Om de millioenee
van Francis Drake
Gewezen onderkoning
ambassadeur
Wintersche kou en zomersche hitte
Sluikhandel in
ongebanderolleerd vet
Veelbelovende
knapen
Bombardementen
Rome's uitbreidingsplan
als
Hoogste en laagste temperaturen op aarde
En de winter van
1939-'40
(Van onzen meteoroloog).
Het vriest weer, en meestal dat hét
kraakte. Het ys heeft sloot en gracht, havens,
vijvers en kanalen weer, „net als verleden
jaar", in zijn boeien geslagen, en menigeen*
vraagt zich, vanwege de kolenschaarschte,
reeds angstig af: zou er weer zoo'n barre win
ter als die van 1939'40 op komst wezen?
't Is met het weer wat anders dan met de
sterren: voorspellingen op het gebied der astro
nomie zijn vooruitberekeningen, op dat der
meteorologie echter niets meer dan redelijke
verwachtingen, die heel anders kunnen uit
vallen! Maar wanneer we overwegen, dat de af-
geloopen winter slechts door die van 1890'91
geëvenaard werd, dan mogen we onwetenschap
pelijk maar menschelijk wel zeggen: 't zou wel
bar toevallig wezen, als er nu twee zulke frigide
topprestaties achter mekaar kwamen!
De temperatuurgrenzen op aarde.
Alvorens enkele cijfers te noemen omtrent
den vorigen record-winter zij hier echter eerst
de vraag gesteld: hoe koud, en hoe warm, kan
het op aarde, d.w.z. op of vlak bij den beganen
grond, ten laagste en ten hoogste nu wel
wezen?
De „koudepool" der aarde bevindt zich om
trent Werchojansk, aan de Jana, in Noordoost-
Siberië: daar kan de temperatuur tot 70° (Cel
sius!) onder het nulpunt dalen! Het is om, bij
de gedachte alleen, te rillen, neen, te verstij
ven van de kouDe gemiddelde jaartem
peratuur is daar 16°. De „Fram" op haar be
kende expeditie leverde in de Noordelijke IJs
zee een jaargemiddelde op, dat nog lager was:
—19°, met een warmste maand (Juli) van ge
middeld 0°.
Dit wat de laagste temperaturen betreft; en
nu de hoogste
De 125° (Fahrenheit) die schr. dezes op de
Kamaran-eilanden eens waarnam, blijkt over-
trefbaar te zijn: in de Doodsvallei in Züidelijk-
Californië heeft men op 10.7.1913 56°,7 C
135° F.) waargenomen, en temperaturen
van boven de 50° zijn in Arabië, Mesopotamië,
de Sahara, de binnenlanden van Californië en
Australië, geen zeldzaamheid.
De plaats met het warmste klimaat op
aarde is wellicht M&ssöea, aan de kust
van Eritrea, b(j de Roode Zee: het jaar-
gemldelde ligt daar boven de 30 C 86
F), het Juli-gemlddelde Is er 35 C
95 F).
Strenge winters in Js'ederland.
In zyn studie „De IJswinter van 1940" (H
D. '40 Nr, 5) rangschikt prof. dr. E. van
Everdingen, de oud-directeur van het K.N.M.I
te De Bilt, de winters naar hun ijs-strengheid:
dan blykt voor heel Nederland beschouwd, die
van 1890'91 nog nr. 1 te zfln, maar, in de
waarr.emingsreeks die van het midden der
vorige eeuw af loopt, is die van verleden jaar
onmiddellijk tweede. Dan volgen, in rangorde
van ijs-gestrengheid: 185455; 1928'29;
1860'61; in, censlotte, de wereldoorlogswin
ter 1916'17, met een ijsdagenlengte van 35
Naar „temperatuursommen" berekend een
andere meteorologische vergelijkingsmethode
is, volgens dr. L. Braak (H D. '40, nr. 3)
de strenge winter van 18901891 door dien
van 1939'40 ru.mschoots overtroffen; de
temperatuursom van gene 354°) is aan
zienlijk minder dan die van deze, n.L: 393®.
