Groenten eit Fruit Zuinig stoken blijft het parool N1PPER EN PELLE Het meisje in de taxi Gebruik van betonijzer wordt beperkt Engelsche aanval op Duitschland Het bewaren van Onze kolenpositie is v< met de vorst. Het is koud en we hebben maar net ge noeg kolen om niet te bevriezen. Voor velen komt er zoo nu en dan een dag, dat men niet stoken kan; wie er beter aan toe is, ziet zich telkens tegenover het dilemma gesteld: een beetje kou lijden en zijn voor raad niet al te zeer aantasten of flink sto ken maar dan geplaagd worden door den angst, dat men binnenkort heelemaal niets meer zal hebben. De bonnen zijn er wel, maar de kolen worden niet afgeleverd. Voorloopig is het nog geen ramp: wij heb ben nog net genoeg. Wie eens een bijzon der slechten dag doormaakt, kan dan door gaans toch nog geholpen worden, zoodat hij niet chronisch kou behoeft te lijden. Maar hoe zal het over een paar weken zijn? Is men wel zeker van de voorraden voor Fe bruari? Alles hangt van de vorst af. Alles hangt in de eerste plaats van het weer af; blijft het vriezen, dan hebben we niet alleen meer kolen noodig. maar dan wordt het transport ook des te moeilijker. Wij hebben in Zuid-Limburg kolen ge noeg liggen, zegt het Vad. In 1938 werd er niet minder dan 13.500.000 ton uit de Ner derlandsche mijnen opgedolven. Er werd ongeveer 6 millioen ton uitgevoerd, maar daartegenover stond dan weer een invoer van 5,5 millioen ton. Wij produceerden dus iets meer dan we zelf verbruiken. In den wereldoorlog was de situatie veel minder goed en de niet meer zoo heel jongen on der ons zullen zich nog wel herinneren, hoe koud de winter van 191C1917 geweest is en hoe lang hij heeft geduurd. Er zijn dus genoeg kolen, maar men moet de kolen dddr hebben, waar gestookt moet worden. Dat is een groote moeilijk- beid. Allereerst door het stopzetten van den import. Alleen uit Duïtschland wordt er nog wat ingevoerd, maar uit België hebben wij voor dit jaar heelemaal geen kolen kunnen betrekken. Nu zijn er gedeelten van ons land, die van België uit gemak kelijker te bereiken zijn dan van Zuid- Limburg uit. In vroegere jaren heeft men de Belgische kolen daar rustig laten bin nenkomen, zoodat er voor de Limburgsche mijnen heelemaal geen probleem'bestond, hoe men daar voor de bevoorrading moest zorgen. Dat is thans anders en daarmede staan wij tegenover een eerste transport moeilijkheid. Nog steeds kapotte bruggen. Een tweede moeilijkheid is het directe gevolg van de oorlogsdaden. Er zijn in de Meidagen een aantal bruggen gesprongen en de kapotte gevaarten vormden een ern stige belemmering voor de scheepvaart, ter wijl de onbruikbaar gemaakte spoorweg bruggen ook het verkeer per wagen be perkten. Veel is nu weliswaar hersteld; wat de waterwegen betreft is de toestand zelfs weer normaal, maar de verkeersstrem ming heeft een aanmerkelijken achterstand in de voorraadvorming veroorzaakt. De gasfabrieken en electriciteitscentralen heb ben gedurende den zomer hun voorraden ingeteerd in plaats van, zooals andere ja ren, juist in dit seizoen groote voorraden te vormen tegen den winter. In den winter nu is de behoefte aan ko len natuurlijk bizonder groot, al moet men steeds bedenken, dat de huisbrandkolen slechts ongeveer een derde van het totale kolenverbruik vormen. Het is echter dit zal iedereen begrijpen beter met de huisbrandkolen bizonder zuinig te zijn, dan de industrie te verlammen. FEUILLETON door P. G. WODEHOUSfc 50 „Dus je