Winkeljuffrouw N1PPER EN PELLE Het granaatappelsap De morphine-affaire te spreken*** Mocht een Utrecht Radioprogramma Wat anders zeggen dan: als 't m blieft, heel goed mevrouw, dan KEN DOKTER KLAPT UIT DE SCHOOL. Ik herkende het rustige, beschaafde, Jon ge meisje direct, aldus schrijft Dr. P. H. van der Hoog in Het Vad., toen zij mijn spreekkamer binnenkwam, omdat ik juist enkele dagen geleden met aandacht naar haar had staan kijken in een van onze groote modemagazijnen, waar zij als ver koopster wêrkzaam was. Ik moest er eeni- gen tijd wachten vóór dat ik geholpen kon worden en het wachten duurde lang. Want vóór mij was een dikke breedsprakerige madam met een jongetje van een jaar of zes, die gezien de kleeren die voor haar op gestapeld lagen, al minstens twintig minu ten bezig moest zijn en, gezien de manier waarop ze zich op haar stoel geposteerd had, zeker niet van plan was het eerste half uur op te stappen. Haar zoontje Piet je moest een jasje hebben! Alle jasjes die voorhanden waren, werden overhoop ge haald. liet eene had wat lange mouwen, het andere zat niet zoo mooi in den hals. Het derde had weer wat anders. Pietje trok zich blijkbaar van het heele geval niet veel aan. Die stond met een schaapachtig gezicht er bij. En toen eindelijk een mooi bruin jasje gevonden was, dat volmaakt zat en de juffrouw hem voor den spiegel trok en met engelachtige stem zei: „Kijk eens, Pietje, vind je dat ook niet mooi?" toen keek hij nog schaapachtiger. Ja, maar toen begon de moeilijk heid pas. Warit toen bedacht de ma van Pietje zich, dat ze eigenlijk niet een bruin jasje, maar een blauw jasje wilde hebben. Dus wer den alle jasjes nog eens overhoop gehaald. Weer werd Pietje voor den spiegel om en om gedraaid. Maar er was niet één jasje, dat zoo on berispelijk zat als het bruine en dus werd na lang aarzelen en na de verklaring van de juffrouw, „dat bruin toch ook eigenlijk een veel sjiekere kleur was", de keuze op het bruine jasje bepaald. En nu nog een petje.... Maar toen moest er bij het bruine jasje èen bruin petje gezocht worden. Een goed passend petje was gauw gevonden. Pietje stond voldaan voor den spiegel. Maar de kleur van het petje verschilde een kleine nuance met de kleur van het jasje. Als je ze naast elkaar in het volle licht hield, kon je dat inderdaad met wat goede wil zien. En dus werd er gezocht naar net zoon petje, maar met een iets andere kleurnuance. De juffrouw zocht, klom te gen hooge kasten op, risqueerde daarbij ettelijke malen haar leven. Een ladder werd gehaald om een doos te krijgen, die op een der hoogste planken stond en waar in misschien nog zoo'n petje aanwezig zou kunnen zijn. Maar het noodlot wilde, dat al die petjes óf een beetje te groot óf net een beetje te klein waren. En toen zei de madam, nadat ze de juffrouw een half uur had laten zoeken, dat deze dan maar ver der geen moeite meer moest doen en dat ze dan nog wel eens ergens anders zou FEUILLETON dart. SJthel 171. HM 19. Argwanend keek hij haar aan. Wilt U trachten een zondaar te bekeeren, dat U zich wilt opofferen? vroeg hij. Nu, ik ben al bijna bekeerd. Zeg maar aan al Uw superieure Vrienden dat ik heel tam ben, mits ik maar op de juiste manier word aangepakt. Ik heb geen superieure vrienden, protes teerde Diana heftig. Dat Sir John Carvis myn stiefvader is, is mijn schuld niet, wel? Ik heb hem niet uitgekozen. Dus U hebt persoonlijk niets tegen een inktzwart verleden? Diana glimlachte vaag. Ik geloof dat er in het verleden van ieder mensch wel plekken zijn. waarop hg niet al te trotsch is, zei ze. Hij keek haar nog eens argwanend aan. Als U maar niet probeert tegen mij de barm hartige te spelen, waarschuwde hij. Mede lijden heb ik niet