Tenslotte nog vier cijfers van den vorigen
winter; gedurende 41 dagen is de temperatuur
(op 't K.N.M.I. te De Bilt) heel den dag bene
den nul gebleven; op 49 dagen was het mini
mum beneden 5° en op z6 dagen was het lager
dan 10°; het absolute minimum in De Bilt
was 16.7 En de lengte van den ijswinter van
1939'40 was 71 dagen.
Laat ons hopen, vooral voor diegenen,
welke nu reeds met brandstofgebrek te
kampen hébben, dat de winter van dit jaar
geenerlei recordpogingen zal wagen: een
kwakkelwinter is nu 't beste. Want het
overigens in ons land zoo terecht hoogge
waardeerde ijssportgenoegen weegt thans
niet op tegen het leed dat de koude de
minder met aardsche goederen, vooral
minder met brandstoffen gezegenden, zal
veroorzaken!
(Nadruk verboden.)
In samenwerking met de Amsterdaasche
recherche'.heeft de Zaamlanische politie een
zestal arrestaties verricht terzake van sluik
handel in ongebanderolleerd' vet en hier
mede verband houdende overtreding van de
prijzcnbeschijcking 1940/1, vervoeren van
vet zonder geleidebiljet, verkoopen zonder
toewijzing van de Züivelcentrale en tenslot
te ontduiken van de accijnzen, omdiat het
ongebanderolleerd verkocht werd.
Onder de arrestanten bevindt zich een 40-
jarige bedrijfsleider V. van een N.V. te
Zaandam, die zich toelegt op de fabricage
van z.g; technische vetten.
Het artikel, dat in pondspakken in den
handel gebracht werd, werd getrokken uit
beenderen. Vooral paardenvet werd in on-
geraffineerden staat in den handfel gebracht
en vond gretig aftrek bij talloozen.
Dit blijkt uit de talrijke arrestaties.
Elk der arrestanten was wederverkooper,
zoodat inderdaad van een wijdvertakt com
plot gesproken mag worden, ook al omdat
niet alleen Zaandammers, maar ook Wor-
msrvoerders en Amsterdammers zich mét
den handel bezig hielden. De Züivelcentrale
is thans in de zaak gemoeid, terwijl het on
derzoek nog wordt voortgezet.
Ongeveer 1500 pond ongebanderolleerd vet
werd reeds achterhaald. Ook een baal sui
ker werd ontdekt. De herkomst hiervan
wordt nog onderzocht.
Jongens van 12 en 14 jaar
plegen 53 inbraken
Door de aanhouding van drie jongens
resp. 12, 14 en 14 jaar oud, zijn niet minder
dan 53 inbraken, die gedurende de laatste
anderhalf jaar in Den Haag zijn gepleegd,
tot klaarheid gebracht.
Zaterdagavond jl. hoorde de chef van het
filiaal van de firma Albert Heyn in de
Abrikozenstraat, die naast de winkel
woont, gestommel. Dit kwam hem ver
dacht voor, zoodat hij een onderzoek in
stelde. Het licht in de winkel brandde,
doch verder ontdekte hij aanvankelijk
niets. Verder zoekend vond hij onder een
toonbank en verscholen achter eenige fiet
sen, echter twee jongens, waarop hij de
politie waarschuwde, die spoedig verscheen
en de jeugdige inbrekers meenam naar
het hoofdbureau. Het bleken te zijn de 12-
jarige schooljongen J. H. en de 14-jarige
loopjongen G. van E.
Op het hoofdbureau werden de jongens
duchtig ondervraagd, met het gevolg dat
Zondagmorgen een derde jongen kon wor
den aangehouden, de 14-jarige L. II., een
broertje van den 12-jarige. Voorts bracht
het onderzoek het ontstellend feit aan het
licht, dat men, door de aanhouding van
deze drie jongens, de hand had gelegd op
de daders van niet minder dan 53 inbra
ken. Het verhoor, leverde vele bijzonder
heden op omtrent de daden van het veel
belovende trio. Hierbij bleek, dat zij het
vooral gemunt hadden op kantoren en
winkels, waar zij geld en snoeperij buit-
maakten. Over het algemeen gaat het om
kleine bedragen, doch ernstig is het groo-
te aantal inbraken dat zij hebben gepleegd.
