NI PP ER EN PELLE Vichy, Radioprogramma Het meisje in de taxi Deze keer weer gered. 1. Met zijn grote slagtanden schuift Jumbo de boot be houden aan land. En nadat hij weet, dat zrjri vrienden in veiligheid zijn, trekt hij zich vlug in 't oer woud terug. Intussen seint de kapitein naar de beman ning aan boord der ,.Lily Dale", dat ze een boot moet uitzetten om hen te halen. Men verdeelt de sieraden. 1. ,Hier hebben we de hele schat. Daar is voor ieder van ons een vermogen. Wie had dat kunnen denken, dat wy nog als kapitalisten naar huis zouden gaan.' „De kleding van de ko ningin is echter voor het verblijf op 't water niet erg geschikt; we moeten eens zien, of er op de bodem van de scheepskist ook nog wat kleren te vinden zijn." „Zeg, kapitein Knacks, je moet ons beloven, dat U onze woonschuit aan boord van de „Lily Dale" mee neemt; het zou nie spijten, wanneer ik haar hier in 't oerwoud moest achterlaten" de Amerikaansche reporters zou dan ook bijna geen grenzen kennen, ware het niet, dat'ook de censujir zich in huis bevond. Het is het zeldzaamste regee- ringspaleis, dat men zich kan vöor- stellen, dit hotel du Pare in Vichy, waar men kelners met witte jassen zich ziet mengen onder hoogge plaatste officieren en de trappen te gelijk door militairen, politie en hotelportiers worden bewaakt. In de hal, die toegang verleent tot het inwendige, is het altijd zoo druk als in een bijenkorf. Iedereen die er om een of andere reden iets te maken heeft, tracht zich naar vo ren te dringen. Mengeling van politiek en leverlijden. Boven dit alles is de atmosfeer van de badpTaats blijven zweven, men zou eerder geneigd zijn het leven hier beschouwelijk op te nemen, dan zich te verdiepen in de hoogere politiek, zooals het behoort in een stad die Verheven is tot regeeringszetel. Het bevolkingscijfers is met sprongen om boog gegaan, in overeenstemming met de gewichtige plaats,, welke het stadje thans inneemt, in het leven van Frankrijk. Waar vroeger de menigte, die hier kwam om te kuren, langzaam heen en weer slen terde, verdringt zich thans een menigte, die altijd haast schijnt te hebben, en de gesprekken over leverlijdcn en de gunstige uitwerking van Eau de Vichy worden af gewisseld door levendige discussies over dc politiek van de regeering. Op den muur van een kelder van de luchtbescherming beeft iemand geschreven „Vive de Gaulle. Een ander heeft dit op schrift doorgestreept en er boven gezet „Dood aan de verraders". Men heeft de takken van de platanen in hel Kurpark gestut. Hier onder den glazen koepel, waar de geneeskrachtige bronnen zachtjes ruischen, zaten in den vprigon zomer de afgevaardigden, senatoren en haantjesgasten van de derde republiek nog bijeen op de banken, in den warmen zon neschijn. DE MOLEN rouwt en juicht niet meer MOLENAAR3GEBRUIKEN UIT DEN TIJD. De stand van den molen is lang een aanwijzing geweest van den toestand in het molenaarsgezin, of een afspiegeling van gebeurtenis sen in het leven der polderbestuur ders. Bij droefheid rouwde de mo len, bij vreugde juichte hij als het ware! In het mooie boek van Vis^ ser-Roozendaal „De Wachlem kan men veel daarover lezen. De tegenwoordige molenaars echter hou den zich slechts weinig en dan nog maar ten decle op met (loze gebruiken. Van de verschillende standen hebben sommige molenaars tot heden nog alleen den z.g. rouwstand in eere gehouden, en dan nog «meestal niet volledig. De mole naars houden zich thans alleen meestal aan dien «rouwstand, waarbij gedurende den tijd dat er niet gemalen behoeft te worden, de roede een stukje door den ver ticaal is gegaan ('t uiteinde plm. 1 meter), zonder hierbij de bijzondere kenmerken in gebruik te nemen zooals die in het ver volg genoemd zijn. Immers voorheen was