noodig! Verontwaardigd zei Diana: Ik heb geen medelijden met U hoe komt U daarbij! En barmhartig ben ik al evenmin. Ik haat die zoogenaamd barmhartige menschen ze zijn allemaal even pedant. r U geeft dus de voorkeur aan gewone zondaars, stelde hij tevreden vast. Nu, ik ook. En aangezien we het hierover eens zijn, kunnen we nu wel op weg gaan. Bij die woorden keerde hij zich om en Diana liep naast hem voort, zich wonderwel op haar gemak voelend. Zijn kortaangebondenheid be viel haar; het was een ware opluchting na het eeuwige gezeur op Carvis Hall. Hij nam haar niet in vertrouwen en verwachtte zulks ook niet van haar, iets waarvoor Diana hem zeer dankbaar Was. Bovendien scheen hij totaal niet aan conventies te hechten; hij deed pre cies wat hij wilde én stoorde zich aan niemand. En ook dit was iets, dat Diana, zoo geheel anders opgevoed, prettig aandeed. Zoo trokken ze samen door het bosch en Diana begon een soort kameraadschap te 23, Nipper neemt de leiding. 1. „Sam, Je hebt het leven van Krullekop gered, daarvoor wil ik je een paar goede tips geven. Wij weten, waar de beide rovers zitten. Hoe zou je 't vinden, als we ze direct op heeterdaad be trapten." 2. „Laten we bfl de steiger aan de wal gaan. Daar zitten vast en zeker de beide in brekers. Vooruit!" Overrompeld. 1. „Weet je 't zeker, Zwarte Bill, dat Sam hier op de rivier rondvaart en ons zoekt? Dat is een van de knapste detectives, die op ons hadden kunnen worden losgelaten, maar we zullen hem wel te pakken ne men." 2. „Zo, dachten jullie dat, mijn beste vrienden! Han den op! En wat vlug!" gaan kijken. En ze nam Pietje bij een hand en trok verder zonder petje en zonder jasje. Maar toen, geachte lezer, gebeurde het wonderbaarlijke. Toen heeft de juffrouw geen van de woorden gezegd, die ik in zoo'n geval gezegd zou hebben en die mij al op de lippen lagen. Ze zei zelfs' niet eens „stik"een uitdrukking, die voor mij veel te zachtzinnig en veel te kinder lijk geweest zou zijn. Ze gooide de ma van Pietje niet eens een paar doozen naar haar hoofd of lichtte haar beentje, toen ze in de liftstapte. Ze zei alleen maar: „Heel d, mevrouw". En ze glimlachte daarbij vriendelijk. En nu kwam dit zelfde jonge meisje mijn spreekkamer binnen om mij te consultee ren voor een huidaandoening. Bij onder zoek bleek dat zij lijdende was aan een van die sterk jeukende huidaandoeningen, die wij met den naam van ncurodermato- sen aanduiden. De naam duidt reeds aan, dat bij het tot stand komen daarvan het zenuwstelsel een zeer groote rol speelt. Onze huid is nu eenmaal een zielsorgaan en alles wat zich in ons zieleleven afspeelt komt in de huid tot uiting en vindt er een uitweg in. Zoo hebben wij een geheele reeks huidaandoeningen leeren kennen, van het eenvoudige blozen en bleek wor den af, tot het hysterische gangraen en de teeken der gestigmatiseerden toe, die alle aan een diepgaand onderzoek zijn onder worpen en die ons iederen keer weer op nieuw leeren hoezeer lichaam en ziel een twee-eenheid vormen. Ik deelde dit alles aan mijn patiënte mee en wees haar er op, dat de zenuwprikkelende factoren die spe ciaal met haar beroep samenhangen, de oorzaak van haar huidaandoening waren. „De klanten". De juistheid hiervan zag zij direct in en zich plotseling tot mij wendende zei ze: „Dokter, weet U wat het is! Den geheelen dag, terwijl ik in mijn be trekking ben moet ik beleefd en correct en vriendelijk zijn tegen de klanten. Den geheelen dag zeuren de dames aan mijn hoofd met haar belachelijke ijdelheden. „Juffrouw staat deze kleur me wel goed? Juf frouw maakt deze kleur me niet te oud? Juffrouw past deze kleur wel bij mijn haar en bij mijn teint? En altijd maar weer moet ik ze op de zelfde