Zij begonnen hun „werkzaamheden" in
Juni 1939, waarbij in den aanvang vooral
in het Laakkwartier, waar de twee broer
tjes wonen, werd. geopereerd. Toen de si
tuatie daar te gevaarlijk werd, verlegden
zij hun operatieterrein naar andere wijken
en tenslotte werden winkels en kantoren
in de meest uiteenloopende wijken be
zocht. Het gebeurde wel, dat zij drie in
braken op een avond pleegden.
De drie jongens zijn van het type „boef
je" en zijn te beschouwen als slachtoffers
van hun omgeving en van het weinige toe
zicht dat op hen werd gehouden. De twee
broertjes stonden onder toezicht van een
gezinsvoogd, waarover zij hij het verhoor
spraken als „de landvoogd", doch ook dit
heeft weinig geholpen. De wijze, waarop
zij bij het verhoor vlot alles bekenden, en
de politie zelfs nog aanwijzingen gaven,
bewijst wel hun jongensachtigheid en ge
brek aan inzicht. Toch zijn verschillende
inbraken op een dergelijke „vakkundige"
wijze uitgevoerd, dat de politie zeker niet
dacht aan jongenswerk, doch van mee
ning was, dat hier „vakmenschen" aan het
werk waren geweest.
Engelsche luchtaanvallen
op ons land
Gebruik makend van het gunstige weer
heeft het Engelsche luchtwapen in den nacht
van Donderdag op Vrijdag op een groot aan
tal Nederlandsche plaatsen aanvallen ge
daan, waarbij vele brisant- en brandbommen
zijn uitgeworpen. Het grootste gedeelte van
deze bommen kwamen buiten de bebouwde
kommen neer. Bij de slordige wijze van
bombardeeren, welke de Engelsche vliegers
toepasten, kon het niet uitblijven, dat tal
van huizen, boerderijen en schuren schade
opliepen. Twee woonhuizen werden geheel
vernield, verschillende andere zwaar be
schadigd. In een gemeente werd de lichtlei-
ding eenige uren buiten bedrijf gesteld. Er
was ook veel glasschade. Een klein aantal
personen werd licht gewond.
Het aantal slachtoffers zou gering zijn
geweest, indien niet in een plaats in het
zuiden des lands, welke bijzonder zwaar
met brisantbommen werd bestookt, ver
schillende bommen waren gevallen op een
Roomsch katholiek ziekenhuis. Zij verniel
den een kapel, waar juist de zusters voor
een godsdienstoefening verzameld waren.
Drie zusters werden gedood, een zwaar ge
wond en een dienstmeisje licht gewond.
Door luchtdruk werden nabijgelegen huizen
beschadigd.
Als een middel om de burgerbevolking te
terroriseeren wordt het feit aangezien, dat
militaire doelen nauwelijks zijn aangevallen
en dat. op verschillende bewoonde plaatsen
mitrailleurvuur is geopend. Zoo zijn bv. in
Den Haag de woningen in de Tholensche
straat, nrs. 59 en 61, door mitrailleurvuur
getroffen.
Een Engelsch vliegtuig is door een Duit-
schen jager neergehaald, de vier inzitten
den zijn gedood.
GISTERENNACHT ELF ENGELSCHE
STEDEN GEBOMBARDEERD
Naar United Press meldt omtrent de
luchtaanvallen in den vorigen nacht op
Engeland, zijn in totaal elf steden gebom
bardeerd. Liverpool en andere steden in
het dal van de Mersey zijn bestookt met
brand- en brisantbommen. In Liverpool is
een reeks huizen vernield. In Londen zijn
twee personen door Engelsche afweergra-
nat,en om het leven gekomen. Voorts is in
Londen een reeks huizen vernield.