bet gewoonte, dat wanneer de molenaar overleden was, de koop van den a's, met de rouwstand van bet wiekonkruis, gedurende de termijn van zes weken in de richting van het sterfhuis stond terwijl alle windborden waren verwijderd en dc zeilen achter het hekwerk geplaatst Was de vrouw van den molenaar overle den dan gold deze zelfde rouwstand, echter met dat verschil dat' alleen de oindwind- borden niet verwijderd werden en ook de zeilen hun normale positie behielden. Betrof het sterfgeval een ki«d van den molenaar of leden van het polderbestuur, dan behoefde bij den rouwstand de kop van de as niét naar het. sterfhuis geplaatst te worden, terwijl slechts één windbord, "t onderste afgenomen werd. Hiernaast bestaat ook de timmerrouw; de molen is dan onder handen van den molen maker. De stand hiervan wordt gekenmerkt door de roede iets meer door'den verticaal te plaatsen dan bij den gewonen rouw ge bruikelijk is. Naast leed gelukkig vreugde; naast over lijden geboorte en huwelijk. En zoo stond de molen in den vreugdestand, d.w.z. wanneer de roede nog weer wat verder was gegaan dan bij den timmerrouw het geval was, dus bijna dcri horizontaal had bereikt. In den vreugdestand trof men, evenals bij den rouwstand, gradueel nog weer variaties aan terwijl hierbij ook eenige vrijheid was te bespeuren, zoodat de molenaar en/of diens gezinsleden, al naarmate hun blijde stem- mirtgen dat ingaven, te werk konden gaan. Zoo b.v. versierde met het hekwerk en de roeden met groen, vlaggen, bracht figuren aan met zeilen, etc. De moderne molenrocdebouw, die Iriceds zooveel tot behoud van onze mooie Hol- landsclie molen heeft bijgedragen, leent zich inmiddels slechts in beperkte mate tot het uitvoeren van deze molenaarsgebruiken. Bij het z.g. Dekker-systeem o.a. zijn de wind- horden vervallen, terwijl de Bilaumolen daarnevens zelfs ook geen. hekwerk en- zei len meer kent. DINSDAG 7 JANUARI 1941. Hilversum I, 415 m. Nederlandsch Programma. AVRO. 8.00Gramofoonmuziek. 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Pianovoordracht. 11.00 Wenken voor de huishouding. 11.20 Kerkorgelconcert en zang. 12.05 Gramofoonmuziek. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Omroeporkest. 1.30 Causerie: „Groote Nederlanders". 1.35 Omroeporkest. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.15 Omroeporkest en solist. regeeringszetel in miniatuur DE MINISTERIES ONDERGE BRACHT IN HOTELKAMERS Conferenties in pyama EAU DE VICHY, LEVERLIJDER' EN HOOGERE POLITIEK. PARIJS, Januari (Van onzen V.P.B.tcorrespondent). Vichy zou men de stad van den schijn, of he ter nog de stad van dp onwaar schijnlijkheid kunnen noemen. Eerst zeer geleidelijk kan men er aan wennen, dat zich te Vichy al les afspeelt inhet hotel, van de gewichtigste staatsaangelegenheden af tot de bridgepartij toe. De in gang tot het ministerie van kolo niën ligt tusschen een „papeterie" en een hoedenwinkel in. Boven het hoofd fan de wacht voor het mi nisterie van oorlog prijkt een schild, waarop men met groote let ters leest „hotel Thermal'" en de andere ministeries en regeeringin- stellingen wekken voor een deel den indruk, dat zij zijn onderge bracht in de restaurants van den tweeden en derden rang. De zetel der huidige Fransche regeering bevindt zich in „Hotel du Pare" en zelfs wanneer maarschalk Pétain het in het hoofd mocht krijgen om te willen verhui zen, dan blijft Jiier toch het zwaartepunt van het regeeringswerk berusten. Een bad plaats, voorloopig bevorderd tot hoofdstad des lands, dat is Vichy. De regccringsjvijk is om zoo te zeggen huiselijk ondergebracht De straten en pleinen zijn ingeschrotnpeld tot trappen en gangen. Wanneer men de deur van kamer 228 wat haastig binnen loopt, is de kans niet gering, dat