vriendelijke manier te woord staan. Maar weet U wat ik nu zoo verschrikkelijk graag eens zou wil len doen? Eén keer in mijn leven zou ik ze willen antwoorden. „Mensch, wat kan het men verd of je in het groen of het geel of het pimpelpaars van de trappen afd..." Ik ben er zeker van, dat als ik het kon doen, mijn huidaandoening op slag genezen zou zijn. Maar vijf mi nuten later zou ik ook mijn haan tje kwijt zijn... Het gaat niet. Het gaat niet". Een beetje hulpeloos kijk ik de kamer rond Op een tafeltje tegenover mij staan een aantal zalfpotten me met een breede grijns uit te lachen. „Neen", zeg ik, „dat gaat niet" En ik vraag mij af of een groot deel van de huidaandoeningen, die tegen woordig zoo veelvuldig *voorkomen, niet op hetzelfde feit berusten... dat het in deze zoo gecompliceerde samenleving noodig is te zwijgen en dat men niet altijd zeggen kan wat men denkt en wat men voelt. De Utrechtsche rechtbank heeft gisteren uitspraak gedaan in de Utrechtsche mor phine-affaire. In 1938 en 1939 schreef een arts aldaar groote hoeveelheden morphine voor aan zijn vrouw, doch dpze begon zulke hooge eischen te stellen, dat de dokter ten- slote clandestien morphine bemachtigde. In 1939 kreeg een -Utrechtsche apothekers assistente argwaan. De dokter wist tnet zijn familie nog naar Indië uit. te wijken. Wel zijn eenige handlangers aangehouden. Een 25-jarige chauffeur, die in dienst was van de familie, heeft herhaaldelijk verdoo- vende middelen gekocht en werd er dan ruim voor betaald. De Officier van Justitie eischte een gevangenisstraf van drie maan den tegen hem. De rechtbank veroordeelde den chauffeur tot een geldboete van f40 subs. 20 dagen. Een 39-jarige rijwielhande laar uit Jutphaas heeft ook getracht ver- doovende middelen voor mevrouw B. te krijgen. Zelfs ging hij met haar naar En geland. Tegen hem eischte de officier vier maanden gevangenisstraf. Door de recht bank werd de man veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. Een 27-jarige chauffeur uit Utrecht die zich eveneens met het koopen van verdoo- vende middelen had bezig gehouden, doch dit volkomen als handelszaakje had be schouwd, hoorde den officier vrijspraak voor hem vragen. De rechtbank sprak de zen verdachte overeenkomstig dezen eisch vrij. Tenslotte veroordeelde de rechtbank een 45-iarigen koopman uit Rotterdam, die ook morphine had weten te verkrijgen en zeer goed wist. dat hij schuld had. tot. een geld boete van 100 gulden subs. 50 dagen hech tenis. De officier van justitie had drie maanden gevangenisstraf tegen hem gevor derd. DONDERDAG 6 FEBRUARI 1941. Hilversum I. 415 m. Ncderlandsch Programma. KRO. 8.00 Wij beginnen den dag. 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 KRO-orkest. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.15 KRO-Melodisten. 2.00 Orgel en cello. 2.45 Gramofoonmuziek. 3.00 Pianoduetten. 3.15 Gramofoonmuziek. 3.30 Pianoduetten. 3.45 KRO-Melodisten. 4.30 Ziekenpraatje. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Lezing „Vorming van de rijpere jeugd". 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Cabaretprogramma. 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek. 7.00 Vragen van den dag ANP. 7.15 Gramofoonmuziek. 7.30 Berichten (Engelsch). 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Gramofoonmuziek. 9.00 Amusementsprogramma. 9.40 Wij sluiten den dag. 9.45 Engelsche berichten ANP, sluiting. Hilversum IL 801 m. AVRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Declamatie. 10.40 Clavecimbei. 11.00 Declamatie. 11.15 Ensemble Jack der Kinderen (12.00 12.15 Berichten). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 AVRO-Amusementsorkest en solist. 1.45 Pianosoli. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.15 Omroeporkest. 3.00 Causerie „Nuttig en noodig". 3.10 Omroeporkest. 4.00 Reportage. 4.30 Ensemble Rentmeester. 5.00 VPRO: Cyclus „Lezen in den Bijbel". 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Puszta-orkest. 6.00 Cyclus „Sport en lichamelijke opvoeding". 6.15 Zang met orgelbegeleiding. 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek. 7.007.15 Persoverzicht voor binnen- en bui tenland (ANP), sluiting. voelen voor dezen man, dien ze gisteren nog meende te haten. En ze verwonderde er zich niet eens over. HOOFDSTUK XIX. Pas toen ze het oude, grijze huis naderden, sprak Weston. Ik zal mijn knecht moeten vertellen dat er theevisite is, zei hij. Ik stuur toch, hoop ik, den boel niet in de war? vroeg Diana. Oh, nee, maakt U zich daarover maar niet bezorgd, antwoordde hij. En trekt U zich vooral niets aan van Holland's humeur; dat is vandaag niet al te best het omhalen van de hekken en dichtgooien der greppels is daar de oorzaak van. - Oh! zei Diana. En dat is eigenlijk allemaal myn schuld! Ik hoop niet dat U ons gaat verzoeken alles weer in den ouden toestand terug te brengen, zei hij grinnikend. Ze kwamen nu naderbij en Diana zag dat de ruit gerepareerd was. Ik heb eigenlijk erg het land daarover, zei ze. Ik' vrees dat ik me totaal niet als een dame heb gedragen. Och wat! zei Edmund Weston. U had eigenlijk een jongen moeten zijn, maar U bent nu eenmaal een meisje. Dat is toch Uw schuld niet! Ik zou graag een jongen geweest zijn, vertelde Diana hem. - Maar goed voor U dat U dat niet bent, zei hij- Waarom niet? vroeg ze nieuwsgierig. Omdat ik dan misschien in de verleiding was gekomen U een pak slaag te geven, zei hg droogweg. En dat zou U zeker graag gedaan heb ben" zei Diana. In elk geval is zooiets beter dan zonder meer vergiffenis te krijgen, alleen maar omdat je een meisje bent Heb ik gezegd dat ik U vergiffenis had geschonken Nee, dat niet maar hebt U dat dan nog niet gedaan? Dat zal ik U een anderen keer wel eens vertellen, klonk het antwoord. Erg ver gevensgezind ben ik in den regel niet. Dacht ik al, zei ze. Ik trouwens ook niet. Het schijnt dat we elkaar beginnen te kennen, zei hg. Hij haalde een sleutel uit zgn zak en opende de voordeur. Daarna liet hg haar voorgaan met de woorden: Gaat U maar vast de zit kamer binnen, ik kom direct. Meteen liep hij door naar het achterhuis en Diana ging de haar reeds bekende kamer binnen. Bruno lag bij den haard, maar op het zien van haar kwam hg langzaam overeind en ging naar haar toe. Ja, oude jongen, zei ze, terwijl ze zich over hem heenboog en zijn kop streelde, nu ben ik hier alweer! Je hoeft me niet zoo vragend aan te kijken, want ik kan je toch niet zeggen waarom ik dat gedaan heb ik weet het zelf niet. Ze ging op de sofa zitten dezelfde, waar op Weston haar gisteren, in haar bewuste- loozen toestand, had neergelegd. Toen deze enkele minuten later binnenkwam, vond hg haar bezig Bruno te knuffelen; ze had haar hoed afgezet en het schijnsel van het haard vuur wierp een rooden gloed op haar prachtig haar. Hoewel ik toch eigenlijk een indringster ben, heeft Bruno mg heel vriendelijk ontvan gen, zei ze. Het dier heeft onderscheidingsvermogen, zei Weston, onderwyl het pluchen kleed weer over het tafeltje leggend, waarop het den vorigen dag gelegen had. Holland komt direct met de thee; erg uitgebreid zal het niet zgn er is alleen maar toast en boter. Diana begreep wel dat hg de toast zelf ge maakt had. Dat is het eenige, waar ik van hou, zei ze. Wat een bof! zei hij spottend. Blg'f zitten, ik zal wel voor alles zorgen. Kom toch binnen Holland! Wat sta je daar te stomme len? Onhandig, tegen alles opbotsend, kwam de