Duitsch weermachtbericht
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt bekend:
Het luchtwapen heeft gisteren bewapende
verkenningen tot boven Noord-Schotland
uitgevoerd. In den nacht van Donderdag op
Vrijdag hebben sterke formaties eigen ge
vechtsvliegtuigen talrijke voor den oorlog
belangrijke doelen in Midden- en Zuid-Enge-
land, vooral te Manchester, Londen en Li
verpool, succesvol met bommen aangevallen.
Aanvallen van den vijand hebben zich in
denzelfden nacht voornamelijk op verschil
lende plaatsen in West Duitschland gericht.
Behalve enkele woonhuizen zijn het klooster
Bethlehem bij Keulen beschadigd en het
katholieke gezellenhttis te Dtisseldorf ver
woest. Er zijn geen militaire en oorlogseco-
nomische doelen getroffen. De verliezen van
de burgerbevolking, die bijna uitsluitend
buiten schuilgelegenheden voorvielen, be
dragen twintig dóodèn en enkele gewonden.
Een vijandelijk vliegtuig is door nachtja
gers en een ander door luchtdoelartillerie
neergeschoten.
De Italiaansche hoofdstad groeit
naar zee.
In een wet, die in het Italiaansche staats-
blad verschenen is, wordt het plan tot uit-!
brei ding van Rome naar de zee goedge-f
keurd. De terreinen, die binnen het uit-|
breidingsplan liggen, zullen in 1950 ont
eigend worden door den Staat onder con
trole van een speciale commissie van het
bureau van den gouverneur van Rome. Zij
zullen afgestaan worden aan hen, dié ze
willen gebruiken. Deze commissie zal ook
de prijzen van bouwterreinen bepalen en
over den bouw zelf beslissen.
Deze wet vormt een mijlpaal in het le
ven van Rome, omdat hierdoor de eerste
stap gezet wordt op de weg naar de ver
wezenlijking van het grootsclieepsche pro
gram omtrent ^uitbreiding van de metro
pool naai' zee. Op te merken valt, dat en
kele werkzaamheden van dit program
reeds verricht of onderhanden zijn. Zoo
ligt aan zee bij Ostia b.v. reeds de wijk
Lid, de hadplaats van Rome. Onder de
werkzaamheden in aanbouw moet herin
nerd worden aan den aanleg van de Via
Imperiale, die het hart van de stad met de
zee verbindt, den ondergrondschen spoor
weg en de wereldtentoonstelling.
Lord Halifax, de man die
liever geestelijke had
willen worden
Niet geschikt als
evenknie van Chnrchill
Tot opvolger van den overleden lord Lo-
thian is benoemd lord Halifax. die dus En
geland in Washington zal vertegenwoordi
gen. Of deze keuze gelukkig is geweest, zal
de tijd moeten leeren. Als Engelsch minis
ter van buitenlandsche zaken is hij ver
vangen door Anthony Eeden.
In Februari 1938 vond juist het omge
keerde plaats: Eden moest zijn portefeuille
als minister van buitenlandsche zaken af
staan aan lord Halifax. In de rivaliteit tus-
schen deze beide politici spiegelen zich,
ovenals dit het geval was bij Neville Cham-
berlain en Churchill. de schommelingen,
stemmingen en richtingen af. waardoor de
Engelsche politiek zich in de laatste jaren
heeft gekenmerkt. Lord Halifax was de ver
trouweling van Neville Chamberlain; Eden.
die eenmaal door lord Baldwin „een man,
die wat beloofde", werd genoemd, ging over
naar de partij van Churchill. Vooral sedert
Chambprlain zich had teruggetrokken, stond
het wel vast, dat het uittreden van den
„tweeden man van München" uit het oor
logskabinet nog slechts een kwestie van
zeer korten tijd zou zijn.