men den minister van binnenlandsche1 zaken, die in de kamer daarnaast huist, op- de teenen zal trappen. Een verdieping lager tracht de vrouw van een anderen hoogwaardig- heidsbekleeder haar zoontje op te vangen, die aan het ouderlijk gezag is ontsnapt en zich vermaakt met van de trapleuning te glijden. Voor de'kamer van den minister van binnenlandsche 1 zaken staan verschillende koffers, alsof hij elk oogenblik zou kunnen afreizen, en des nachts, wanneer er dringende aangelegenheden zijn af te hande len, ijlen kabinetschefs in pyama door de gangen. In de lift komt men maarschalk Pétain tegèn. Ai- les gaat hier om zoo te zeggen „en, familie", Alles en allen onder één dak. Officieele beslissingen hebben hier geen langen weg af te leggen al heeft het daar van ook dikwijls allen schijn. Alles huist hier onder hetzelfde dak, zelfs de binnen- en buitenlandsche pers en de persbureaux. Voor den journalist is het een ideale toe stand, d.our' aan deur te wonen met de hoogste autoriteiten in den lande. Aller lei tips en geruchten verbreiden zich hier met bliksemsnelheid, en de fantasie van FEUILLETON door P. G. WODEHOUSfc 45 Hy begon de gasten te sorteeren en te eti- ketteeren. In den salon was hij voorgesteld, maar hij was er niet veel wijzer door gewor den en had alleen den indruk gekregen, dat iemand een bladzijde voorlas uit Burke's adel boek. Nog nooit, behalve dien dag, toen hij in de bibliotheek in Londen in dat boeiende werk Maud's naam had uitgepluisd, had hij zooveel titels bij elkaar gehad. Hij ging den inventaris opmaken, om te zien, van hoeveel menschen hij den naam wist. Maar dit liep op een mislukking uit. De eenigen, bij wie hij kon zweren, waren, de vriendjes van vroeger. In de eerste plaats Lord Belpher, die met kwalijk verholen vijandschap naar hem zat te kijken. Dan Lord Marshmo- reton aan het hoofd van de tafel met stuursch gezicht luisterend naar het gesprek van een dikke dame, met paarlen collier. Maar wie die dame was? Lady Jane Allenby of'Lady Editof nog èen ander? En wie was toch die kerel met een snor en dat ekstergezicht, die tegen Maud praatte? Hij trachtte hulp te vinden brj het meisje, dat naast hem zat. Hij vond haar aardig, al thans voor zoover hij bij hun vluchtige kennis making oordeelen kon. Zij was klein en jong en mollig en hij wist van haar zooveel, dat zy gewoon Miss zoo en zoo heette een feit, waardoor hij zich nauwer met haar verbonden voelde. Zoudt u me misschien ook eens enkele na men willen noemen?" zeide hij, toen zij haar gesprek met haar anderen burman had ge ëindigd. „Wie is die meneer daar?" „Welke meneer?" „Die met Lady Maud praat, wiens gezicht eens door elkaar gegooid moest worden en dan opnieuw' gerangschikt." „Dat is mijn broer." Daar had George onder de soep genoeg aan. „Ik heb sp\jt over uw broer," schertste hij onder de visch. „Dat is heel vriendelijk van u." „Ik keek verkeerd door het licht, nu ik goed kyk, zie ik, dat hij een heel aangenaam uiterr lijk heeft." Het meisje1 lachte een beetje. George kwam meer op zijn gemak. „Vertel me nog eens den naam van ande ren? Om te beginnen, uw eigen, 't Ging alles zoo rad, dat ik er geen één kon vasthouden." „Ik heet Plummer." George was geëlectriseerd. Hij keek nu met grooter belangstelling naar den overkant der tafel. Tot dusver was de verliefde Plummer voor hem slechts een Stem geweest. En het was opwindend, hem nu lichamelijk te zien. „En wie zijn de anderen?" „Ze behooren allen tot de familie. Ik dacht, dat u ze kende." „Ik ken Lord Marshmoreton. En Lady Maud en natuurlijk Lord Belpher." Hij ont moette den hooghartigen blik van Percy en knikte hem vroolijk toe. „Lord Belpher is een groot vriend van me." De mollige miss Plummer verdraaide haar aardige gezichtje