kon niet wachten", vervolgde Geof- frey met zacht verwijt. „Ja, ik mag het je feitelijk niet kwalijk nemen. Je bent op een leeftijd, waarop men gemakkelijk vergeet. Ik had geen recht te hopen, dat je tegen een scheiding van eenige maanden bestand zoudt zijn. Ik verwachtte te veel. Wreede ironie! Ik, die aldoor dacht aan die dagen van ver leden zomer, toen we alles voor elkaar wa ren, terwijl jij me vergeten hadt me ver geten!" zuchtte Geoffrey. Gedacntenloos nam hij een stukje cake van het tafelkleedje en stopte het in zijn mond. De onrechtvaardigheid van den aanval gaf Maud haar spraakvermogen terug. Zij zag terug op de maanden, die achter hen lagen, dacht aan 'al hun verdriet en had medelijden inet zichzelf. „Dat had ik niet," riep zij uit. „Had je dat niet? En hoe zat 't dan met dien ander, dien George Bevan?" „O neen, dat was een vergissing." „Een vergissing?" „Ja. 't Is te omslachtig om uit te leggen, maarZij hield op. Opeens stond alles haar klaar voor oogen; zij had geen lust de vergissing te veranderen. Zg voelde zich erg opgelucht. Dagenlang waren haar gedachten verward geweest, onmachtig haar eigen ge voelens te analyseerennu was alles glas helder. Het leek wel of het zien van Geoffrey de sleutel voor een cijferschrift was geweest. Van George Bevan hield ze en ze had hem voor altijd uit haar leven gebannen. Zij wist 't nu en die zekerheid maakte haar mat en hulpeloos. En samen mei die zekerheid voelde ze de grievende vernedering dat haar tante jCaroline en haar broer Percy toch gelijk 252. Weer aan land. 1. Zoo, nu moeten de haaien zich maar tevreden stellen met de inktvis. Wij vliegen weg! 2. De piloot heeft er waar schijnlijk op gerekend, dat we valschermen bij ons had den!" „Hallo, Wawhoo; oude vriend hier heb je ons weer!" Weer vaste grond onder de voeten. „Nu mc enze woonschuit haar weg zonder ons vinden. Jammer, da ze niet met 'n toestel uitgerust is, om ze van uit de verte te besturen, zodat we de schuit naar het land zouden kunnen laten varen." „Nipper en Pelle, loopt, wat jullie kunt, als je leven je lief is!" Er ls heel wat noodig. In 't geheel heeft Nederland gedurende dezen winter zoowat 950.000 ton per maand noodig. Duitschland heeft op zich geno men 100.000 ton te leveren, die dan langs den Rijn worden aangevoerd. Van Limburg uit kan er 450.000 ton per maand langs de waterwegen worden aangevoerd. Om ieder een voldoende kolen te geven zouden er, dus 400.000 ton per spoor dienen bezorgd te worden. Dat is de groote moeilijkheid. Wij herin nerden reeds aan de onbruikbaar gemaak te spoorwegbruggen. Wat dit betreft is de toestand in de laatste weken weliswaar erbeterd. In October echter konden er hoogstens. 350.000 ton per spoor worden aangevoerd. Thans zullen we wel de noo- dige 400.000 ton krijgen, maar intusschen is het nu gaan vriezen, zoödat het verkeer te water niet meer zoo gemakkelijk loopt. Gelukkig stagneert het nog niet geheel. Nog lang niet, maar de toevoer langs kleine aterwegen tot bij de fabrieken moet reeds heel wat moeilijkheden opleveren. Dat is niet alleen een bezwaar voor de ondene- mingen zelf, maar daarenboven belemmert het de rationeele exploitatie v'dtt transport middelen, daar vele schepen immers langen tijd vastgehouden wopden. Als het blijft vriezen, gaat de situatie er minder mooi uitzien, tenzij Duitschland in staat is ons een flink aantal wagons ter beschikking te stellen. Maar als het hier vriest, vriest het in Duitschland