechten Ootmarsummer zal de
ze maatregel hoe goed overigens be-
De rechtbank te Amsterdam heeft gis
teren den beiuchten Amsterdamschen op
lichter W. N. Veth wegens een serie van 14
gevallen van oplichting en verduistering
veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf
met aftrek van voorarrest. Deze straf is het
dubbele van den eisch van den Officier van
Justitie.
Veth was op den tweeden Pinksterdag
tijdelijk ontslagen uit de strafgevangenis te
Breda, waar hij een straf van drie jaar op
knapte. waarvan hij pas ruim een jaar
heeft1 uitgezeten Hij is in totaal reeds 37 maal
veroordeeld. Nauwelijks was hij weer in
vrijheid of hij begon opnieuw met zijn
hrutalc oplichterijen. Het kostte heel wat
moeite om Veth weer in te rekenen, want
hij gebruikte allerlei vermommingen. Soms
was hij een metselaar in een met kalk be-
spatte overal, soms hulde hij zich in de
matrozenuniform en, deed hij zich voor als
lid van den opbomvdienst. Herhaaldelijk
versoheen zijn portret in de dagbladen met
het bekende politioneele verzoek tot „op
sporing, aanhouding en voorgeleiding" Ten
slotte kon hij worden gearresteerd. Reeds
stond hij eenige weken geleden te Haar
lem terecht, waar hij een straf van acht
maanden oogstte. In totaal met de Rre-
daschc straf mee zal hij dus nog zes
jaar en zéven maanden moeten opknappen.
Aan de gemeentebesturen is het volgen
de schrijven uitgegaan.
Aangezien in het rondschrijven van 15
Juli 1940 werd bepaald, dat na 5 Juli 1940
personen slechts in de steunregeling kun
nen worden opgenomen, indien hun namen
voorkomen op de bekende, door de werk
gevers opgemaakte en door de arbeidsin
spectie voor accoord eeteekende lijsten, doet
zich momenteel de moeilijkheid voor, dat
in feite, ontslagen arbeiders in den land-
of tuinbouw niet in de steunregeling kun
nen worden opgenomen, omdat hun werk
gevers weigeren een ontslagverguniiing aan
te vragen. Deze werkgevers hebben zich op
hét standpunt gesteld, dat landbomvbedrij
ven of tuinbouwbedrijven niet vallen on
der „gewerbebetrieben", genoemd in 't eer
ste uitvoeringsbesluit van 11 Juni 1940 be
treffende het beperken van werk.
Sommige kantonrechters hebben zich
reeds voor deze meening uitgesproken, in
verband waarmede termen zijn gevonden
om voorloopig goed te keuren, dat ont
slagen landarbeiders die lid zijn van een
werkloozenkas voor landarbeiders, indien
zij niet voor 't doormaken van een wacht
tijd in aanmerking komen en ook overigens
aan alle terzake gestelde eischen voldoen,
in de steunregeling worden opgenomen,
tegen overlegging van een ontslaghewijs,
geteekend door den laatsten werkgever.
Kerstgave aan ondersteunde werk
loozen.
Aan de gemeentebesturen is per circulaire
medegedeeld, dat is besloten, goed te keu
ren, dat ook dit jaar aan ondersteunde
werkloozen boven hun gewone steunuitkee-
rjng een kerstgave wordt toegekend. Deze
kerstgave mag wederom bedragen
vën het bedrag, hetwelk de betrokkenen
over Me week van 8 tot en met 14 December
aan uitkecring ontvingen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat niet
mag worden toegekend 25% van het theo
retische steunbedrag, berekend volgens ar
tikel 6 of 18 der steunregeling, doch 25%
van de werkelijke uitkeering (waarin be
grepen eventueele brandstoffenbijslag), die
de ondersteunden over vorengenoemde week
ontvangen.
Deze kerstgave van 25% kan eveneens
worden toegekend over den extra-bijslag, die
aan inwonende kinderen wordt uitgekeerd
alsmede aan degenen, die een tegemoetko
ming ontvangen in verband met hun werk
tijd. korter dan 36 uur. Ook in laatstge
noemde gevallen dient de kerstgave te wor
den berekend over het netto-bedrag der te
gemoetkomingen.