in een afkeurend grimas. „Ik houd niet van Percy!" „Neen?" „Hrj is zoo verwaand." „Och. wel neen. Waar zou hij nu verwaarfd op zijn?" „Hij is zoo stijf." „Ja, dien indruk maakt hij in 't begin op iederen. Den eersten keer, dat ik hem ont moette, dacht ik 't oök, maar als hij los komt. is hij heel anders. Je moet hem kennen en dan wint hij." „Ja. maar denk nu eens aan dat geval met dien politieagent in Londen. De heele wereld praat er over." „De jeugd!" zuchtte George. „De jeugd! Percy heeft van die woeste buien." „Hij was boven zijn theewater." „O, dat zonder twijfel," zei George. Miss Plummer wierp een blik over de tafel „Kijk 's naar Edwin!" „Wie is Edwin?" „Mijn broer, bedoel ik. Kyk 's, hoe hij Maud zit aan te staren. Edwin is doodelijk van Maud.'.' ratelde ze door. met innemende open hartigheid. „Hij verbeeldt het zich ten minste. Van af mijn uitgaan is hij by iedere season op een ander meisje'verliefd. En nu Reggié Byng met Alice Faradav getrouwd is, denkt hij, dat hij een kans heeft." „Ja, dat heb ik ook gehoord." „Ja. en Edwin verspilt zijn tijd, want toe vallig weet ik miss Plummer's stem begon te fluisteren toevalig weet ik. dat Maud doodelijk is van iemand met wien ze verleden jaar in Wales kennis maakte, maar de familie wil er niets van weten." „Dat is net iets voor een familie, om te doen," beaamde George. „Niemand ként zijn naam, maar 't halve land spreekt er over. Zoo iets gaat als een Loopend vuurtje. Er is natuurlijk geen sprake van. Maud moet trouwen met iemand, die ver schrikkelijk rijk is of een titel heeft. Haar familie behoort tot één van de oudsten van Engeland." „Dat heb ik gehoord." „Als zij nu nog de dochter was van Lord Peebles of zoo iemand." „Waarom van Lord Peebles?" „Och, ik bedoel," /Zeide miss Plummer als een zilveren echo van Reggie Byng, „dat hij zijn fortuin gemaaktheeft met whiskey." „Nu, dat is beter, dan het er aan uit te geven," betoogde George. Miss Plummer keek met een blik van met- begrijpen. „Misschien begrijp ik u," zeide ze onzeker. „Lord Marshmoreton is zoo heel anders." „Trotsch, hè?" „Ja" „Zoo, dus u denkt, dat die geheimzinnige meneer in Wales geen kans heeft?" „Neen, als ze er ten minste niet vandoor gaan, zooals Reggie Byng en Alice. Wat een gebeurtenis, hè? Wie zou ooit gedacht hebben, dat Reggie den dürf had, om zooiets te doen Die nieuwe secretaresse van Lord Marshmore ton is mooi, vindt u niet?" „Wie is ze?" „Dat meisje met die zwarte japon en dat gouden haar?" „Is zij de secretaresse van Lord Matfïhmo- reton?" „Ja. Zij is een Amerikaensch meisje. Ik vind haar veel aardiger dan Alice Faraday. Vóór tafel hebben we een praatje gemaakt. Ze heet Dore. Haar vader, kapitein van het Ameri kaansche leger, liet haar zonder geld achter. Hij was een jongeren zoon uit 'n heel gedistin geerde familie, maar zyn familie had hem onterfd, omdat hy tegen haar wil getrouwd was." „Er moet wat gedaan worden, om een einde te maken aan al dat gewil van families," ver klaarde George. „Zij hebben altijd wat in te brengen." „Nu. toen moest miss Dore zien. dat ztf haar brood verdiende, 't Was vreeselijk voor haar, dat zy niet meer kon Uitgaan." „Ging ze uit?" „O ja, ze kwam voor haar vader's dood overal. Amerikaansche meisjes zyn buitenge woon. Zy zijn zoo ondernemend." George vond op dat oogenblik, dat zjj *uit- blonken in verbeeldingskracht. „Ik wilde, dat ik ook de wyde wereld in mocht gaan. en mij eigen brood verdienen." diner gekregen had en nu poogde hij een ver- zeide miss Plummer. „Maar de familie wil er niet van hooren." „Weer de familie!" zei George met medege voel. „Ze is een ramp." „Ik zou graag op het tooneel gaan. Houdt u van comedies?"' „Tamelijk." „O, ik ben er dol op. Hebt u Hubert Broad- leigh gezien in: 't Was once in spring?" „Ik geloof 't niet." „Hij is.buitengewoon. Hebt u Cynthia Dane gezien in: „Woman's No?" „Neen. ook niet „Misschien houdt u meer van operettes? Ik zag een vreeselijk aardig stuk in Londen voor ik weg ging. 