Uei duikelaartje
Rtile jongen) en meii^tl!
Van de week bracht de post mij nog een
hele stapel briefkaarten, '-aartjes en ansicht
kaarten van vrienden en vriendinnen die mij
en mijn vrouw een gelukkig nieuwjaar kwa
men wensen. Dat vonden we, natuurlijk, ge
weldig leuk. Al die kaarten hebben we op
geplakt in een album en daarop geschreven:
„Wensen van onze vrienden van de kinder
krant 1940'<*1". Dat ewaren we!
En... genieten jullie van de echaataenryde-
rij? Ik denk van wel. Oveial zag ik tenminste
dat er druk gereden werd. Of ikzelf ook al
op gladde ijzers geweest ben...? Praat me
er niet van! Laat ik nu juist toen er einde
lek eens goed ijs lag, het spit in m'n rug
krijgen. Iedere keer als ik een onverwachte
beweging maak kan ik wel brullen van de
pijn. Mijn vrouw heeft gezegd, dat ze me strij
ken wil met een hete bout. maar ik heb haar
medegedeeld, dat ik daar feestelijk voor be
dank! Wat jullie!
Maar, laten we nu eerst eens zien wie de
gelukkige winnaar van het boek is.
Dat is:
CORRIE RUS Jd.,
Stroet B 236, post Dirkshora.
En nu: de briefjes!
Willem Boontjes, Stolpen. Jij hebt het best
naar je genoegen gehad, beste Willem, daar
in de Wieringei'meer. Gevaren en geschaatst.
Wat wil je nóg meer! Dat ze daar in de
Wieringermeer prima banen hebben, weet ik.
Een paar jaar geleden heb ik er zelf nog eens
een dagje gereden en zelden reed ik op
mooier ijs. Dag Wim!
Tine de Vries. Nu Tine, de brief was
toch nog lang geworden, vond ik. Zo, is de
juffrouw ziek geworden en hebben jullie nu
uitstel gehad van rapport! Ben je erg nieuws
gierig naar de cijfers. Zo gauw als je ze weet
moet je me die even schrijven. Ik stel daar
altijd veel belang in. Fijn geschaatst? Zoals
je hierboven al gelezen hebt kan ik dat nog
niet zeggen. Misschien later. Dag!
Anni Bijpost, Valkoog. Ja, op de Wiel
kun je geweldig goed schaatsen. Ik heb een
paar dagen geleden nog eens een tijdje staan
te kijken. En het viel me op dat er door zo
veel jonge mensen daar uitstekend gereden
werd. Ik zal jou daar ook wel gezien hebben,
denk ik. Gerda Bronder ken ik niet. Gaat die
ook schrijven?
Geri Kuyper, Moerbeek. Hartelijk dank
voor je goede wensen, beste Geri en... ik zal
ze overbrengen aan m'n vrouw. Daar kun je
staat op maken. Die beide oom-- van je... of
ik die ken. Ik zie ze heel dikwijls. En zij mij
ook... Vond je nu het raadsel makkelijker.
Ik heb je ook al een paar weken gemist. En
dat vind ik^van zo'n goede vriendin als jij
van me bent, jammer!
Corrie Bakker. Corrie schrijft me een
brief, maar vergeet op de brief haar adres
te zetten. Dat is dom. Trouwens... er zijn
meerdere vrieden en vriendinnen, die dat nog
wel eens vergeten. Nogmaals druk ik jullie
op het hart: vergeet dat toch niet. Stel voor
dat je de prys gewonnen zou hebben! Dan was
die je neus voorbijgegaan.
Iza de Regt, Kolhorn. Ik lees dat jij een
fijn Kerstfeest gevierd hebt, Iza. Nu, daar
ben ik blij om. Het Kerstfeest is een van de
mooiste zo niet HET mooiste van het hele
jaar. Wij hebben het thuis ook gevierd en
het was daar ook gezellig. Nog wel bedankt
voor je vriendelijke wensen, Iza.
Elly Kweldam, Schagen. Allereerst m'n
compliment over de tekening van Sjors. Dat
heb je werkelijk keurig gedaan Elly en ik
houd me aanbevolen voor andere tekeningen.
Je gedichtje vond ik bijzender aardig. Ik zal
het opnemen. En... bedankt voor je leuke
brief. Dag!