Aan de werkloozen, die in de betreffende
week bij de werkverruiming zijn geplaatst
kan over die week geen kerstgave worden
toegekend. Ten aanzien van deze personen
zal de secretaris-generaal bij afzonderlijke
circulaire nader doen berichten. Aan dege
nen. die uitkeering uit hun werkloozenkas
genieten, kan de kerstgave worden uitge
keerd. indien en voorzooverre zij aan kas-
"ifkcering nlus eventneelen kasbiislag min
der ontvangen dan aan steun plus kerst
gave zou worden toegekend, indien zij geen
kasuitkeering ontvingen.
In de kosten dér verstrekking van dc
Ook aan geweven bontstof een
groote plaats toegekend.
Naarmate de herfst meer voortschrijdt,
doet zich ook de behoefte aan warmere
kleeding meer gevoelen en de wintergarde-
robe zal zich in het middelpunt der belang
stelling geplaatst zien. De vraag naar win
termantels wordt actueel en indien eenigs
zins mogelijk, zal men, zelfs wanneer een
nieuwe wordt aangeschaft, de oude getrou-'
we nog wat moderniseeren. Zoo'n opknap
pertje leent zich voor slecht weer en kan.
indien het niet al te warm mocht zijn. nog
met geruit flanel gevoerd worden, even
tueel knoopt men dit er in.
Mevrouw Mode beheerscht haar gebied
over de geheele linie en weet niet alleen
modellen te brengen, die zich aan de
eischen des tiids aanoassen doch reikt haar
trouwe volgelingen tevens de behulpzame
hand, waar het moderniseeren betreft. Veel
laat zij aan het eigen initiatief over zoodal
iedere vrouw haar fantasie kan laten wer
ken. waardoor menigmaal zeer aparte ef
fecten worden verkregen.
Menig probleem lost Mevrouw Mode
eventueel spelender wijze op en zij ver
schaft ons de noodige hulpmiddelen om
ons doel te verwezenlijken. Nemen wij b.v
een niet meer moderne wintermantel, die
nog uitstekend mee kan wat de stof be
treft. dan zal een combinatie met geweven
bont inderdaad een uitkomst binken te zi.in
Men zal evenwel de keus moeten vestigen
op de betere soorten, waardoor voorkomen
wordt, dat het mooie bonteffect door regen
verloren gaat. Bontstoffen maken nog
steeds deel uit van het wintersche mode
beeld: zij hebben het voordeel veel minder
prijzig te zijn dan bont en zijn heerlijk
warm. Men kan zoowel een plastron met
aansluitende, omgeslagen kraag en zakken
van dit materiaal maken als een geheel
nieuw bovendeel met mouwen, eventueel
een bolero. Het verplaatsen van de sluiting
naar het midden verdient aanbeveling en
kan min of meer versleten knoopsgaten
doen vervallen.
Vlot kleedt een rechte col met aange-
Knipte einden die zich naar den onderkant
>terk verbreeden en over elkander gesla
gen worden. Een bijpassend garnituur in
den vorm van een mof en klein hoedje of
Kozakkenmuts. hetgeen een aardig effect
biedt.
Bontstof leent zich ook uitstekend om
aan het herfstcostume een wintersch aspect
te verleenen en kan o.a. als smalle reep
langs omtrek mantel en aan den rokzoom
worden aaneebrarht Ook aan bepaalde
modellen van japonnen kan een zeer apar
te noot verleend worden door het garnee-
ren. b.v. langs een reverskraag met een
reepje bont. dat zich aan den bovenkant
der zakken herhaalt Japonnen zullen in
de naaste toekomst ongetwijfeld tot in den
treure vermaakt dienen te worden, wil men
althans voor alledag over eenige afwisse
ling blijven beschikken.
Een japon, die onder de armen en aan
de mouwen versleten is. zal met behulp
van ander materiaal opgeknapt kunnen
worden, wat de rug en voorpanden betreft,
b.v. in bolerovorm. Een ander practische
methode om van een op bovengenoemde
wijze versleten japon nog een zeer bruik
baar model te maken, is op nevengaande
schetsen aangegeven, n.1. model 1 een zeer
eenvoudig model met glad bovendeel, dat
aan de voorzijde tot onder de armen een
rechte lijn te zien geeft en achter in punt
vorm is uitgeknipt.