GEWEZEN ONDERKONING
VAN INDIA
Als lord Irving was Halifax van 1926 tot
1931 onderkoning van Indië. In deze hoe
danigheid bereidde hij de nieuwe statuten
voor de Indische grondwet voor. In die ja
ren bevestigde hij zijn roep als „Realnoli-
tiker". die zich zelfs tegen de moeilijkste
vraagstukken opgewassen toonde. Ter gele
genheid van de internationale jachtten-
toonsteling bezocht hij in November 1937
SENSATIONEELE ERFENIS
PERIKELEN.
De glazenwasscher die millioenen
wilde erven en de herberg, die bij
testamentaire beschikking niet
mocht worden schoongemaakt.
De Arnhemsche rechtbank heeft
,haar „cause célèbre" in een ge
ruchtmakende erfeniskwestie, waar
bij een stichting vele tienduizen
den guldens betwist. Het doet ons
denken aan de sensationeele erfe
nis-kwesties die de geschiedenis
steeds oplevert en waarvan wij er
een tweetal in de herinnering wil
len terugroepen.
De eerste was die van den Engelschen
Amerikaan John Drake, die in Chicago zijn
brood verdient als glazenwasscher en die
onlangs zijn aanspraak op de „Drake-erfe-
nis" afgewezen zag.
Het reuzenvermogen van de zoogenaam
de „Drake-erfenis" was al ontelbare malen
het onderwerp van strijd geweest in ein-
delooze erfenis-processen, waarvan het re
sultaat steevast negatief was voor allen,
die zich als rechthebbende erfgenaam had
den aangemeld. Men berekende op zekeren
dag, dat in totaal ongeveer 200.000 perso
nen in deze erfeniskwestie verwikkeld wa
ren en dat er inmiddels al een bedrag van
2 millioen pond sterling was verdiend door
alle bemiddelaars in dit monsterproces.
Wat bij de „Drake-erfenis" nu
eigenlijk feit en wat fantasie was,
dat werd reeds herhaaldelijk door
experts in het licht gesteld: Sir
Francis Drake, de beroemde admi
raal van Koningin Elisabeth, stond
niet alleen bekend als zeeheld,
maar was bovendien een schrander
zakenman. In de eindelooze con
flicten met de toenmalige eenige
wereldmacht Spanje slaagde
Drake er niet alleen in als admi
raal de belangen van zijn konin
gin te verdedigen, maar voorts zelf
een reusachtig vermogen te verwer
ven. Spaansche goudschepen wa
ren de vurig-verlangde jachtob.je*c-
ten van zijn gevreesde expedities
langs de Atlantische kust. De buit,
die Drake bij deze „roof-expedities"
in den loop der jaren vergaarde,
groeide aan tot een goudschat van
fantastische waarde. De juiste waar
de van dit bezit, waarvan het be
heer tenslotte door de Engelsche
regeering werd overgenomen, is
evenwel tot op heden nooit precies
békend geworden.
De autoriteiten zijn volgens de Engelsche
wetten niet verplicht tot het geven van in
lichtingen. zoolang geen wettelijk erfgenaam
aanspraak op het geld maakt. Waar tot
op heden nog geen enkel erfgenaam er in
slaagde, zijn wettelijke aanspraken te
dnen gelden, zijn er ook nooit authentieke
details omtrent den omvang van het ver
mogen bekend geworden.
De 28-jarige fabrieksarbeider Ahvin Do-
nald Drake. die ongeveer twee jaar geleden
zijn aanspraak op de erfenis van Sir Dra
ke liet gelden, scheen een bijzonder goede
kans te hebben. Een financieele commissie,
die na reeds enkele successen in het proces
te hebben geboekt, zoo langzamerhand recht
had op het leeuwenaandeel, had aan de
hand van kostbare genealogische onderzoe
kingen de complete voorvaderen-galerij van
Ahvin Donald. Drake tot in 't begin van de
17e eeuw onderzocht. Deze stamboom voerde
inderdaad naar de onmiddellijke omgeving
van Sir Francis Drake's rechtstreeksche
nakomelingen, maar brak dan plotseling af.