't Heette: „Follow the Girl." Ze geven 't in het Regal Theater. Kent u het?" „Ik-heb het geschreven." 3.00 Cyclus „In den schijnwerper". 3.15 Cabaretprogramma. 4.30 Weensch Philharmonisch orkest (opn.). 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 RVU: Cyclus j(In vier Nederlandsche mu sea op bezoek". 6.00 AVRO-Amusementsorket en solist. 6.45 Lezing „Ambtenaren op den drempel van den nieuwen tijd.i' 7.00 Vragen van den dag (ANP). 7.15 Gramofoonmuziek. 7.30 Berichten (Engelsch). 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Gramofoonmuziek (met toelichting). 9.15 Cyclus „Onze volksdichters". 9.35 AVRO-Amusementsorkest. 10.0010.15 Nieuwsberichten ANP, sluiting. Hilversum II, 801 m. KRO. 8.00 Wij beginnen den dag. 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Geestelijke muziek. 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 .Berichten. 12.15 Geragd Lebcn en zijn o kest. 12 45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.15 Gerard Lebon en zyn orkest. 1.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Vrouwenuurtje. 3.00 Viool met pianobegeleiding. 3.20 Gramofoonmuziek. 3.40 Viool met pianobegeleiding. 4.00 KRQ-Symphonie-orkest en soliste. 4.45 „Wij en onze,, tijd: Eco ïomisch-jocisle verhoudingen", vraaggesprek. 5.00 VPRO: Jeugduitzending. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 KRO-Symphonie-orkest. Ac*"eele reportage of gramofoonmuziek.# i.oo— 7.15 Vragen van den dag (ANP), sluiting „U wat zegt u nou!" „Ja, dat is te zeggen, ik componeerde de muziek." „Maar die muziek is allerliefst," verklaarde de verbaasde Miss Plummer, alsof dat feit zijn bewering ongelooflijk maakte. „Ik neurie het steeds door." „Dat is niet mijn schuld, maar ik houd toch vol, dat ik het schreef." „Ja, die bén ik!" „Is u dan George Bevan?" „Maar" zei Miss Plummer met haperende stem „maar ik héb al die jaren lang op uw muziek gedanst! Ik heb thuis wel vijftig pla ten van u .voor de Victrola.' George bloosde. Hoeveel succes iemand ook hebben mag, hij zal nooit gewoon raken aan een compliment bout portant. „O, u weet wel «dat aardige wijsje in het tweede bedrijf, het is het aardigste, dat ik ooit gehoord heb. Het zit me steeds in m'n hoofd." „Bedoelt u dat... „lumty, lumty, turn, tumty, tumiy, turn?" „Neen... ta-rumty-tum-tum, tarumty-tum. Weet u! Granny danst den shimmy.' „U weet, dat de woorden niet van my zyn," haastte George zich te beweren. „De lierspeler heeft ze naar me toegewaaid." „De woorden zyn aleraardigst. Ofschoon vader vindt, dat 't heelemaal niet te nas komt, dat Granny maar altijd danst en niemand er een einde aan kan maken! Ik vind 't aardig." Miss Plummer leunde opgetogen voorover. Het was een Impulsief meisje. „Lady Caro line." Het gesprek staakte. Lady Caroline keerde zich naar haar toe. „Ja, wat is er, Millie?" „Wist u, dat mr. Bevan d e mr. Bevan was?" Ieder luisterde nu. George, rozerood, tracht te zich klein te maken in zyn stoel. Hij had deze wending niet voorzien. Het bloed vloog, hem naar het hoofd. Hij was van nature een voudig. „De mr. Bevan?" echode Lady Caroline koel. Het was voor haar een -heel ding George's bestaan op een en dezelfde planeet als zij zelf te moeten erkennen. Hem te bewonderen, zoo als miss Plummer klaarblijkelijk van haar ver langde. was meer. dan zij toe 'in staat was. Zij wierp één blik, versch uit de ijskast op den in elkaar gekrompen George en trok haar aristo cratische wenkbrauwen op. (Wordt tvervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 6