Fancy Vergaay, Breezand. Och... wat
jammer Fancy, dat dat mooie kerstklokje
kapot uit de doos kwam. Tjaaa... dat gebeurt
wel eens meer, daar kan niemand iets aan
doen. Maar ik aenk dat het Kerstfeest toe
niet minder prettig om geweest is, he?
Corrie Rus, Dlrkshorn. Welkom nieuwe
vriendin. De eerste nieuwe in het jaar 1941.
Nu, dat er nog maar vele, heel vele, mogen
volgen. Ik lees dat je 29 Januari jarig bent.
Dat wordt dus alweer feest Co 'rie! Krijg ik
volgende week weer een epistel van je?
Dieuwertje Glim, Wieringerwaard. Mooi
postpapie: heb jij voor je Sinterklaas gehad,
Dieuwertje. Wees er zuinig op, want het zal
wel duur geweest zijn. De bonnen ontvangen
en... mijn hartelijke dank. We konden ze best
heel best zelfs, gebruiken. Nogmaals: recht
hartelijk dank daarvoor. Dag!
Nellie Glim, Wieringerwaard. Ook Nel-
lie schrijft me. Nu, dat vind ik aardig. Nu
zijn er dus twee Glimmetjes. Dat het erg
koud geweest is... nu, das kan ik over mee
praten. M'n oren en handen zyn o_ de fiets
's-morgens al zowat afgevroren. Niets leuk
was dat hoor!
Annie Keesman, Kolhom. Alsjeblieft,
die laatste weken zijn voor jou zo'n beetje
doorloopend feest geweest. Een prijs met het
schaatsen, je was jarig,; kortom, het kon niet
op. Waren de oliebollen van moeder lekker
op Oudejaarsavond? Wil je wel geloven, dat
ik er trek in krijg, als ik zo zit te schrijven?
Wim Schroevers, Schagen. Kolossaal,
wat hebben vader en moeder dc Oudejaars
avond thuis gezellig voor jullie gemaakt.
Kaarten en noten en dansen en... al maar
lekker eten en drinken. Ik had m'n neus wel
's even om de hoek willen steken, die avond!
Maar hadden jullie geen verschrikkelijke
slaap om 12 uur? Ik denk van wel!!
Piet Schroevers, Schagen. Dat was een
verbazend aardig spel, wat jullie met Oude
jaar gedaan hebben, Piet. Ik zal het ont
houden en wie weet breng ik het ook niet
eens in toepassing.
Groet vader en moeder maar van my. Niet
vergeten, hoor!
te O... o... c..., wat een domoor
Die vertelt me dat hy het altijd zo leuk vindt
als z'n naam in de krant staat en hij vertelt
me nota bene ook dat hij door het ijs gezakt
is en daar een verschrikkelijk koud bad mee
opliep. Maar... die vriend (of is het een
vriendin vergeet naam en adres. Wat
dom... wat oliedom! Wie ben je...??
Ato Vader, Callantsoog. Een grote brief
van Ato, die zo langzamerhand een trouw
vriend wordt. Hebben jullie zo weinig kolen
Tjaaa, zo is het op het ogenblik bij heel veel
mensen. Er wordt heel weinig aangevoerd.
Wij thuis gaan ook naar bed met de warme
kruik. Omdat we dikwijls met koude voeten
naar bed gaan. Dag!
Piet de Vet, Schagen. Hartelijk bedankt
voor je goede wensen beste Piet en... we-
derkeerig hoor. Wat vind ik dat ellendig dat
zusje weer naar de '-acantie-kolonie moet.
En nu al voor de vierde maal. Maar in ieder
geval is dat toch wel het beste voor haar en
...ik weet dat het in Nunspeet heel prettig
is. Dag Piet!
Corrie Bakker, Julianadorp. Dat vind
ik aardig van je Corrie, dat je m'n vrouw een
kaart wil sturen. Het adres is: Aan de vrouw
van de Kindervriend, Schager Courant, Scha
gen. Dan komt het altijd terecht. Ik heb een
hele vracht kaarten gehad met de Kerstdagen
en met oud en nieuw. Dat vonden we gewel
dig leuk. Nu komt louw kaart ook in het
album. Dag Corrie!
Annie de Roo, Koihorn. Zo, is je broer
naar Duitschland geweest en is het hem daar
goed bevallen. Nu, dat is prettig voor hem.