ook en heeft men daar precies dezelfde moeilijk heden; men herinnert zich nog wel, hoe koud het, een jaar geleden, te Berlijn ge weest is. De eisch van het moment is: zuinig sto ken. En, hoe paradoxaal het ook klinke, naarmate het langer vriest,' zuiniger sto ken! ton ijzer niet meer kan toestaan voor trot toirbanden, opsluitbaniden, kantplanken, bermplankjes, parkeerborden en dergelijke producten, welke voor den aanleg van we gen, fietspaden, enz. worden toegepast, aan gezien het mogelijk is om deze botorftvaren zonder wapeningsijzer te vervaardigen zon der dat deze qualitatief behoeven onder te doen voor gewapende betonwaren. Ook voor andere betonwaren, welke niet alle genoemd kunnen worden, is het nood zakelijk, om de toepassing van betonijzer tot een minimum te beperken. Mocht het in bepaalde gevallen noodig zijn voor wape ningsberekeningen meer inlichtingen te ver krijgen, dan verdient overleg met de fabri kanten van betonwaren aanbeveling. Met het oog op de toenemende schaar^hte aan betonijzer in het algemeen en de nog ongunstiger positie van betonijzer van ge- ringen diameter, is het noodzakelijk om op dit materiaal een zoo groot mogelijke be sparing toe te passen. Het is daarom, dat de algemeen gemach tigde voor den wederopbouw voortaan bij de goedkeuring van werken, behalve in uit zonderlijke gevallen, het gebrluik van be- Enkele groepen Britsche bommenwerpers vlogen Donderdagavond en in de eerste uren van den nacht het Rijksgebied binnen. Zij waren klaarblijkelijk van plan in eenige steden in West Duitschland industrieele in stallaties en ravitaiUeeringsbedrijyen aan te vallën. Als gevolg van het heldere weer hadden de Britten waarschijnlijk gedacht gunstige voorwaarden aan te treffen voor een succesvolle actie. De bijna wolkelooze nacht met heldere maan was echter, naar het D.N.B. verneemt, in het voordeel van den Duitschen afweer, die alle middelen, waaronder ook versperringsballons, had op gesteld om aan een aanval het hoofd te bieden. De aanval werd door den massalen afweer reeds bij het begin verhinderd en ondoeltreffend gemaakt. Het grootste deel van de vliegtuigen 'wist het gebied der fa brieken en mijnbouwondernemingen niet te bereiken en moest reeds voortijdig omkee- ren, waarbij de bommen op het platte land van het westelijke grensgebied werden neergeworpen. Door de enkele vliegtuigen, die doorbraken, werden bommen geworpen op eenige plaatsjes in het industriegebied. Zij richtten geen voor de oorlogvoering be langrijke schade aan. Enkele woonhuizen cn een school werden echter vernield. In een stad werd het katholieke patronaatsge bouw zwaar beschadigd. De veiligheids- en eerste hulpdienst trad onmiddellijk in actie en zórgde er voor, dat geen grootere schade ontstond. Enkele zolderbranden werden door de eigen luchtbeschermingsdiensten in de kiem gesmoord. Als bewaarplaats van wintergroenten en fruit komt de kelder in aanmerking, mits deze vorstvrij is en op een zonnigen, mil- den dag gelucht kan worden. Bij zeer strenge vorst hangt u voor het raampje een mat of iets dergelijks om de koude buiten te houden. Voor groenten en fruit neemt u, zoo mo gelijk, een gescheiden ruimte, daar het fruit samen met aardappelen en groente bewaard sneller aan bederf onderhevig is. Is er geen kelder, dan kan een vorstvrij frisch kamertje, speciaal voor fruit, uitste kende dienst doen. In den kelder komen dan: le. De aardappelen. Deze mogen niet nat in den kelder