Op bezoek bij een zwarten Vorst
Kobalt en nikkel
Om zelf te maken
ïltiié jxHiqeni en meiijAl!
Als ik dit neerschrijf is het alweer Vrij
dag en zy'n de Kerstdagen... helaas... al
voorbij. Ik zeg „helaas" en ik vermoed dat
jullie dat wel met "me eens zult zijn. Omdat
het voor de meesten van ons gezellige da
gen geweest zijn, rustige dagen en ook da
gen waarin we iets extra's gehad hebben.
Dat „iets extra's" is tegenwoordig zui
nig. zodat je het nu dubbel waardeert.
Hebben jullie ook bij de Kerstboom ge
zeten? Ik wel. Mijn vrouw had éen boom
gekocht, omdat er gasten waren, die ook
kinderen hadden. Nu, het was een mooie
boom. Met heel veel schitterdingelft er
aan, en vogels met zijden staarten en zil
veren ballen en gouden bollen en engelen
haar en sterretjes. En onder de boom
stond een echt stalletje met koeien er in en
ezels en schapen. Het was heel mooi.
Vooral toen de kaarsjes Woensdag gingen
branden.
De kinderen haalden hun cadeautje on
der de boom weg en waren daar geweldig
blij mee. Ik zelf kreeg zowaar ook nog wat.
"Daar had ik niet op gerekend. Jf ik in m'n
sas was, zeg!
Maar nu wat anders, ik heb nog lang
niet alle briefjês in m'n bezit en omdat de
krant niet later kan komen alleen door de
Kinderkrant Heb ik maar besloten dezè
1 week geen brieven te beantwoorden. Alles,
wat ik dus in m'n bezit .'eb,-komt a.s. Vrij
dag aan de beurt. Jullie mag allemaal
schrijven, maar er wordt geen raadsel op-
gelost. Tot volgende week!
Er bestaan
2500 soorten spinnen
„Bah, een spin!" Hoe vaak horen we de
ze uitroep niet. En toch! Zijn spinnen heus
zulke akelige beesten? Er zijn mensen, die
spinnen zo interessant en aardig vinden,
dat ze et een speciale studie van gemaakt
hebben."Weet je wat die mensen vastge
steld hebben? Dat er ongeveer 2500 ver
schillende soorten spinnen bestaan. De spin
trekt allereerst onze aandacht door haar
kunstig geweven web. Ze hebben wel eens
geprobeerd om deze spinnewebben voor
weefsels te gebruiken, maar dat is niet ge
lukt.
Onder het volk heerscht nog wel de ge
woonte om een .bloedende wond met een
spinneweb te bedekken; dit zou het bloed
stelpen. Maar dat is allesbehalve ongevaar
lijk, want meestal zit er veel stof aan de
webben.- De spinnewebben van sohimige
spinnen zijn zo stevig dat zelfs grotere die
ren ze niet kapot kunnen scheuren en er
in verward raken.
Zo vangt de vogelspin met behulp van
haar web, kleine vogels. Zelfs hagedissen
zien geen kans om zich uit zo'n web te be
vrijden.
In Noord-Amerika leeft een zeldzame en
weinig bekende, krabachtige spin. die een
buitengewoon sterk web maakt. Een web
'kunnen we het eigenlijk niet noemen, want
deze spin spint een lasso, waarmee ze op
jacht gaat en haar prooi vangt.
Om dit te bereiken bedekt ze de draad
die ongeveer 5 centimeter lang is, met een
kleverige stof en rolt hem dan tot een bal
die in de lucht hard wordt Nu maakt de
spin aan dat balletje een draad en zo ont
staat een lasso die de spin om naar poten
aan één kant wikkelt.
Als er nu een mot of een ander insect
waarvari de spin leeft, verschijnt, dan trekt
ze haar poten terug en de lasso schiet naar
voren. Hij is altijd raak en het balletje van
de lasso blijft aan de prooi plakken. Hoe
meer het insect zioh probeert te bevrijden,
hoe vaster de lasso er omheen draait.
Je ziet wel dat onze spinnetjes lief zijn
vergeleken bij andere spinnen.
Van mijn reis door Abessinië.
door Eiko Rappas.
Nadat we onze tent hadden opgezet,
stuurde ik Ephraim, mijn zwarte knecht
naar het „paleis", om te vragen of Ras
(vorst) Ailu mij kon ontvangen.