Heeft je zuster je een beetje geholpen met
het raadsel? Dat vind ik niets erg hoor. Dat
mag best!
Trijntje Schoehuijs, Schagen. Tryntje's
mangelen zijn geknipt en nu heeft ze hele
maal geen pyn mee. Dat is een goed begin
van het nieuwe jaar, beste vriendin en laten
we hopen dat je nooit meer in het ziekenhuis
komt te liggen. Wat jijOf ik bang ben voor
de kou? x'Jee. dat ben ik niet. Integendeel,
maar met pijn in de rug valt het op de
schaats niet mee.
Trien Tjjsen, Wieringerwerf. Een korte
brief Trien, maar het valt ook niet mee om
er twee achter elkaar te schrijven, zoals jy.
Het gedichtje vond ik aardig. Jammer, dat
het te laat was voor de krant, anders had
ik het nog misschien op kunnen nemen.
Maak maar eens een ander versje. Doe je
best er eens op! Hoe heb je gereden op het
Oude Veer in Anna Paulowna? Ging het
goed...?
Bep Tjjsen, Wieringerwerf. Ondanks je
gebrek aan nieuws was het toch een gezel
lige brief Bep. En... m'n .beste dank voor je
welgemeende wensen. Wat leuk dat jullie
zo'n stapel ansichtkaarten kregen. 20 stuks
is heel wat! Zit de vacantie er weer op? Nu
het is net zoals je schrijft: we hadden niet
te klagen. En zo is het! Tot volgende week
Bep. Dag!
Pietertje Kleimeer, Heerhugowaard.
Leuk dat je in Schagen gelogeerd hebt. Je
hebt zeker naar my gekeken in het kantoor
en... my' niet gezien. Tjaaa, dat kan zo wel
eens gebeuren. Wat een fyn Kerstfeest heb
ben jullie thvis gevierd, zeg! Bofte jij even
met het boek en het' kapje?
Koos Bregman, Schagen. Dinsdag ben
je dus weer begonnen Koos. Nu, ik denk,
dat je het weer fijn vond om naar school
te gaan. Vacantie is leuk, maar de school
is ook niet vervelend. Integendeel! Lekker
heb je gereden hè? Nu, misschien komen er
nog vrye dagen voldoende om je schaatsen-
liefde uit te vieren.
Marietje Eriks, St. Maartcnsvlotbrug.
Ja Marietje, ik heb de kaart van je ont
vangen hoor en myn hartelijke dank. Zo
als je weet waren dat er zoveel, dat ik niet
in staat ben om jullie allemaal persoonlijk
dank te zeggen. Maar dat nemen jullie me
natuurlijk niet kwalyk! Je postpapier vind
ik heel geslaagd. Voor Sinterklaas gehad?
Miekje Mink, Warmenhuizen. Jy bent
met één been door het ijs gezakt, Miekje
Pas op, dat je er niet helemaal in valt,
want dan wordt je ziek, zo vast als een
huis. Hartelijk uank voor de bonnen. Wat
was ik daar blij mee. Bedank ook Moeder.
Wil je Dat was een gezellige brief, Miek
je. Krijg ik er de volgende week weer een?
Tini Koorn, Nieuwe Niedorp. Welkom
Tini, nieuwe vriendin, welkom. Je "schrijft
dat je denkt dat je wel eens fouten zal ma
ken; nu, dat is niet erg, want die maken
we allemaal. Dat doen op zijn tyd alle
vriendep en vriendinnen. Dus: tot volgende
week!
Wim Mantel, Nieuwe Niedorp. Tjaaa...
Wim, het kan nu eenmaal niet altijd vacan
tie zijn, ook al ligt er sneeuw. Dat gaat niet
Maar, in het middaguur en na schooltijd kun
je toch je hart nog wel een uurtje ophalen.
Is het niet? Veel plezier op de gladde ijzers
hoor!
Bep Kole, Anna Pau'jwna. Kijk... daar
is nog al een nieuw gezicht. Dat houdt
maar niet op. Wat een prettige belangstel
ling is dat in onze club. Nu, ik verwacht
volgende week je eerste grote brief, Bep.
Probeer het maar eens. Dag!
Sietske Boomrma, Nieuwe Niedorp.