gebracht. Ze moeten op een donkere niet te warme plaats be waard worden, daar zij anders snel gaan kiemen. Zij blijven nl. na het oogsten door groeien, halen adem en loopen -uit. Gaat het om een kleine voorraad, dan kunt u deze in wat kleine kisten laten staan, de kisten niet geheel gevuld en een paar latjes voor luchtcirculatie er tusr schen. Een grootere partij kan op stroo of losse turf worden gelegd, Regelmatig na zien en om zetten om schieten te voorko men, is noodig. Het beste is een kist van latwerk, waar de aardappelen boven in gaan en onder uit een schuine ruif, toe loopend,zooals voor anthaciet vaak in ge bruik is. De aardappelen komen dan van zelf bij herhaling in beweging. 2e. De groenten. Enkele hiervan, als sluitkool (roode- witte- en savoyekool) en bloemkool kunt u met een touwtje aan den stronk en met den kop naar beneden ophangen. Van de bloemkool verwijdert u eerst de stugge bladeren, terwijl de soe- hadden gehad. Wat zg gemeend had, dat een innige liefde was, was slechts, zooals zij' bij herhaling beweerd hadden, een tijdelijke ver liefdheid geweest, niet bestand tegen het aanschouwen van een Geoffrey, die teveel boter had gegeten en zwaar was geworden. Geoffrey slikte het stukje cake door en boog zich voorover. „Ben je dan niet geëngageerd met dien Bevan?" Maud ontweek zgn blik. Zij wist, dat het kritieke oogenblik gekomen was en dat haar heele toekomst hing aan de volgende woor den. Toen kwam het Noodlot haar te hulp. Voor kon spreken, kwam een interruptie. „Par don", zei een stem: „Een oogenblik alstu-: blieft!" Maud en haar metgezel waren zoo vol van hun eigen zaken geweest, dat zij het binnen komen van een derde niet hadden bemerkt. Het was een jonge man, donkerblond, een ge zicht vol sproeten en ongeschoren, half schuw half onbeschaamd. Hij had kleine oogjes en zijn kleeren waren opzichtig en shebby tege lijk. Hij had een dophoed op, die kwasterig op één oor zat en een kleine tasch bij zich, die hij op de tafel tusschen hen in zette. „Het spijt me miss, dat ik u moet storen." Hij boog zwierig naar Maud, „maar ik heb even een woordje te zeggen tegen mr. Spencer Gray." Maud naar Geoffrey "ijkend, v as verbaasd te zien, dat zgn florissant gezicht erg vaal was geworden. Zijn mond was ope. - en zijn oogen stonden glazig. Ik geloof, dat u zich vergist," zei ze uit de hoogte. De man boezemde haar afkeer in. ,Deze is mr. Raymond." Geoffrey kreeg zijn spraakvermogen terug. „Ja, natuurlijk," riep hij boos, „ik ben mr. Raymond. Wat beteekent het, dat u ons hier komt lastig vallen?" Het jonge mensch ontstelde niets. Hij scheen er aan gewoon te zijn, niet welkom te worden geheeten. Hij ging door, alsof er niets gezegd was. Hij haalde een groezelig kaartje te voorschijn. „Kgk 's," zei hij. „Messrs. Willoughby and Son, Praktizrjns. Ik ben de zoon. De oude heer heeft mij dit zaakje opgedragen. Ik heb al dagen lang naar u gezocht, ten einde u dit papiertje te overhandigen.'- Hg maakte de tasch open als een goochelaar, die een toer gaat doen en haalde een document te voor schijn, dat er erg gewichtig uit zag. „U bent getuige, miss, dat ik deze papieren heb over handigd. U weet er natuurlijk van?" zei hij tegen Geoffrey. „Vervolging wegens trouw belofte. Onze cliënte, miss Yvonne Sinclair, van het Regal Theatre. eischt van u tien dui zend pond. En als u mij vraagt," zei het jonge mensch vertrouwelijk, zijn officieelen toon varen latend, „ik wil graag bekennen, dat ik het een peulschilletje vind! 