In had de tijd om een paai voorbereidin
gen te treffen. Ik had mijn tropenhelm en
mijn laarzen al gepoètst. Ik moest me al
leen nog maar verkleden. Plotseling hoor
de ik een dof gerommel in de verte. Ver
schrikt sprong ik op: daar kwam een troep
zwarte soldaten aan gemarcheerd, Ephraim
aan 't hoofd. Ik haastte me om klaar te
komen en ging de stoet tegemoet. Het wa
ren misschien een honderd man met kha-
kiuniformen en lange broeken. Ze liepen
op blote voeten. Iedereen had zijn geweer
geschouderd, de officier ook. Voor mijn
tent bleven ze staan en Ephraim vertelde
me, grinnikend, in 't Italiaans, dat Ras
Ailu graag kennis met me wilde maken en
daarom zijn lijfgarde ter ontvangst had ge
stuurd. De zwartjes namen me in hun
midden en samen marcheerden we de heu
vel op, naar het paleis, een lelijk, kazer
neachtig gebouw met een puntig strodak.
Twee soldaten leidden mij en Ephraim,
die als tolk dienen moest, door een lange,
witte gang. Aan het eind van de gang hing
een bontgekleurd kleed. Plotseling werd
dat kleed opgetrokken en bevonden we
ons in de ontvangzaal van Ras Ailu. Het
leek wel een rommelwinkel. Op een ouder
wetse tandartsenstoel troonde Ras Ailu die
zijn mooie, met edelstenen behangen hand
naar mij uitstrekte. Hij was helemaal in 't
zij gehuld, een wit hemd, waarover hij een
prachtige zwarte „overgooier" droeg en een
witte lange broek. Verder droeg hij don
kerrode sandalen. Op zijn ovaal donker,
knap gezicht lag een uitdrukking van waar
digheid en welwillendheid.'En zijn ogen.,
trotse, raadselachtige ogen.
In een hoek van de kamer stond een wit
gelakt tuinameublement. Overal verspreid
'stonden ouderwetse klokken, die een hei
dens spektakel maakten. Verderop stond
een naaimachine. Op de grond lagen prach
tige tapijten. Aan het lage plafond hing een
petroleumlamp. Aan de muur hingen moo:e
schilderijen van Abessijnse vorsten.
Ik zat tegenover den Ras. Achter mij
stond Ephrgim. In de loop van het gesprek
vroeg de Ras me of ik een van de prach
tige klokken voor hem kon repareren, want
het oude ding stond helemaal scheef.
Nadat,ik hem recht getrokken en ontel
bare keren opgetrokken had, begon de klok
dankbaar en hard te tikken. Ras Ailu's ge
zicht klaarde op, hij vond me blijkbaar een
wondermens.
Plotseling hoorde ik een vreselijk la
waai, het kleed werd opgetrokken en bin
nen stormde het kleine Rasje, het zoontje
van Ras Ailu. Op 't zelfde ogenblik klonk
er een stevige oorvijg door de kamer,
die vader zijn zoon handig had toege
bracht. Z'n zoontje had niet zo onbeleefd
mogen zijn en binnenkomen als er bezoek
was. Hard brullend rende de kleine vorst
de kamér uit.
Nu gingen we aan het tuintafeltje zitten,
waar intussen gedekt was. In het midden
stond een grote, houten schaal, waar zo
wat een heel kippenhok in de jus zwom.
Het was heerlijk. Alleen die bruine sap
kon me niet bekoren. Paprika was daarbij
vergeleken, melk! Ik moest voortdurend
een slok uit mijn glas, dat met een soort
bier gevuld was, drinken. Zo werd ik
langzamerhand vrolijk....
Na het maal bood ik mijn gastheer Ita
liaanse sigaretten aan. Ongelukkiger wijze
hadden ze een mondstuk, die de Ras nog
nooit gezien scheen te hebben. Hii stak ze
verkeerd in z'n mond, liet zich door een
bediende vuur geven, begon te grommen,
spuwde de tabak uit, trok een lelijk ge
zicht en gooide de sigaret tenslotte met
een grote' boog van zich weg.
Ik schrok toen de Ras me vertélde dat de
bediende champagne was gaan halen! Ik
had er niets op tegen gehad als ik van te
voren niéts gedronken had, maar nu
Maar waar kwam de bediende mee binnen?