Het waarschijnlijkheidshewijs. dat de advo
caten aan- Alwin Drake toen wilden aan
voeren. werd door de rechtbank niet geac
cepteerd, waarmee opnieuw een zoete er-
fenisdroom van een der evcntueele nako
melingen van Sir Drake in rook vervlogen
was.
Evenzoo verging het den 26-jarigen gla
zenwasscher John Drake. wiens aanspraak
van enkele maanden geleden dateert. John
Drake. die reeds enkele jaren in Amerika
woont en zich heeft laten naturaliseeren.
kwam plotseling tot de ontdekking, mis
schien een afstammeling te kunnen zijn
van Francis Drake. Doch ook hij kon niet
genoeg bewijzen hij elkaar brengen, en zijn
eisehen werden dan ook nfgewezen.
Rn zoo wachten de geldsommen, die nog
dateeren uit den tijd van koningin F.lisa
bcth, nog steeds op een eigenaar. Zal deze
misschien gevonden worden, wanneer pt we
derom een koningin Elisabeth op den troon
van Engeland zit? Uitgesloten is dit niet.
want Prinses Elisabeth zal immers naar alle
waarschijnlijkheid haar vader opvolgen.
De tweede, nog veel zonderlinge erfenis
kwestie, waarop wij doelden, is eigenlijk twee
ecuwen oud Zij is veeleer het voorbeeld van
een zonderling testament.
In 1745 liet een herbergier te Bishopsgate
in Londen een merkwaardig testament na.
Hij vermaakte nl. zijn erfgenamen de tot
dus door hem gedreven herberg onder de
uitdrukkelijke voorwaarde, dat noch het
huis. noch de herberg, noch de glazen ooit
mochten worden schoongemaakt, wilden zi.i
en hun nakomelingen niet voor altijd het
recht op de erfenis verliezen. Geen bezem
geen stofdoek, geen poetslap mocht ooit een
voorwerp In deze ruimten aanraken. Boven
dien verbood het testament, dat men een
klant ooit meer dan een ounce (ongeveer 30
gram) vloeistof tegelijk mag schenken, on
verschillig of het brandewijn of bier is.
Nog veel wonderlijker dan dit testament
was echter het gedrag van de erfgenamen
en van het publiek. De erfgenamen kwa
men nauwkeurig de bepalingen van den
overledene na. en het publiek werd het lo
kaal, waarin zich stof en afval, tot ware ber
gen ophoopten, niet ontrouw, maar ging er
in grooten getale uit nieuwsgierigheid heen.
en dronk zelfs vergenoegd zijn glaasje, hoe
wel sedert den dood van den erflater geen
glas meer werd schoongemaakt.
De bepalingen van den erflater brachten
den erfgenamen grooten rijkdom. De her
berg bestond tot het eind der zeventiger ja
ren van de negentiende eeuw en gold als
een bezienswaardigheid. De rommel, die zich
daarin hijna anderhalve eeuw had opgehoopt
overtrof ieder voorstellingsvermogen, toen
het gebouw eindelijk in 1877 wegens bouw
valligheid werd gesloopt.
Een koopman in Toulouse, die gedurende
zijn leven een zonderling geweest was, riep
voor zijn dood acht der beroemdste notaris
sen van de stad bij elkaar en Verklaarde
hun, dat hij zijn neef tot universeel erfge
naam benoemde. Hij wenschte echter, dat
zijn testament slechts uit een paar woorden
zou bestaan.
De notarissen verklaarden, dat dit onuit
voerbaar was. daar juist in dergelijke aan
gelegenheden de formaliteiten streng in
acht moeten worden genomen. „Ik zal U
bewijzen, dat U er niets van begrijpt, en dat
men wel met een woord kon zeggen, wat
noodig is," zei de -stervende. Hij liet zijn
neef komen en gaf hem een zak, die naast
zijn bed stond en al zijn verbintenissen,
aanspraken en contracten bevatte met de
woorden: „Voor jou!"