't Is de voordeelig- ste vervolging voor trouwbreuk, die we sinds jaren behandeld hebben." Hij werd weer offi cieel. „Binnen eenigen tijd zullen uw advoca ten zich zeker tot ons wenden. En als u mijn raad volgt," besloot hg, weer op een geheel anderen toon. „dan zorgt u er maar voor, dat de rechtbank er buiten blijft, anders bent u nog lang niet klaar." Geoffrey was opgesprongen. Hg stond te blazen van verontwaardigde onschuld. „Wel verduiveld, wat moet dat toch?" vroeg hg. „U weet toch, dat u zich vergist? Ik heet geen Gray. Deze dame heeft u gezegd, dat ik Geoffrey Raymond ben." „Des te erger voor u," zei het jonge mensch onverstoorbaar, „onze cliente het hof te maken onder een valschen naam. We hebben in ons bezit brieven en er zijn getuigen. En wat denkt u van deze photo?" Hij grabbelde weer in de tasch. „Herkent u. deze, miss?" Maud hekeek de photo. Het was Geoffrey ongetwijfeld. En ze was klaarblijkelijk pas ge leden genomen, want ze vertoonde den nieu wen Geoffrey, met den noodigen omvang. De photographie was ten voeten uit en dwars over de dikke beenen stond in vloeiend hand- Schrift: „Voor Babe van kleine Pootles." Maud huiverde en gaf ze terug aan het jonge mensch, juist toen Geoffrey er over de tafel heen naar greep. „Ik herken ze," zei ze. Mr. Willougby Jr. deed de foto weer in zijn tasch en draaide zich om, om weg to gaan. „Dus tot zoover voor vandaag," zei hij min zaam. Hij boog weer op hoofsche wijze, trok zijn hoed nog wat meer op zij en na een der in moeilijkheden verkeerende dames, die hem voor zijn voeten liep, gegroet te hebben met een beleefd „alsjeblieft, Mabel!" waarop een ijskoude blik uit de hoogte op hem neerdaalde, die hem scheen te verrukken, ging hij weg, stilte vol spanning achterlatend. „Ik geloof, dat ik maar ga," zei ze. De woorden schenen haar metgezel weer tot herinnering te brengen. „Laat me eerst eens uitleggen." „Er is niets uit te leggen." „Het was maar een... 't was alleen maar een voorbijgaande... 't was niets... niets." „Pootles!" mompelde Maud. Geoffrey volgde haar, toen ze naar de deur ging- „Wees verstandig," pleitte Geoffrey. „Een man is geen heilige! Er was heusch niet!... moet nu alles uit... alles uit zijn... alleen, om dat ik mijn hoofd kwgt raakte?" Maud keek hem glimlachend aan. Zij voelde zich oneindig opgelucht. De sombere omgeving van Ye Cosy Nooke scheen haar niet langer naargeestig. Zij had die onbekende Babe wel willen omhelzen, die door haar zakelijk optre den oorzaak was, dat zij met een gerust ge weten een te betreuren hoofdstuk van haar leven kon sluiten. „Ja maar, Geoffrey." zei ze, „je hebt niet alleen je hoofd, maar ook je figuur verloren." Ze ging vlug weg. Met een krampachtigen sprong zou Geoffrey haar volgen, toen hem dat, voor hij een pas gedaan had, werd belet. Vóór gasten Ye Cosy Nooke kunnen ver laten, hebben ze formaliteiten te vervullen. „Alstublieft," zei één der dames. 