Met een reusachtige fles, waarin zeker wel
vijf liter zat, die het opschrift „Cognac"
droeg. Hij schonk m'n glas vol en ik had
moeite geen lelijk gezicht te trekken, toen
ik het eerste slokje nam. Het was rum,
vreselijk slechte rum! Ondanks deze tegen
slag, moest ik ineens vreselijk lachen en
gelukkig lachte de Ras trots mee.
Toen kwam er een bediende te voorschijn
die een jonge leeuw in de ene hand en een
mandje in de andere had. Aan den leeuw
zat een gouden ketting.
Geruisloos liep de leeuw over de dikke
kleden naar den Ras toe. Het leek wel
alsof de Ras hem hypnotiseerde. Een paar
passen van hem af, dook het beest plotse
ling en sprong, wild brullend tegen zijn
meester op. De bediende, die daar blijk
baar op verdacht was, trok het beest te
rug, waar hij woedend bleef grommen. De
Ras amuseerde zich blijkbaar best. Toen
klapte hij in z'n handen en de baby moest
voorstellingen geven.
De bediende gaf mij het mandje, waar in
een. gele stang, ongeveer een decimeter
lang en ter dikte van een potlood uithaal
de. Je kon de stang buigen alsof het was
was. -Het was puur goud, een cadeautje
voor mij
Daarmee, was het bezoek afgelopen. De
Ras stond op, gaf me een hand en zei dat
hij hóópte dat ik nog lang zijn gast zou
blijven.
Achter het kleed stonden twee soldaten
die me naar huis brachten. Stel je m'n ver
bazing voor, toen ik naast mijn tent een
circusachtig „gebouw" ontdekte. Daarnaast
braadde een heel kalf aan het spit. In de
reuzentent stond een Europees bed piet een
heerlijke matras. Ik ging direct liggen.
Ras Ailu is een vorst, een vorst van z'n
kroeshaar tot aan zijn rode sandalen toe.
r. f9f> J
Op de uitkijk - Zou vader nog niet komen?
EEN GRAPJE VAN JOSEPH II.
Keizer Joseph II hield ervan om incog
nito te reizen (incognito betekent: onbe
kend, onder een andere naam of zo). Op
zekere dag kwam hij'in Lemberg, ging in
een hotel en liet zich inschrijven als Graaf
Hochberg, lid van het gevolg van den kei
zer.
Hij ging naar zijn kamer en begon zich te
scheren. Het kamermeisje sloop nieuwsgie
rig om hem heen, deed net of ze iets in
zijn kamer te doen had en vroeg: „Wat
doet u bij den keizer?"
„Och", antwoordde keizer Joseph gela
ten, „ik scheer hem van tijd tot tijd!"
WAT BETEKENT KANGEROE?
Verschillende keren hébben ze vroeger
al geprobeerd om.de kangeroes een andere
naam te geven. Je kent deze dieren toch
wel? De naam kangeroe heeft anders niets
met hen te maken. In de taal van de in
boorlingen betekent het woord: „Ik kan
niet begrijpen." Toen de eerste blanken
name.Mjk in Australië kwamen, stelden ze
vee1 belang in de grappige dieren en vroe
gen de inboorlingen, hoe ze heetten. Maar
de inboorlingen antwoordden dat ze hun
vraag niet begrepen, waaruit de blanken
op hun beurt conclusie trokken dat dit
antwoord de naam van de dieren was. Zo
kreeg het dier bij ons de naam „kange
roe".
Wasdag
Als het Maandagmorgen is
Heeft Miekelies het druk
Dan haalt ze uit de kast haar pop
En badje met een ruk.
Geduldig schrobt en boent ze maar
Ja mensen, pop is vuil
De hele week heeft ze gespeeld
Buiten in een kuil.
Het duurt wel eens een halve dag
Voordat het popje schoon is
Dan wordt het popje aangekleed
t Nee maar, dat is niet mis.
Een heel rood jurkje krijgt ze aan
En witte kousjes kort
7n loopt ze rond een hele week
Tot ze weer gewassen wordt
TINY.
Kobalt en nikkel zjjn twee metalen, die
nauw met elkaar verwand zijn en vaak sa
men voorkomen. In nikkelertsen zit veel of
weinig kobalt en omgekeerd. Daarom is de
verwerking van beide metalen in hoofd
zaak dezelfde. Ze zijn regelmatig aan arse
nicum en zwavel gebonden.