Ook jy hebt je zeker best geamuseerd op
het ijs, niet? Tenminste, dat meen ik uit
je brief te merken. En... uit je KORTE brief
Ts hij volgende week weer net zo lang als
/oorheen
Beste vrienden en vriendinnen, ik ben
'oor de stapel heen. Tot volgende week.
Oplossing raadsel vorige week
Beest, Toos, boot, thee, buis, woest, hout,
Soest.
Het spreekwoord luidt:
Oost, West, Thuis .5est,
Goede oplossingen ontvangen van:
Fancy Vergaay, Corrie Rus, Dieuwertje
en Nelly Glim, Annie Keesman, Annie Bij-
post, Koos Bregman, Pietertje Kleimeer,
Bep Tijsen, Trien Tijeen, Tryntje Schoehuys,
Anni de Roo, Ato Vader, Jan v. d. Splinter,
Rietje van Halm, Piet Schroevers, Wim
Schroevers, Elly Kweldam, Iza de Regt,
Corrie Bakker. Geri Kuyper, Tini de Vries,
Willem Boontjes, 'Gerrit en Bennie K., Heer-
hugowaard, Sietske B., N. Niedorp; Bep K.,
Anna Paulowna, Wim M., N. Niedorp; Miek
je M., Warmenhuizen; Marietje E., St. M.-
vlotbrug.
Nieuw Raadsel
x waarop wij allemaal hopen.
xstaat dikwyls aan het slot van
een boek.
x gissen
xdit ben je maar eens per jaar.
xboek met landkaarten.
x..., waarop wij allemaal wonen,
x zit b.v. aan een oud, afgedragen
kleedingstuk.
x.... in een gebeuren soms de
meest wonderlijke dingen
x vrucht,
x precies hetzelfde.
Op de kruisjeslijn lees je van boven naar
beneden iets, dat je altijd heel prettig vindt.
't Wintert
't Is Winter
Kom schaatsen onder de voet
Nu gaan we lekker ryden
Vol frisse moed
't Is winter
Het ijs houdt al goed
Laat de koudkleumer zitten
Nu stroomt het bloed.
't Is winter
Sneeuwvlokken dwarrelen in het rond
Nu gaan we heerlijk glyden
Dat is heel gezond.
Elly Kweldam, Schagen.
Een leuk schilderijtje
maken
Is dit geen leuk plaatje? Weet je dat je
hiervan een leuk schilderijtje voor je ka
mertje kunt maken? Net goed om in een
klein hoekje te hangen We kunnen dit op
verschillende manieren doen. Voor alle ma
nieren moet je netjes en precies te werk
gaan engeduld hebben. Wie niet ge
duldig is, moet er liever niet aan beginnen,
want dan breng je er niets van terecht en
dat brengt je maar in een akelig humeur.
Ten eerste kun je doorschijnend papier
nemen en de omtrekken van .de figuurtjes
overtrekken, met een scherp, zwart pot
lood! Daarna leg je dit vel papier met de
figuurtjes erop. met de buitenkant, dat is
dus de kant, waarop je getekend hebt, op
een glad, wit stuk karton. Dit karton kun
je het best in een winkel kopert. Het moe'
ongeveer de dikte van een briefkaart heb
ben en net zo glad zijn. Als het papier op
't karton ligt. ga je nog eens met je potlood
over de omtrekken van de figuurtjes. Druk
je vel doorschijnend papier stevig op het
karton. Als je klaar bent. zul je zien dat
alle figuurtjes op het karton zichtbaar zijn.
Nu neem je Oost-Indische inkt en vult
daarmee de figuurtjes op. Netjes hoor'
Niet knoeien. Zorg dat je een fijne pensee]
gebruikt. Je zult verrast zijn over het re
sultaat. als je het netjes doet!
Dan knippen we het stuk karton in een
passende vorm, b.v. vierkant of rechthoe
kig en stoppen het in een lijstje zo'n ge
woon zwart lijstje dat je voor vijftien cent
in de winkel kunt kopen Als ze geen lijst
jes hebben in de maat die jij het leukst
vindt, kun je zelf een lijstje maken met be
hulp van zwart gomoaDier. dat ook bij een
boekhandelaar te krijgen is.
De tweed» mani°r om dit schilderijtje te
maken is: dit plaatje voorzichtig uitknip
pen. Dat is heel moeilijk, vooral de boom
zal je last bezorgen. Daarna alles op wit
karton plakken en klaar is het.