Model 2 een meer gekleede overgooier
met figuurnaadjes boven de taille en even
tueel een ritssluiting in het midden, die
dan weer als garneering bedoeld zal zijn;
vierkant uitgeknipte halslijn aan de voor
zijde. die aan den rug evenwel ovaal rond
geknipt is. Uit de mouwen der te vermaken
japon kunnen de aardig gemodelleerde zak
ken met opgeknoopte overslagjes geknipt
worden.
Een ander aspect biedt de geruite over
gooier, model 3. die eveneens vrij groote
opgestikte zakken heeft en met een effen
blouse in de hoofdkleur gedragen kan
worden.
Eenvoudige modellen domineeren over
de geheele linie waarbij tevens gedacht
wordt aan een minimum stofverbruik.
Bijzondere zorg wordt besteed aan de
garneering, die afhankelijk is van de min
of meer gekleede noot. die men tot uit
drukking wenscht te brengen.
Bestaat deze by sportieve japonnen voor
namelijk uit plooien stiksels en opgestikte
biezen, voor het meer gekleede genre
maakt men gaarne gebruik van gouddraad
borduursel, motieven van kleine loovertjes
kant, velours-chiffon en brocaat.
(G. C. M.S.)
Indien bouillon te zout is, raspt men 1
a 2 wortelen peen in de vloeistof. Deze
trekken het zout tot zich en geven de
bouillon een heerlijke smaak en tevens een
mooie kleur.
kerstgave aan werkloozen, die in de steun
regeling zijn opgenomen, zal uit het werk-
loogheidssubsidiefonds dezelfde bijdrage wor
den toegekend als in de overige kosten van
werkloozenzorg.
Blauw licht voor
luchtbeschermingsverlichting
Ter bescherming van de bevolking tegen
luchtaanvallen zijn de volgende uitvoe
ringsvoorschriften vastgesteld:
1). Voetgangerslant.aarns
Voetgangerslantaarns voldoen alleen dan
aan de voorschriften van bovenbedoelde
verordening
a. Wanneer zij zijn vooi-zien van een
voorgeschreven en door de rijksinspectie
goedgekeurd donkerblauw gloeilampje,
b. Wanneer het een goedgekeurde lan
taarn van speciale constructie betreft,.
De onder a bedoelde donkerblauwe lamp
jes voor voetgangerslantaarns worden, van
het goedkeuringsmerk I. L. B. voorzien,
door de industrie in den handel gebracht
tegen een maximumprijs van 23 cent. Iede
re normale vnetgangcrslantaarn, die van
zulk een goedgekeurd lampje is voorzien,
mag in de open lucht gebruikt worden.
Er wordt echter met nadruk op gewezen,
dat zulke voetgangerslantaarns ingevolge
de bovenbedoelde verordening nr. 212 1941
slechts zoo ln de open lucht mogen wor>
den gebruikt, dat het lichtschijnsel niet
naar boven dringt en andere deelnemers
van het verkeer er niet door verblind wor
den. Bi] fontief gebruik kan dns ook een
van een goedgekeurd lampje voorziene
voetgangerslantaarn ln beslag genomen
worden.
2). Blauwe gloeilampen voor verschil
lende in de verordening aangegeven ver-
duisterings-doeleinden (voor verlichting
binnenshuis, voor verkeersaanduidingen
enz.) zijn alleen dan volgens de voorschrif
ten, wanneer zij het daartoe vastgestelde
goedkeuringsmerk der rijksinspectie dra
gen, bestaande uit een rechthoek met de
letters T.L.Been type-aanduiding en een
nummer. Zulke gloeilampen worden even
eens door de industrie in den handel ge
bracht voor een maximum-prijs van 66 ct.
JONGEN DOOR ELECTRISCHEN STROOM
GEDOOD.
Dinsdagavond moest de 22-jarige P. in
de keuken van de ouderlijke woning aan
de Ramplaan te Haarlem eenisc bezighe
den verrichten. Hij gebruikte daarbij een
electrische looplamp. welke, zooals later
bleek, defect, was. Toen P. de lamp aanraak
te. werd hij door den stroom getroffen.
Huisgenooten- vonden het slachtoffer bewus
teloos op den granieten vloer liggen. Hoe
wel geruimen tijd kunstmatige ademhaling
werd toegepast, moest tenslotte de dood
worden geconstateerd.
Bij onderzoek bleek, dat de lamp verkeerd
gemonteerd was, waardoor de metalen be
scherming onder stroom was komen te
staan.