Toen ze kobalt en nikkel voor het eerst
vonden wisten ze niet wat ze er mee begin
nen moesten. De naam „kobalt" komt van
„Kobold", de berggeest en zo noemden de
nhijnwérkers'alle ertsen,'die^ geen metaal
opleverden en naar zwavel en arsenicum
roken. „Nickel" betekent in Sil'ezië nog
Het kloppen van het erts in de zestiende
eeuw.
steeds een boosaardige kerel, die vol stre
ken zit. Maar nu hebben de namen hun
ongunstige betekenis verloren en we zijn
wat blii met deze metalen.
Van kobalt weten meestal alleen che
mici iets af. Kobalt heeft de eigenschap een
mooie blauwe kleur te leveren, vandaar
dat het wordt gebruikt om glas te verven
of om blauw glazuur te maken.
In mooie, donkerblauwe oud-Egyotische
^glazen hebben ze kobalt gevonden als
hoofdbestandeel van de kleur en in Pom-
peji zijn hele vazen en potten oogegraven,
die de typische kobaltkleur hebben. In die
tijd wisten ze dus al dat kobalt voor aller
lei doeleinden te gebruiken was. Zowel in
Byzantium, als in Arabië en Perzië werd
de kobaltkleur voor aardewerk gebruikt,
zodat we kunnen zeggen dat het ko^lt in
de zestiende eeuw opnieuw is ontdekt,
maar niet „ontdekt".
Men zegt namelijk dat Christoph Schü-
rer, in 1550 het kobaltblauw door een toe
val gevonden heeft Hii gooide een paar
"stukken kobalterts die om hem heen lagen,
in een pot smeltend glas. om te zien wat er
zou gebeuren. Hij zou zijn uitvinding aan
Engeland verkocht hebben, waar toen gro
te verffabrieken werden opgericht, waar
voor men het erts uit Saksen liet komen.
Ook in Bohemen ontstonden zulke fabrie
ken. maar zoowel deze als die in Engeland
gingen over de kop,-toen de keurvorst van
Saksen de uitvoer van kobaltertsen ver
bood en zelf blauweverffabrieken ouricht-
te. Van Saksen, kwam nu een hele tijd al
het kobaltblauw en de manier van ver
vaardiging bleef een streng fabrieksgeheim
Pas in 't jaar 1733 werden de hoofdgrond-
stoffen van het kobalterts door den Zweed-
sen chemicus Brandt, als metaal erkend.
Het nikkel is een voorbeeld van een stof
die eerst waardeloos scheen te zijn en door
de steeds verdergaande wetenschap, tot een
nuttige stof geworden is.
Het metaalachtige nikkel werd pas in
1751 door Cronstedt ontdekt. Het is bijna
even hard als ijzer, is zilverachtigwit en
glanst, als het gepolijst is, prachtig.
Dat zul je wel weten, denk maar eens
aan moeder's nikkelen theepot.
Dat is alles. Je ziet wel wat een leuk en
gemakkelijk werkje het is. Het is niet al
leen voor jongens leuk, maar ool^ voor
meisjes, die hun poppetjes uit de poppen-
kamer misschien wel eens laten kamperen.
Vroeger toen er nog geen „eetwagens"
en dergelijke dingen bestonden, kookten
de soldaten hun potje zelf. Ze-maakten een
vuur. zetten drie stokken tegen elkaar en
hingen daaronder een ketel. Ik wed dat
jullie' zoiets best voor je tinnen soldaatjes
of andere popjes zoudt willen hebben. Je
hoeft er helemaal geen geld voor uit te
geven, want je kunt het heel gemakkelijk
zelf maken.
Ten eerste knip je een vierkant stuk
karton voor de ondergrond. Daarop plak je
drie houten stokjes, die je van boven met
een dun ijzerdraadje aan elkaar maakt. Het
ijzerdraadje laat je naar beneden hangen
en aan het eind ervan maak je een haak
(door het om te buigen). Aan die haak
kómt de ketel te hangen. De ketel bestaat
uit een uitgeholde kastanje en om het ge
heel echter te doen lijken, maak je de on
derkant van de ketel zwart. Het stuk kar
ton verf je groen en daarop plak je hout
spaanders, die je met lak bestrijkt, zodat
het lijkt alsof ze gloeien. -