„Dit is mijn testament", vervolgde hij tot
de verblufte notarissen, „en het is zeker
even plechtig als geldig. Daar U allen er ge
tuigen van bent!"
LORD HALIFAX,
Engelsch gezant te Washington.
(Foto Archief)*
Duitscjiland en werd hij hij,die gelegenheid
ook door Hitier ontvangen.
In dienzelfden tijd zag Engeland zich ge
noodzaakt, een einde te maken aan zijn.
tegen Italië gerichte sanctie-politiek, en
scheen neiging aan den dag te leggen om
tot een duurzaam vergelijk te komen met
de spilmogendheden. Het aftreden van Eden-
en de ambtsaanvaarding door zijn opvolger
maakten toenmaals den indruk, of men vol
gens een vastgesteld programma te werk
ging.
Men zou Halifax een man van traditie
kunnen noemen, wien de eigenaardige taak
ten deel viel. met deze traditie te breken
op een beslissend punt in de geschiedenis:
hij teekende als verantwoordelijk man voor
de garantie aan Polen, daarmede een einde
makend aan den stelregel, dat Engeland in
het Oosten nimmer een bindende verplich
ting op zich zou nemen. Dit, had tot gevolg,
dat. een vergelijk onmogelijk werd gemaakt
en het spookbeeld van den onvermijdelij-
ken oorlog oprees.
LIEVER GEESTELIJKE
DAN POLITICUS?
Halifax stamt uit den oudsten EngelsCheiï
adel. Hij trad niet alleen in de voetstappen
zijns vaders, waar het de politiek betrof,
doch ook ten aanzien van de Engelsche
kerk. Men beweert zelfs, dat hij liever
geestelijke was geworden, dan politicus en
dat hij vaak in het gebed raad zoekt in
politieke aangelegenheden. Hij spreekt in
het Hoogerluiis altijd mpt een min of meer
scntimenteele stem, die aan het geestelijke
heroep herinnert, dat hij zoo gaarne zou.
hehhen omhelsd.
De buitenlandsche politiek, zooals Cham
berlain die voorstond en die steeds moer
afdreef naar het vaarwater van de oppo
sitie. leidde via Münrhen naar de onver
mijdelijke oorlogsverklaring aan Duitsch
land. Men is in Duitschland van meening,
dat Chamberlain de overeenkomst van
Mfinchen slechts heeft beschouwd als een
middel om tijd te winnen, ten einde den
achterstand in bewanening te kunnen in
halen. De medewerking van Halifax kan
niet eelukkig wordén genoemd! de steun-
arfie aan Polen kon den bondgenoot in het.
Oosten niet red'den e" de Sowjet-Unie had
geen ooren naar de Engelsche voorstellen.
Zoo ontwikkelde zich uit den man des
vredes TTalifnx oen oorlogszuchtige natuur.
Torh is hij altijd verreweg de mindere
wehlevpn van rohustere naturen zooals
Churchill. Hii moest veelal de rol van zon-
denhok op zich nemen; en on den achter
grond stond altijd Anthonv Eden. Men kan
dan nnk zpggen. dat het verscheiden van
den Engelschen gezant in Washington, lord
T.oth'an. den tegenstanders van lord Hali»
fax niet ongelegen kwam. Nu kon men hem.
mpf de gehniikeliike dankbetuigingen voor
nfln den lande bewezen diensten naar Ame?
rika overniantsen. om de plaats in te ne-
m«n van den overledene.
Er kan geen twiifel nan bestaan, of de
nocf van vertegenwoordiger van Groot-
Rrittannië in dp Vpreenigde Staten legt op
nieuw een eronfe verantworvrde'iikheid op
""'n c^nudprs tt:: 7al moeten trachten, de
^nfyoiechiYoyirirlheid van de Amnriknnen
mef "nHe rneo-oliilrp middelen aan fe wakke»
-mi. Natnurli'k hliift het een onen vraag,
of hii daarvoor de rechte man de rechte
plaats zal blijken te zijn.