Als je geen lijstje wilt maken of kopen,
kun je ook een rand met Oost-Indische
inkt op het karton tekenen, dat is heel
makkelyk en staat ook erg leuk. Een op-
hangertje er achter plaken is zo gebeurd.
Er was eens een jongetje dat van een
aardigen meneer een duikelaartje had ge
kregen. Weten jullie wat een duikelaartje
is? Wel, een duikelaartje is een mannetje,
meestal van hout gemaakt. Inplaats van
voeten heeft hij een ijzeren bol, die er
voor zorgt dat het mannetje altijd op zyn
..pootjes" terecht komt.
Jullie zult het met me eens zijn dat zo
iets erg grappig is. Dat vond het jongetje
ook en hij hield vanaf de eerste dag dol
veel van het ventje. Het jongetje was een
arm jongetje en behalve het duikelaartje
had hij niet veel ander speelgoed. Veel tijd
om te spelen had hij ook niet. want het
grootste gedeelte van de dag zat hij op
school en na schooltijd moest hij er op uit,
kranten verkopen, om er wat bij te verdie
nen. Maar sinds hij het duikelaartje had,
droeg hij hem altijd in zijn zak en er was
altijd wel een gladde steen of een ander
plekje in de buurt, waar de duikelaar zijn
kunsten kon vertonen. Zijn vriendelijk
grijnzend gezichtje lachte het jongetje elke
keer toe, als hij, na in de lucht gegooid te
zijn, weer op zijn ijzeren kogel terecht
kwam.
..Doe net als ik", scheen het duikelaartje
toren den jongen te zeggen, „laat je niet
neerdrukken, sta altijd weer op!"
En misschien kwam het wel hierdoor,
dat de jongen tegen zijn moeder, die hij op
zekere dag zag huilen, zei: „Huil maar niet
moeder. Wacht rriaar tot ik groot ben. dan
zal ik zorgen dat het ons veel beter gaat.
Ik doe net als het duikelaartje, ik laat me
er niet onder krijgen, ik sta altijd weer
op!"
Het was. maar gelukkig dat de jongen
zijn moeder zo troostte, want zijn moeder
bad veel verdriet. Ze had zo weinig geld
dat ze haast niet wist. hoe ze haar kind te
eten moest geven Haar man was een paar
jaar geleden gestorven en Koos. haar zoon
tje was het enige wat ze nog had.
Koos leerde vlijtig en toen hij van school
ging. kreeg hij een mooi rapport mee naar
huis. Door dit mooie rapport kwam hy als
leerling m een kruidenierszaak, waar het
hem goed bevallen had, alsja. als hij
maar de enige leerling geweest was. Maar
er was er nog een, een akelige jongen, met
wien Koos niet kon opschieten. Die andere
jongen was oneerlijk en achterbaks. Op
een keer zag Koos dat hij krenten, rozijnen
en een paar busjes stroop in zijn zakken
stopte. Een paar seconden stonden de twee
longens zonder iets te zeggen tegenover el
kaar. Eindelijk zei Koos: „Het is maar goed
Koen, dat i k 't ben die je ziet. want ik zal
je niet verklikken, als je belooft dat je dat
nooit meer zult doen."
Toen Koen zich met z'n buit ui* de voe
ten wilde maken, hield Koos hem tegen en
zei: „Halt! Zet alles weer op zijn plaats.
Gestolen wordt hier niets!"
Sinds die dag kon Koen. Koos helemaal
niet meer zien. Hij keek hem steeds met
ogen vol haat aan. Maar Koos deed net of
hij niets zag en trok zich er verder niets
van aan.
Op een warme zomerdag moesten de twee
jongens in 'het pakhuis werken. Koos werk
te hard en kreeg het al gauw zo warm, dat
hij zijn jas uittrok en hem aan een spijker
ophing. Zonder dat Koos 't zag. sloop Koen
in 't kantoortje van den baas, die er op dat
ogenblik niet was. stak z'n hand in het
geldlaatje en kwam even later met een
hand vol geldstukken terüg. Toen stopte
hy, zonder dat iemand 't merkte, het geld
in de jas van Koos.