knecht binnen met het theeblad. Hij keek daarby zoo diep verongelijkt, dat Diana moei te had niet te lachen. Toen hij het blad einde lijk had neergezet, vroeg hij norsch; Is dat alles wat U noodig hebt, sir? Ja, Holland, je kunt wel gaan, zei Weston en de man slofte de kamer uit en trok de deur met een smak achter zich dicht. Kan ik heusch niet helpen? vroeg Diana. Nee, U blijft daar zitten, klonk het auto ritair. Terwgl hij de thee inschonk,' zei Diana: Wat een gezellige kamer is dit met die zolde ring van oude balken. Dat ben ik met U eens, zei Weston. De meubelen zullen U zéker minder bevallen; ik denk dat U die niet mooi genoeg vindt. En dan ontbreken hier natuurlijk zyden en flu- weelen kussens. Ik heb geweldig het land aan kussens in een kamer, verzekerde Diana hem. U moest het rommelhok eens zien. dat ik op de Hall heb. Dat heeft ook een balken zoldering, gezellig! Maar koud dat het er is! Houd U niet van de Hall? vroeg Weson, het kopje thee voor haar neerzettende. Nee, niet erg, antwoordde Diana eerlijk. Het is mij er te stijf en te netjes. Oh, dank U wel! Die thee ziet er goed uit! Volgende week wordt het heele huis vol, dan komen diverse familieleden logeeren. Familie! Weston zei het op minachten den toon. Ik bemoei me niet met mijn familie of beter zij niet met mg. Dus daar heb ik gelukkig niets mee te maken. Hebt U veel familieleden en komen die alle maal logeeren? Twee zusters, antwoordde Diana. Ze komen met haar mannen. En dan zou ook nog Sir John's zoon komen, Forteseue CarviB, die met verlof uit China over is. Hij keek haar plotseling scherp aan. Wat is hij voor een man? Ik heb er geen idee van, maar als hij op z\jn vader lijkt, zal hij een onuitstaanbaar exemplaar zijn. Ik ben overigens niets nieuws gierig naar hem én ik vind dat U het heel wat beter hebt dan ik. Er klonk werkelijks iets van jaloesie in haar stem. Als je heelemaal alleen bent op de wereld, dan kun je precies doen wat je zelf wilt. Z oo heel plezierig is dat niet zei Weston onverwachts. Hij schonk zichzelf ook een kopje thee in en zette zich op het andere einde van de sofa, het schaaltje met toast tusschen hen in zet tend. Oh, maar ik zou het heerlijk vinden! zei Diana. Dat zou U niet, antwoordde hg haar kalm. Toch wel, hield ze vol. Niemand reken schap van je daden te hoeven geven; je niet steeds aan anderen te hoeven storen! Weer keek hij haar scherp aan. U bent niet het type voor een eenzaam leven, meende hij. Het lijkt me een zaligheid! zei ze. Juist al die bemoeizieke menschen maken je leven gecompliceerd. Ze zijn zoo bezorgd voor je, zoo bang dat er iets met je gebeuren zal en onderwijl di-yven ze je er met hun be moeizucht, toe juist datgene te doen, wat ver boden is. Uit pure recalcitrantie, zei Weston. Niet heelemaal; meer uit zucht om eens verder rond te kijken dan in het enge kringe tje. En dat is nu juist wat ze willen vei'hoeden, zei Diana. Er zgn soms leelijke boemannen buiten dat kringetje, grapte Weston. En die zijn er op uit kleine meisjes op te schrokken speciaal de aardige. Oh, waarom zegt U dat? riep Diana ont daan uit. Wel, omdat het de waarheid is, zei Wes ton. Die zucht naar vrijheid van het mo derne jonge meisje mag clan misschien tot op zekere hoogte goed zijn, maar... hij hield op, het aan Diana overlatend den zin verder af te maken. Wat ouderwetsch bent U! vond deze. Het jonge meisje van tegenwoordig behoort zoo verstandig te zijn boemannen als zoo danig te herkennen, wanneer ze ze op haar pad ontmoet. Dan kan ze zich ook gemakke lijk tegen hen verdedigen. Er zijn er maar weinigen die dat onder scheidingsvermogen bezitten, zei hg droogjes. ("Wordt vervolfjd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 7