1 Zg, die abusievelijk door mr. Willoughby pele binnenste als beschutting over di bloem gevouwen worden. De ruimte maj vooral niet te warm en te droog zijn, wan' dan wordt alles rimpelig en slap. Deze kool, wprtelen, kroten, knolrapen schórscneerën e.d. kunt u ook goed in dei tuin opkuilen, op wat stroo of latwerk leg gen, met stroo afdekken en zooveel aard« erop, dat alles vorstvrij blijft. Bij 't openei en voor 't verbruik goed controleeren „Het minste moet eerst op". Uien kunt u het eenvoudigst in een on benut kamertje leggen. Ze kunnen gerusl een paar graden vorst hebben. Brusselsch lof voor eigen gebruik kar in den kelder of in een donkere kast ir vochtig zand worden ingegraven. Reedi bij eenige warmte loopen de wortels uit er de geel-groene losse bladeren kan men re gelmatig oogsten Tiet fruit wordt, zooals gezegd, apart gehouden. Appels kunnen, mits vorstvrij en niet te warm, ook op den zolder bewaard worden. Een verwarmingskelder is niel geschikt voor *t bewaren van fruit. Worm stekige en schurftige vruchten komen niet voor bewaring in aanmerking, daarom moet u de vruchten stuk A-oor stuk nakij ken. Voor het bewaren neernt u liefst hand- geplukt fruit. Appels hebben dikwijls een min of meer vettige schil, dat bij sommige soorten zeer goed is te merken. Door deze eigenschap, worden de vruchten beschermd en drogen minder snel uit. Niet ieder beschikt over een aparte fruitbewaarplaats. Eenige kran ten uitgespreid op den vloer van zolder, vorstvrij e kast of kamer zijn zeer geschikt om het fruit er één laag dik op uit te spreiden, niet meer. Bij verbruik telkens controleeren. Is de ruimte beperkt, dan kunnen ook eenige kistjes boven op elkaar dienst doen, telkens een paar latjes er tus schen voor luchtcirculatie. Bij zeer strenge koude dekt u het fruit extra af. Bij' zach ter weer moet die deklaag verwijderd wor den. Daar de vruchten anders gaan broeien en rotten. Mabel was genoemd, want ze heette Ernestine, stond naast hem met een papiertje. „Zes shillings en twee pence," zei Ernistlne. Even werden door deze ontstellende mede- deeling de gedachten van den ongelukkige af geleid van de hoofdzaak. „Zes shillings en twee pence voor een kop chocola en een paar cakes?" riep hij ver schrikt. „Dat is afzetterij!" „Zes shilling en twee pence, alstublieft!" zei de koningin der bandieten onverstoorbaar. Het was niet vdor de eerste keer. Ye Cosy Nooke kreeg niet veel bezoek, maar profiteer de des te meer van de weinige bezoekers. „Hier!" Geoffrey gaf een halve souverelgn. „Ik heb geen tijd voor praatjes!" De In moeilijkheden verkeerende roover toonde zich volstrekt niet dankbaar. Zij scheen boven al het aardsche verheven. Zg wenschte slechts rust en vrede. „U moet nog terug hebben," zei ze. „Houd dien rommel!" „U vergeet uw hoed." „Houd hem!" Geoffrey stormde de kamer uit. Hjj werkte zich door de deur en holde de trap af. Buiten in Bond Street was het een drukte van belang. Een onafgebroken rfl van voorbij gangers. Maud was verdwenen. HOOFDSTUK XXVII. George was in zijn slaapkamer in het Carl- ton Hotel aan het pakken. Dat wil zeggen, hij was begonnen te pakken; maar de laatste twintig minuten zat hij op zijn bed en staarde in de toekomst, die, hoe meer hij er zich in verdiepte, steeds bleeker werd. De laatste da gen had hij onophoudelijk die sombere buien ge had en ze werden steeds moeilijker te ver drijven. Nu, dat de hutkoffer open voor hem stond om zijn inhoud te ontvangen, voelde hij zich intens ongelukkig. De hutkoffer met al zijn souvenirs van reizen en trekken scheen hem het feit, dat hij alleen de wijde wereld inging, nog eens heel nadrukkelijk bij te brengen. Spoedig zou hQ aan boord van het linieschip zijn en elke bewe ging van zijn machines bracht hem verder weg van de plek, waar hij met zijn hart altijd zou vertoeven. Er waren oogenblikken, waarop hij het folterende besef haast physiek voelde. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 10