Toen de baas ontdekte dat hy geld miste,
moesten de twee jongens bij hem komen
en op zijn vragen antwoorden. Niemand
had het gedaan. Toen onderzocht de baas
de zakken van de jongens en wat er nu
gebeurde, kunnen jullie wel raden; het
geld werd bij Koos gevonden, die met
schande en smaad werd weggejaagd.
Versuft sloop Koos weg. Hij begreep nog
niet wat er gebeurd was Wat zou moeder
zeggen als ze het hoorde. Ze zou natuurlijk
aan zijn onschuld geloven, maar wat schoot
hij daar mee op?
Bij de rivier gekomen ging hij op een
steen zitten. Ineens kon hij zich niet meer
inhouden, de tranen stroomden over zijn
gezicht en hij moest zijn zakdoek te voor
schijn halen om zijn gezicht af te vegen.
Daar rolde iets voor zijn voeten.het dui-
keiaartje.
„Ja. je hebt gelijk", zei Koos. .ik zal me
niet laten neerdrukken, ik zal weer op
staan!"
Toen moeder alles hoorde, was ze erg
ongelukkig. Maar Koos pakte direct aan.
Eerst werkte hij thuis veel. Hij hielp moe
der waar hij maar kon. Van zyn opgespaar
de centen maakte hy alles wat er in het
huisje kapot was. heel. Ondertussen zocht
hy een andere betrekking, maar tot nu toe
was er niets op komen dagen.
Toen Koos op een goede dag weer vlijtig
aan 't werk was. kwam er bezoek. Bezoek
dat ze nooit verwacht hadden. Het was de
kruideniersbaas. die kwam vertellen, dat ze
nu wisten wie het geld gestolen had. Koen
had zichzelf verraden en nu kwam de baas
Koos weer terughalen,
„Hier heb jij het geld jongen en morgen
bggin je weer, begrepen?"
Tegelijkertiid stopte hij een bankbiljet in
de hand van Koos.
Moeder huilde van geluk en Koos dankte
in stilte zijn duikelaartje, die hem de moed.
niet had doen verliezen.
Het is niet de enige keer geweest dat de
duikelaar hem geholpen heeft. Ook toen
hij ouder werd haalde hij het ventje wel
eens uit zijn zak. En Koos werd later zelf
een kruidenier, wiens zaak uitstekend
gmg. Hij had gelijk gehad, moeder woonde
nu bij hem in een aardig huis en zorgen
had ze niet meer.
Als ieder ander mens had Koos ook van
tijd tot tijd pech en ongeluk. Eén keer ging
een hele lading kruidenierswaren in de
storm verloren en een andere keer brand
de zijn hele pakhuis af. Maar weer deed
Koos wat het duikelaartje hem geleerd had
„Laat je niet neerdrukken, sta altijd weer
op!"
Om na te tekenen
Wie kan deze vlindertjes natekenen in
h-*>l? je potlood mag dus niet van het
komen.
Een goede les
Er was eens een jongen die wilde stelen
en omdat hij wist dat de molenaar rijk
was en veel geld in de la had liggen, wilde
hij by hem inbreken. Op een nacht kwam
hij in een donkere jas bij de molen en wil
de de deur binnen gaan. Maar de deur was
op slot. „Ah", dacht de jongen, „jij denkt
dat je slim bent. molenaar, maar ik ben
nog slimmer!" En bij zichzelf dacht hij: „Ik
klim door het dakraam!"
Hij begon dus te klimmen en eerst ging
dat heel goed, want hij hoefde zich maar
aan het windmolenrad vast te houden. Hij
was er al bijna en kon door het dakraam
kijken, waar hij de guldens al op tafel
meende te zien. maar o wee. toen kon het
rad hem niet langer dragen, het begon te
draaien en toen 't eenmaal begonnen was,
hield het niet meer op.
De molenaar sliep als een roos. Maar de
dief niet. Die draaide en draaide maar
door. Als hij boven was, voelde hij een
flinke klap op zijn hoofd en als hij bene
den was, schramde hij z'n gezicht. Het was
niet om uit te houden. Eindelijk had het
rad er blijkbaar genoeg van. het stond stil
en de jongen viel uitgeput op de grond,
waarbij hij zich ook nog pijn deed.
Maar het was een goede les voor hem ge
weest. Kermend van pijn sleepte hij zich
naar huis en hij heeft nooit meer gepro
beerd te stelen.